J Verboden voetbaldamesschoenen en scorende opa Dingen '"voorbijgaan Leiden Regio STADSGEZICHT (DAG 16 DECEMBER 2000 972 uit de Leidsch DagbladAKCIIIlüVIÜN ANN01900 Maandag 17 December LEIDEN - Uit gansch het land en van ver over de grenzen waren gisteren naar Leiden's veste gekomen de bewijzen van vriendschap, hoogachting, eerbied, die men gevoelt voorden man, die zich in de weten schappelijke wereld zulk een grooten naam heeft verworven, van den Leidsche hoogleeraar dr. C.P. Tiele, die gisteren den 70-jarigen leeftijd bereikte, d.i. de leeftijd waarop onze wet op het hooger onder wijs gebiedt, dat de hoogleeraren dan bij het eindi gen van den loopenden cursus hun ambt zullen neerleggen. De groote ontvangzalen van het 'Hotel du Lion d'Or' aan de Breestraat, waar de 70-jarige en zijn gade in den namiddag receptie hielden, waren in een lusthof herschapen. Bloemstukken, bijkans niet te tellen, het een nog fraaier dan het ander, waren daar door vrienden bijeengebracht, en naast die ver gankelijke tolken van hulden en waardeering lagen op een tafel een aantal blijvende bewijzen van me deleven op dezen dag, bewijzen tevens, hoe hoog prof. Tiele staat aangeschreven in de wetenschappe lijke wereld. ANNO 1975 Foto's in deze rubriek kunnen worden nabesteld door binnen veertien dagen na plaatsing een ingevulde cheque (geen oversohrijvingskaart) ter waarde van vijf gulden (voor een exemplaar van 13 bij 18 in zwart wit) op te sturen naar het Leidsch Dagblad, t.a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54,2300 AB leiden of door contante betaling aan de balie van het Leidsch Dagblad aan de Rooseveltstraat 82. U ontvangt de foto binnen drie weken. FOTO HIELCO KUIPERS Dinsdag 16 december ALPHEN - Staatssecretaris Hendriks (Volksgezond heid) heeft toestemming gegeven voor de bouw van een verpleegtehuis nabij het ziekenhuis Rijnoord. De eerste paal voor dit complex zal worden geslagen op 28 januari a.s. Het tehuis zal vier bouwlagen gaan tellen, waarvan de bovenste laag voorlopig on bezet blijft. In totaal komen er in het verpleegtehuis om te beginnen 136 bedden, de ene helft bestemd voor bedlegerige, geestelijk gestoorde bejaarden en de andere helft voor langdurig zieken. De totale bouwsom, waarvoor goedkeuring is verkregen, is be rekend op 22 miljoen gulden. LEIDEN - De Leidse raad doet de laatste tijd opval lend weinig aan klantenbinding. Dat bleek gister avond nog weer eens overduidelijk toen 't merendeel van de propvolle publieke tribune duidelijk teleurge steld de aftocht blies. Mannen van het Leidse brandweerkorps, voorzien van spandoeken met leu zen als 'Ook een brandweerman is een mens, vol doet aan onze wens'; 'Leg ons niet in de luren, wij willen 60 uren' en 'De maat is vol, onze zenuwen slaan op-hol' hadden zich - nog voor burgemeester Vis de eerste hamerslag liet weerklinken - gepos teerd op de eerste rijen van het publieksgedeelte in de raad. Er kennelijk van uitgaand, dat de gemeen teraad wel even een boom zou gaan opzetten over de brief van de dienstcommissie bij de brandweer, waarin op arbeidstijdverkorting voor het personeel wordt aangedrongen. Communist Hoeven, die de af gelopen week al een interpellatie over deze kwestie had aangevraagd bij B en W kwam niet verder dan het toevoegen van de brief van de brandweer aan de raadsagenda. Maar aangezien daar talloze - vaak zeer tijdroven de - voorstellen op staan (de naam Daey Ouwens hoeft maar te vallen en u weet hoe laat het is) kwam de kwestie gisteravond niet aan bod. Het is zelfs de vraag of dat nog dit jaar gebeurt, want van de raads agenda zijn nog zoveel 'twistpunten' blijven over staan, dat de zaak ook woensdag tijdens de extra raadsvergadering waarschijnlijk niet aan bod komt. (BvL) „Ja we zijn gek, we moeten morgen nog wel werken, hoor." Mooie tijd was dat, al was het materiaal natuurlijk niet best. Schoenen waar je zelf de nop pen onder moest tikken en waar de spijkers dan doorheen kwamen en van die leren ballen met veters. Nu weegt de bal bij na niks meer, dat is gewoon een luchtballon, maar vroeger woog-ie minimaal een kilo. Ze ker als-ie in de sloot had gele gen, nat was geworden en in het scherpzand terecht was ge komen dat op het veld was ge strooid om de wedstrijd door te laten gaan. Als je die bal op je bol kreeg, joh, dan deed me dat pijn, verschrikkelijk. En we speelden altijd wedstrijden in de omgeving, tegen SJC, Meer burg, SJZ, Kagia, Rijpwetering, WOA. Met van die gasten die elke bal punterden, waardoor die ballen nog harder op je af kwamen. Maar wel gewoon koppen, hè. En ik maakte ook wel goals met mijn hoofd in die tijd, al scoor de ik toch het meest met mijn voeten. Daarom ben ik waar schijnlijk ook voor Arsenal '54 gevraagd. Ik speelde bij Roo denburg en op de Waardgracht, waar ik toen woonde, stond op een avond ineens Joop Rietho ven voor de deur. Met een paar anderen wilde hij betaald voet bal gaan opzetten in Leiden, of ik zin had ook mee te doen. Ik mocht er verder niks over ver tellen, want dat profvoetbal was verboden in die jaren, maar als ik wilde moest ik die woensdag avond om zes uur op de Mors singel zijn. Daar zou een bus klaarstaan, waar we dan mee naar Rotterdam zouden rijden om daar een wedstrijdje te spe len. En inderdaad, die bus stond die woensdagavond klaar. Gordijnen dicht, omdat niemand mocht weten wie er in zat. Ik naar binnen, als een van de eersten, en even later zag ik ze allemaal binnenkomen. Henk en Aad Heymans, Theo en Wim van Kampen van LFC, Koos en Isaac van Weerlee van Roodenburg. Met de laatste vier had ik de vorige avond nog op een verjaardag gezeten, maar zij hadden er ook niks over ge zegd. Later kwamen ook Jan Krijgsman van Lugdunum er nog bij en Wim Planjer, de kee per van dezelfde club, die wij de Schaats noemden omdat hij zulke grote voeten had. Op het laatst zat driekwart van het Leidse elftal in de bus. We won nen die avond met zes, zeven nul van die ploeg uit Rotter dam. We hadden met Arsenal een paar wedstrijden gespeeld, eerst voor 55 gulden en later voor 75 gulden per duel, en toen moesten we contracten gaan tekenen. In de bovenzaal van restaurant/café Bellevue, op de hoek van de Steenstraat in Leiden. De Blauwpoortsbrug ertegenover stond die avond af geladen vol, want het was uit gelekt. Allemaal Roodenbur- gers, LFC'ers en UVS'ers, die wilden zien wie er nou eigenlijk bij dat betaalde voetbal betrok ken waren. Boven in Bellevue zat Joop Riethoven klaar met de papieren, met een paar mede organisatoren uit Amsterdam, LEIDEN - Brandweerlieden op de publieke tribune: teleurgesteld gingen zij weer naar huis. FOTO ARCHIEF LEIDSCH DAGBLAD lijkmatig als zijn arbeidzame leven oltrok, zo opvallend verliep zijn car- ils voetballer. Henk de Romijn, ge- op 9 februari 1932, was zijn hele le- he ng voeger. Eerst bij verschillende en nadien voor zichzelf smeerde jaar cement tussen stenen van huizen en monumenten. Dag in, ■cl jt, steeds volgens hetzelfde patroon. en er uitschieters. Die kende hij alleen tvoetbalveld. Letterlijk en figuurlijk, janon, zoals hij vanwege zijn harde werd genoemd, maakte als een van inigen de 'wilde' betaald-voetbaltijd den geheel mee. Henk de Romijn se le in de jaren vijftig van de vorige met het Leidse Arsenal '54 alle wed- etn in de illegale profcompetitie, die aan de officiële invoering van het voetbal len om geld in Nederland voorafging. De vader van de huidige NEC-prof Hennie was ook de enige die zijn optreden op de 'besmette' velden van Nederland moest bekopen met een royement. Hij werd voor het leven geschorst door de KNVB, maar die straf werd na een jaartje opge heven. Wrang vervolg: de man die hem die sanctie had opgelegd, bondssecretaris en penningmeester Lo Brunt, overleed la ter aan een hartaanval voor de deur van zijn woning. De Romijn zelf voetbalde nog door tot zijn 46ste in het eerste elf tal van VTL. Met onder anderen zijn oud ste zoon Peter. Zijn opmerkelijke voetbal loopbaan staat centraal in deze aflevering van De Dingen die Voorbijgaan. maar niemand heeft die avond getekend. Ook ik niet. Het hing te veel als los zand aan elkaar, dat hadden we toen al in de ga ten. In het begin was het allemaal nog wel serieus, maar gewaar schuwd door de bond haakten steeds meer spelers af. Zo moesten we een keer spelen in Sleen, in Drenthe. Zaten er maar tien man in de bus. Maar omdat het zo'n roteind weg was, zei Riethoven: „Rijden maar, ik zorg onderweg wel voor die laatste man." We stop ten ergens om wat te eten en in die tent zag hij een jongen op sportschoenen rondlopen. Riet hoven naar hem toe: 'Wil jij vandaag 25 gulden verdienen?" „Natuurlijk", zei die jongen, want 25 gulden, dat was veel geld in die tijd, waarin een met selaar voor een guldentje of 58 in de week stond te werken. Wij het veld in met die knaap, om dat we niemand anders had den. Maar na tien minuten hadden we het al gezien: die jongen kon er niks van. Ging Joop Riethoven aan de kant op zijn hurken zitten roepen naar die gast: „Kom er maar uit, je krijgt je geld. Kom maar. Als je er uit komt, krijg je je vijfen twintig gulden." Jan Krijgsman en ik hebben op onze knieën gelegen van het lachen. Het pu bliek niet, want er was nogal wat poeha rond die wedstrijd gemaakt en er waren nogal wat toeschouwers op afgekomen. 'Boerenbedrog' stond er de vol gende dag met grote letters in de plaatselijke krant. De Heijmansen, de Van Weer- lees en de Van Kampens waren er toen al niet meer bij. Bang geworden voor de schorsingen waarmee de bond dreigde. Dus moesten we spelers lenen van andere profelftallen. Zo kwam Arie den Ouden erbij die later nog bij FC Amsterdam heeft ge speeld, maar ook Joe Andy, een goochelaar uit Haarlem. Hij trad op voor tv. Liep een ladder op met een dolk in zijn mond en een zwaard dat recht over eind stond op het mes. „Is dat nou niet gevaarlijk", vroeg ik 'm een keer in de bus. „Welnee", zei hij.Al laat je er een paard aan trekken, dan nog krijg je die dingen niet los van elkaar, zo magnetisch zijn ze." Wat een apparaat was dat, die Andy. Hij kreeg de bal niet van hier naar die vaas daar op de tafel, maar hij kon er wel mooi mee goochelen. Flield 'm tij dens de wedstrijd rustig een minuut of vijf hoog op zijn voorhoofd. Dan moest je tegen 'm aan lopen, anders kreeg je die bal nooit meer terug. Bij elkaar hebben we denk ik, zo'n veertien, vijftien wedstrij den gespeeld met Arsenal. Prachtige tijd, leuk verdiend, want ik kreeg per partij meer dan het weekloon dat ik als voeger verdiende. En daar hoef de je verder niks voor te doen. Trainen deed je bij je club en als je daar ook voor moest spe len, dan was je 'ziek'. Ging je toch mee met Arsenal. Voor het geld, en omdat het zo avon tuurlijk was. Altijd uit eten na een wedstrijd en nooit wat be talen. Hoefde niet. Was alle maal geregeld. Acherin de bus zat altijd een oud ventje, met een hondje op zijn schoot. Ze hebben me verteld dat hij di recteur was van een fabriek in Leiden. Hij betaalde alles. Maar na een maand of vier kwam er een einde aan en ten slotte was ik de enige van het hele spul die geroyeerd werd. Kwam omdat er na een wed strijd in Noord-Holland een fo to van me in de krant had ge staan, dus ontkennen had geen zin meer. Moest ik voorkomen, in hotel Terminus in Den Haag. Voor Lo Brunt, de secretaris- penningmeester van de voet balbond. Hij zegt: „Noem de namen van de anderen en je gaat vrijuit." „Oh, die wil ik best geven", zeg ik: Jan, Arie, Theo, Klaas. „Daar heb ik niks aan", zegt hij. „Maar je wilde de na men toch weten?" Hij zegt: „Zal ik ze dan maar geven?" Ik zeg: „Weet jij ze dan? Wat doe ik dan hier" „Ja hoor", zegt-ie en hij noemt ze allemaal op. Of ik die mannen kende. „Nee", zeg ik, „volgens mij komt er een uit Duitsland en al die anderen uit Belgie." Een paar weken later kreeg ik een brief thuis, met de mededeling dat ik voor het le ven geroyeerd was. Onderte kend dooi Biunt. Je wilt niel weten hoe ik 'm toen verwenst heb. Zeven jaar later verhuisde ik, naar deze flat in de Diamant laan, waar alles nog in aan bouw was. Komt er op een avond iemand met zijn auto vast te zitten in het zand. De man stapt uit om zijn banden uit te scheppen, krijgt een hart aanval en overlijdt. Bleek Lo Brunt te zijn, die een aantal stu denten naar Leiden had ge bracht. Op nog geen dertig me ter van mijn voordeur is hij overleden. Verschrikkelijk, vooral omdat ik meteen moest denken aan die verwensingen en omdat ik al lang weer offici eel voetbalde. Een jaar na die lenhinksteeg. de 'soephuiskinderen' en daar zat ik, want we waren arm als de straatstenen in die tijd. Mijn vader was invalide en we waren met z'n tienen thuis, ouders, zes jongens en twee meisjes, dus dat was geen vetpot. Mijn eerste voetbalplunje heb ik dan ook gekregen. Van Paul Filippo, een bestuurslid van VTL in die jaren. Hij zag me als zevenjarige een keer voetballen in de speeltuin van Groenoord en vroeg of ik bij zijn club wilde komen, want hij zag wel wat in me. Had-ie wel aardig gezien, want ik was nog geen vijftien of ik ging al naar het eerste. Heb ik vervolgens dik 25 jaar in rond gelopen. Met een enkele onder breking, want ik ben tussen door nog een paar jaar naar Roodenburg gegaan. Ook daar speelde ik in het eerste, ten minste als bestuursleden me de avond voor de wedstrijd niet laat op straat hadden gezien, wat ook nogal eens gebeurde want ik was een stapper in die tijd. Maar goed, als ik meedeed stond ik altijd in de spits. Mid- voor. Ik was een echte, ouder wetse midvoor. Heel snel op de eerste tien meter en dan uitha len. Dat was ook het enige wat ik deed, want ik was een luie voetballer. Zelf ging ik echt de hoeken niet in om de bal op te halen. Oh nee, die moest bij me worden gebracht. Dan deed ik de rest. Dat is altijd goed gegaan. Mijn medespelers hebben nooit op me gescholden, want ik scoor de zeer veel. Ik schoot ook hard. Zo hard, dat ik weieens twee spelers bewusteloos heb geknald. Twee voetballers van Meerburg. Die stonden in de muur toen ik een vrije trap nam en die vielen zo om. Moest ik tien minuten later weer een vrije schop nemen, schreeuwde die keeper van Meerburg: „Muurtje maken. Muurtje ma ken." Riepen die gasten terug: Henk de Ro mijn (links) was als der tiger leider van het elf tal van zijn zoon Peter, met wie hij later ook nog samen in een team zou spelen. PARTICULIERE FOTO schorsing al. Dankzij een kapi tein op de Doelenkazerne, waar ik toen werkte. Ik had hem het hele verhaal verteld en hij vond het zo onrechtvaardig dat ik als enige geschorst was, dat hij een brief voor me geschreven heeft om het ongedaan te maken. Is 'm gelukt, en ik mocht weer voetballen. Ben ik meteen te ruggegaan naar VTL. Daar heb ik tot mijn 45ste in het eerste gespeeld, of nee, tot mijn 46ste. Ik was al gestopt toen de leden van de elftalcommissie kwamen vragen, of ik toch niet nog een paar wedstrijden wilde spelen. Het ging niet goed met het eer ste, dat stond op degraderen. Dus heb ik de laatste veertien wedstrijden meegedaan. Samen met mijn oudste zoon Peter, wat voor de anderen reden was me Opa te noemen. Maar ik was wel een opa die nog even achttien goals maakte. Ik liep geen meter, maar ik schoot ze er wel in. Daarom denk ik ook dat ik nu in deze tijd de eredivisie wel ge haald zou hebben, als ik ervoor zou leven. Techniek had ik niet zoveel - mijn zoon Hennie heeft meer in zijn kleine teen dan ik in mijn beide benen - maar met mijn startsnelheid en mijn schot had ik het wel gered. Dan had ik nu veel verdiend, ja. Maar het heeft geen zin daar bij stil te staan. Alles bij elkaar heb ik in het voetbal toch een prachtige tijd gehad. Veel gela chen en dat is ook heel wat waard." E ^>en weieens tegen me: d t te vroeg geboren. Als je gevoetbald, was je ette- in iljoenen waard geweest.' 'O even misschien, maar er iets in. Als ik zie wat een ze tegenwoordig heb- scoren, zou ik de ere- h' met twee vingers in mijn toben gehaald. Nu brei- ie bal zo ongeveer in het 1 laar ik schoot in mijn tijd afstanden. Bij de rand '8 strafschopgebied begon e leven en twintig, dertig 1 vas niks voor me. Van I' and was het uithalen en Ja, ik had graag nu op en rondgelopen. Had ik jn hobby mooi m'n be- innen maken, want ik was voetballer in hart en nie ren. Achtenzestig ben ik nu en ik kan er nog niet buiten, ik kijk elke wedstrijd op tv en ga altijd naar de duels van NEC, waar mijn zoon Hennie in speelt. Uit en thuis. En als ik dan zie wat er allemaal voor die gasten gere geld wordt.... Dozen vol schoe nen krijgen ze van hun spon sor. Wij moesten het vroeger doen op oude damesschoenen, die bij elkaar waren gebonden met een touw, of we speelden op klompen. De klompen die we op school hadden gekregen, de katholieke school aan de Pe likaanstraat, waar je twee afde lingen had. Een rijke kant, voor kinderen van middenstanders en een 'arme kant'. Daar zaten Henk de Ro mijn: „Ik schoot zo hard, dat ik weieens twee spelers bewusteloos heb ge knald." FOTO HIEL CO KUIPERS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 15