Wild
van
wild
De eeuwige strijd
tussen jagers en
dierenbeschermers
Meer dan ooit dreigt de
Nederlander rond kerst wild
van wild te raken. Sinds de
BSE in een enkele koe is
aangetroffen, ligt-de
kerstrollade niet meer
vanzelfsprekend op het
bord. Het varkenshaasje
heeft al evenzeer aan
populariteit ingeboet, omdat
varkenspest menige vleeseter
de stuipen op het lijf heeft
gejaagd. Bij menigeen loopt
thans bij het uitspreken van
de woorden reerug of
wildzwijnkotelet het water
uit de mond. De jagers, tot
voor kort door velen voor
dierenbeulen uitgemaakt,
schijnen zich te mogen
verheugen in een zekere
herwaardering, want
iemand moet de dieren
schieten. Een tegenstem van
Faunabescherming: „Wild is
meestal geen wild, maar in
farms vetgemeste beesten.
Voor dierenbeschermers
zal het een moeilijk te ver
teren feit zijn, maar 2000
gaat, zoals het er nu uitziet, de culi
naire geschiedenis in als het jaar
waarin op tien miljoen kilo wild is ge
kauwd. Een absoluut record, dat naar
verwachting rond kerst definitief
wordt gevestigd. De 21ste eeuw had
voor de leden van Nederlandse Poe
liers en Wildhandelaren niet beter
kunnen beginnen. Ten teken dat het
Nederland economisch naar den vle
ze gaat, is menigeen geneigd een
exquis hapje te bestellen.
De Haarlemse poelier Van Eekelen,
sinds 1982 eigenaar van 't Haasje,
moet nog zien of in Nederland de jui
chende cijfers zich de komende week
vertalen in bestellingen. „In Frankrijk
waar laatst weer een paar gevallen
van gekkekoeienziekte is vastgesteld,
keren mensen zich blijkbaar wel af
van rund- en varkensvlees. Een van
mijn vaste leveranciers probeerde on
langs vier ton kalkoemiees op te ha
len, hij kreeg maar de helft mee."
Vlucht
Vreten op aarde en althans aan deze
kant van de globe in de mensen een
welbehagen. „Het is een vlucht", stelt
Rita Stockmann, bestuurslid van Fau
nabescherming. „De vleeseters onder
ons springen van het een naar het an
der. Eerst raakte de kip aangetast
door de salmonella, vervolgens het
karbonaadje door de varkenspest. En
nu steeds meer runderen behept zijn
met BSE, wordt men wild van wild."
De toenemende liefde voor gebra
den wild en gevogelte schijnt gepaard
te gaan met een langzaam groeiende
acceptatie voor de jacht. Bij de eens
vrijwel collectief uitgekotste Konink
lijke Nederlandse Jagers Vereniging
weet woordvoerder Zweitse Lulof te
vertellen dat in dit land op jaarbasis
1,75 miljoen dieren worden gescho
ten voor de consumptie. „De laatste
zes jaar zijn we met z'n allen het dub
bele gaan verorberen. Want, zo wordt
gezegd, eco is goed en lekker gezond.
Wellicht dat het een te maken heeft
met het ander, maar ik heb de indruk
dat de impopulariteit van jagers af
neemt."
Restauranthouder Walenkamp,
sinds 35 jaar eigenaar van Allemans-
geest in Voorschoten, is vooralsnog
niet bereid het jagerslatijn kritiekloos
te slikken. Jazeker, heeft hij thans zes
wildgerechten op het menu staan en
slechts twee rundvleesschotels. Maar
dat moet - wat hem betreft - niet wor
den opgevat als een signaal dat de
smaak van zijn publiek is veranderd
als gevolg van de gekke koeienziekte
BSE en de varkenspest. „Wildgerech
ten zijn seizoengebonden. Die staan
traditioneel tussen oktober en de
cember op hét menu. Maar ik heb
nog niets gemerkt van een tanende
behoefte aan een mals biefstukje."
Op het menu van Het Roode Hert in
Velsen-Zuid staat traditioneel wild.
Bij eigenaar Jeroen van den Bogaarde
zijn jagers of stropers alleen welkom
als gast, en niet als leverancier. „Mis
schien dat ik nu twee gulden per kilo
meer kwijt ben, maar jagers en stro
pers kunnen nooit instaan voor de
gegarandeerde kwaliteit die ik nu in
huis heb. Wild moet bij mij voorzien
zijn van het hygiëne-keurmerk en ge
koeld worden aangeleverd."
Van den Bogaarde rekent voor dat
de prijzen van de wildspijzen vergele
ken met vorig jaar tien tot vijftien
procent zijn gestegen. „Mijn klanten
laten zich er niet door weerhouden.
Beide kerstdagen zit ik vol en de vraag
naar wild is groot. Maar ik denk niet
dat de smaak van de consument aan
het veranderen is. Neem maar van
mij aan dat 'gewoon' vlees en vis
nooit van de menukaart zullen ver
dwijnen."
Scharrelvlees
Wanneer wild wordt aangeprezen als
scharrelvlees, is er sprake van volks-
verlakkende reclame. Die opvatting
leeft althans bij Faunabescherming,
voorheen Kritisch Faunabeheer. Bij
deze organisatie zijn de bestuursle
den Rita Stockmann en Niko Koffe-
man zo vrij te stellen dat de gemid
delde Nederlandse restaurantganger
nauwelijks of geen wild op het bord
krijgt geserveerd. Stockmann: „Negen
van de tien keer is er niets wilds aan
een wild zwijnkotelet."
Koffeman: „Heel kwalijk dat niet-
gedomesticeerde beesten in farms
eerst worden vetgemest en vervol
gens afgeschoten voor een avondje
uit eten. Polen, Argentinië, China, van
overal komt het wild tot ons. Noem
het de nieuwe bioindustrie."
Het is een verhaal dat Zweitse Lu-
lof, sinds acht jaar voorlichter van de
Koninklijke Nederlandse Jagers Ver
eniging, bekend voorkomt. Hij be
weert dat Faunabescherming elk jaar
zo tegen kerst een offensief tegen de
handel in wild inzet onder het motto
'van vogelvrij naar kogelvrij'. „Wij ja
gers zijn al drie jaar uitgepraat met
die club. Een discussie, gedragen
door argumenten, is niet mogelijk."
IJmuidenaar Cor van Duivenvoor
de loopt al sinds 1963 als jager in het
veld van de wildbeheerseenheid Am
sterdam. Zijn lezing: in zijn jagersbio
toop dat de Houtrakpolder, Osdorp
en Geuzenveld omvat, is er sprake
van een wildstand die klinkt als een
klok. En ook elders in den lande is dat
volgens hem het geval. „Halverwege
de jaren veertig gold een jager als een
koningsschutter wanneer hij een vos
raakte. Nu moet een jager bijna zijn
best doen om vossen te missen. Op
een gebied van twintig hectare lopen
er zeven tot tien rond. In Wijk aan
Zee komen ze gewoon de achtertui
nen in. Die lui van Faunabescher
ming zouden er goed aan doen zich
wat meer bezorgd te maken over bra
men. Als je die eet ben je pas echt
zuur, omdat ze besmet zijn met de
bacillen van de vossen."
Van Duijvenvoorde zegt als jager
gewend te zijn in de verdediging te
gaan, maar behoudens een enkeling
die de regels aan z'n laars lapt, zijn
verreweg de meeste jagers absoluut
geen dierenbeulen. „Ik bedoel: wij
doden niet om het doden, jagers se
lecteren. Stel dat we besluiten op alles
te schieten dat in ons jachtgebied be
weegt, dan valt er na verloop van tijd
geen dier meer te beschermen."
Emoties
Lulof van de Koninklijke Nederlandse
Jagers Vereniging vindt dat zijn oppo
nenten zich louter laten leiden door
emoties als ze afgeven op de drijf
jachten op kroondomein Het Loo.
Namens een kleine 30.000 jagers, van
wie rond 23.000 zijn aangesloten bij
de vereniging, bezweert hij dat ge
slachtsdrift en vruchtbaarheid van de
wilde zwijnen werkelijk 'bij de konij
nen af is. „Een worp van veertien
jongen is niks. Op de Veluwe is plaats
voor zevenhonderd wilde zwijnen.
Als alles op z'n beloop wordt gelaten,
vechten ze elkaar binnen de kortste
keren het terrein af. Eigenlijk is het
ontzettend hypocriet dieren te red
den door ze niet af te schieten, maar
te laten verhongeren."
Zonder de illusie te hebben dat
meteen en masse 'weg met het ko
nijn, leve de jager' wordt aangeheven,
gaat Lulof over tot een charme-offen
sieve. „Jagers hebben bijvoorbeeld
zevenhonderd kilometer houtwallen
aangelegd, om de dieren te bescher
men."
Bij Faunabescherming nemen Kof
feman en de zijnen smalend kennis
van die mededeling. Er wordt gerefe
reerd aan een onderzoek van de
Landbouwuniversiteit in Wagenin-
gen, waaruit naar voren kwam dat ja
gers per jaar gemiddeld zestien gul
den uitgeven aan verbetering van htm
jachtdomein. „Van dat bedrag", zo
wordt bij Faunabescherming geroe
pen, „kun je nog geen kerstboom met
kluit kopen. Jagers grijpen de toene
mende populariteit van wild eten aan
als alibi om beesten naar de eeuwige
jachtvelden te schieten. Voor eigen
consumptie, maar ook voor de han
del."
Kiemgetal
Nu vier jaar geleden namen ambtena
ren van de voorheen Keuringsdienst
van Waren geheten Inspectie Ge
zondheidsbescherming voor het
laatst wildmonsters (in totaal 132) bij
de horeca en wildhandelaren. De uit
komst: 44,7 procent van het onder
zochte vlees bleek microbiologisch
een veel te hoog kiemgetal te bevat
ten. Faunabescherming mag graag
verwijzen naar het onderzoeksrap
port, uitgebracht in mei 1997. Daarin
worden de hoge kiemtellingen in ver
band gebracht met te lange bewaar-
tijd van rauwe producten in de koe
ling, terwijl op den duur onder de va-
cuümverpakking ook nog eens lacto-
bacillen kunnen gaan samenscholen.
Het Voedsel en Veterinair Bureau
van de Europese Commissie fileerde
volgens Faunabescherming in maart
de keuring van aangeschoten wild tot
op het bot. Blijkens het rapport deug
de er weinig van de follow-up op het
toezicht op de aanwezigheid van
ziektekiemen. Namens de Inspectie
Gezondheidsbescherming stelt
woordvoerder B. Hendriks dat inter
ne omstandigheden als een verhui
zing en een daarmee samenhangende
reorganisatie enigszins remmend
werkte. „Maar nog steeds wordt bij
restaurants onaangekondigd gecon
troleerd op de aanwezigheid van een
voedselveiligheidsplan. aan de hand
waarvan betrekkelijk eenvoudig kan
worden nagegaan wie het wild heeft
geleverd en hoe restaurateurs ermee
omspringen. Onze controleurs heb
ben de instructie om vriezers in keu
kens eventueel open te trekken. Als
daar wild zit dat niet in het voedsel
veiligheidsplan staat beschreven,
worden er monsters genomen. Tot
dusver valt het mee met de geconsta
teerde aftvijkingen."
Controleurs
Anoniem wil een ambtenaar van de
Rijksdienst voor Keuring van Vis en
Vlees best kwijt dat de voedselveilig
heid als gevolg van allerhande maat
regelen in reactie op overtredingen
en excessen nooit zo groot is geweest.
De grotere, door de EU erkende wild-
leveranciers krijgen vanuit Brussel
periodiek controleurs op hun dak, die
toezien op de naleving van de in 1992
uitgevaardigde Europese richtlijnen
ten aanzien van de behandeling van
wild en gevogelte. „Maar het is een
utopie om te denken dat vleeskeurin
gen voor de volle honderd procent
waterdicht zijn te krijgen."
Nóg hebben jagers het recht aange
schoten wild rechtstreeks te leveren
aan poelier en restaurateur. Maar als
gevolg van beperkende wettelijke
maatregelen halen de hobbyende
schutters almaar minder handel op
uit hun schootsveld. Hazen, fazanten,
wilde eenden, konijnen en houtdui
ven mogen van staatsecretaris Faber
(Natuurbeheer) nog wel worden be
jaagd, voor andere diersoorten dient
ontheffing te worden aangevraagd bij
de provincie. Faber heeft bovendien
niet het alarm afgewacht dat micro
bioloog Van der Giessen woensdag in
Utrecht slaakte tijdens een symposi
um voor veterinaire epidemologen,
waar zij verslag uitbracht van een vol
gens haar behoorlijke toename onder
het wilde zwijnenbestand van de Tri-
chinella spiralis, een op de mens
overdraagbare parasiet. Bij de Raad
van State ligt ter advisering een voor
stel tot aanpassing van de Jachtwet,
met het oogmerk dat jagers in de toe
komst bij verkoop van wilde zwijnen-
kadavers zullen moeten aantonen dat
die trichinellavrij zijn.
Naar wild dat door jagers aan de
achterdeuren van poeliers en restau
rants wordt geleverd, is volgens Fau
nabescherming tot dusver nauwelijks
omgekeken. De leden van de Konink
lijke Nederlandse Jacht Vereniging
hebben officieel de plicht de organen
genummerd en wel bij de kadavers in
de vriezer te houden, maar daarmee
schijnt volgens de natuurbescher
mers behoorlijk de hand te worden
gelicht. Volgens Koffeman zitten de
raven op het kroondomein gewoon te
wachten op het eerste schot dat
wordt opgevat als het sein voor etens
tijd. „Jagers laten de organen name
lijk meestal gewoon op het veld ach
ter."
Op zijn beurt weet Lulof te vertel
len dat jagers de reeds in het veld uit
gesneden organen wel degelijk in de
vriezer bij de kadavers houden. ,,On-'
ze natuurvrienden doen het nu net
voorkomen alsof wij ons alleen maar
laten leiden door de inhoud van het
boekje Eetbaar, waarin aan de hand
van een paar afbeeldingen wordt ge
wezen op eventuele ziekten. Zelf kij
ken we natuurlijk ook of er wormen
kronkelen."
Moe
Poelier Van Eekelen van 't Haasje zegt
wel eens moe te worden van het 'ge
zeik' van Faunabescherming. Elk jaar
rond kerst wordt volgens hem het
zelfde liedje aangeheven. „Niet alle
dieren kun je ongelimiteerd bescher
men. Het meeste wild betrek ik van
de groothandel, al komen de hazen,
fazanten en eenden wel direct van
een paar vaste jagers. En reken maar
dat ik daar zorgvuldig mee om ga.
Zelf mag ik ook graag een stukje ge
braad eten. Ik laat alles eerst bester
ven in de koeling, daarna wordt alles
schoongemaakt en vacuüm verpakt."
Stockmann en Koffeman proberen
zo veel mogelijk zieltjes te winnen
voor de gedachte, dat kerst het feest
van bezinning is. Hun suggestie: pro
beer het dit jaar eens zonder vlees. Ze
bezweren dat menigeen zich vorig
jaar in kasteel Doorwerth het 'Natio
nale eet geen wild-menu' goed liet
smaken.
Maar aan de jagers Lulof en Van
Duijvenvoorde is pompoensoep niet
besteed. Ze eten liever van wat de
jacht hun heeft opgeleverd. „Als er
werkelijk zoveel risico verbonden is
aan het eten van wild, had het pro
bleem voor Faunabescherming al
lang opgelost moeten zijn. Anders ge
zegd: dan zou er in dit land geen jager
meer rondstappen."
De buit bij
de opening
van het
jachtseizoen:
eenden,
konijnen
en fazanten.
GERARD VAN PUTTEN
ZATERDAG 16 DECEMBER 2000
■0 TIU/B 33