Boeken
Nobelprijs
gedichten
Stephen King geeft schrijfl
Hoe lang verdienen jodeis
een voorkeursbehandeling
Het verhaal achter Moby Dii
VRIJDAG 8 DECEMBER 2000
>Mg[nai:^iiq
1 i2) Jessica Durlacher. De dochter
De Bezige Bij, 39,90
2. (l)J.J. Voskuil. De dood van
Maarten Koning
Van Oorschot, 39,00
3. (3) Ronald Giphart, Ik omhels je
met duizend armen
Podium, 34,90
4. t4) Marianne Fredriksson. Inge en
De Geus, 39,90
5. (7) Barbara Voors, Zusje van me
De Geus, 29,90
6. (8) Sandor Marai, De erfenis van
Wereldbibliotheek, 27,50
7. Marek van der Jagt. De ge
schiedenis van mijn kaalheid
De Geus. 39.9C
8. (10) Geert Mak, Lopen met Van
Lennep
Waanders, 49,50
9. (-) Patricia Cornwell, Het eindsta
tion
Luitingh-Sijthoff, 37,50
10. (-) Jostem Gaarder. Maya
De Prom, 49,95
2. (1) Henk Davidse Henk ten
Berge, Johan Cruijff is ongenees
lijk beter
Bzztoh, 19,50
3.1.4) Jamie Oliver. The naked Chef
is terug
Kosmos, 49,90
4. (-) Babetie Klecker, Vrouw in
stijl
Prometheus, 27,50
5. (-) Hubrecht Duijker. Wijnalma-
nak 2001
Spectrum, 21,50
6. (3) .Allan Barbara Pease. Waar
om mannen niet luisteren
Spectrum, 10.40
7. (2) Allan Barbara Pease. Waar-
kunnen kaartie-
Spectrum, 10,40
8. (6) Jamie Oliver, The naked Chef
Kosmos, 49,90
9. (-) Daniel Ofman. De kernkwali
teiten van het enneagram
Scriptum. 29,90
10. i-i Louise van Swaaij (e.a.)At
las van de belevingswereld
Dijkgraaf Van der Vee re, 35.00
De boekentoptien wordt wekelijks
samengesteld op basis van ver
koopcijfers van de boekhandels De
Vries in Haarlem en Kooyker Gins
berg in Leiden.
POEZIE RECENSIE
HANS WARREN
'Honderd |aar Nobelprijspoëzie'. samen
gesteld en ingeleid door Erik Menkveld
Uitgevenj Meulenhoff. Prijs: 20.-
Erik Menkveld werd belast met
de verrukkelijke taak een
bloemlezing uit het werk van de
25 met de Nobelprijs voor lite
ratuur bekroonde poëten sa
men te stellen. Zijn persoonlij
ke keuze' (waartoe trouwens
vrijwel alle klassiek geworden
gedichten behoren) wordt nu
onder de niet al te fantasievolle
titel Honderd jaar Nobelprijs
poëzie gepresenteerd. Een
schitterend poëzieboek uiter
aard. Of misschien toch niet
helemaal uiteraard: de samen
steller en de lezer zijn op verta
lingen aangewezen. Gelukkig
blijken die redelijk tot goed te
voldoen, daar staan vertalers
met dichterlijke gaven als jan
Eijkelboom, K. Michel, Jana Be-
ranova, Willy Spillebeen, Theo
van Baaren en M. Nijhoff borg
voor.
Waren de 25 bekroonde dich
ters ook de grootste talenten
van de twintigste eeuw? Daar
valt over te twisten. Het zal
geen kenner moeilijk vallen 25
even belangwekkende figuren
te noemen. Het opvallendst is
wellicht dat de Griekse dichter
K.P. Kavafis de Nobelprijs niet
heeft gekregen. Maar achteraf is
het gemakkelijk praten: toen hij
in 1933 overleed, was er niet
één normale dichtbundel van
hem verschenen, dus hoe kon
men in Stockholm weet hebben
van zijn werk? De lijst van be
kroonden wordt er nauwelijks
minder indrukwekkend door.
In dit boek waarin we geleide
lijk teruggaan in de tijd - we be
ginnen bij Wislawa Szymborska
en eindigen bij A. Sully Prud-
homme - krijgen we in alle be
knoptheid een mooi beeld van
een eeuw wereldpoëzie. Van
het werk van Rabindranath Ta-
gore, dat van William Butler Ye
ats (Varend naar Byzantium'
ontbreekt niet), van T.S. Eliot
(onder meer met 'De reis van
de drie koningen' vertegen
woordigd), van Eugenio Monta-
le en al Nobelprijs voor litera
tuur kreeg. Daarover is zich een
nieuw nationaal trauma aan het
ontwikkelen. Men weet allerlei
argumenten te bedenken, maar
gaat altijd voorbij aan die ene
reden: er zijn eenvoudig geen
Nederlandse of Vlaamse schrij
vers die de prijs verdienen.
Het enige minpunt aan Hon
derd jaar Nobelprijspoëzie is dat
Menkveld de vaderlandse ver-
ongelijktheid nog eens aanwak
kert. 'Het blijft een schandaal
dat dichters als Herman Gorter
en J.H. Leopold de Nobelprijs
niet hebben gekregen', klaagt
hij. En hij schuift in volle ernst
Kees Ouwens en Anneke'Bras-
singa als toekomstige kandida
ten naar voren. Zo weet ik er
ook nog wel een. paar. Geef de
Nobelprijs voor de vrede aan
Saddam Hussein en onder
scheid Jomanda met de Nobel
prijs voor geneeskunde.
THAT BILL'S A LUCKY GUYRtCRUMB, '98
Trefzekere karakters. Hilarische taferelen. Bruisende humor. Bladeren door het werk van striptekenaar Robert Crumb betekent eindeloos genieten.
Niet voor niets is vrijwel alles van wat deze grootmeester van het beeldverhaal heeft getekend ooit in druk verschenen. Liefhebbers als stripteke
naar Joost Swarte en stripuitgever Hansje Joustra van Oog Blik ontdekten echter nog een braakliggend gebied. Zij speurden met hulp van
Crumb vijfjaar lang naar alles wat hij ooit in opdracht heeft getekend. Het resultaat is samengevat in de prachtige bundel 'Odds Ends' (Oog
Blik, 55 gulden): een dubbelzinige titel die 'allerlei karweitjes' of 'rommel' betekent. Het boek bevat niet alleen prachtige cartoons en 'covers'
voor tijdschriften, maar ook schitterende portretten van vrienden en bekenden, verjaardagskaarten, ontwerpen voor advertenties, te veel om op te
noemen. Met als één van de vele hoogtepunten de magistrale tekening over de affaire-Lewinsky, die Crumb tekende voor het blad Rolling Stone.
De zanger is ziek vandaag door Kamagur-
ka (De Fontein, 34,95). Deze bundel om
vat Kamagurka's gehele muzikale carrière,
beginnend bij vroege samenwerkingsver
banden als de Dachau Dollies. De Vlaamse
Primitieven en The Ex, en voortgaand in
het heden, waarin de tekenaar/zanger
schittert aan de zijde van de Vlaamse zan
ger Eddy Wally.
Lam naast leeuw, over J.J. Voskuil door J.
Heymans (De Prom, 29,95). Zeven keer
drie uur sprak filosoof John Heymans met
JJ. Voskuil over diens leven, zijn enorme
boekwerk Het Bureau, het werkelijke leven
op het P.J. Meertens-Instituut, het weten
schappelijk bedrijf en de Nederlandse sa
menleving. In dit boek bekent Voskuil dat
hij een deel van de dagboeken van Bert
Weijde (Frans Veen in Het Bureau) heeft
vernietigd.
Een perfecte glimlach door Jacqui Loft-
house (Bezige Bij, 39,90). Alison Bliss,
wereldberoemd model en schrijfster, loopt
op een ochtend de zee in. Zes jaar later
wordt haar man nog altijd door haar zelf
moord achtervolgd. Dan leert hij de 19-ja-
rige Helen kennen. Maar hun verhouding
wordt door het verleden overschaduwd.
Oranje boven! door Mart Smeets (Veen,
19,90). Bet- en allesweter Mart Smeets
heeft opnieuw toegeslagen met een boek.
Ditmaal belicht hij een heel sportseizoen,
van tennis tot schaatsen tot wielrennen en
voetbal, een seizoen waarin hij zich steeds
weer opnieuw ergert aan de Oranje-sup
porter, die zich volgens hem niet weet te
en in de grote wereld.
Lennon ongecensureerd door Jann S.
Wenner (Het Spectrum, 26,35). De volle
dige tekst van de interviews in het blad
Rolling Stone, opgetekend in 1970. Lennon
praat over het uiteenvallen van de Beatles,
zijn favoriete nummers en hoe ze tot stand
kwamen. Ook spreekt hij over collega-mu
sici, zoals de Rolling Stones en Bob Dylan,
over wat hij vindt van drugs en van revolu
tie, en over zijn relatie met Yoko Ono.
Eindeloos ijsberen of gegooi met asbakken en proppen papier - welke taferelen spelen zich af in de
werkkamer van de schrijver? Deze rubriek geeft een inkijkje in het schrijfproces. In deel 21: Ronald
Giphart (1965) van wie recentelijk de roman 'Ik omhels je met duizend armen' verscheen.
„In mijn laatste boek zat een epiloog
waar ik erg op gesteld was. De hoofd
persoon keek terug op zijn belevenis
sen vanaf het toilet, waar een ongebo
ren vrucht in dreef. Ik geef toe: nogal
pathetisch allemaal, maar toch. Mijn
meelezers wilden die epiloog er per se
uithalen. Het boek zou volgens hen
veel sterker zijn als ik eerder stopte. Ik
vond dat aanvankelijk heel vervelend.
Het gevoel alsof de scheidsrechter vijf
minuten voor het eind van de wedstrijd
afblaast. Maar ik heb me er toch maar
bij neergelegd. Ach, zeiden mijn meele
zers, je staat op dat moment toch al
met 5-0 voor. De uitslag verandert er
echt niet meer door.
]a, ik ben heel makkelijk in het laten
meelezen van mijn teksten. Mijn drie vaste
meelezers krijgen al na veertig pagina's de
eerste uitdraai. Je moet als schrijver je ego
wegcijferen. Het draait alleen om het eind
product, hoe eerder je wordt teruggefloten
hoe beter. Mijn meelezers vonden bijvoor
beeld ook dat er te veel personages in mijn
boek zaten. Er konden wel twee uit, anders
zouden ze veel te inwisselbaar worden.
Het betekende in het schrijfproces een ver
traging van een week, maar het bleek wel
juist
Niet dat ik onvoorbereid aan een boek be
gin. Elke nieuwe roman begint met een
brainwave, een flits waarbij ik ineens het
idee voor het boek krijg aangereikt. Daar
loop ik vervolgens drie maanden op te
broeden. Op een dag ga ik achter mijn bu
reau zitten en maak op drie A-viertjes een
lijst met alle paginanummers: van één tot
driehonderd. Achter elk nummer schrijf ik
op wat er op die pagina gaat plaatsvinden.
Phileine gaat uit eten, toont haar clitoris in
een vol restaurant, etcetera. Zo'n schema
hang ik op mijn werkkamer vaak boven
mijn bureau en daar hou ik mij aan.
Ik schrijf op werkdagen vanaf tien uur.
Eerst werk ik mijn post af en om half elf
begin ik echt. De eerste versie schrij
ven is heerlijk werk. Vaak zit ik dan
te gnuiven achter mijn bureau. Maar
hoe leuk is het nog na vijf keer lezen,
of na tien keer? Er zijn passages in
mijn boeken die ik 36 keer heb her
schreven.
Gemiddeld haal ik één pagina per
dag. Om vijf uur stop ik, behalve in
de laatste fase van het boek. Dan
werk ik 's avonds door. Er zijn schrij
vers die dat de prettigste fase vinden,
ik niet. In die fase ben je volkomen
geobsedeerd door het boek. Alsof je
in een Europacupfinale twintig mi
nuten voor tijd met 1-0 achterstaat:
alles is op de gelijkmaker geconcen
treerd. De druk op je schouders is
enorm.
Toch weet ik mijn boeken altijd op tijd af
te ronden. Vaak zelfs precies op de dag die
met de uitgever is afgesproken. Alleen mijn
laatste boek liep wat uit. Maar ja, tijdens
het schrijfproces kreeg ik twee kinderen en
ben ik met Joost Zwagerman op theater
tournee geweest. Daar had mijn uitgever
wel begrip voor."
TEKST: MARTIN HENDRIKSMA
FOTO: UNITED PHOTOS DE BOER ROB
HENDRIKS
Het Groot Hollandsch Verzenboek door
Bram Vermeulen (Houtekiet/de Prom,
32,50). De nieuwste bundel van Bram Ver
meulen is een verzenboek in de beste Hol
landse traditie: moralistisch, rijmend en
belerend. Met illustraties van de dichter
zelf.
Dodelijk spel door Iris johansen (Lui
tingh-Sijthoff, 36,90). Eve Duncan wordt
ditmaal gevraagd om als forensisch artieste
een gezicht te boetseren voor een kinder
schedel. De moordenaar speelt echter een
spel met Eve, wier dochtertje Bonnie ooit
werd vermoord, maar van wie het lichaam
nooit is gevonden.
Bouwstijlen in Nederland 1040 - 1940
door Roland Blijdenstijn Ronald Stenvert
(SUN, 34,50). De architectuurhistorici
Blijdenstijn en Stenvert bespreken in dit
boek een vijftiental bouwstijlen. Wie wil
weten welke varianten er van de gotiek in
ons land bestaan of wat de kenmerken van
de Jugendstil zijn, komt ruimschoots aan
zijn trekken.
Stephen King is één van de best verkopende schrijvers
ter wereld. Hij schreef bestsellers als 'Carrie', 'The Shi
ning', 'Misery' en 'The Green Mile'. Boeken die, later
verfilmd, stuk voor stuk nog eens miljoenen dollars extra
in het laatje brachten. Wat is het geheim van zijn succes?
In 'Over leven en schrijven' legt hij het allemaal zelf uit.
AUTOBIOGRAFIE RECENSIE
AD VAN KAAM
'Over leven en schnjven' door Stephen Engelse grammatica in een of
King. Uitgeverij Luitingh-Sijthoff Prijs: ander gat in Maine. Verhalen
29,90 schrijven deed hij 's avonds in
het washok, zoals hij dat als va
derloos kind al deed
Een verrassend boek,
zeker als hij al in zijn
voorwoord stelt dat
romanschrijvers - hij
zelf niet uitgezonderd
- eigenlijk nauwelijks
weten wat ze doen of
hoe ze het doen. Bo
vendien, stelt hij vast,
is The Elements of Sty
le (1957) van William
Strunk het enige
handboek dat op dit vlak enig
hout snijdt. Dat hij er uiteinde
lijk toch aan begonnen is, ver
baast hem achteraf dan ook.
Dat hij het recentelijk heeft vol
tooid nog meer. Een ernstig au
to-ongeluk in de zomer van
1999 betekende bijna het einde
van het leven van de nu 53-jari-
ge King.
Het voltooien van dit boek,
heeft er voor een belangrijk
deel aan bijgedragen dat hij nog
leeft, stelt hij achteraf. Schrijven
als remedie. Schrijven als nood
zaak ook. Want King, zo blijkt
uit zijn verhaal, heeft nooit zon
der gekund. Ook niet toen hij
als 26-jarige, getrouwd en twee
op zolder waar de rat
ten knaagden. De sta
pel afwijzingen van
uitgevers groeide ge
staag. Hij bewaarde ze
zonder uitzondering.
Totdat op een dag de
wereld voor hem kan
telde. Bill Thompson,
de man die later ook
ene John Grisham zou
ontdekken, belde hem
op met de mededeling dat Car
rie in pocketuitgave op de
markt zou verschijnen. En dat
daaraan een cheque van
200.000 dollar vastzat. Vanaf
dat moment was zijn naam als
schrijver van fictie gevestigd.
De armoe en de ellende voorbij.
Het hoofdstuk CV biedt een
interessant inkijkje in het leven
van de jonge Stevie King en zijn
latere strijd tegen de drank, de
dope en de nicotine. Wat dat
aangaat, verloochent hij zijn
motto ('Wees altijd eerlijk als
schrijver') ook in dit autobio
grafische werk niet. Het per
soonlijk element klinkt steeds
weer door in de rest van het je moet schrijven?
boek dat verder is ge
het schrijven zelf. Zij
zijn moeder, zijn vrc
opa - ze komen telke
Als voorbeeld, als ld
als inspiratiebron.
King heeft veel te
over het vak. Hij doei
wijls - zoals het een
betaamt - aan de hand
gelijkingen. Wat je zijn
nodig hebt, is een
schapskist - zoals zijn
had - met verschüli
veaus. Wil het wat wo )TT
dien je de grondbj
(woordenschat, grai jnj
stijlelementen) onder i oc
krijgen. Verder is de ,n
vorm de dood in de po )I1(
weg naar de hel gepla
bijwoorden. Ga nie
wachten tot de muze
komt, schrijven is ge»
vak, net als timmerei LVE
daad, zo hier en daai
ook King zich in alge
den en platitudes. Z ,jr
deze: van een slechte
kun je nooit een goede
Maar het zij hem
Want King komt toe
met nuttige tips en s
voor wie het schrijvei
warm hart toedraagt. D
geeft hij fraaie voorbee )SV
hoe het wel en niet mo
slotte nog een grieze ,jt
om zelf in te vullen en iar
naar www.stephenkinj e
dan daarbij: wie d jn
schrijver als Stephen j
kritiseren? Een schr
miljoenen boeken hi
kocht, weet toch bij ui i
ROMAN RECENSIE
HANS WARREN
'Joods labyrint' door Nol de Jong Uitge
verij De Geus Prijs 45,- Uitgeverij De
Op een nacht, ruim een halve
eeuw na de oorlog, wordt de
jood Otto Aaron van zijn bed
gelicht. Zonder verklaring
wordt hij gearresteerd en opge
sloten in cel 3016 van een ge
heimzinnige gevangenis. Hij
wordt verhoord door een
Rechtscommissie voor Ideolo
gische Misdrijven. Otto, de
hoofdpersoon van de eerste ro
man van Nol de Jong, krijgt vra
gen voorgelegd als: „Wilde u
ons niet eenvoudig uitverko
pen?' Hij verdedigt zich aldus:
„Ik ben een directeur van deze
tijd, van een bank van deze tijd.
Ik ben een jood van deze tijd.'
Hij had zich bij zijn werk voor
de Eerste Joodse Verzekerings
bank niet door sentimentele,
maar door zakelijke overwegin
gen laten leiden: „Ik wil er niet
op rekenen dat men ons ontziet
uit angst of uit schuldgevoel."
Het verhaal maakt een ietwat
bizarre indruk, en dat zal ook
de bedoeling van De Jong ge
weest zijn. Hij werd zelf in 1947
geboren, de hoofdpersoon van
zijn roman is in 1946 geboren:
allebei joden van na de oorlog
dus. Wat betekent dat? Ben je
dan een gevangene van ander
mans verschrikkelijke verleden,
zo zeer dat je niet eens aan de
toekomst mag den
ken? De schrijver
vraagt in een verant
woording zijn boek
niet op te vatten als
een sleutelroman, hij
voegt daaraan even
wel toe: „Natuurlijk
heeft het verhaal alles
met mijn leven te
maken, anders had ik
het niet geschreven."
We krijgen een ge
chargeerde parabel te
lezen over de nooit eindigende
joodse claims. Geen week gaat
immers voorbij zonder berich
ten over joodse tegoeden die
nog vereffend moeten worden,
schilderijen die teruggegeven
zouden moeten worden, polis
sen die zouden moeten worden
uitbetaald. Wanneer de eisers
hun zin niet krijgen, volgen
soms verbeten verwijzingen
naar de vervolging. Heel wat jo
den kunnen zich niet met der
gelijke morele chantage vereni
gen. De eensgezindheid willen
ze echter niet doorbreken. De
Jong heeft dat dus wel aange
durfd. Hij neemt het op voor de
'jood van deze tijd' en laat Otto
na veel narigheid een klinkende
overwinning behalen.
Deze wordt als een crimineel
behandeld, zonder precies te
begrijpen waarom: „Het heeft
met de oorlog te maken en met
het lijden en de tradities. Ik ge
loof dat niemand daarin iets
mag veranderen." Hij had wel
verandering!
gevoerd en
worden heo
een ad
campagne
gemaakt: „U
voor dat
voor niets
zijn." Otto
dens zijn v
het hoofd
vecht terug,
niet anders
weer laten
leen zal hij nooit meei
functioneren bij de Eet
se Verzekeringsbank,
stelling waar een rabb ,'jj
onderzoeken of alles
verliep en waar
de 'oude rekeningen',
ningen van families dii )n
log niet hebben overli
heerde 'alsof het haar
waren'.
Nol de Jong heeft eert2
kelijke roman geschrev
in dingen worden ge ,t
volgens velen niet mo je
den gezegd. Kun je
vanwege de verschi
van de oorlog aanspraa
op een voorkeursbeha
Wanneer is de oorlog i
voorbij? Staat Israël t
wet? Vanuit cel 3016 »v m
dergelijke ongemakke! e
gen gewaagde aritwoo Cl
geven. Zelden kreeg e
zo'n toepasselijke titi
Labyrint.
NON-FICTIE RECENSIE
'Het hart van de zee, de tragedie van een
walvisvaarder' door Nathaniel Philbrick.
Vertaling Corrie van den Berg en Carola
Kloos. Uitgeverij Ambo Prijs: 52,50
Het was een hard en meedo
genloos leven, de walvisvaart
aan het eind van de achttiende
en het begin van de negentien
de eeuw. Maar ook winstge
vend, want dankzij de traan van
potvissen brandden de straat
lantaarns en konden machines
worden gesmeerd. Op het ei
land Nantucket voor de kust
van Massachusetts leefde er
een hele Quaker-gemeenschap
van. Als de Nantucketers elkaar
toe proostten, zeiden ze: 'Dood
aan de levenden, lang leve de
slachters, voorspoed voor de
zeemansvrouw, volvet geluk
voor de walvisjager'.
En slachters waren het, wre
de, hardvochtige slachters, die
in een potvis geen levend we
zen zagen, maar 'een zichzelf
voortstuwende tobbe spek met
een hoge handelswaarde'. Van
uit dit Nantucket vertrok op 12
augustus 1819 de walvisvaarder
Essex. Het zou een noodlottige
reis worden, die eindigde in
hongerdood en kannibalisme.
Op basis van de reis van de
Essex schreef Herbert Melville
zijn beroemde roman Moby
Dick, die verschillende malen is
verfilmd. Maar de door Melville
beschreven strijd tussen kapi
tein Achab en Moby Dick, de
witte walvis, valt bijna in het
niet bij het ware verhaal van de
Essex, dat nu in Het hart van de
zee is opgetekend door mari
tiem historicus Nathaniel Phil
brick uit - passend
genoeg - Nantucket.
Want waar Moby
Dick eindigde met de
ondergang van het
schip, begon voor de
mannen van de Essex
pas de werkelijke el
lende.
Twee overlevenden
van de Essex zouden
na afloop hun herin
neringen noteren.
Het verslag van de
eerste stuurman, Owen Chase,
dat negen maanden na zijn red
ding uitkwam, wordt tot op de
dag van vandaag herdrukt.
Maar in de jaren tachtig van de
vorige eeuw dook ineens ook
een notitieboekje op van Tho
mas Nickerson, die als 14-jarige
scheepsjongen de ondergang
van de Essex meemaakte en
zijn versie van het verhaal op
71-jarige leeftijd opschreef.
Philbrick heeft die twee boeken
op magistrale wijze in elkaar
geschoven. Vanuit hun van het
moederschip neergelaten sloe
pen van nog geen acht meter
moesten de mannen eerst een
potvis zien te harpoeneren.
Daarna moesten ze het enorme
dier, dat 45 tot 50 ton kan we
gen, uitputten. Mijlen, mijlen
en nog eens mijlen lieten ze
zich door de potvis op sleep
touw nemen, waarbij krankzin
nige snelheden bereikt konden
worden van wel 15 knopen,
'een snelheid waarvan je botten
gaan rammelen' en waardoor
de nagels uit de boten vlogen.
Daarna volgde het moeizame,
maar vooral weerzinwekkende
doden. 'Wanneer de lens einde
lijk zijn doel geraakt had, begon