Verguisde fotograaf in ere hersteld
Oude meesters brachten prenten vroeger
al in grote oplagen aan de man
Cultuur Kunst
Leids Prentenkabinet zag belang fotocollectie al vroeg in
Henri Berssenbrugge, vergeten pionier in Rotterdamse Kunsthal
(DAG 20 JANUARI 2001
27
Tentoonstelling 'Van ontwerp naar Prent in Stedelijk Museum De Lakenhal
Van de Velde II in
3 I' ïprentuitgever Jacob
.s' rerkte, schreef zijn
f i een ongeruste brief.
^sc idde hij zijn zoon aan
ooral naar eigen ont-
srken, want dit zou
winst en roem geven
prent brengen van
ncjsities van anderen.
Velde naar dit ad-
efrde blijkt uit het feit
»en 1615 en 1618 ver
ion series etsen uit-
b< t honderdtachtig
ze pen naar eigen ont-
tief hij was in het
•n van verschillende
pelijke elementen is
•sitie te zien aan een
ffining van een cita-
)ruikte dit bouwsel in
hillende etsen die nu
nit de tekening worden
vi r
ars hadden waar
in flinke voorraad
waaruit ze konden
trtelt Pauline Haak.
Samen met vijf andere studen
ten kunstgeschiedenis bestu
deerde zij een groot aantal te
keningen uit de collectie van
het Prentenkabinet van de Uni
versiteit Leiden en zocht er de
prenten bij die er naar werden
gemaakt. Vervolgens liep zij bij
De Lakenhal stage om de ten
toonstelling voor te bereiden.
Veertig ontwerptekeningen van
kunstenaars als Hendrick Golt-
zius, Maarten van Heemskerck,
Adriaen van de Venne en Abra
ham Bloemaert, alle afkomstig
uit de verzameling van het
Prentenkabinet, geven in com
binatie met de uiteindelijke
prenten, die overigens meestal
door andere kunstenaars wer
den gemaakt, een verrassende
kijk op hoe een afbeelding tot
stand kwam.
Over het waarom van het zo
massaal vermenigvuldigen van
tekeningen heeft Haak een dui
delijke verklaring: ,,Er waren
toen in Nederland steeds meer
rijke burgers die prenten verza
melden. Niet zozeer om aan de
De doorsnee museumbezoeker heeft er meestal
geen idee van hoe commercieel Nederlandse zes
tiende en zeventiende eeuwse schilders waren. Be
halve dat zij de onderwerpen van hun schilderijen
afstemden op de \Taag uit de markt, maakten zij ook
tekeningen voor prenten, die vervolgens in grote op
lagen aan de man werden gebracht. Met de tentoon
stelling 'Van Ontwerp naar Prent', laat het Leidse
Stedelijk Museum De Lakenhal vanaf vandaag zien
hoe de voorlopers van de huidige reproducties tot
stand kwamen.
door BERNADETTE VAN DER GOES
wand te hangen, maar om ze in
albums op te bergen en aan
vrienden en kennissen te laten
zien. Er waren speciale prent-
winkels die ze verkochten. Het
moet een vrij lucratieve handel
geweest zijn. Van een koper
plaat konden wel duizend af
drukken worden gemaakt.
Daarna werd de plaat dikwijls
nog een keer bijgewerkt voor
een volgende oplage. Prenten
hadden een heel andere functie
dan schilderijen. Doordat er
veel van waren kon een kunste
naar ze bijvoorbeeld ook ge
bruiken om zijn werk in brede
kring bekend te maken."
Voordat van een tekening een
prent gemaakt werd tekende
een kunstenaar vaak verschil
lende versies van het ontwerp.
Meestal zal hij begonnen zijn
met een vage schets en deze
steeds meer hebben uitgewerkt.
Hoewel op de tentoonstelling
een dergelijke volledige groep
ontwerptekeningen ontbreekt,
is het door de grote diversiteit
aan werken toch heel goed voor
te stellen hoe de verschillende
stadia eruit hebben gezien. Zo
zijn er bijvoorbeeld van Hend
rick Goltzius twee vrij schets
matige voorstudies voor zijn
reeks 'De Scheppingsdagen'.
Door ze te vergelijken met de
uiteindelijke gravures wordt
snel duidelijk dat er meer voor
tekeningen geweest moeten
zijn. Graveurs namen de voor
stellingen namelijk vrij letterlijk
over en in dit geval verschillen
ontwerpen en prenten veel te
sterk.
Andere tekeningen en prenten
lijken juist sprekend op elkaar.
Bijvoorbeeld het tot in de de
tails uitgewerkte ontwerp van
Aegidius Sadeler waarop Pictu-
ra, de personificatie van de
schilderkunst, is afgebeeld. Of
de merkwaardige voorstelling
die Maarten van Heemskerck in
1559 maakte, met als titel 'Ge
loof reinigt de harten van de
mensen met Christus' bloed'.
Daarop zien we Christus uit
wiens lichaam een flinke straal
bloed in een grote bak stroomt.
In de bak drijven harten die een
oude vrouw met een bezem in
de vorm van een kruis schoon-
boent. Kennelijk bestond ook
voor dit soort lugubere afbeel
dingen een markt.
'Van Ontwerp naar Prent, ont
werptekeningen voor prenten
van Nederlandse meesters
1550-1700'. Te zien: t/m 15
april in Stedelijk Museum De
Lakenhal, Oude Singel 28-32,
Leiden, dinsdag tot en met
vrijdag van 10.00 tot 17.00
uur, op zaterdag, zondag en
feestdagen van 12.00 tot 17.00
uur.
Aegidius Sadeler, Pictura, 1610.
tekening collectie prentenkabinet universiteit [eiden
LEIDEN BERNADETTE VAN DER GOES
mooi vormgegeven en met veel prachtig foto
werk van Berssenbrugge.
Met zijn sfeervolle afbeeldingen van het straade-
ven en kunstzinnige portretten van de culturele
elite was Berssenbrugge in de jaren twintig en
dertig van de vorige eeuw een van de bekendste
Nederlandse fotografen. Enkele tientallen jaren
later was die belangstelling echter behoorlijk af
genomen.
Leijerzapf: „In het boek dat H.J. Scheffer in 1967
over hem schreef werd Berssenbrugge 'een in de
traditie gestrande picturalist' genoemd. Daar
mee werd bedoeld dat hij met zijn fotografie de
schilderkunst navolgde. Zelf heb ik dat nooit
willen aannemen. Ik vind dat de aanhangers van
deze opvatting te veel door de bril van het heden
naar het verleden kijken. Het is juist veel interes
santer om de artistieke en technische mogelijk
heden die Berssenbrugge in zijn eigen tijd tot
zijn beschikking had als uitgangspunt te nemen.
Dan wordt duidelijk dat hij veel vernieuwender
en modemer.werkte dan zijn tijdgenoten en zie
je hoe hij probeerde de fotografie een plek te ge
ven in de beeldende kunst. Hij wilde niet een
ander nadoen, maar had zelf wat te zeggen."
In het voorwoord van het boek van Scheffer
werd Berssenbrugge door de Leidse hoogleraar
kunstgeschiedenis, professor H. van de Waal,
ook nog afgedaan als 'een vertegenwoordiger
van een afgesloten tijdvak'. Toch is het vooral
aan Van de Waal te danken dat het Prentenkabi
net de foto's van Berssenbrugge verzamelde. De
meeste foto's zijn namelijk in zijn tijd verwor
ven. Bovendien bezit dit instituut niet alleen de
grootste collectie van Berssenbrugge's werk.
maar zijn daarin ook alle genres en technieken
die hij beoefende ruim vertegenwoordigd.
Leijerzapf: „Van de Waal vond Berssenbrugge
ook een picturalist, maar was zich ervan bewust
dat latere generaties waarschijnlijk een andere
opvatting zouden hebben. Hij vond dat je rustig
de tijd af moest wachten. De waardering van
kunstwerken verloopt vaak volgens een soort
golfbeweging. Na dertig jaar begint de smaak
meestal te veranderen. Voordat het zover is heb
je er een blinde vlek voor, je kijkt er gewoon niet
doorheen. Het is nu bijvoorbeeld ook niet meer
voor te stellen dat de vervalsingen van Han van
Meegeren vroeger voor echte Vermeers doorgin
gen."
Leijerzaph is ervan overtuigd dat het werk van
Berssenbrugge nu meer aan zal slaan: „De tijd is
er rijp voor, zijn kunst is sterk genoeg om op ei
gen houtje als topper te worden gezien."
Het meeste werk van de fotograaf Henri Bers
senbrugge dat op dit moment tentoongesteld
wordt in de Rotterdamse Kunsthal is afkomstig
uit de verzameling van het Prentenkabinet van
de Universiteit Leiden. Tegen de heersende mo
de in werd door dit instituut al vroeg het belang
van zijn kunstfotografie ingezien.
„We hebben hier zo'n 1800 foto's en een paar
honderd negatieven", vertelt Ingeborg Leijer
zapf, conservator geschiedenis van de fotografie
en hoofd collecties. In 1996 promoveerde zij op
Berssenbrugge. De tentoonstelling en de bijbe
horende monografie, die zij samen met foto
graaf Harm Botman samenstelde, zijn bedoeld
om Berssenbrugge voorgoed uit de vergetelheid
te halen. Het is een behoorlijke pil geworden,
van het leven in stad en platte
land, en bijvoorbeeld van een
in de buurt bivakkerende zigeu
nergemeenschap.
In 1906 keerde hij als een vol
leerd fotograaf terug naar zijn
geboorteplaats waar hij, eerst
aan Het Boschje, later aan de
Mauritsweg, een artistiek foto-
atelier inrichtte. Nu hij perso
neel kon aannemen had Bers
senbrugge genoeg tijd om bui
ten de deur te fotograferen. Zijn
tien volgende jaren in Rotter
dam hebben gezorgd voor een
serie unieke foto's van de voor
oorlogse stad, dan weer van An
ton Pieck-achtige schoonheid,
dan weer met een allure die
doet denken aan Parijs of Vene
tië.
In mei 1940 zou Berssenbrugge
Rotterdam opnieuw bezoeken,
vlak na het allesvernietigende
bombardement. Ook de foto's
die hij toen van de geblakerde
puinhopen maakte hangen in
de Kunsthal. De tragiek wordt
het treffendst verbeeld in twee
foto's van de voormalige We-
zenbrug, destijds een stenen
overspanning in het centrum
van Rotterdam. De ene plaat,
gemaakt rond 1906, toont de
brug te midden van karakteris
tieke herenpanden, de andere,
gemaakt in 1940, laat dezelfde
brug zien tussen twee volledig
kaalgeslagen oevers, met op de
achtergrond eenzaam het over
eind gebleven Schielandshuis.
Het verhaal van een stad, ver
teld in twee foto's.
In zijn Rotterdamse periode
bouwde Berssenbrugge - met
zijn 1,60 meter opmerkelijk
klein en door zijn vrienden
'Bers' genoemd een indruk
wekkende klandizie op. Hij wist
naam te verwerven in de thea
terwereld door zijn opvallende
acteursportretten, die zich ge
staag uitbreidden in het lokale
en nationale culturele leven.
Berssenbrugge sloot vriend
schappen met vele schilders,
dichters en schrijvers, die hem
inspireerden en die hij op zijn
beurt inspireerde. Onder meer
Albert van Dalsum, Fien de la
Mar, Herman Heijermans en
Lodewijk van Deijssel hebben
voor hem geposeerd.
In 1916 trok Berssenbrugge
naar Den Haag, waar hij een
atelier opende in het artistieke
je opvallende acteursportretten die is opgenomen in het foto-
9 r Van Berssenbrugge. foto henri van berssenbrugge
eerd, vergeten, verguisd. Rotterdammer
li Berssenbrugge was eens de bekendste
fotograaf van ons land, maar stierf in
getelheid. Met een grote expositie in de
ïsthal en een dik boek over zijn werk en
leven is hij weer terug,
herstel voor de man die het verhaal van
otterdam kon vertellen in twee foto's.
door MARC FLOOR
kwartier, naast het Panorama
Mesdag. Hij mengde zich actief
in het lokale culturele leven en
stelde zijn atelier beschikbaar
aan jonge kunstenaars, zoals in
Amerika ook Alfred Stieglitz
deed. Tot in de jaren '30 had
Berssenbrugge zelf internatio
naal succes met zijn foto's, wer
den vooral zijn stadsplaten ge
bruikt voor kalenders, prent- en
briefkaarten, en mocht hij zich
Nederlands bekendste fotograaf
noemen.
Toch stierf Berssenbrugge in
1959 als een berooid en vrijwel
vergeten man. De crisis van de
jaren '30 had zijn fotozaak hard
geraakt en bovendien was de
fotocamera gemeengoed ge
worden. Na bijkomende ge
zondheidsklachten was Bers
senbrugge in 1942 gedwongen
zijn zaak te sluiten. Uit geldge
brek verkocht hij een deel van
zijn archief aan het Rotterdams
gemeentearchief en het Leids
Prentenkabinet, om dezelfde
reden moest hij een ander deel
vernietigen.
Vereerd, vergeten, verguisd en
nu dus weer in ere hersteld. De
naam Berssenbrugge heeft een
eigenzinnig leven geleid. Ver
eerd werd hij in zijn eigen tijd
om zijn experimenteerdrift, zijn
werkkwaliteit (hij drukte soms
beter af in een bepaalde tech
niek dan de uitvinder ervan) en
om zijn aangename persoon
lijkheid. Vergeten werd hij om
dat hij geen begenadigd spreker
en schrijver was die zijn ziens
wijze kon overdragen of nala
ten. „Berssenbrugge was geen
profeet", zoals Ingeborg Leijer
zapf het stelt. Vergelijk dat eens
met Stieglitz, een retoricus eer
ste klas, die zijn goed geformu
leerde mening opdrong waar
hij maar kon.
Verguisd werd Berssenbrugge
in de jaren '60, toen hij werd
gezien als een fotograaf die was
blijven steken in het zogeheten
picturalisme, een stroming in
de fotografie rond de vorige
eeuwwisseling die zich sterk
verwant voelde met de schil
derkunst. In ere hersteld nu,
omdat Berssenbrugge welis
waar een picturalist was, maar
niet gedurende zijn hele leven,
en hij veel meer was dan dat al
leen. Geen techniek of onder
werp heeft Berssenbrugge on
beproefd gelaten. En zijn foto's
van het alledaagse leven aan
het begin van deze eeuw zijn
van onschatbare historische
waarde.
'De mens denkt, niet de machi
ne', luidt de spreuk die de knip
selmap van Berssenbrugge sier
de. Het is bij uitstek de mentali
teit van een kunstenaar, ie-
Henri van Bers
senbrugge maak
te foto's van een
Anton Pieck-ach
tige schoonheid.
foto
henri van
berssenbrugge
mand die vertrouwt op een ei
gen inbreng bovenop het ge
bruikte materiaal. Het was het
credo van een fotograaf die het
verdient aan de vergetelheid te
worden ontrukt.
'Henri Berssenbrugge (1873-
1959). Passie-energie-fotogra
fie'. Te zien: t/m 15 april in de
Kunsthal, Westzeedijk 341,
Rotterdam, di. t/m za. van
10.00 tot 17.00 uur, zon- en
feestdagen van 11.00 tot 17.00
uur. Het gelijknamige boek
(352 pagina's, Walburg Pers
Zutphen) van Ingeborg Leijer
zapf en Harm Botman is ver
krijgbaar voor 99,50.
tieglitz (tot en met mor-
iog niet eens de deur
b Kunsthal wil laten
er ook een Nederland
er is in de kunstfotogra-
als zijn Amerikaanse te-
begon Henri Berssen-
1873-1959) rond 1900
indrukwekkende ver-
stocht in de fotografie.
iar Stieglitz faam heeft
en als grote vernieuwer,
erssenbrugge het doen
walificatie van uit de
akte fotograaf. Dat is
ïlijker dan het lijkt,
ar oogt de vergelijking
en Nederlander en een
an een beetje krom,
eglitz en Berssenbrug-
»n in hun tijd flink aan
[etimmerd. Beiden na
il aan internationale ex
en grossierden in prij-
len experimenteerden
onderhielden nauwe
met andere kunsten,
leiden namen graag
if ïuit hun raam en van
ij staat het werk van
:e irugge met gemak op
hoogte als dat in Stie
ltijdschrift 'Camera
Work'", stelt Harm Botman,
met Ingeborg Leijerzapf samen
steller van de expositie en van
het bijbehorende boek 'Henri
Berssenbrugge; Passie-energie
fotografie'. „Het gedurfde expe
rimentele karakter van Berssen
brugge is uniek. Sommige van
zijn werken kun je nergens mee
vergelijken."
Wie was Henri Berssenbrugge?
Van Duitse afkomst maar gebo
ren en getogen in Rotterdam als
oudste zoon van een textiel
handelaar. Aanvankelijk met
een interesse in schilderen en
tekenen, waarvoor hij - samen
met Kees van Dongen - de Rot
terdamse Academie bezocht.
Hij studeerde in 1900 af als bes
te leerling van de klas, maar
raakte daarna verknocht aan de
fotografie. „Zo wonderlijk, zo
bijzonder, dat alles wat je zag
op een plaatje kwam", is later
uit zijn mond opgetekend.
Berssenbrugge verhuisde naar
Tilburg waar hij een foto-atelier
begon. Hij verdiende zijn brood
vooral met het maken van por
tretten, maar trok er in zijn vrije
tijd op uit. Het leverde nog al
tijd indrukwekkende foto's op