Wild krijgt de natuur terug I M Samenvoeging Afrikaanse parken zegen voor dier en toerist ■SSMESHI ZATERDAG 13 JANUARI 2001 Zuid-Afrika heeft het voortouw genomen bij het neerhalen van schuttingen die de eigen wildparken scheiden van die van aangrenzende landen. Met Botswana is besloten tot de vorming van het Kgalagadipark en met Swaziland en Mozambique wordt gewerkt aan het Lubombopark. Het beroemde Krugerpark zal worden gekoppeld aan parken in Zimbabwe en Mozambique. In een gebied dat vijf keer zo groot is als Nederland, krijgen dieren krijgen hun oude migratieroutes terug. Het St. Lucia Wetland Park heeft inmiddels de status gekregen van wereldnatuurmonument. FOTO S GPD EELCO VAN DER LINDEN Paul Dutton toont een tevre den lach als hij een mouw loos safarivest over zijn naakte bovenlijf aantrekt en de eenmo- torige two-seater start, een Piper uit 1954. Dutton zelf is twintig jaar ouder. Voor de jachtopziener en wildlife-con sultant is het vliegtuig net zo gewoon als voor een ander de auto. De oostelijke kuststreek van Zuid-Afrika en Mozambi que maar ook van Congo vormen zijn werkterrein. Dutton is geen rauwe bush-piloot, maar een gentleman pur sang met twee academische titels. De plek waar we ons bevinden, is voor hem geen gewone: Hell's Gate, Poort van de Hel. Zo genoemd om de verraderlijke winden, maar vooral be kend om de militaire basis waar het apartheidsregime samen met Frankrijk zijn eerste luchtdoelraketten testte in de jaren zeventig. „Ik was hier ranger en heb geprotesteerd tegen de bouw in een brief aan de toenmalige premier. Ik kreeg snel antwoord in de vorm van een ontslagbrief', grijnst Dutton. Maar er was ook voldoening. „De be doeling was de raketten na lancering te analyseren op de grond. Dat ging dus niet, omdat die dingen zich tot dertig meter diep in de modder boorden. Ze zijn nooit geanalyseerd en liggen er nog steeds. Een enorme blamage was dat." Dutton lacht hartelijk. Hij besloot toen naar Mozambique te gaan. Daar brak vervolgens een burgeroorlog uit. „Ik kom overal altijd op een moment dat er gevochten gaat wórden. Drie oorlogen heb ik meegemaakt. In Mozambique heb ik gezien hoe wildleven een oorlog voedt. Toen het ivoor en het vlees op waren, moest er wel vrede worden ge sloten. Nu ben ik er bezig samen met de regering het wildleven opnieuw uit te vinden." De voormalige lanceerbasis is opge- Zuid-Afrika haalt de afrasteringen weg die de eigen wildparken scheiden van die van aangrenzende landen. Samen met Botswana is besloten tot de vorming van het Kgaladipark. Samen met Swaziland en Mozambique wordt gewerkt aan het Lubombopark. Het Krugerpark zal worden gekoppeld aan reservaten in Zimbabwe en Mozambique. In een gebied van van 220.000 vierkante kilometer, meer dan vijf keer zo groot als Nederland krijgen dieren hun oude migratieroutes terug. NAMIBIË Kgaladipark 1 V Krugerpark ZIMBABWE Kaapstad nomen in het nieuwe natuurpark en zal worden veranderd in een klein complex van 'lodges' voor de eco-toeristen. Als de Piper zich na een hobbelig ritje over het grasveld dansend in de wind gooit, is meteen duidelijk waarom hier sprake is van een meer dan eersteklas locatie. Wat zich aanbiedt is een enorm water gebied met riviertjes, meren en eilanden met mangroven. Alles afgezoomd door een dicht beboste duinenrij met daar voor een wit droomstrand en een tur kooizen Indische Oceaan. Wereld natuurmonument Dit gebied, het Greater St. Lucia Wet land Park, heeft inmiddels de status ge kregen van Wereld Natuurmonument. Vanaf de grens met Mozambique strekt het park zich in zuidelijke richting uit langs bijna 300 kilometer kust. De totale oppervlakte is 300.000 hectare. Samen met het zuidelijke deel van de provincie Maputo in Mozambique en het oostelij ke deel van Swaziland zal dit het Lubombo-park vormen. St. Lucia is een paradijs voor honder den vogelsoorten en voor grote aantal len krokodillen en nijlpaarden, die be neden gezapig rond dobberen. „Het eco-systeem is uniek in de wereld, maar het evenwicht is vanwege het zoete en zoute water vreselijk moeilijk te bewa ren", schreeuwt Dutton, terwijl hij wijst naar een groep pelikanen die onder de Piper doorvliegt. Land- en mijnbouw hebben in het verleden veel schade aan gericht. „We hebben eens massaal kro kodillen moeten evacueren omdat het water veel te zout was. De beesten kon den niet meer duiken." Nu is het beter. De ecologische wind is gedraaid. Dutton wijst naar een kaal geslagen gebied. „Dit was tot voor kort een houtplantage, die gigantisch veel water uit de bodem onttrekt. Het gebied is aangekocht en zal zich snel weer in zijn oorspronkelijke staat kunnen her stellen. Hetzelfde zal gebeuren met en kele ananasplantages. In totaal zal 5000 hectare worden teruggeven aan de na tuur. Je ziet dat het water op verschil lende plaatsen al stijgt." Olifanten Maar wat nog ontbreekt, zijn de olifan ten, de grote passie van Dutton. Ooit liepen ze langs de gehele oostkust van Zuid-Afrika tot aan de Kaap toe. Het gaat om de Thembe olifant, volgens we tenschappers een uniek sub-ras, omdat hij aanzienlijk groter is dan de 'normale' Afrikaanse olifant en meer rondtrekt dan andere soorten. Verder beschikt de Tembe over verreweg de grootste slag tanden - wat een handicap kan zijn met mensen in de buurt. Dutton heeft het allemaal van nabij meegemaakt. „Rond 1970 telden we er nog achthonderd aan de Zuid-Afrikaanse en Mozambikaanse kant. Door de burgeroorlog en de AK- 47-geweren die de Renamo-rebellen met ivoor van vooral Zuid-Afrika koch ten, liep hun aantal snel terug. Nu zijn er nog vijftig aan de Mozambikaanse en 200 aan de Zuid-Afrikaanse kant." De Zuid-Afrikaanse olifanten bevin den zich in het 30.000 hectare metende Thembe-reservaat direct onder de grens met Mozambique. Het park geldt als een van Zuid-Afrika's topattracties, ook al heeft het maar een beperkte capaci teit en worden per dag niet meer dan vijf auto's binnen gelaten. De helft van het park is pure wildernis en mag alleen te voet worden betreden. „Een stukje Afrika dat nog geheel intact is", zegt op zichter Sipho Sibiya. Hij is een Tonga en geboren in deze streek. „De laatste keer dat ik olifanten vrij heb zien lopen was in 1982. Ik zeg er meteen bij dat we toen niet echt rouwig om zijn verdwijnen waren. Ze vertrapten je groenten of je huis." Sibiya wijst op de Marulaboom, waar van de vitaminerijke gele bessen het lie velingseten van de olifanten vormen. Er wordt in Afrika overigens ook een diges tief van gemaakt. „Als de bomen bloei en, begint de olifant zijn trek. Maar dat is dus lang geleden", zegt Sibya. Even verderop liggen enorme keutels. Bijna even grote kevers rollen ze op acrobati sche wijze weg. „Ze zijn hier net langs gekomen", zegt Sibyia en even later volgt het bewijs. Bij een drinkplaats lo pen er vijf. Groot, zwart, majestueus. En met gigantische slagtanden. „Die daar, is een stier van 65 jaar oud", fluistert Si byia. Het beest gooit met zijn slurf zand over zijn rug. Het zachte geruis maakt de stilte nog imposanter. Over enkele maanden zullen uit dit park twaalf volwassen stieren en een dertien leden tellende familie - vrouw tjes en jongen - worden overgebracht naar het watergebied St.Lucia. „Het is het begin van een prachtig avontuur", zegt Andrew Zaloumis, enthousiast en overactief leider van het Lubombo-pro- ject aan de Zuid-Afrikaanse kant. „De olifanten krijgen een deel van hun oude gebied terug. Op den duur zullen in St .Lucia honderd olifanten lopen. De vol gende fase is het verbinden van de ver schillende al bestaande safariparken en het creëren van een zeven kilometer brede corridor naar het Thembe-park, dat weer zal worden verbonden met de parken in Mozambique en Swaziland." Zaloumis noemt het gebied een van de prachtigste maar uit toeristisch oog punt bezien ook een van de meest on dergewaardeerde van Zuid-Oost-Afrika. „Het heeft de potentie het Krugerpark aan alle kanten voorbij te streven. Be halve de normale safari-attracties en de olifanten biedt Lubombo ook de moge lijkheid het watergebied en de zee te ex ploreren. Er zijn hier koraalriffen die tot de mooiste van de hele wereld worden gerekend. Ponta do Ouro aan de Mo zambikaanse kant is voor duikers een Mekka." Ecotoerisme Het natuurpark ligt in het armste deel van Zuid-Afrika. En in Mozambique, dat nu acht jaar probeert een oorlog van bijna twintig jaar te vergeten en er niet beter aan toe is. „Basis van het project is dat de lokale bevolking actief deelneemt en profiteert", zegt Zaloumis. Conserva tie, kleinschaligheid en eco-toerisme zijn de sleutelwoorden. Hij verwacht dat in tien jaar 4500 nieuwe banen zullen worden gecreëerd. Het aantal bezoekers zal moeten verdrievoudigen naar 1,4 miljoen per jaar. De toeristen zullen, naar hij hoopt, driehonderd miljoen gulden uitgeven. Momenteel worden de eerste vijftien locaties aanbesteed, waar kleine safari-hotels mogen worden ge bouwd. Alles volgens strakke regels en schema's door Zaloumis opgesteld. De mix van particulier en overheid moet vruchten afwerpen. De drie lan den hebben zich gecommitteerd aan het programma via internationale ak koorden. 'Thuis' zijn speciale wetten uitgevaardigd en projecten opgezet met hulp van non-gouvernementele organi saties en internationale financieringsin stellingen. „De basis is absoluut goed", verzekert Zaloumis. De Zuid-Afrikaanse regering heeft 175 miljoen gulden gestoken in program ma's voor malariabestrijding, educatie van de lokale bevolking en verbetering van de infrastructuur. „We hebben we gen aangelegd, verlegd en gesloten. Aan de ene kant profiteren de beesten en de toeristen, aan de andere kant de bewo ners. Hele gemeenschappen zijn door de nieuwe wegen ontsloten en krijgen de kans zich te ontwikkelen." In het hele Lubombo-gebied wonen 837.000 mensen: 500.000 in Zuid-Afrika, 132.000 in Mozambique en 205.000 in Swaziland. Zaloumis onderstreept dat de overgrote meerderheid probeert te overleven met landbouw waarvoor de (zand)grond eigenlijk niet geschikt is. „In het Zuid-Afrikaanse deel leeft ne gentig procent van de families van 260 gulden per maand en is de werkloos heid veertig procent." De grootste stam in het Zuid-Afri kaanse deel is met 120.000 leden de Thembe, waarnaar ook de olifanten zijn genoemd. De jonge prins Nkosi Them be is vandaag aanwezig samen met twee oudere stamhoofden. Hij werkt nauw samen met Zaloumis en toont zich een groot voorstander van het project. „Het is de eerste keer dat onze mensen een kans krijgen hun bestaan echt te verbe teren. Mooi dat dit kan dankzij de om geving waar je altijd hebt geleefd", zegt de prins. Volgens Zaloumis werkt 18 procent van de stamleden al direct of indirect werkt voor Lubombo. Boeren die willen blijven, krijgen het aanbod dat elders, op vruchtbaardere grond, te doen. Nog niet iedereen is overtuigd, maar de autoriteit van de prins zal zeker helpen. „We hebben een geweldige schat hier liggen", zegt hij plechtig. „Het zou gek zijn die weg te gooien." EELCO VAN DER LINDEN Z' Opzichter Sipho Sibiya in het Zuid-Afrikaanse Thembe-reservaat, niet ver van de grens met Mozambique.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 55