Ik kom in de hemel, want ik ben een lieverd' ZATERDAG 9 DECEMBER 2000 Willibrord Frequin en zijn strijdbaarheid De een vindt hem weerzinwekkend, de ander draagt hem op handen. Willibrord Frequin (59) is een omstreden Nederlander op televisie. Een gesprek vol stemmingswisselingen in zijn stamcafé 'Moeke Spijkstra'. „Ik kom gewoon voor mensen op, de rest interesseert me geen klote. Als ik het over zou mogen doen, zou ik dat verlegen jongetje uit mezelf rammen. Mijn hele leven ga ik gebukt onder onzekerheid. Weet je hoe veel energie dat kost? Ik lag er bijna iedere nacht wakker van: do'e ik het wel goed, is het wel zuiver? Zouden ze het niet vervelend vin den als ik er ook bij sta? Dingen die te stom zijn om over te praten. Misschien ben ik daarom zo de andere kant opgeslagen. Mis schien wel ja... Nog steeds ben ik één brok zenuwen als ik op iemand afstap. Zou het lukken of niet? Maar ik ben niet meer zo on zeker. Mensen dragen me op handen en ik geniet ervan. Laatst werd ik aangeklampt door een Brabantse vrachtwagenchauffeur, die via zijn portofoon enthousiast collega's, opriep. Dan denk je: wat is het toch een mooi vak. Ik ben een soort godje voor men sen. Ze willen me aanraken." Samengeknepen ogen met daaronder een blauw overhemd met wit kraagje, roze po chet en dravende 'paarden op een bonte das. Naast hem zit zijn 'mental coach' Edger Ha mer. Zwijgend, luisterend. „Hij is er altijd bij. Komt uit de tijd dat ik wat minder welbe spraakt was. Je lult me nu niet zo gauw on der tafel, tien jaar geleden wel. Je zou het misschien niet zeggen, maar ik ben verlegen. Wat vind jij van mij?" Hij bestelt een biertje en dringt er op aan dat zijn tafelgenoten ook iets alcoholisch drinken. „Dat ontspant en is goed voor de seks." Op zijn vaste plek in Moeke Spijkstra ('Ik ben hier drie, vier keer per week') over ziet hij het hele stamcafé. Af en toe belt hij middenin het gesprek. Of het wel goéd gaat met de montage van zijn programma. „Elke maandag weer denk ik dat het een klote uit zending wordt. Die onzekerheid hè....?! Toen ik naar Maxima ging, liep ik 's nachts bloed nerveus rond. Zitten, staan, zitten, staan. Heel onrustig. Ik ben een loopse hond. Altijd op zoek. Het meest nog naar nieuws. Ik wil de eerste zijn. Ik zeg je: als ze me bellen tij dens de daad, dan ga ik. Werk gaat voor het meisje. Dat zijn de groten in het leven. Ik durf gerust te stellen dat ik de beste ben in mijn vak. Ik ben het meest allround. Ik doe verslaggeving, redactie en eindredactie. Ik heb er ook lang voor gewerkt. Ik heb m'n drie kinderen nauwelijks zien opgroeien. Dat is een teer punt. Maar ik vrees dat ik het weer zo zou doen. Als je al die ellende in de we reld zag... Overal waar we met KRO's Brand punt kwamen, zagen we lijken. Lijken, lijken en lijken. Uitgeteerde lichaampjes van kin deren bij wie de vliegen uit de ogen kropen, terwijl wij hier vreten en zuipen. Dan vecht je je toch godverdomme suf! Je laat je eigen kinderen barsten om voor andere kinderen op te komen. Mensen van wie de rechten ge schonden werden, hebben wij een platform gegeven. Wij hebben de wereld laten zien hoe zij werden gemarteld en monddood ge maakt. Ik was één van de eersten die repor tages maakte over de dwaze moeders. Ik was de eerste die de martelkamers van Idi Amin betrad. Als iemand jou hier nu zou beledigen dan doe ik daar wat aan. Zo ben ik. Dat strijdbare zit in mijn familie. Ik ging naar Po len dat in staat van beleg verkeerde. Het hele land was afgegrendeld. Als je naar buiten ging en opnames maakte, riskeerde je een celstraf van twintig jaar. Het zweet stond in m'n bilnaad. Maar ik ben wel gegaan. Ik wil de de wereld laten zien wat voor klootzakken het waren, wat voor verschrikkelijke dicta tuur het was. In de oorlog hebben de Ameri kanen en Polen ons toch ook geholpen?" Hij heeft geen heimwee naar de buitenland Willibrord Frequin: „Ik probeer Jan met de Pet te bedienen, waar ik mezelf ook toe reken. Ik ben geen journalist, maar een mens die een ander wil helpen. Misschien een moderne pater, een missionaris." foto gpd phil nijhuis se reportages over de brandhaarden in de wereld. „Je wordt nu achterhaald door CNN. Ze gooien het meteen op de satelliet en na een paar dagen kom jij dan nog eens. Ik wil altijd de eerste zijn. Ik ben een spits. Ik doe nu voor een deel hetzelfde, maar dan klein schaliger, want de hulp in derdewereldlan den is mede door mijn bijdrage al zó georga niseerd. Ik kom nu op voor de mensen die zich in Nederland verlaten voelen. Het is' fantastisch als je desolaat bent en je wordt geholpen. Ik ken het gevoel zelf ook. Ik heb ooit iemand geholpen die compleet in de goot lag, maar mij vervolgens vijftigduizend gulden afhandig maakte. Ik werd gek van te leurstelling. Ook bij Brandpunt destijds. Ton Verlind was eindredacteur en ik was slechts reportagemaker. De reportage over die hoof den (gestolen mensenhoofden uit een uni versiteit, red.) klopte van het begin tot het eind. Maar Verlind kondigde de reportage aan als hoofdenhandel. Hij heeft alles naar zich toegetrokken, maar toen het gedonder kwam heeft hij zijn handen er vanaf getrok ken en mij laten barsten. Hij heeft me aan een strop gehangen en laten afsterven. Dan krijg je als mens zó'n knauw. Nu zou het me niet meer gebeuren. Toen was ik te netjes. Misschien een beetje een meeloper, of beter gezegd een meedoener, uit solidariteit met vriendjes. Nu zou ik met de vinger naar Ver lind wijzen. Het is een farizeeër, een verra der. Wat vind je nu van mij? Je moet niet twijfe len aan mijn oprechtheid. Ik geef je zo tien, vijftien namen van mensen die dat kunnen bevestigen. Kijk, zo'n reportage over Maxima is wel leuk, maar dat geeft me persoonlijk niet zoveel voldoening. Het hoort veel meer bij mij om een moeder in nood te helpen. Zoals die moeder vorige week die alle reden had om aan te nemen dat haar kinderen door haar ex zijn misbruikt. Een halfjaar ge leden hebben de twee dochters die bij haar wonen afzonderlijk van elkaar aangifte ge daan. Bij mijn weten is het nog nooit voorge komen dat wat kinderen in speciale verhoor kamers van de politie spontaan vertellen, achteraf niet waar bleek te zijn. Toch heeft de politie toen geen onderzoek gestart. Uit angst dat hij ook de jongste dochter mis bruikt, heeft die wanhopige moeder onze hulp ingeroepen. Wij komen, en een paar dagen later is die man vastgezet voor ver hoor." In de reportage worden vader en dochter op weg naar school overvallen door de ploeg van Frequin en een emotionele moeder. De vader is herkenbaar in beeld terwijl niets is bewezen. Het meisje toont zich ontredderd door alle commotie. „Ik vraag die man alleen waarom de moeder het kind niet mag zien. Ik beschuldig hem niet. Ik kom alleen maar op voor een vrouw in nood. Ik beschuldig nooit iemand. En dan kun je kletsen wat je wilt, als de samenleving een vrouw zo laat barsten, dan help ik haar! Ik wil niet het graf instappen terwijl ik aan de kant heb gestaan. Begrijp je dat?!" „Schaamte? Ik schaam me nergens voor. Nooit. Waarvoor zou ik me moeten scha men?" De uitzending met de moeder, de va der en het ontredderde kind? Zijn vuist slaat op tafel, hij vloekt en kijkt dan naar zijn se condant. „Moet ik nu opstappen?" Edger Hamer haalt zijn schouders op. Getergd: „Vijftien, zestien mensen bemoeien zich met de onderwerpen. Alles wordt journalistiek, juridisch en ethisch getoetst. Alle vragen die worden gesteld zijn overwogen door de re dactie, eindredactie, mijzelf en een ethische commissie. Als je eens wist hoeveel onder werpen wij niet maken. Als er ook maar eni ge twijfel is dan doen we het niet. En dan helpen we mensen ook zonder camera. Hoor je dat! Ik heb uit eigen zak een moeder en drie kinderen laten onderduiken. Godver domme, flikker toch op met je gezeik!" De man die agressief wordt als hij op reportage wordt aangeraakt, grijpt plotseling de arm van de verslaggever. „Weet je wat ranzig is? Spoorloos!. Daar moet ik van kwijlen. Die mensen die na vijfentwintig jaar met elkaar worden verenigd, kunnen dat toch ook zon der camera erbij!" Tijd voor Irish Coffee, voor Frequin. De ge moederen bedaren. Onderwerp is Frequin de mediatrainer. Wat is de beste strategie om iemand zoals hij van het lijf te houden? „Ha- haha. Je moet niet zo stom zijn om mij te ontwijken. Ik blijf mensen achtervolgen om dat ik wil dat ze een paar vragen beantwoor den. Gewoon een kwestie van geven en ne men. Du moment datje een bepaalde functie hebt, moet je weten dat ik je kan benade ren." Als hij opdringerig wordt, is dat nooit zijn schuld. „Ik wilde de koningin een bos bloemen aanbieden uit naam van al die mensen in Nederland die haar fantastisch vinden. En dan word je tegengehouden door die halfzachte types die om de koningin lo pen, terwijl je ziet dat de koningin mij waar deert. Die flapdrollen ontnemen' haar de kans even mens te zijn naar het gewone volk toe. Maxima moet zo door de RVD worden gebriefd dat ze charmant overkomt en ieder een denkt: dat is een mooie koningin. Maxi ma deed het goed toen ik haar benaderde. Emily eerder ook. Persoonlijk ben ik voor Emily. Zij is liever en lekkerder. Het is toch jammer dat Willem-Alexander een buiten landse vrouw kiest terwijl er zoveel mooie vrouwen zijn in Nederland. Daarbij komen er gigantische demonstraties als de vader van Maxima bij het huwelijk is zonder af stand te doen van zijn verleden. Iemand van zo'n moordenaarsregime kun je niet ontvan gen. Ook niet privé, zoals de koningin on langs heeft gedaan. Toen ik het hoorde, schoot de bliksem door me heen." Zijn vader, voormalig hoofdredacteur van De Gelderlander, heeft het altijd jammer gevon den dat zijn zoon geen journalist is gebleven. „Ik betreur het zelf niet. De onderwerpen die ik nu behandel, zijn meer een afspiegeling van de samenleving. En je ziet meer direct effect. Wij zijn beter dan Nova. Prima rubriek hoor, voor mensen die NRC lezen en toch al les al weten. Maar ik probeer Jan met de Pet te bedienen, waar ik mezelf ook toe reken. Ik ben geen journalist, maar een mens die een ander wil helpen. Misschien een moderne pater, een missionaris." Vernietigende kritieken lapt hij aan zijn laars. „Journalisten van de zogenoemde kwaliteitsbladen hebben mij na die hoofden- reportage het graf ingeschreven op basis van iets dat niet waar is. Het zijn wolven waarom ik nu moet lachen. Bij SBS is het verleden helemaal geen onderwerp. Mijn bazen zijn kwajongens net als ik zelf. Ik hoef niets uit te leggen. Heerlijk. Sinds SBS weet ik dat ik mijn tijd niet moet verkwanselen aan zulke zeikerds en gaat mijn leven top. De meeste mensen vinden mij een toffe peer. Mensen die mij haten, zijn verbitterd dat een eenvou dige jongen als ik meer succes heeft dan zij. Ik heb medelijden met ze. Als ze maar één procent hadden gedaan van wat ik heb ge daan, als ze het lef hadden gehad om hun nek uit te steken in Polen of Argentinië, dan mogen ze zeggen: Frequin je bent een kloot zak. Maar dat hebben ze niet. Ze mogen m'n reet nog niet likken. Ik zou wel eens een dag God willen zijn. Dan zou ik alle mensen die anderen kwaad doen laten verdwijnen. Ik heb zóveel ellende in de wereld gezien. En toen werd ook mijn vrouw nog getroffen door een tumor in haar hoofd. Dat vond ik zó onrechtvaardig. Waar om moet zo iemand gestraft worden? Er zijn zoveel criminelen. Ik heb toen echt naar bo ven geroepen: God, verdomme, doe er wat aan." Zijn vrouw is genezen, de ellende in de wereld is gebleven. ,Als ik in de hemel ben, en daar kom ik wel want ik ben een lieverd, dan stap ik op Onze Lieve Heer af en vraag hem waarom er zoveel onrecht is. Als er geen hemel is, voel ik me enorm genaaid. Al die tijd heb ik netjes geleefd. Als God niet be staat, had ik dat van te voren willen weten. Dan zou ik niet zo'n net leven hebben geleid. Ik spiekte op school, maar niet alles. De helft maar. Anders zou ik helemaal niet in de he mel komen. Zonder mijn vrouw te willen af vallen, zou ik veel bourgondischer hebben geleefd. Zuipen, met vrienden weg, nachten lang doorhalen, kwajongensstreken uithalen. Weet je, dit is de mooiste periode van m'n leven. Ik ben gelukkig geworden door de mensen die ik blij maak met mijn hulp. Voor mijn vrouw ben ik nog steeds veel te weinig thuis. Ik werk zeven dagen in de week, maar probeer een dag thuis te zijn. Ik zou dood gaan als ik niet zou kunnen werken." Hij belt opnieuw, sluit af, mompelt wat en zegt: „Ik kom gewoon voor mensen op en de rest in teresseert me geen klote. Ongevraagd bestelt hij nog een rondje. „Vertel eens, ben jij zelfverzekerd?" MONIQUE DE KNEGT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51