DINGEN
dicV00RBIJGAAN
i Oliebollen, oliebollen en nog eens oliebollen
Leiden Regio
STADSGEZICHT
ATERDAG 30 DECEMBER 2000 972
uit de Leidsch Dagblad. IRCIII lüYlüi\
ANN01900
Maandag 31 December
OUDEJAARSAVONDGEDACHTEN - Hora ruit! - dat
zeggen u de echo's der laatste klokslagen van het
jaar. Een weldadige, behaaglijke kalmte kan die Ou
dejaarsavond brengen in den kring onzer naaste
bloedsbetrekkingen, over ons huis, in ons hart bo
venal. Wij wenschen het elkander van harte toe, dat
het afscheid van het vervlogen jaar gegeven kan wor
den, zonder bitterheid, zonder knagende zelfbe
schuldiging; - een scheiden als van een tevreden
meester, die zijn trouwen dienstknecht de hand
drukt. Hora ruit! - herhaalt de Oudejaarsavond en -
hij herinnert ons bij voorkeur aan het leed en den
strijd van het snelle, rustelooze leven onzer dagen;
aan de zwakken, die, door meer dan menschelijke
kracht worden gesteund en gesterkt, een nieuw tijd
perk tegemoet gaan, aan de kleinen van ons ge
slacht, die dikwerf maar al te zeer de slagen van 'des
drijvers geweldige roede' gevoelen.
De heilige herinneringen aan den onvergankelijk
schoonen Kerstnacht, weinig dagen te voren met
eerbiedige blijdschap begroet en herdacht, doen de
Christenheid met vaste hand, vol rustigen moed en
nimmer beschaamd geloof de gordijnen wegschui
ven, waarachter aan de kimmen een nieuw en god
delijk licht langzaam opgaat.
ANNO 1975
Foto's in deze rubriek kunnen u-orden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing een ingevulde cheque (geen
overschrijviiigskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart uit) op te sturen naar het Leidsch
Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54,2300 AB Leiden of door contante betaling aan de balie van het Leidsch
Dagblad aan de Rooseveltstraat 82. U ontvangt de foto binnen drie weken.
FOTO HIELCO KUIPERS
LEIDEN - Een Ou
dejaarsavond zon
der oliebollen, ap
pelflappen of Ber
liner bollen is voor
veel mensen on
denkbaar. Van
daar dat het van
ochtend al erg
druk was in het
'Oud Hollandsche
Gebakhuis' van de
heer Brouwer aan
de Haarlemmer
straat, want niet
iedereen heeft zin
en tijd om achter
het fornuis te krui
pen.
FOTO ARCHIEF
LEIDSCH DAGBLAD
Dinsdag 30 december
LEIDEN - De Anna-kliniek zal nog voor het eind van
volgend jaar worden gesloten. Ervoor in de plaats
komt een geheel nieuwe orthopedische afdeling met
48 bedden op het terrein van het Leidse academisch
ziekenhuis. Deze afdeling wordt uiterlijk 4 decem
ber volgend jaar in gebruik genomen. Het personeel
van de Anna-kliniek, dat gisteren van de plannen op
de hoogte is gesteld, zal zoveel mogelijk naar de
nieuwe afdeling overgaan, al zal het er voor enkele
leidinggevende kaderleden niet gemakkelijker op
worden, zo liet een bestuurslid gisteren weten. Op
het ogenblik telt de Anna-kliniek 110 man perso
neel en 75 bedden. De nieuwe orthopedische afde
ling, die geheel en al bij de organisatie van het AZL
wordt ingepast, zal in een nieuw te bouwen complex
van 4 lagen worden ondergebracht; in de onderste
laag van dit gebouw komt de polikliniek. Het nieuwe
complex wordt aan de bestaande afdeling heelkunde
vastgebouwd, zodat gebruik kan worden gemaakt
van de operatiekamers van deze afdeling.
ALPHEN AAN DEN RIJN - 'Spel zonder Grenzen' is
nog immer een veelbekeken tv-programma. Van
avond zullen zich zo'n 30 miljoen kijkers in Europa
rond de beeldbuis scharen om te genieten van de
krachtmeting tussen Nederland, België, Italië en
Engeland. Onder leiding van de nog altijd ambitieu
ze Alphenaar Ad van Ommen (49) probeerde het
team in het Italiaanse Cortina d'Ampezzo voorde
derde keer de zege naar zich toe te halen. De ploeg
bestond o.a. uit Hamilton Richardson (coach van
het Nederlandse basketbal-team en in 1971 uitge
roepen tot de bester speler ter wereld), Joan Haan
appel (die een Italiaans fluitconcert deed verstom
men met enkele fraaie pirouettes), Keetie Hage (We
reldkampioene op de fiets), Ada Kok en Tour de
France-winnaar Jan Janssen.
e Jalf Leiden haalde oliebollen en
offertjes bij zijn familie. Gerard Brouwer,
neboren op 16 maart 1930, stamt uit een
er oud geslacht van oliebollenbakkers,
anuit 's Hertogenbosch trok zijn
,c vergrootvader de kermissen in het land
s langs met een oliebollenkraam die
J erd vervoerd op een trekschuit, en zijn
pa en zijn vader zetten die traditie voort.
J e Brouwers bestierden daarnaast in de
5([)rige eeuw ook twee winkels, in Haarlem
Bfi in Leiden, waarvan vooral Het
bllandsche Gebakhuis aan de Leidse
sl aarlemmerstraat een begrip werd.
uizenden bollen en poffertjes gingen er
issen 1939 en 1985 over de toonbank en
?le jaren achtereen stonden er op
udjaarsdag lange rijen voor het pand,
waarin nu Hennes Mauritz is gevestigd.
Gerard Brouwer werkte er ruim een kwart
eeuw naast wijlen zijn vader Cornelis, die
tot zijn 86ste bleef bakken, begon daarna
met een eigen kraam en is nog steeds
actief. Niet meer zo intensief als vroeger,
maar hij staat nog wel op lunaparken,
tentoonstellingen en in winkelcentra als
de Kopermolen, waar hij in de weken
voor de jaarwisseling steevast is te
vinden. Ook nu hij al 70 is en het stokje
feitelijk al heeft doorgegeven aan zijn
zoon: de vijfde generatie in de oliebollen,
die worden gebakken volgens een
speciaal familierecept. Dat geeft Gerard
Brouwer niet prijs; wel vertelt hij over zijn
leven 'in de oliebollen' in deze aflevering
van 'De dingen die voorbijgaan'.
avonds, want de zaak was een
begrip in Leiden. Iedereen
kwam er in de weekeinden pof
fertjes en oliebollen halen. Het
was er dan ook altijd druk. Heel
druk met 2 en 3 oktober en ra
zend druk in de tijd voor Oud
en Nieuw. Dan stonden er rijen
tot aan de Vrouwensteeg voor
de deur en moesten we een
dag, een nacht en de volgende
dag doorwerken om iedereen te
helpen.
De zaak liep als een trein.
Kwam omdat we kwaliteit le
verden voor een redelijke prijs.
Een oliebol had je voor vijf
cent, een portie poffertjes voor
30 cent en die bedragen werden
ook niet opgeschroefd tijdens
de feestdagen. Wilde mijn vader
niet. Het Hollandsche Gebak
huis was een volkszaak en re
kende dus volksprijzen en daar
van is hij nooit afgeweken.
Ook als een portie poffertjes op
de kermis 75 cent kostte, be
taalde je bij ons 45 cent omdat
hij niet wilde profiteren van zijn
vaste klanten. Niet in Leiden en
niet in Haarlem, waar we ook
een winkel hadden. Die werd
gedreven door twee broers en
een zuster, in Leiden werkten
vader, moeder en een paar kin
deren en het kermisbedrijf dat
we daarnaast hadden, werd ge
leid door een paar andere
broers. Zij gingen naar lunapar
ken met een rijdende gebak
kraam en een rijdend cafetaria.
Zo was het hele gezin in de
weer met oliebollen, poffertjes
en wafels. Van de drie meisjes
en zes jongens was er eigenlijk
maar eentje die wat anders
deed. Een broer van me, die bij
de Binnenlandse Veiligheids
dienst werkte, Maar hij is jong
gestorven. De rest was en bleef
besmet met het virus, dat mijn
overgrootvader de familie in
heeft gebracht. Hij trok met een
oliebollenkraam, die werd ver
voerd op een trekschuit, langs
de kermissen in het land en
heel veel van zijn nakomelin
gen zijn in zijn voetsporen ge
treden. Nu nog werken er aar
dig wat familieleden van me in
die handel. Broers, zwagers, ne
ven en nichten, in Leiden,
Haarlem en in Bergen op
Zoom. En ze gaan bijna alle
maal tot op hoge leeftijd door,
want als je er eenmaal inzit,
kom je er maar moeilijk uit.
Heb ik wel een keertje gepro
beerd, rond mijn twintigste.
Ben ik er anderhalf jaar tussen
uit geweest. Als kok, op de Hol-
land-Amerika lijn: op de Vo-
lendam' en de 'Diemerdijk'.
Een best leven gehad op die
schepen, maar een van mijn
broers ging trouwen en voor
zichzelf werken en ik werd te
ruggehaald naar de zaak. Ik ben
gegaan, omdat ik die ouwe
moeilijk alleen kon laten en
sindsdien ben ik altijd in het
bedrijf gebleven.
Ach, ik wist ook niet anders. Op
mijn dertiende stond ik al te
bakken, na schooltijd. Altijd
meehelpen in de zaak, maar dat
heb ik nooit als een last erva
ren. Ik kreeg op zaterdag vrij
om te voetballen bij ASC, dus ik
heb een leuke jeugd gehad.
Nooit armoe gekend, want de
zaak liep altijd goed. We heb
ben er zelfs nog even een auto
matiek in gehad, rond 1939. In
het portiek. Daar kon je alleen
's avonds een half kippetje, een
kroket en een portie frites krij
gen. Frites ook ja, we waren de
eersten die patat bakten in Lei
den. Maar daar zijn we na de
oorlog mee opgehouden. Met
die frites dan, niet met de bol
len en de poffertjes, want de
winkel heeft nog tot 1985 be
staan.
Zelfben ik in 1974 uit de zaak
gestapt. Om voor mezelf te be
ginnen. De kermissen langs
met een kraam, met het hele
assortiment. Oliebollen, poffer
tjes, amandelbollen, gember
bollen, rozijnenbollen en kren
tenbollen. Vreselijk veel zien
veranderen in al die jaren.
Vroeger had je een rups, een
autoscooter en een zweefmolen
op de kermis. Met de dikke da
me erbij, de bokstent, de steile
wand en een circusje had je het
dan wel gehad. Tegenwoordig
kun je het zo gek niet bedenken
of het staat er, en alles moet
elektronisch gaan. Elektronisch
en vooral snel. In dubbel op
zicht, want de pachtprijzen zijn
verschrikkelijk hoog geworden,
door de grote concurrentie, dus
de exploitanten moeten het
ijzer smeden als het heet is. Het
is dat ik nog een aantal vaste
plaatsen heb. waar ik elk jaar
terug mag komen, anders zou
het niet meer te doen zijn, zo
worden die pachtprijzen opge
dreven.
Dat is heel erg tegenwoordig,
maar het is wel te begrijpen.
Kermisexploitanten moeten
draaien, hè. En dat geldt ook
voor een oliebollenbakker. Als
je dat full time bent, moet je
door het jaar heen zeker 25 ker
missen doen en in de winter
doordraaien. Miljonair zul je
dan nog niet worden, maar dan
kun je er goed van komen en
rond oudjaar wat extra geld ver
dienen. Dan wil iedereen toch
een oliebol en een appelbeignet
op tafel zetten. Achtergrond
van die traditie is, dat oliebollen
symbolisch weergeven dat het
Zelf vind ik dat ik beste bollen
bak. Ik eet ze elke dag. Mijn he
le leven al. Vroeger in de winkel
van mijn vader at ik er altijd een
paar als we stonden te bakken
en dat doe ik nu nog steeds.
Een of twee oliebolletjes ne
men, zodra ik begin. Ze smaken
me best, mag ik wel zeggen.
Mensen die in een andere han
del zitten, kunnen hun eigen
producten vaak niet meer zien,
maar dat is bij mij nooit het ge
val geweest. Anders was ik er al
lang mee opgehouden. Nu kan
ik dat niet, omdat net bakken
mijn enige hobby is. Het is me
thuis met de paplepel ingego
ten en het is er niet meer uit te
krijgen. Daarom werk ik nog
steeds. Niet meer zoveel als
vroeger, toen ik zo ongeveer al
le kermissen in het land langs
ging, maar alleen op een be
perkt aantal vaste plaatsen.
Doe ik om wat te doen te heb
ben en om die plekken aan te
houden, zodat mijn zoon ze
straks kan overnemen. Want
ook hij is besmet met het virus
dat de Brouwers kennelijk in de
genen zit. Aanvankelijk dacht ik
dat hij er geen aardigheid in
had om die handel in te gaan,
want hij heeft doorgeleerd tot
zijn twintigste. Maar ineens had
het ook hem te pakken. Hij
kwam bij mij in de zaak en
heeft nu ook zijn eigen oliebol
lenwagen.
Het ging met hem dus precies
zoals het met mij is gegaan, al
had ik al eerder geen zin meer
om verder te leren. Nadat ik de
lagere school op de Boommarkt
en de zevende en achtste klas
op de Oude Vest had gedaan,
ben ik op mijn vijftiende bij
mijn vader in de winkel gaan
werken. Het Hollandsche Ge
bakhuis aan de Haarlemmer
straat. Als assistent-bakker. Pa
bakte de oliebollen, mijn broers
en ik de poffertjes en dat was
hard werken. Zes dagen in de
week, van 's ochtends tot 's
Een jonge
Gerard Brou
wer in actie:
„Het was
hard werken.
Zes dagen in
de week, van
's ochtends
tot 's
avonds,
want de zaak
was een be
grip in Lei
den."
FOTO GE
RARD
BROUWER
jaar weer rond is, zoals ik thuis
altijd heb gehoord, maar daar
kopen de mensen ze natuurlijk
niet voor.
Oliebollen moeten lekker zijn.
Een goed recept is dan ook heel
belangrijk. Bij ons is dat door
gegeven van vader op zoon en
wat dat recept precies inhoudt,
ga je van mij niet horen. Dat
beschouw ik als mijn beroeps
geheim en dat geef ik niet prijs.
Het is in principe doodeenvou
dig, maar het is maar hoe je het
beslag maakt en behandelt. Je
moet liefde hebben voor het
vak, anders kun je er maar beter
mee kappen.
Daar denk ik voorlopig nog niet
aan; ik ga door zolang het kan.
Financieel is dat niet nodig,
maar ik zou niet weten wat ik
anders moest. Oliebollen bak
ken zit het geslacht Brouwer ge
woon in het bloed."
©liebollen bakken is en blijft
Pen vak apart. Dat zie je wel aan
resultaten van de Nationale
lijliebollentest die elk jaar wordt
inhouden. Veel verkopers ko
len er daarbij niet zo best van-
ui en dat is ook niet zo verwon
derlijk, gezien de aanwas in de
anche. Voor de Tweede We-
d ldoorlog telde Nederland
loguit zestig oliebollenbak-
4rs, tegenwoordig lopen er
c eer dan tweeduizend rond.
i lensen die het vak hebben op-
sppakt, maar het lang niet alle
maal kunnen, zoals wel blijkt
jt die test. Nee, bij mij zijn de
-jeskundigen' nog niet geweest,
t zijn welkom hoor, daar niet
in, maar eigenlijk interesseert
in mening me niet. Ik heb lie
er dat mijn klanten commen
taar geven en van hen krijg ik
nooit kritiek, alleen maar lof. En
daar gaat het toch om, dat je
klanten vinden dat je goede
bollen maakt.
Goede bollen, maak je alleen
met goede spullen, verse olie en
geduld. Patentbloem gebrui
ken, de olie op tijd verversen en
de bol de tijd geven. Geen raus-
werk ervan maken, gaan bak
ken als het beslag gaat rijzen.
Niet laten staan, dat beslag,
want dan wordt het taai en dat
is natuurlijk de bedoeling niet.
Een oliebol moet niet aan je ge
hemelte blijven hangen en geen
nasmaak hebben van de olie.
Een oliebol moet luchtig zijn,
lekker weghappen en de korst
moet krokant zijn. Zo maak ik
ze en zo ihag ik ze graag eten.
Gerard
Brouwer:
„Zelf vind ik
dat ik beste
bollen bak.
Ik eet ze el
ke dag. Mijn
hele leven
al."
FOTO DICK
HOGEWONING