Cultuur Kunst I Industrieterreinen bij nacht KUNST Bonnefantenmuseum bij wijze van proef gratis Niets wast witter dan kunst' jrstconcert in koude kerk ZAKEN Klankvol en oprecht DAG 16 DECEMBER 2000 ouw op de voorgevel mmOp de gevel van het hoofdkantoor van Unilever in trdam prijkt een immense reproductie van 'Vrouwenpor- een schilderij van de kunstenaar Jan Sluijters. Het moet de lacht vestigen op het project Going Dutch dat wordt gehou- in het kader Rotterdam - Culturele Hoofdstad van Europa .In totaal zullen twintig bedrijven in de Maasstad kunst en op hun gevel tentoonstellen. foto anp (hrijving GP Zuid-Holland geopend De inschrijving voor de Grote Prijs van Zuid-Holland H) 2001 is geopend. De GPZH is op het gebied van de pop- lek de grootste talentenjacht van de provincie en is ver- jin vier categorieën: Bands, Dance, Singer/Songwriter en R HipHop. Voor Bands zijn er twee halve finales, in Leiden en Haag. De finale is in Rotterdam. De winnaars doen mee deGP van Nederland. Inschrijven kan tot 28 februari bij de unie in Rotterdam of via internet: wwvv.popunie.nl. MUZIEK RECENSIE SUSANNE LAMMERS cert Monteverdi's Kerstvespers sficat door het Leids Kamerkoor Beckers M.m.v Blazersensem- e Forte. Smje Kiel. Siem Kroon ehoord 15/12, Hartebrugkerk at het Leids Kamerkoor lonteverdi begint, zingt eisi kerstliederen. De Ne- dse zijn het mooist. Zelf- ;rd, weloverwogen en in grote rust klinkt 'Nu lellekome'. De muziek de kans op te stijgen en waaieren. Ook het simpe- ■leit dit Kindeken', waar- i Beckers zijn koor laat met dynamiek, en 'Het en maged uitverkoren', de sopranen de hoofd- ervullen en de andere roepen het weefsel aan- overtuigen. Een goede ig-up bovendien, want lelikerk is en blijft deze I ijskoud. Het publiek kan i jassen en dassen wikke- de uitvoerenden moeten nhun eigen vuur hebben. uiteindelijk toch te fi over. irhet koor is in Montever- ïerstvespers niet zoveel De grootste rol vervul- solisten en het orkestje. Het Bonnefantenmuseum in Maas tricht is vanaf 8 maart 2001 gratis toe gankelijk. Alleen voor de grote tijdelijke exposities moet nog entree worden be taald. Tweederde van het gebouw, waaronder de toren, kan vanaf dan het hele jaar door gratis worden bezocht. De proef duurt voorlopig tot 2002. Achterliggende gedachte is dat de kunst in het museum reeds door de be lastingbetaler is gefinancierd. „Waarom zou je dan nog eens moeten betalen", zegt directeur Van Grevenstein. „Ik begrijp overigens niet waarom er eigenlijk nooit een volksopstand is ge weest tegen die entreegelden," stelt de directeur, die denkt dat andere muse umdirecteuren hem zijn stap niet in dank zullen afnemen. Volgens Van Gre venstein is het Bonnefanten het eerste kunstmuseum op het Europese vaste land dat op deze manier werkt. „In En geland en de VS is het heel normaal." Hoewel Van Grevenstein meer men sen wil trekken met zijn nieuwe werk wijze, ontkent hij dat er momenteel te weinig bezoekers komen. „Er is steeds gezegd dat we de 100.000 bezoekers niet halen. Nou, dit jaar komen we uit op zo'n 110.000." In de nieuwe opzet hoopt de direc teur nog 80.000 mensen in het niet-gra- tis gedeelte van zijn museum te krijgen. Die betalen dan 5 euro (ongeveer 11 gulden), voor een kaartje. De bezoeker weet in dit systeem precies waarvoor hij betaalt, klinkt de redenering van het museum. Het Bonnefantenmuseum - dat in de nieuwe stijl gewoon 'Bonne fanten' gaat heten - moet straks geld gaan verdienen met bijvoorbeeld het grand café en de museumwinkel. „Nu laten mensen zich afschrikken door de entree van twaalf gulden vijftig. Voor dat geld drinken ze liever een kopje kof fie op het Vrijthof. Ik zie die mensen graag toch binnenkomen en vervolgens na het museumbezoek hier een kopje koffiedrinken." Maurice Braspenning exposeert in CBK En die zingen en spelen niet al tijd even vervoerend. Zoveel rust en ruimte als Beckers de kerstliederen geeft, zo gehaast en jachtig pakt hij de vespers aan. Het tempo leidt tot veel fouten en ondoorzichtigheid in het orkest. Bovendien is zijn keuze van solisten niet altijd ge lukkig. Bas Siem Kroon heeft een prachtig volle en warme klank en de sopranen Sinje Kiel en Pauline van der Meer tillen de vespers naar een zilveren hoogte. Gedrieën komen ze in het Laudate Pueri tot een fijn zinnige vertolking. Sinje Kiel zingt bovendien het Confitebor Tibi stralend en vervoerend. Guido Groenlands altus echter, is tamelijk kleurloos en heeft weinig bodys Maar hij richt ten minste geen kwaad aan, zoals tenor Cevé Thomas, die mek kert als een vastgebonden geit. Zijn bijdragen verscheuren de omgebouwde sfeer en de con centratie, en het koor stort er hoorbaar van in: het gaat steeds voorzichtiger zingen. De span ning wijkt, de teksten worden allengs onverstaanbaarder en in het Magnificat is eerder spra ke van een troosteloze neer slachtigheid dan van verheerlij king. En dat is een zonde tegen Monteverdi's prachtige muziek. ,,Ik heb geen helden. Al leen Tom Waits mis schien." Het nummer 'What's he building in the re?' van de Amerikaanse zanger Waits is een onuit puttelijke bron van inspi ratie voor de Leidse schil der Maurice Braspenning (1968). Veel van de schil derijen op zijn vandaag ge opende expositie in het CBK ademen dezelfde sfeer als het muziekstuk, waarin een paranoïde man de duistere werkzaamhe den van zijn buurman wil onderzoeken. Het eindigt met de zinsnede 'we have a right to know'. LEIDEN COEN POLACK En zo sta je als kijker ook tegen over het werk van Braspenning: er is iets gebeurd, je bent te laat om te zien wat het was, maar je wilt het wel weten. „Veel doe ken geven de suggestie dat er iets vreselijks is gebeurd", zegt Braspenning. „Ik heb wel iets met moorden. Dat komt mis schien doordat ik te veel ver keerde films kijk." Braspenning heeft verschil lende onderwerpen die hem bezighouden. Allereerst is er de serie schilderijen met auto's, waarvan er al twee te zien wa ren op de expositie 'Collectie Leiden', ook in het CBK. Het publiek daar koos Braspenning schilderij 'Acid Light' zelfs tot favoriet. Typisch is ook dat Braspenning na een reeks schil derijen rond eenzelfde onder werp zoekt naar iets totaal an ders. Na auto's wil hij een boot proberen en na veel werken met kunstlicht erin, maakt hij een schilderij met het licht van de maan. Op dit moment is Braspen ning bezig met een reeks schil derijen van gebouwen. „Als ik met de trein van Leiden, waar ik woon, naar mijn atelier in Amsterdam ga, zie ik veel din gen die mij inspireren. Zo'n kantorenwijk 's avonds bijvoor beeld, waar dan bovenin een gebouw nog één lichtje brandt. Dat vind ik mooi. Ik was laatst mmm i iöilii Maurice Braspenning in het CBK: „„Als je de mensen een beetje uitlegt wat je doet, merk ik dat ze het veel minder eng vinden om zomaar het atelier van een 'echte kunstenaar' binnen te stappen." foto henk bouwman ook op de Maasvlakte in Rotter dam om daar de sfeer eens te proeven. Ik hou erg van indu strieterreinen bij nacht. Ie ziet er geen mens, er zijn alleen maar van die computerauto- tjes die daar rondrijden. Zoiets wil ik vastleggen." De reis naar Amsterdam mag dan wel inspireren, Braspen ning is geen forens omdat hij zo graag in Leiden blijft. „Ik ben op zoek naar een huisje in Am sterdam, maar het is daar moei lijk om een woonruimte te vin den en vaak nog duur ook. Er gebeuren in Leiden veel goeie dingen, kijk bijvoorbeeld naar Haagweg 4, waar ik ook een atelier had. Het is uniek dat zo iets in een stad als Leiden wordt gedaan. Toch wil ik naar Amsterdam, want daar gebeurt veel meer en daar is het makke lijker om aan goede contacten te komen." Braspenning studeerde aan de Rietveld-Academie en is een jaar geleden aangenomen op de Rijksacademie voor de Beel dende Kunst in Amsterdam. Hij mag er nu nog een jaar blijven, maar het liefst zou hij er nooit meer weggaan. „Op de Rijks academie is er een constante stroom van ideeën. De zestig kunstenaars die er werken, be ïnvloeden elkaar, ook met ver schillende kunstvormen." Braspenning merkt dat schil deren als ouderwets wordt ge zien door veel collega-kunste naars, die de multimedia heb ben omarmd. „Veel computer en videokunstenaars vragen me wel eens waarom ik nog schil der. Ze vinden het niet alleen ouderwets, maar ook te be perkt. Ik denk dat schilderkunst altijd wel zal blijven. Er zijn al tijd wel weer nieuwe ingangen, die het voor jezelf interessant maken. Ik probeer de laatste tijd met steeds minder details de sfeer van een schilderij opti maler weer te geven. Ik denk ook dat het juist goed is om enige beperking te hebben, want ik zie vaak videokunste naars helemaal uit hun dak gaan als ze vertellen welke mo gelijkheden ze allemaal heb ben. Maar ze hebben dan nog geen idee wat ze er precies mee gaan maken." Begin deze maand waren er zogenaamde 'open-atelier-da- gen op de Rijksacademie. Bras penning heeft toen alles ver kocht wat hij in huis had. „Als je de mensen een beetje uitlegt wat je doet, merk ik dat ze het veel minder eng vinden om zo maar het atelier van een 'echte kunstenaar' binnen te stappen. Ze hebben die angst misschien doordat ze met verschrikkelijk hoge verwachting zijn opgeza deld door de promotiemensen van de Rijks. Die willen in hun advertenties nogal eens roepen dat wij de top van de Neder landse kunst op dit moment zijn." „Ik heb geen problemen met publiek en kritiek", zegt Bras penning. „Ik zie bij mijn colle ga's op de Rijks dat ze liever al leen aan het werk zijn in hun atelier. Zelfs op de open dagen vinden ze het hinderlijk om met publiek te worden geconfron teerd. Wel een beetje vreemd, want wanneer krijg je anders de kans om in een paar dagen je werk aan 6000 mensen te laten zien?! Zo n kans krijg je maar één keer." Expositie Maurice Braspen ning. CBK, Hooglandse Kerk- gracht 19/21, Leiden. Tot 29 januari. Openingstijden: wo t/m za 12.00-17.00 uur, zo 12.00-16.00 uur. Demonische sfeer in beklemmende productie THEATER RECENSIE WUNAND ZEILSTRA 'Dodendans' van August Strindberg door Het Gevolg Spel Frieda Pittoors, Dnes Smits en Jakob Beks Gezien 15/12, schouwburg Leiden Met een messcherpe pen toont Strindberg in zijn be faamde 'Dodendans' een echtpaar dat 25 jaar huwe lijksellende overziet. Edgar en Alice gaan elkaar voort durend verbaal te lijf. Deze woordenstrijd is inmiddels een gewoonte geworden tot dat neef Kurt ten tonele ver schijnt. Het is een befaamde theatertruc: door de komst van een derde personage krijgt de relatie van de beide anderen een nieuwe impuls. Edgar en Alice zoeken name lijk ieder voor zich steun bij neef Kurt. De aloude haat tussen de beide echtelieden laait daardoor weer op. Neef Kurt is slechts de katalysator van dat proces. Even is er hoop op verandering; de neef verdwijnt en het alle daagse ruziën begint weer van voor af aan. Het Gevolg kiest voor een re gieconcept waarbij de on derlinge strijd in een bijna demonische sfeer verloopt. Aan weerszijden van het po dium staan twee kooiachtige constructies die kennelijk de twee afzonderlijke werelden van Edgar en Alice symboli seren. De echtelieden zitten ver van elkaar af, met hun gezicht naar de zaal als ze hun tirades afsteken. Het spel is als het ware kaal, met een sterk accent op het ver bale aspect van de strijd. Frieda Pittoors en Dries Smits jongleren met hun gif tige woorden. Het radicale element in hun strijd is on ontkoombaar. Uit dat spel komt wanhoop naar voren, want slechts deze kille vorm van communicatie lijkt nog haalbaar. Neef Kurt in de rolopvatting van Jakob Beks is absoluut niet tegen deze verstikkende situatie opge wassen. Beks maakt van meet af aan duidelijk dat zijn personage zich zo snel mo gelijk uit de voeten zal ma ken. Met regelmaat zijn er mo menten van meer lijfelijk ac teren. Neef Kurt bijvoorbeeld wordt bij binnenkomst bij kans doodgeknepen. En vooral Dries Smits als Edgar ondersteunt zijn verbale ge weld met herkenbare li chaamstaal die de machte loosheid van zijn praten moet onderstrepen. De regie bouwt de crisis consistent op, laat het conflict bijna es caleren en demonstreert ge nadeloos de anticlimax van de onveranderlijkheid. Dat alles maakt deze productie beklemmend. tgaat goed met de economie. Naast mobiele telefoons, dure auto's en allerlei idere luxe producten kopen de welvarende mensen meer kunst. In een serie artikelen geven we een indruk van het wereldtje van galeries, exposities, ithandelaren en collectioneurs in Leiden en de regio. Wat verkoopt beter: oude Eendaagse kunst? Ingewikkeld of toegankelijk? En is de kunstwereld de ideale om uw zwarte geld te dumpen nu de euro komt? Vandaag aflevering 3: over kwaliteit, betrouwbaarheid en zwart geld. het vorige maand verschenen boek "maffia' van Parool-journalist Henk Schut- lijkt dat de kunstwereld op dit moment zeer sant is om zwart geld kwijt te raken. In ja- 2002 schakelen we over op de euro, dus a de zwart verdiende guldens voor die tijd n gewassen. En, zo valt in het boek van len te lezen, 'niets wast mteel witter dan kunst'. :e geld pakken", zegt louder en beëdigd r Gerard Vingerhoets. veilinghuizen als Sot- en Christie's kunnen gemakkelijk zwart 'en. De kunst kan gewoon, na afloop-van iling, bij de kassa worden afgerekend. Het een minder vergaande administratie dan "beeld een galerie. De belastingdienst kan ^•binnenvallen en vragen of ze de admini- >van de expositie mogen inzien." loets is eigenaar van Art Gallery Gérard •senaar. Hij zegt zich niet te willen mengen 'zwart geld-circuit. „Er komt wel eens een f klant die betaalt en zijn naam niet wil daten. Als ze dat zo willen, dan laat ik het üerhoets gelooft in betrouwbaarheid, servi- kwaliteit. „Ik heb een klantenbestand van "•zend namen. Het is beslist niet zo dat al Wanten it Wassenaar komen. Ze komen uit Ie land. Omdat ze weten dat het goed is bier verkoop en geen zwaar gerestaureerde troep. Ik probeer ook zoveel mogelijk te doen om de klanten tevreden te stellen. Als het in een zeldzaam geval mocht voorkomen dat klanten na een paar jaar uitgekeken zijn op een schilderij dat ze hier hebben gekocht, dan mogen ze het best ruilen voor iets van dezelfde waarde." Investeren in kunst is volgens Vingerhoets aan trekkelijk, maar hij verkoopt toch liever aan liefhebbers. „Het zijn meestal de zoge naamde snelle jongens die veel geld verdienen, die willen investeren in kunst. De echte verzamelaars, collectioneurs zoals ze tegenwoordig zeggen, kopen niet snel op waarde. Het is trouwens interessant om te zien dat de smaak van de verzamelaars de afgelopen jaren zo is verbeterd. Vroeger richtten ze zich vooral op één bepaalde periode. Ze hebben hun smaak de laatste jaren verbreed. Nu zie je dat verzamelaars van alles door elkaar kopen. Alleen maar omdat ze het mooi vinden." Ook Inga Ouwerkerk-Rahbek van galerie en beeldentuin Laerken in Hazerswoude ziet weinig mogelijkheid voor het aannemen van zwart geld. „Ik voer een administratie waarin precies staat wat ik van de kunstenaars binnenkrijg en wat ik daarvan verkoop. Ik krijg alleen maar een provi sie op wat ik verkoop, dus voor mij is werken met zwart geld onmogelijk." Voor de goede orde: ze heeft de klandestiene inkomsten ook niet nodig. „Het gaat goed. Maar het is vanaf de eerste dag goed gegaan, terwijl ik Inga Ouwerkerk-Rahbek van Laerken: kwaliteit is continuïteit. foto dick hogewoninc toch begon in een tijd dat het over het algemeen slecht ging met galeries. Dat was tien jaar gele den. Het geheim van mijn succes? Waarschijnlijk komt het doordat ik me altijd voor honderd pro cent geef. Ik heb ook het geluk gehad dat ik goeie vaste klanten heb weten te krijgen." Het gaat inderdaad goed met Laerken. Het for se stuk grond rondom de boerenhoeve waarin de galerie huist, krijgt straks nog eens een impuls met extra expositieruimte. Naast het met padde stoelen bezaaide bos, waarin beelden staan op gesteld, komt een paviljoen dat de totale exposi tieruimte van Laerken meer dan verdubbelt. „We zijn er nog over in gesprek met de gemeente", zegt Ouwerkerk-Rahbek. „Omdat ik zelf Deense ben, wilde ik met Laer ken zowel Deense als Nederlandse kunst tonen. Dat was mijn eerste doel. Ik wilde zowel beeld houwwerk als schilderkunst, glaswerk, keramiek en sieraden brengen. Ik zoek naar kunst die goed verkoopt, maar ook naar kunstenaars die voorlo pen op de huidige kunst, vernieuwend zijn. Ik behoor niet tot de groep vrouwen die niets hoeft te verdienen, Ik hou van experiment, maar er moet natuurlijk wel geld binnenkomen. Ouwerkerk-Rahbek: „Mijn tweede doel was om minstens 25 jaar te bestaan. Je ziet zoveel galeries die na een jaar alweer stoppen; ik wilde continuï teit, zodat mijn klanten de kunstenaars in hun ontwikkeling kunnen volgen. Die continuïteit on derscheidt je van een gewone winkel. Die kwart eeuw is haalbaar als je kwaliteit blijft bieden, want dat waarderen de klanten. Kwaliteit over leeft." COEN POLACK MUZIEK RECENSIE LI DY VAN DER SPEK Voorschotens Kamerkoor o.l.v. Nico Ph. Hovius, m m v Lisette Bolle, sopraan, Niek Edelenburg, tenore, Yolanda Davids, harp, Ger Hovius, piano en Bart de Vrees. Niels van der Leest en Menno Bats, slag werk Gehoord 15/12, het Kruispunt, Voorschoten. Gregoriaans is in principe aan mannen voorbehouden. In het 'Puer natus est nobis (een kind is ons geboren)' en het Allélu- jah, twee gregoriaanse zangen treden de mannen van het Voorschotens kamerkoor naar voren. De dirigent Nico Hovius is voorzanger. Hier merk je meteen dat Hovius graag ge bruik maakt van ritmische te kens, wellicht als de Benedictij ner monniken van Solesmes in vroeger tijden. Hij verlengt hier en daar de noten tot een licht romantisch rubato. Zijn opvat ting van het gregoriaans is zo een mooie overgang naar Brit- tens sfeervolle Ceremony of carols' die begint en eindigt met een gregoriaanse zang. Maai nu gezongen door vrou wen. De songs worden teder begeleid door de harp.Yolanda Davids heeft wegens ziekte de plaats ingenomen van Daniëlle Riegel. Ze doet haar best om maatvast en smaakvol te tokke len, maar haar harp krijgt wei nig klank, volume en persoon lijke zeggingskracht. Davids' harp jaagt het koor in ieder geval niet in het harnas. De hele interpretatie met veel plus- en weinig minpunten is puntig, lichtvoetig, zoet zonder te verstropen tot diksap. De so pranen zingen duidelijk alerter dan de alten. Hun ogen zijn stuk voor stuk op de dirigent gericht, wat van de alten be paald niet gezegd kan worden. In de 'vriezende winternacht' raakt weliswaar 'de pap in het houten bordje' behoorlijk van de kook door de sopranen die hier rillend onzuiver zingen. Na de pauze wordt de 'Misa Criolla' van Ariel Ramirez uitge voerd. De mis die zindert van Argentijnse hartstocht, swin gende muzikaliteit en begeeste rende religiositeit. Het kamer koor, hoe goed het ook zingt, hoe klankvol en oprecht, haalt niettemin de ziel uit Ramirez' lijf. Daar is vooral de instru mentale begeleiding debet aan. Géén charango, het kleine snik kende snaarinstrument, geen weemoedige panfluiten (siku's), geen houten fluit (quena), geen opwindende gitaren. Slechts een schools gespeelde bewer king van de pianopartij, met wat aardige percussie.Het koor heeft de diverse Argentijnse rit mes als de Vidala-Baguala en de Camavalita-Yaravi onbe twist goed ingestudeerd. Af schuwelijk moeilijk ritmische riedels als 'Resucitó de entre los muertos' lopen soepeitjes neer waarts. Had Hovius voor een meer inspirerende, originelere instrumentatie gekozen, dan had het Voorschotens Kamer koor zeker gegloriëerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 23