'Hier aan deze keukentafel wordt het leven gemaakt' OOG in OOG ©- De vragen De regels 532 ZATERDAG 13 JANUARI 2001 Wim Rijsbergen, van 18 januari 1952, is getrouwd en heeft drie kinderen. Hij speelde 28 interlands, waaronder de WK-eindrondes van 1974 en 1978. Hij staat aan de vooravond van zijn derde en laatste jaar in Santiago, waar hij trainer is van Universidad Católica, een van de grootste Chileense voetbalclubs. Van kerstavond tot en met zijn verjaardag is hij terug bij zijn gezin in Leiderdorp. door JOB DE KRUIFF Wim Rijsbergen: „Het lijkt me mooi om op het podium te staan." 5. Welk kunstiverk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben? ,,Ik hou van schilderijen. Ik kom regelmatig in het Rijksmuseum als ik in Holland ben. Het wordt De Nachtwacht, denk ik. En als het modern moest zijn, zou ik zeggen de Gu ernica van Picasso. Rembrandt kies ik ook een beetje omdat het met Leiden te maken heeft. Hij is een van de meesters van het licht, hè? En over Picasso heb ik pas, in Santiago, nog een documentai re gezien. Dat gaan ze nu steeds meer waar deren. Vroeger was je voor of tegen moderne kunst. Maaï als je weet hoe die mensen daar mee bezig zijn, dan zijn dat levenswerken, in verschillende fases van hun leven. En zo moet je het ook waarderen. Ik heb zelf een paar werken van Willem van Schijndel uit Leiden. Daar zie je ook van dat hij in ver schillende fases andere dingen maakt. Dat zijn voor mij belangrijke dingen. Al moet je het ook mqoi viriden, natuurlijk. Zelf heb ik nog geen creatieve uitspattingen. Maar wie weet. De meesten gaan pas schil deren als ze ouder worden. Ik ben nog nooit verder gekomen dan de buitenkant van het huis. Ik vind het wel prachtig als ik zie hoe simpel mensen dingen kunnen maken. Maar het is niet simpel hoor. Het is net als in de sport. Simpel voetballen is heel moeilijk, en dat is denk ik in de schilderkunst net zo. Ik ben ook geïnteresseerd in Egyptische kunst: beeldhouwwerken en bouwwerken. Ben pas nog naar die tentoonstelling ge weest in het Rijksmuseum voor Oudheden. In muziek ben ik ook geïnteresseerd. Yester day van de Beatles is ook heel simpel werk. Misschien hebben ze het geschreven in twee minuten tijd. Dié dingen blijven op een een zaam niyeau. Dat simpele vind ik mooi. Ik heb zat meegemaakt, maar je moet simpel blijven denk ik. Je ziet te veel mensen die veel geld krijgen, opeens veranderen. In die Categorie zit ik gelukkig niet. Het cliché wil natuurlijk dat voetballers dom zijn en nooit in het museum komen. Of dat ze anders in elkaar zitten omdat ze veel geld hebben. Daar word ik zó moe van. Een aan tal voetballers is gaan golfen ja. So what? Ad vocaten golfen ook. Ik selecteer niet op geld. In Chili zie ik veel verschil tussen rijk en arm. Wij zitten op een complex tegen de Andes aan, waar veertig man alleen al met het onderhoud bezig zijn. Toen ik kwam heb ik direct een barbecue voor die mensen georganiseerd, en daar zijn ze me nu nog dankbaar voor. Een Ferrari voor de deur zegt mij niks, tot ik met de eigenaar ga praten. Maar ik heb di recteuren gezien, in mijn tijd in Amerika, die honderd miljoen verdienden. Toen al. En die vonden het dan prachtig om met een voet baller op de foto te gaan. Zó kinderachtig. Dat heb ik nooit gehad, iemand zó adoreren. Ja, ik vind het wel knap. Als ik een beeld zie van Kees Verkade, denk ik: potverdorie, dat is mooi gemaakt." 13. U mag vier personen - levende of dode - uitnodigen om vanavond mee te eten. Wie kiest „Ik heb geen helden. Je kunt wel zeggen: Mandela wil ik wel eens ontmoeten, maar ,ach. Gullit ging ook de wereld veranderen. Als je een beeldje weggeeft ben je al een we reldverbeteraar. Ik zou dan voor mijn vijftigste verjaardag mijn ouders en de ouders van mijn vrouw Ciele uitnodigen. Die zijn alle vier al overle den. Drie zijn er in de zestig geworden, mijn vader heeft nog het langste geleefd. Die is nu een paar jaar dood. Hun zou ik graag eens willen vertellen wat er de afgelopen jaren is gebeurd. De leuke dingen die we mee heb ben gemaakt. Zij hadden nooit kunnen voor spellen dat Ciele hier alleen zou zitten en ik nu al twee jaar in Chili. En ze zouden er trots op zijn dat dat goed gaat. Het etentje is gewoon hier. Ik hoef niet in een tweesterrenrestaurant te gaan zitten. Dan zitten ze niet op hun gemak, en daar doe ik niemand een plezier mee. Hier aan deze keukentafel wordt het leven gemaakt. Hier hebben we de gesprekken met de kin deren. De toekomst, de ellende wordt hier besproken. Het lijkt me een leuk idee. Ga het eens rege len." 27. Welke kus zou u willen overdoen? „Mein Gott. Zijn er wel eens vragen die niet beantwoord worden? Nou, ik zal geen namen noemen. Maar ik zat vroeger op de Rijnsburgersingelschool, een Montessorischool. In de laatste klas gingen we met de hoofdonderwijzer, meneer Bron- ner, naar het museum van Volkenkunde. Ik kwam daar wel vaker, want meneer Van der Steen, mijn leider bij Roodenburg, werkte daar. En daar, op een stukje waar het wat donkerder was en waar een paar boeddha's stonden, heb ik met een meisje dat ik wel leuk vond, gezoend. Ik was elf of twaalf, dus het is lang geleden. Het stelde verder niks voor, maar ik kan het nog zo uittekenen. En het was wel een uiting dat we elkaar leuk vonden. Het was ook de eerste kus, denk ik. Ik had verder nergens tijd voor, was de hele dag aan het voetballen." 38. Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? „Ik woon nu in een stad van vijf, zes miljoen mensen. Dan ga je zoeken waar je je het prettigst voelt. Ik ken een paar leuke restau rantjes en ik heb wat gezellige mensen om me heen; Hollanders en Chilenen. Dat zijn goeie kennissen geworden. En dat worden misschien wel vrienden, in de toekomst. Maar wat ik het meeste mis is natuurlijk mijn gezin. Het is moeilijk, maar die keuze heb ben we zelf gemaakt. Wat ik mis is samen wat doen, en de gesprekken, de verhalen over school en vriendjes. Toen ik net een paar dagen terug was in Ne derland, was ik even bij het Sportcafé. Dan hoor je over hoe het in Leiden met iedereen gaat. En dat soort kleine dingetjes, dat mis je. Ook omdat je ouder wordt. Want ik ben nu een jaar weg geweest, en dan hoor je al: die is overleden, daar gaat het slecht mee. Ze kunnen mij overal neerzetten, hoor. Ik kijk vanuit mijn flat daar op de besneeuwde Andes-toppen. Hier zie ik alleen de velden van Alecto. Maar hier tikken elke dag de een den tegen het raam. Dat heb je daar weer niet. Op zeven hoog in Santiago komen geen koolmezen. Als de kinderen al het huis uit geweest wa ren, was mijn vrouw wel daar komen wonen. Over twee jaar gaat de jongste studeren en heb je kans dat ze opeens alledrie vertrokken zijn. Maar tegen die tijd ben ik weer terug." 39. Welke dag zou u willen overdoen? „De finale van 1974. Maar dan doen we het anders. Toen ik dat beleefde wist ik nog niets van de impact. Er wordt nu nog steeds met zo'n eer bied gesproken over de 'naranja mecanica' (de bijnaam van het Oranje van '74 en '78 in Spaanstalige landen). Sommige mensen in Zuid-Amerika weten het elftal nog zo op te noemen. Het was het begin van een andere manier van voetballen. Maar ik was toen tweeëntwintig, ik heb daar nauwelijks over nagedacht. Ja, god, je speel de de finale. Michels zei: je speelt tegen die, maar verder werd er helemaal niet gefiloso feerd. Je gaat pas later nadenken: we hebben wel het mooiste voetbal gespeeld, maar je krijgt er niets voor. De tweede plaats stelt niets voor. Als iedereen had geweten wat voor im pact het gehad had om wereldkampioen te zijn... We zijn vaak uitgenodigd met de oud- intemationals, op toernooien met oud-Bra- zilie, oud-Duitsland, omdat we zo goed ge speeld hadden. Maar we staan niet op het lijstje van wereldkampioenen. We zitten in een ander rijtje. We hebben wel veel indruk gemaakt, maar achteraf zeg je toch: verdomme, we hadden misschien iets anders moeten doen om te winnen. Al zou ik niet weten wat. Ja, ik had in de rust al last van mijn knie. Jaren later is gebleken dat ik met een afgescheurde kruis band speelde. Misschien hadden we wel een verse speler in moeten zetten. Er is wel gezegd dat Ne derland een beetje arrogant speelde na die 1- 0, maar daar is niemand zich bewust van ge weest, als het ooit gebeurd is. Ik denk het niet." 49. Wat zou u graag beter kunnen? „Ik ben gek van muziek. Klassieke muziek, de Beatles, Rolling Stones, Eric Clapton, Car los Santana. Vroeger heb ik wel een paar jaar gitaar gespeeld, maar studeren kwam er niet van. Ik was op school of ik was aan het voet ballen, op de Kaasmarkt, met Woutje Ber gers. Dat kon toen nog. Het lijkt me mooi om op het podium te staan. We zijn met de kinderen naar alle concerten hier van de Stones geweest, ik heb in New York Simon en Garfunkel in Central Park gezien, en ook Frank Sinatra, Marvin Gaye. En dan zie je hoe die een heel stadion kunnen vermaken. Dat moet een voldaan ge voel geven. Dat is hetzelfde als wanneer je wint, of voor een verdediger: als je spits niet gescoord heeft. Als ik Santana zo zie pingelen, dan denk ik: ik neem een paar lessen en dan moet ik dat nok zo kunnen. Maar dat zegt hij waarschijn lijk ook als-ie Kluivert ziet voetballen." FOTO HIELCO KUIPERS 3. Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? „Muzikant. Niet van een bepaalde band, maar ook niet solo. Met een groep, dan ga je met zijn allen. Als je concertpianist bent, vlieg je in je eentje naar New York. En het gaat me om optreden, niet om op de radio gedraaid te worden. Dat is te onpersoonlijk." 20. Bent u een goed mens? .Absoluut. Dat meen ik echt. In mijn gewo ne leven, buiten de sport, heb ik absoluut geen vijanden. Ik doe niemand kwaad, en als het kan probeer ik mensen te helpen. Maar ik ben niet altijd even makkelijk. En in de sport ben ik nogal fanatiek en recht voor zijn raap. Ik vind dat een heleboel mensen niet alles uit hun kunnen halen wat er in zit. Later krijg je er spijt van als je dat niet doet. Dat heb ik al bij heel veel jongetjes meege maakt. Echte vijanden heb ik niet, wel spe lers die zullen zeggen: ik vond die Rijsbergen nou niet zo leuk. Maar alle reservespelers zeggen dat van elke trainer." 37. Wanneer was u voor het laatst dronken? „Dat is een aantal jaren geleden. Toen gin gen we met Aad van der Luit weg, met zijn vieren. Er was iets te vieren. We hadden af gesproken bij het Koetshuis en daar zijn we begonnen met champagne. Toen eerst een wit wijntje, vervolgens een rode wijn, een portje bij het kaasplankje, nog een portje, bij de koffie nog een likeurtje. Ik word niet vervelend ofzo, eerder gezellig. Maar de volgende dag, mein Gott. Het leek wel of ik dooie muizen had gegeten. Toen dacht ik wel: dat moet ik niet meer doen. Het kcin ook niet dat Aad er niets van heeft ge voeld. Ik ben geen bierdrinker. Bier drink ik eigen lijk alleen bij de Chinees. In Chili heb je wel prachtige wijntjes, maar ik drink een paar glazen, dan is het klaar. Ik kan daar ook niet om drie, vier uur 's nachts thuiskomen. De pers is er, zeg maar, Zuid-Europees." 41. Wat is uw favoriete moment van de dag? „De ochtend. Ik ben sowieso altijd vroeg op. Vannacht werd ik zelfs om vier uur wakker en kon ik niet meer slapen. Maar ik heb geen ochtendhumeur. Ik doe de gordijnen open, en ook al komt de regen met bakken naar beneden, ik vind het mooi. Je moet oog heb ben voor details. De koolmezen hangen hier aan de vetbolletjes. En nu zit er geen blad aan de boom, maar straks denk je toch weer: goh, wat een bos. Het zijn dezelfde zes bo men. Ik ben geen nachtmens. Als het ergens heel leuk is, dan wordt het één uur, en dan ga ik heerlijk naar bed. Zo'n regelmatig leven heb ik altijd gehad. Dat moet ook wel, je kunt niet drie keer per week op stap. Ik ben altijd voor de wekker wakker. In Santi ago is dat om kwart over zeven. Om acht uur, half negen, ben ik op de club. Het is ook wél makkelijk dat je daar met een zonnetje opstaat." finish Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen? Wanneer bent u voor het laatst boos geweest? Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? Met wie zou u een avond uit willen? Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben? Waarover heeft u in uw leven het meeste verdriet gehad? Gaat u liever om met mannen of met vrouwen? Verandert u met het ouder worden in positieve of negatieve zin? Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? Wanneer was u voor het laatst zenuwachtig? Als u vandaag ineens alles zou durven, wat zou u dan als eerste doen? Wat zou u willen veranderen aan uw jeugd? U mag vier personen - levende of dode - uitnodigen om vanavond mee te eten. Wie kiest u? Bent u gelukkig? Wat zou u nooit weggooien? Welke rol in welke film had u willen spelen? U moet een van de twee dingen inleveren: uw auto of uw televisie. Wat kiest u? Wat vindt u opwindend? Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? Bent u een goed mens? Benijdt u mensen met een sterk geloof? Vindt u zichzelf aantrekkelijk? Heeft u wel eens een vriendschap verbroken? Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker? Zijn er dingen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden? Wanneer was u voor het laatst verliefd? Welke kus zou u willen over doen? Mogen partners geheimen voor elkaar hebben? Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan? Wat was de gelukkigste fase van uw leven? Welke prijs zou u graag winnen? Noem de belangrijkste karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren. U heeft nog dertig jaar te leven en ofwel uw lichaam ofwel uw geest veroudert vanaf nu niet. Wat kiest u? Hoeveel vrienden heeft u? Bent u trouw? Wie is uw favoriete schrijver? Wanneer was u voor het laatst dronken? Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? Welke dag zou u willen overdoen? Denkt u te weten wat uw partner in u ziet? Wat is uw favoriete moment van de dag? Wie bewondert u? Gaat u wel eens alleen uit? Wat was uw slechtste beslissing? Wat is in uw werk uw grootste frustratie? Wat was uw angstigste moment? Wat is uw favoriete seizoen? Wat is uw grootste zonde/wetsovertreding? Wat zou u graag beter kunnen? Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen? De geïnterviewde gooit telkens een dobbelsteen met twintig vlakken, om te bepalen welke vraag hij (of zij) krijgt voorgelegd. Voor de eerste vraag wordt gerekend vanaf nul. Bij de volgende negen worpen wordt er doorgeteld, waarbij na vraag 50 weer vraag 1 volgt Komt iemand op een vraag die hij al heeft beantwoord, dan moet die worp over. -

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2001 | | pagina 51