Cees Nooteboom als stramme dichte
Vader gaat lekken en geuren
Alleen op weg
naar roem en dood
Boeken
T?
T
Nieuwe 'James Bonc
vol spanning en hum<
ZATERDAG 16 DECEMBER 2000
UÜtftNJftHSIHIHI
Tristanakkoord door Hans-Ulrich
Treichel (Ambo, 47,50). Bij toeval
leert Georg Zimmer een
wereldberoemd componist kennen,
die hem inhuurt om zijn memoires
bij te vijlen Er ontstaat een bijna
broederlijke band tussen de twee.
totdat Georg moet erkennen dat men
meesters die uit de hemel komen
vallen ten zeerste moet wantrouwen
Suikereiland door Ivonne Lamazares
(Anthos, 37,50). Families die het
slachtoffer worden van de
geschiedenis. Dat is een van de
thema's in Suikereiland, een verhaal
over Tanya en haar moeder en over
het Cuba op het hoogtepunt van de
revolutie van Fidel Castro.
De vijgeneter door Jody Shields
(Anthos, 39,90). Wenen. 1910.
De Inspecteur moet de moord
onderzoeken op Dora, dochter uit
een keurige bourgeoisfamilie, maar
hij zoekt vergeefs naar aanwijzingen.
Zijn vrouw, Erszébet, begint in het
geheim haar eigen onderzoek,
waarbij ze ervan overtuigd is dat de
verse vijgen in Dora's buik de sleutel
tot de misdaad bevatten.
Wonen door Frans Haven (SUN,
34;50). Een huis zelf inrichten in
plaats van het geheel of gedeeltelijk
aan anderen over te laten, kan het
verschil opleveren tussen een
maatpak en een confectiepak. In dit
boek legt interieurontwerper Frans
Haven de basisprincipes van de
binnenhuisarchitectuur uit.
De laatste reis van de Karluk door
William Laird McKinlay (Tirion,
39,90). In juni 1913 begint het
schip de Karluk aan een
wetenschappelijke poolexpeditie die
rampzalig zal blijken Na een paar
weken komt de Karluk vast te zitten
in het pakijs, wordt meegevoerd de
oceaan op en uiteindelijk gekraakt
door de opstuwende schotsen
William Laird McKinlay was 25 jaar
toen hij als meteoroloog deelnam
aan de Karluk-expeditie.
Handboek voor hypochonders door
Gene Weingarten (Elmar, 29,90).
Mensen met plooien in hun
oorlelletje makeri een grote kans op
verstopping van de kransslagader.
En hoofdpijn kan een voorbode zijn
van cysticercosis, een parasitaire
ziekte waarbij de hersenen worden
bevolkt door de larven van de
varkenslintworm, die 3 meter lang
kan worden en tanden heeft. Een
handboek voor de gemiddelde
neuroot die zich in de kortst
mogelijke tijd psychotisch wil
maken.
DAGBOEK RECENSIE
LO VAN DRIEL
'Geheim Dagboek 1982-1983, dl. 15'
door Hans Warren. Uitgeverij Bert Bakker
Prijs: 42,95.
Het nieuwste deel uit de reeks
dagboeken van Hans Warren
besluit met een reis naar Grie
kenland en Egypte. Het is geen
vakantiereis. Warren is op zoek
naar iets wat wezenlijk is voor
zijn bestaan: leven en werk van
de dichter Kafavis. Het is een
indrukwekk^^^^lot, een su
bliem essay^^^^rorm van een
reisbeschrijvrnfr
Het vijftiende dagboek be
schrijft de periode augustus
1982 tot december 1983. Er
staat weer veel in over eten en
drinken, Zeeuwse restaurants
en regionale figuren. Inkom
sten en belastingen, mooie en
minder mooie jongens. Warren
ondergaat een medische in
greep waarna hij
herstellende op
merkt: „Ik ben te
vreden over mijn
zelfdiscipline, al
wist ik dat ik die
heb.'1
In dit deel ver
schijnen de Gehei
me dagboeken 2 en
3. Kon je het eerste
nog lezen als een
verslag van zijn
jeugd, de volgende
delen geven zijn
ontplooiing weer
als dichter, criticus
en de familiale situ
atie. In dagboek 15
maken we nu mee
hoe de schrijver
dankzij die journalen beroemd
wordt. Voortdurend geïnter
viewd door slecht voorbereide
journalisten die steeds dezelfde
vragen stellen, waarop ze steeds
dezelfde antwoorden krijgen. Er
worden tv-portretten gemaakt
en hij treedt op in boekenpro
gramma's.
Zijn succes vergroot zijn ma
terieel welzijn, hij koopt antiek
en kunst. De aanschaf van een
werk van Constantin Guys is
aanleiding voor een mooi essay.
Met Mario reist hij naar ten
toonstellingen, waarbij de acti
viteit en af te leggen reisafstan
den eerder doen denken aan de
dagmarsen van strijdbare Grie
ken dan van een contemplatie
ve kunstkenner op leeftijd.
Hans en Mario vormen nu een
stevig koppel. Mario (begin
twintig) geeft zijn studie theolo
gie op. Hans (begin zestig) voelt
zich wel verantwoordelijk maar
heeft ook behoefte alleen te
zijn. Mario doet alles: „Het is zijn bloed gevaren.
Lezers zullen de liefde van de schrijver niet kunnen delen
Wat zou Cees Nooteboom zeggen wanneer je hem vroeg
welk onderdeel van zijn oeuvre hem het liefst is? Zou hij
kiezen voor zijn befaamde reisverhalen? Of ging zijn
voorkeur uit naar zijn vaak vertaalde romans? Vermoe
delijk is het minst bekende deel van zijn werk hem het
meest dierbaar, namelijk zijn poëzie.
Cees Nooteboom
Bitterzoet
lr~
POEZIE* RECENSIE
HANS WARREN
'Bitterzoet. Honderd gedichten van vroe
ger en zeventien nieuwe' door Cees Noo
teboom Uitgeverij De Arbeiderspers. Prijs:
34,90.
Nooteboom publiceerde gedu
rende z'n hele, inmiddels vijf
enveertig jaar omvattende lite
raire loopbaan dichtbundels.
Daarmee vond hij echter nau
welijks weerklank. Integendeel,
ook zijn vorig jaar verschenen
poëzieboek Zo kon het zijn
kreeg geen warm onthaal.
Een van zijn critici antwoord
de hij op een manier zoals het
een dichter betaamt: met een
gedicht. Hij gaf zijn opponent
Maarten Doorman toe: 'In mijn
gedichten valt weinig te la
chen.' Om daar meteen veron
gelijkt aan toe te voegen: 'Daar
hebben we andere mensen
voor,/ die uit gebrek aan taal/
een spraakgebrek nadoen.' Hij
verweet de bespreker ook nog:
'Jij wou op je eentje/ de ziel af
schaffen./ Ga je gang./ Ik kwam
haar deze week
nog vier keer te
gen,/ bij Monta-
le, Borges, Paz
en Descartes.'
In dit gedicht,
opgenomen in
zijn nieuwste
boek Bitterzoet,
wordt het mis
verstand onge
wild zichtbaar.
Het valt moeilijk
te ontkennen
dat er wel dege
lijk een pro
bleem met Noo-
tebooms poëzie
bestaat. Die is
star in plaats van elegant. Ken- doende een doorsnede van zijn
als 'ziel' maken het
er volgens hem
nog grootser op.
Maar dergelijke re
deneringen gaan
niet op, hij mag
heel veel weten
van poëzie, zijn ei
gen gedichten blij
ven schamel, zoals
ook weer in Bitter
zoet is te zien.
De bundel be
vat, zoals de on
dertitel belooft,
'honderd gedich
ten van vroeger en
zeventien nieuwe',
krijgen zo-
nelijk denkt de auteur: ik ben complete dichtwerk te lezen,
een van de weinigen die grote waarbij opvalt dat de recente
poëzie leest, dus kan het niet verzen zeker niet de zwakste
anders of ik schrijf ook grote zijn. Zo is het titelgedicht 'Bit
gedichten. En grote woorden terzoet' een mooi begin van het
boek. De beschrijving van de
plant ('bladeren spiesvormig,/
meeldraden geel') leidt uitein
delijk tot een visie op het men
selijk bestaan: 'Bitterzoet,/ dit
leven van ons./ Het zweeft door
de tijd zonder weerga,/ en
draait zich niet om/ bij de
deur.'
Het is nog niet bepaald poë
zie die danst en zingt, maar de
dichter is minder log dan vroe
ger toen hij strofen afscheidde
als: 'In de beperkingen van de
sluitende dag,/ telt hij de ele
menten van leven en dood, het
aanwezige. Nu meer dan ooit/
stilte in zijn kleiner wordende
wereld.' Regels die, hoe zwaar
ze ook klinken, volkomen leeg
zijn. Een devies van hem luidt:
'Ik berg me op in mijn gedicht.'
Het lijkt er eerder op dat de
dichter pal voor zijn werk gaat
staan, met enorm vertoon van
belezenheid en bereisdhek
gedichten bevatten tal vai
ponerende verwijzingen,
nieuw vers draagt de tite I
dichter Li Ho vindt een pi
het slagveld', en de inhou
van is niet minder ingewikl
Dit werk heeft voetnotei
dig, en die verschaft N 0
boom dan ook gretig.
gaat hij daarbij niet consei
te werk: hij licht dingen t(
in de gedichten zelf afdo
verklaard worden, maar lai
afweten bij dingen die
behoeven. Met of zondei
ten, deze gedichten misse
geheimzinnige dat poëzi
poëzie maakt. Het is allenj -
opzichtig, te gewild, te na1,1
kelijk. De lezers zullen dei
van de schrijver niet ku J]
delen. Zijn paradepaard
weegt niet soepel maar stn1
r/i w: in' ra =i :4v^i
werkelijk of hij enkel door en
voor mij leeft. Hij beweert dat
ook altijd, maar het is niet goed
voor een jongeman van straks
tweeëntwintig jaar". Mario
heeft grote invloed op hem,
maakt hem actief. Zonder hem
zou hij minder bereikt hebben,
merkt de schrijver op.
In de wereld van de letteren
en de journalistiek ontmoet
Warren steeds meer coryfeeën.
De kennismaking met Ida Ger-
hardt is in dit deel erg belang
rijk. Warren geeft een portret
van deze dichteres, waarbij hij
laat zien hoe hij in zijn krant
een goed woordje doet. In het
dagboek relativeert hij scherp
de betekenis van deze 'mensen
schuwe maar godenlievende
dichteres'.
Van veel schrijvers die hij
kent, moet hij nieuw werk be
oordelen. Dat is in dit deel inte
ressanter dan in het vorige.
waarbij het leek
of het schrijven
van recensies in
zijn leven nauwe
lijks een rol
speelde. Nu zie je
hem soms wor
stelen met de re
laties en zijn oor
deel als recen
sent. Voor een
kijkje in de keu
ken van de recen
sent is een passa
ge over De Aan
slag van Mulisch
interessant. In
eerste instantie is
Warren overrom-
peld, dan schrijft
hij: „Het gefiloso
feer van Mulisch
is dwaas en hinderlijk. Zijn stijl
is vaak erbarmelijk. Je voelt je
tenslotte beetgenomen. Ver
bluft, als door een goochelaar,
maar niet ontroerd of ook maar
geraakt, eerder een beetje be
smet".
In dit dagboek wordt Warren
getroffen door teksten van ver
schillende Griekse dichters. Het
plan voor een Spiegel van de
Griekse poëzie wordt geboren.
Aan Yannis Ritsos ontleent hij
het motto van dit dagboek: 'Ik
weet wel dat een ieder alleen is
in de liefde, alleen op weg naar
roem en dood'. Aan het eind
van dit dagboekdeel besef je
hoe trefzeker Warren hier zich
zelf typeert. Dit deel dat een in
leiding vormt tot Warrens leven
met de Griekse poëzie. Over de
waarde van Warrens vertalin
gen met name van die poëzie
van Kafavis kun je niet van me
ning verschillen. Kafavis is in
Voor iedereen die 'De eeuw van mijn vader' heeft gelezen, is het
nieuwste nummer van 'Uitgelezen boeken' (uitgeverij De Buitenkant,
24,50) verplichte kost. Het schitterend uitgegeven blad is geheel
gewijd aan de vader van Geert Mak, die in 1941 onder het pseudo
niem Kas Molenaar het kinderboekje 'Drie verhalen uit de dierentuin'
publiceerde. Het boekje dat Geert vorig jaar na het verstrijken van de
deadline van zijn bestseller kreeg opgestuurd, is in de oorspronkelij
ke opmaak integraal in het blad opgenomen. Geert Mak schreef er
bovendien een uitgebreid voorwoord bij, dat is gelardeerd met los in
gevoegde foto's, brieven en persoonlijke documenten. Tezamen een
kostelijk bezit. Op de foto het gezin Mak circa 1938 in Medan.
V.l.n.r.: Cas, Gjalt, moeder Mak, vader Mak, Anna met op de arm
Hans, Tineke, plus Maks nichtje Annetje van der Molen en haar moe
der Mien van der Molen. foto uit besproken blad
Nummer elf na jaren op de markt
THRILLER RECENSIE
ARNO RUITENBEEK
'Portland en de dolende dode' door
Martin Koomen. Uitgeverij Fontein.
Prijs: 24,95.
Martin Koomen heeft zich
niet gehouden aan zijn uit
spraak dat zijn reeks over Ne
derlands eigen en geloof
waardiger versie van James
Bond, de aristocratische Ro
bert Portland, tien delen zou
tellen. Gelukkig. Nadat we
het enkele jaren zonder zijn
avonturen aan de vooravond
van de Tweede Wereldoorlog
hebben moeten stellen, is
nummer elf, 'Portland en de
dolende dode', tot ons geko
men. Opnieuw de juiste
combinatie van spanning en
(droge) humor.
Het is najaar 1938. Fokke-
ma, de ik-persoon en Port
lands trouwe en niet bijster
slimme hulpje in Hitleriaan-
se tijden, zit duimen te draai
en aan zijn bureau van de
Sectie Bijzondere Opdrach
ten in Den Haag. Hij is bijna
blij als hij de opdracht krijgt
om af te reizen naar Litou
wen, om aldaar voor het va
derland zijn best te doen als
assistent militair attaché.
Wat Fokkemaatje nog niet
weet, is dat de reeds in Lil
wen werkzame Portland IQ
heeft laten halen om de
van de vermoorde Nei
landse consul Lasance i
te nemen. Lasance had re
matig contact met de be n
schone Poolse geheim age
Elena. Want iedereen u
proberen te weten te koi n
wat de Duitsers precies
plan zijn. Dat ze zich en
tevreden zullen stellen a'
Litouwse Memel-get
'zurück in die Heimat' ko ,e
gelooft op dat moment i
mand meer.
Natuurlijk komt Fokkl'
in grote problemen en e
zo natuurlijk redt de gewii
te Portland hem uit de i
ten. Koomen heeft maari
nig woorden nodig om
groots verhaal te vertf
waarin rake karakters vi
dig tot hun recht komen
knulligheid van de pol n
landse diplomatie is de i
draad. Treffend voorbe
de codering van versleut
telegrammen loopt erns r
vertraging op, omdat
dochter van de eerste se
taris het codeboek ni
had. Ze gebruikt het boei
wat hoger te zitten bij 1
pianostudie. En daar mof
de oorlog mee winnen.
1. (3) Jamie Oliver, The naked Chef
is terug Kosmos, 49,90
2. (-) John Gray. Mannen komen van
mars Spectrum, 10,40
3. (-) John Gray, Vrouwen komen van
venus Spectrum, 10,40
4. (9) Daniel Ofman, De
kernkwaliteiten van het
enneagram Scriptum, 29,90
5. (-) Jeroen Teelen, Internet voor
senioren Bruna, 49,50
6. (4) Babette Klecker, Vrouw in stijl
Prometheus, 27,50
7. (8) Jamie Oliver, The naked Chef
Kosmos, 49,90
8. (-) David Wells, Merkwaardige
interessante puzzels Ooievaar,
15,75
9. (-) A.Th. van Deursen, Maurits
van Nassau Bert Bakker, 39,50
10. (-) Robert Berkow (e.a.), Merck
Manual Medisch Handboek Bohn
Stafleu van Loghum, 89,00
De boekentoptien wordt wekelijks
samengesteld op basis van
verkoopcijfers van de boekhandels
De Vries in Haarlem en Kooyker
Ginsberg in Leiden.
1. (8) Geert Mak, Lopen met Van
Lennep Waanders, 49,50
2. (5) Barbara Voors, Zusje van me
De Geus, 29,90
3.(1) Jessica Durlacher, De dochter
De Bezige Bij, 39,90
4. (2) J.J. Voskuil, De dood van
Maarten Koning Van Oorschot,
39,00
5. (3) Ronald Giphart, Ik omhels je
met duizend armen Podium,
34,90
6. (6) Sandor Mórai, De erfenis van
Eszter Wereldbibliotheek, 27,50
7. (10) Jostein Gaarder, Maya De
Prom, 49,95
8. (7) Marek van der Jagt, De
geschiedenis van mijn kaalheid De
Geus, 39,90
9. (-) Ludlum, Het Prometheus
project Luitingh-Sijthoff, 39,90
10. (-) J. Heymans, Lam naast
leeuw, over J.J. Voskuil De Prom,
29,95
I =11 M =1J
Eindeloos ijsberen of gegooi met asbakken en proppen papier - welke tafere
len spelen zich af in de werkkamer van de schrijver? Deze rubriek geeft een
inkijkje in het schrijfproces. In deel 22: dichter, vertaler en schrijver Willem
van Toorn (1935), van wie vorig jaar de autobiografische roman 'De rivier'
verscheen. Recentelijk publiceerde hij de novelle 'Haarlem station'.
VERHALEN RECENSIE
WIM VOGEL
'Aal' door Wilfried de Jong. Uitgevenj
Podium. Prijs. 32,50
Het theaterduo Waardenberg
De Jong heb ik één keer gezien.
Dat is jammer want hun bizar
re grappen waren origineel en
geinig. Natuurlijk was de één
de aangever en de ander de sul,
wat bij theaterduo's niet an
ders schijnt te kunnen. Wie van
de twee welke rol had, weet ik
niet meer maar na lezing van
Aal, het literaire debuut van De
Jong, vermoed ik dat hij de
meeste sympathie voelt voor
de underdog.
De Jong kan veel. Behalve
door zijn succes op de bühne,
is hij bekend als kunstredac
teur voor Rotterdamse media
en als radio- en tv-maker {Op
hef 8e Vertier, Taxi, Sportpaleis
de Jong). Samen met Van
Waardenberg werkt hij aan een
televisieserie. Tussen al die be
drijven door vindt hij ook nog
tijd om verhalen te schrijven.
Veertien daarvan zijn nu ge
bundeld in Aal en alle veertien
zijn ze prettig gestoord en on
derhoudend en bizar. Net als
op het toneel isoleert De Jong
ook op papier situaties om ze
daarna te intensi
veren en uit te ver
groten. Vooral die
laatste twee procé
dés verbijzonderen
personages die
slachtoffer worden
van omstandighe
den en gebeurte
nissen die ze vrij
wel altijd zelf be
werkstelligen maar
niet beheersen.
Want op zich
lijkt Kors uit het ti
telverhaal niet zo'n
heel vreemde jon
gen. Goed, zijn
neiging om aan
beesten te likken is
wat merkwaardig, maar er zijn
wel meer mensen die paarden
of honden zoenen om over
hun andere lichamelijke activi
teiten met dieren maar te zwij
gen. Wat vreemder wordt het
als Kors ook vissen gaat zoe
nen. Een door hem gevangen
paling is zo glad dat deze tus
sen Kors' vingers door zijn
mond inglipt en in zijn maag
terechtkomt.
En vervolgens
moeten er dan
weer levende
pieren gegeten
worden omdat
zelfs een in
wendige paling
wat moet eten,
met alle on
smakelijkheden
van dien.
Net zo smerig
is de tragikomi
sche vertelling
over Henk die,
nu zijn vader is
overleden,
naast zijn moe
der moet sla
pen. Henk is, schat ik, vijfen
dertig. Naast het ouderlijke bed
staat de gekoelde kist met
daarin het lijk. 's Nachts krijgt
ook Henk het door die koeling
zo koud dat hij haar onklaar
maakt. Vader gaat lekken en
geuren, en op het zeil vormen
zich plassen vocht. De smerig
heid!
Erg subtiel is het allemaal
niet. En daarmee is meteen de
makke van deze verhalen be
noemd. De Jongs personages
zijn rare en gestoorde under
dogs met wie ik mij nauwelijks
kan identificeren en die mij
daarom ondanks al hun narig
heid veelal koud laten. Van een
confrontatie tussen lezer en
personage is alleen sprake in
'Blow, blow, blow!' en in 'Hed-
ja', waarin de tragiek niet weg-
geschmierd wordt maar kans
krijgt om te overtuigen.
Door hun buitenissigheid en
extreme personages doen De
Jongs verhalen soms denken
aan die van Herman Pieter de
Boer, ofschoon die minder
woorden nodig had om een
vervreemdend effect te berei
ken. Onderhoudende verhalen,
een betere kwalificatie kan ik
niet bedenken. Als je ze leest,
verveel je je niet. Als je ze niet
leest, mis je weinig.
„Ik heb nog nooit zoveel brie
ven gekregen als na het ver
schijnen van De rivier. Scnoe-
nen-do-zen vol. Lezers die met
allerlei aanvullingen kwamen
over de Duitse bombardemen
ten, het leven in het Amster
dam en de Betuwe van de oor
logsjaren. Nogal wat brief
schrijvers verwachtten dat ik
hun suggesties in de tweede
druk van mijn boek zou opne
men. Blijkbaar hadden ze niet
in de gaten dat het om een ro
man ging, in plaats van om een
objectieve weergave van die
tijd.
Voor mijn beschrijvingen van
de oorlogsjaren ben ik vrijwel
uitsluitend afgegaan op mijn
geheugen. Vooral teksten uit die tijd herinner ik me haarscherp.
Het heeft, denk ik, te maken met de fase in mijn leven: als kind
wil je de wereld begrijpen, je klampt je aan sommige dingen vast.
Bijna alle liedjes die ik op school heb geleerd, ken ik nu nog uit
mijn hoofd.
Soms stelt je geheugen je ook voor grote verrassingen. Aan het
eind van mijn boek beschrijf ik een niet-bestaande foto van ons
gezin. Heel gedetailleerd schets ik de kleding en gezichtsuitdruk
kingen van iedereen. Belde mijn broer mij op: 'Wist je niet dat
die foto daadwerkelijk gemaakt is?' Mijn beschrijving bleek vrij
wel exact met die foto overeen te komen.
Mijn boeken beginnen met niet meer een vaag gezoem in mijn
hoofd. Het idee voor De rivier ontstond toen ik voor de rechter
tegen de dijkverzwaringen pleitte. Hoe ben ik in jezusnaam hier
terechtgekomen, bedacht ik mij ineens middenin het pleidooi.
Die vraag heb ik in het
proberen te beantwoord
Als ik aan een boek bee
heb ik geen idee waar hi
eindigen. Een van mijn
ge boeken speelde zich
Italië. Waarom dat zo t 'at
zijn? Ik wist het wet "c
niet. Dat maakt het
nend. Al schrijvende pn
je een toonhoogte vit
waarop je vervolgens vr
kunt gaan moduleren.
Het betekent dat ik, zei
het begin, eindeloos
herschrijven. Want ik
over mijn teksten heli
tevreden zijn, voor ik
kan. Even ergens een
uitknippen wat ik latei
wel aanvul, dat kan ik niet. Ook crises los ik meteen op. D
kun je niet streng genoeg zijn. Doe je dat niet, dan begin
volgende ochtend met grote tegenzin aan het schrijven.
Wanneer het boek af is, betekent dat een hele opluchting,
weer gelukt! Tegelijkertijd ervaar ik het als een gemis. Er
steevast een periode aan waarin je geen idee hebt wat je
gaan doen. Zo'n gevoel van: dat is het dan. Meestal gebruik
lijd om boeken van bevriende schrijvers te lezen. Vaak is hf
hele stapel, want in de anderhalf jaar dat ik zelf met een bof
zig ben, kan ik geen ander proza lezen. Bij elk zinnetje de
goh wat lelijk. Of ik ben stikjaloers dat ik het niet zelf he
dacht."