Een niet zo doorsnee familie ZATERDAG 23 DECEMBER 2000 -k Familie Van den Ing: Vader Gerrit (51), moeder Marian (47), Marco (23) Ronald (20) en Dennis (17). (H onald: „Ik had niet zo lang geleden nog J[ een vriendin, die ik hier op de kermis in de Veen heb ontmoet. Is uiteindelijk uit gegaan. Was best leuk hoor, maar je zit op school van acht tot kwart voor vijf. dan heb je elke avond schaatstraining, je kijkt heel even tv en gaat om tien uur naar bed. Tja... heb je dan nog tijd voor een relatie? Dennis heeft wel een vriendin, maar die heeft hij op de schaatsbaan ontmoet. Je draait toch een beetje in het zelfde kringetje rond. Schaatsen is het gewoon het allerbelangrijkste. Laatst ook, zijn we alle drie naar Inzeil ge gaan om te trainen, terwijl we eigenlijk naar school moesten. Daar deden ze gelukkig niet moeilijk over. Maar je moet wel de conse quenties aanvaarden. Marco moest laatst vóór in plaats van na de herfstvakantie een tentamen maken omdat een wedstrijd heel ongunstig viel. Dat betekende dat hij dus niet die week tijd heeft gehad om ervoor te leren. Maar goed, als je twintig uur per week traint, maandag tot en met vrijdag drie a vier uur op de ijsbaan in Den Haag bent en ook in het weekend traint, dan kies je ervoor. Het gaat gewoon altijd over schaatsen. Thuis ook. Nu valt Dennis nog wel mee. Maar Marco en ik zijn heel erg. Ik denk altijd* aan hoe ik mijn techniek kan verbeteren. Tij dens het eten, op school, tijdens tv kijken. Noem maar op. Laatst nog heb ik mijn eigen klapschaats gemaakt. We hebben 130 kilo aan gewichten in de tuin om te trainen, evenwichtsplankjes en een soort springtafel om je beenspieren op te trainen. Die hebben we zelf gemaakt. Want mams vond het niet zo'n goed idee als we dat op de salontafel doen. Ze wil wel eens roepen dat ze het zat is. Maar dan heeft ze het alleen maar over de rotzooi die het allemaal geeft. Ze is zelf ook schaatsgek. Ze geeft les aan de beginnelin gen en de kleintjes hier op de Trainingsgroep Alkemade. En mijn vader heeft ons vanaf dat we klein waren altijd begeleid. Hij is zelf nog jeugdkampioen geweest en houdt zich op dit moment bezig met jeugdschaatsen bij de club. Op zesjarige leeftijd kregen we al hout jes om. En zo rond onze twaalfde werden we standaard zondag om kwart voor vijf uit bed gesleurd om warm te lopen op straat. Ik ben nog een keer door een agent aangehouden die dacht dat ik net uit de kroeg kwam. Toen ik zei dat ik Van den Ing heette, zei die alleen maar 'ooh dan is het goed'. Want iedereen in het dorp kende de schaatsfamilie. En natuurlijk altijd schaatsen kijken op tv. Laatst nog met de nationale kampioen schappen. Trouwens, Marco was maar zo'n stukkie verwijderd van de kwalificatie. Maar het is nou ook weer niet zo dat er zo'n oran jestemming is als met voetbal van het Neder lands elftal. Je kijkt met heel andere ogen naar zo'n wedstrijd. Je concentreert je op techniek dat soort dingen. Echte idolen heb je dan niet, wel c -fc Familie Sanches: Rick (41), Ga briella (40), Sabrina (15) en Mitchell (12). abriella: „Toen ze nog klein waren, vroe- T gen mensen met de regelmaat van de klok of ze waren geadopteerd. Maar ik i altijd trots: Nee hoor ze zijn helemaal van mij." Sabrina: „Als ze op school in mijn agenda een foto zien, vragen ze wel eens: 'Is dat je moeder?' En als ik dan ja antwoord, zeggen ze verbaasd: 'Goh ik wist niet dat je een blan ke moeder had'. Op straat word ik ook altijd voor buitenlandse aangezien. Dat is niet erg, want ik voel me ook meer Surinaams, denk ik. Juist, misschien omdat mensen er altijd automatisch van uitgaan." Gabriella: „Nou, de manier waarop jullie zijn grootgebracht ligt ook meer in de Suri naamse traditie. Helemaal in het begin had ik wel zoiets van wat is er dan mis met mijn opvoeding. Maar toen ik iets met Rick kreeg, werd ik ook meteen opgenomen in de fami lie. Ik voelde me er prima in thuis en ik ben denk ik ook een beetje Surinaams gewor den." Mitchell: „Ze geeft me altijd standjes in het Surinaams." Rick: „Terwijl er volgens mij wel grote ver schillen zijn tussen de Surinaamse en de Ne derlandse opvoeding. Vroeger als er wel eens vriendjes van hun over de vloer kwamen, lie pen die zo langs je heen zonder gedag te zeg gen. Nou, ik bonjour ze zo weer weg." Sabrina: „Een vriendinnetje van mij vertel de me dat ze had gevochten met haar moe der. Met haar moeder! Nou. ik hèal het niet in mijn hoofd. Aan de andere kant vinden ze sommige dingen van ons misschien raar. Ze begrijpen niet dat ik zo goed kan opschieten met mijn tante. Terwijl die eigenlijk een nicht is van mijn vader en dus verre familie." Gabriella: „Daar gaat ze altijd in haar een tje heen. Maar als ze naar mijn zusje gaat, moet ik altijd mee." Mitchell: „Ik heb op school bijna geen Ne derlandse vriendjes. Maar da's ook niet zo gek want van de vijfhonderd leerlingen zijn dertig blank." Sabrina: „Ik denk er niet zo bij na. Ik heb Nederlandse en buitenlandse vriendinnen. Ze vragen wel altijd heel veel. Over feesten en familie, Ik heb laatst nog een Iraanse vriendinnetje meegenomen naar een Suri naams feest." Gabriella: „Mensen staan nu veel norma ler tegenover gemengde huwelijken dan vijf tien jaar geleden. De eerste keer dat we in mijn geboorteplaats in Zwitserland waren... Nou, echt waar, we hadden rijk kunnen wor den met de aandacht voor dit kind. De men sen keken standaard eerst naar kleine Sabri na, dan een beetje verbaasd naar mij en kre gen vervolgens een big smile als ze Rick in het oog kregen. Maar als ik alleen met Sabri na was, werd er toch anders gekeken. Rick, weetje nog die ene keer met dat meisje?" Rick: O ja, ook in Zwitserland. Sta ik buiten bij de supermarkt te wachten, komt er een klein blond Zwitsers meiske naast mij staan en begint me aan te staren. Pakt ze vervol gens mijn hand en houdt hem een tijd lang vast. Gewoon zomaar. Dat vond ik op zich wel schattig en ik dacht er niets van. Op een gegeven moment liep ze weg en aan het eind van de straat stopte ze even en keek naar haar hand. Was ze aan het controleren of ik had afgegegeven." Het gezin staat nog steeds onwrikbaar in de tnaatschappij. Stevig basismateriaal voorde samenleving, cement gevormd uit beproefde ingrediënten, vader, moeder, kind, huisje, boompje, beestje. En dat meestal in de traditionele verhoudingen. Alleen, immigratie, moderne opvattingen over het ouderschap of een gedeelde passie hebben samenstelling en kleur behoorlijk veranderd en van elke hoeksteen een unieke juweeltje gemaakt. En win zegt dat een gezin geen twee vaders kan hebbend Vijf portretjes van de families 'Niet-Zo- Doorsnee'. Ella Kleynenberg (36) en Kay Kleynenberg (22 maan den). (V 11a: „We zijn geen gebroken gezin. We zijn een eenheid. Oh God, Fje wordt zo gestigmatiseerd als alleenstaande moeder. 'Doe jt; het helemaal alleen? Dat zal wel heel zwaaaaar zijn.' Nou het ia helemaal niet zwaar. Bij mij thuis is het altijd rustig. Kay zit nooit in een gespannen sfeer die een relatie zo vaak met zich meebrengt. Ja, er zijn momen ten dat je moet afzien. In het begin was ik om de drie uur aan het voeden omdat hij te vroeg was geboren. Als je daaraan terugdenkt, zeg je achteraf: 'Ja dat was zwaar'. Maar in het afgelopen anderhalf' jaar heb ik maar drie keer gedacht: 'Ik heb echt iemand nodig die me komt helpen.' En nu is er hulp zat. De onderbuurman is Kay's adoptie-opa. Verderop in de straat zit ten een paar meiden die vaak langskomen en daarnaast heb ik heel veel hulp van een vriendin die voogd is geworden. Zij heeft me alles over baby's geleerd. Wist ik veel wat rompertjes of hydrofiele luiers waren. Zij moest hem de eerste keer in bad doen, om het mij een beetje te leren en ik heb toen staan janken van ontroering. Het is een beetje dat buurtnetwerk van vroeger, hè. En het lukt pri- Ik werk drie dagen in de week dus het zwaartepunt ligt nog steeds thuis. Ik breng op werkdagen Kay om kwart voor acht naar de crèche en haal hem om half zes 's avonds weer op. Zielig? Wat nou zielig. Dat zeggen vrouwen die zich achter hun kind verschuilen omdat ze niet willen werken. Het gaat niet om de kwantiteit van de aandacht, maar om de kwaliteit. Hoe vaak gebeurt het niet dat ouders moe worden van hun kinderen en ze dan maar voor de televisie planten. Nou dan kan je ze beter in de crèche hebben, want daar krijgen ze de aandacht die ze verdienen. Als ik thuis ben, zorg ik ervoor dat hij niets tekort komt. Dan ben ik er voor hem. Nee, het is niet zo dat ik heel bewust voor een kind heb gekozen. Maar ik ga zeker ook niet zeggen dat Kay een ongelukje was. Als je dat als moeder zegt, houd je je zelf voor de gek. Ik wist dat ik zwan ger zou worden, mijn ex-vriend wist dat ik zwanger zou worden en we wisten beiden ook dat ik niet bij hem zou blijven. Dat idee van man, vrouw en kind is voor mij niet vanzelfsprekend. Het zal wel ko men doordat ik zelf met alleen mijn moeder ben opgegroeid. De combinatie van vrouw met kind is voor mij de meest natuurlijke. Dat wil niet zeggen dat ik vind dat Kay geen vader nodig heeft. Maar ik heb de vader de gelegenheid gegeven om contact te houden. En daar houdt mijn verantwoordelijkheid mee op, toch? Ach mijn zwager moet hem maar leren staand te plassen. Het standaardgezin is niet zaligmakend. Kijk naar mensen die zeg gen dat ze bij elkaar blijven voor de kinderen omdat dat het beste is. Een fabeltje. Het enige dat ze doen, is aan hun kinderen laten zien hoe je met zijn tweeën ongelukkig moet worden. Wat ik doe is aan Kay laten zien, hoe een mens in zijn eentje gelukkig en zelfstandig kan zijn. Dat gaat tot nu toe prima. Hè Kay?" ■fc Familie Klok: Vader Jan (41), moe der Anneke (38), Johanneke (15), Di- nanda (8), Nathanael (2), Rebecca (3) Jaap-Jan (17), Mirjam (7), Jan (8 maanden), Esther (5), Frans (12) en Gerrit (18). (T rans: „Wat hadden we vandaag ook al- weer? O ja, zuurkool. Iedereen houdt van J zuurkool. Maar meestal hebben we twee soorten groentes op tafel." Gerrit: „Ik lust geen bloemkool." Frans: „Ik houd niet van witlof. En dan komt er een pot witte bonen op tafel. Mijn moeder kookt altijd. En we helpen om beur ten met stofzuigen en de boel afnemen. Maar echt vaste taken.... Mijn moeder doet gewoon alles. O, ik heb wel meegeholpen met zand scheppen in de kelder. Mijn vader heeft hier beneden helemaal zelf met een collega twee kamers gemaakt en een douche. En mijn twee oudste broers en ik hebben meegeholpen. Toen Nathanael en Jan erbij kwamen was er geen plaats meer op zolder. Toen hadden we één hele grote ruimte waar we met zijn drieën sliepen. Nu hebben we vier verdiepingen met zeven slaapkamers. Of het vaak druk is in huis. Ik weet het niet. Ik heb er niet zo'n last van. Ik doe toch vaak dingen buitenshuis. Zaterdag ga ik met mijn neefje voetballen. En ik zat op tafeltennis maar dan ben ik af omdat ik in de auto naar wedstrijden altijd moest overgeven. En de meesten van ons zingen in het koor." Jaap-Jan: „Noem ons maar de Klokkie fa mily." Frans: .Alleen rond etenstijd zijn we met zijn allen thuis. Dus met de herrie valt het wel mee. Mensen denken altijd dat je in een groot gezin altijd ruzie hebt met elkaar." Johanneke: „Nou, ik vlucht wel eens naar de wc of naar mijn kamer als de herrie me teveel wordt. Maar echt ruzie?" Gerrit: „Nou Frans, jij hebt wel eens ruzie met de kleintjes." Frans: „Heel soms. Ik vind een groot gezin wel leuk." Gerrit: „In juni komt er nog één bij." Frans: „Het maakt mij niet of het een broertje of zusje wordt. Of... nou, ik weet niet ...misschien, nou gewoon. Als... het maar ge zond wordt." Gerrit: „Da's niet waar hoor. Hij heeft al gezegd dat hij een broertje wil. Frans zit in het midden en heeft geen broers die direct na of voor hem komen. Het leeftijdsverschil met de eerstvolgende jongen is wat groter dan bij de rest. Bij Nathanael zei hij al: Dat wordt mijn broertje om mee te spelen." Frans: „Ik speel toch meestal met mijn neefje. En 's avonds thuis spelen we spelle tjes Monopoly of kijken tv. Jaap-Jan: „O, we hebben Lingo gemist.' 7k Familie Rijkenberg/Sweers: Hein Rijkenberg (37), Peter Sweers (38), Floris Rijkenberg (6) en Lennart Sweers (3). flfein: „Het is een soort tweede coming J1 out. Eerst als homo, dat is al wat voor je omgeving, en dan word je ook nog eens vader." Peter: „Een collega van me zei: 'Jullie heb ben het te ideaal. Met twee vaders en twee moeders die om de beurt de verantwoorde lijkheid dragen, ben je om de week kinder loos. Kan je tot zes uur in de kroeg hangen'. En volgens een ander kon je wel merken dat er geen vrouw in het spel is. Grote onzin na tuurlijk, want we voeden de kinderen met "zijn vieren op." Hein: „Wat misschien traditioneel is maar - wel ontzettend handig. De moeders van de jongens. Yvonne en Jet, die twee etages on der ons wonen, leerden we jaren geleden via gemeenschappelijke vrienden kennen. En het bleek dat we alle vier kinderen wilden. Het klikte heel erg, dus... En nu is het net een sprookje: een huis, kinderen, intimiteit, alles met elkaar delen." Peter: „De opvoeding doen we niet anders als een 'gewoon' gezin. Dat leverde wel eens vreemde gezichten op. Want 'een meneer verschoont niet elke dag zijn negen maan den oude zoon op het damestoilet van de camping." Hein: „Alles is in een contract opgenomen, de opvoeding, de erkenning. Ze hebben let terlijk twee mama's en twee papa's. Lennart zegt dat ook gerust tegen wildvreemden in de trein. Voor hem is het niets bijzonders." Peter: „Floris is zich meer bewust van de bijzondere situatie. Maar hij heeft het er niet vaak over. Hij is meer bezig met de seksuali teit. Een zesjarige vriendje van hem zei laatst zo maar tegen ons: 'Jullie zijn homo'. Dan word je weer even geconfronteerd met de realiteit." Hein: „Ja, natuurlijk zijn we een bijzondei gezin. Maar daar ben je niet de hele tijd mee bezig. Dat jochie kon het kennelijk opeens benoemen. Bij zulke dingen merk je dat kin deren steeds in andere fases komen. Ook die van jezelf. Wat dat betreft zien we de toe komst met spanning tegemoet want je weet niet wat je te wachten staat. Je kan je natuur lijk een beetje spiegelen aan gezinnen van gescheiden ouders, waar de kinderen ook opeens een extra vader en moeder krijgen. Maar dit is toch anders. En als je dat al niet wist dan blijkt het wel uit de reacties als mensen het voor het eerst horen. Sommige schromen niet om vreselijk directe vragen te stellen. Bijvoorbeeld: Zijn jullie dan met de vrouwen naar bed geweest?" Peter; „Of ze reageren heel overdreven. 'Ooh wat leuk, ooh wat goed.' Too much ge woon omdat ze zich met de situatie geen raad weten, terwijl we gewoon kinderen op voeden. O ja, er waren genoeg critici. Fami lie, vrienden, ook in de homowereld. Wat doe je je kinderen aan? Wat betekent het wel niet voor de kinderen? Eén van de moeders van ons heeft er nog problemen mee. Homo mannen hadden het vaak over de vrijheid die je dan opgeeft. Je verdedigt je zo goed je kan. Maar dat is moelijk hoor, vooral in het begin. Omdat je over iets praat dat er nog niet is. En de toekomst moet maar uitwijzen of alles goed gaat. De meesten zijn inmiddels bijgedraaid. Maar je merkt dat je altijd een verhaal blijft dat verteld moet worden."

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 55