Op ont dekkingsreis
Sloop dreigt voor oud Elisabeth-ziek
De kamer van Puma Smagge heeft openslaande deuren naar de paradijselijke binnentuin. Daar
woont een Vlaamse gaai, en er staat ook een beschermde reuzenpijnboom in, een Califomische
sequoia, ,,'s Zomers slaap ik hier met de tuindeuren open", zegt Smagge.
FOTO'S DICK HOGEWONING
Film- en reclameposters, slingers en andere attributen: de nog bewoonde gangen van het oude
ziekenhuis zijn naar eigen smaak en inzicht van de studenten ingericht.
Het verhaal gaat dat 's nachts
Duizenden Leidenaarszijn erge
familie. Nu is het grotendeels verh
rooms-katholieke Elisabeth-ziekei
Of dat verhaal van die non klopt,
weet Pumnta Smagge, student
en bewoner van het voormali
ge ziekenhuis, niet. „Legendarisch is het
voor ons wel." Huisgenoot Jurian Luiten:
„Drie buitenlandse studenten die hier de af
gelopen jaren woonden kwamen, los van el
kaar, met hetzelfde verhaal. Midden in de
nacht zagen ze een biddend nonnetje op
haar knieën, in een devote houding en met
de bijbel in haar handen. Maar volgens mij
werden die verhalen opgeblazen."
Spookachtig is het sowieso in de vele lege
gangen van het oude ziekenhuis aan de
Hooigracht. De verkleurde posters hier en
daar zijn vaak de enige herinnering aan vroe
gere bewoning. Wie wat verder rondkijkt,
ontdekt meer: stapels dossiers en rapporten,
muurschilderingen, wijwaterbakjes, oude
medicijnkasten, en in de kelder verbrande
overblijfselen van brandweeroefeningen. Die
oefeningen houdt de brandweer nog steeds:
de studenten hebben er weinig last van. Mu
ren en vloeren zijn dik genoeg.
De nog zo'n twintig studenten zijn de laat
ste 'patiënten' van Elisabeth. Ze kunnen er
voor een schijntje riant wonen. Althans tot
dat toekomstig eigenaar en projectontwikke
laar het Maarssens Bouwbedrijf zijn zin krijgt
(en het fraaie complex mag slopen). Daar
mee lijkt na jaren van dubben en debatteren
het lot van Elisabeth bezegeld. Hergebruik is
namelijk onrendabel, beweert het bedrijf.
Qnzin, zeggen tegenstanders en het wordt
daarom tijd dat een tegenstroming op gang
komt. Voor het echt te laat is. „Iedereen hier
zegt: laat het in godsnaam staan."
Verknocht
De Stichting Leidse Studentenhuisvesting
was de afgelopen elf jaar en tot voor kort
huurder van het gebouw. Ze liet de verant
woordelijkheid voor het beheer en het on
derhoud grotendeels aan 'studentbeheer
ders'. Die verantwoordelijkheid ligt inmid
dels volledig bij hun. De studenten hebben
nu een gebruikersovereenkomst rechtstreeks
met het Maarssens Bouwbedrijf afgesloten.
Een van de bewoners van het eerste uur
(en inmiddels ook beheerder) is Tage 'Puma'
Smagge. „Ik ben helemaal verknocht geraakt
aan het pand. Het uitzicht en de locatie zijn
fantastisch. En dit gebouw blijft je verras
sen." Smagge zegt dat laatste niet zomaar.
Overal in het gebouw hebben de vroegere
gebruikers hun sporen nagelaten. Niet alle
vorige bewoners waren even zorgvuldig in
het opruimen van hun huisraad-
Zo zijn er nog oude video-opnames van
operaties gevonden. En verder dossiers over
psychiatrische patiënten, archieven en volle
dig ingevulde enquêteformulieren. „Wat pri-
vacy-gevoelig was, hebben we toch maar
even laten ophalen", merkt de studentbe
heerder op.
„Of die ene zomer dat we nog niet wisten
waar het vliegtuig lag. Gingen we in de tuin
prikken met peilstokken." Vliegtuig? Jazeker,
verhaalt Smagge, die zich al een aantal jaren
verdiept in de geschiedenis van het gebouw.
Op zondag 24 oktober 1943, het was een
heldere dag, sloeg een Duits gevechtsvlieg
tuig te pletter in de tuin van het ziekenhuis.
Niet vast staat of de piloot op dat moment
nog leefde. En dus mogelijk bewust een
ramp heeft willen voorkomen door niet op
het ziekenhuis aan te sturen, maar op de
binnentuin. „Het vliegtuig boorde zich in de
grond en ligt daar nog altijd. Er is een nieu
we vleugel van het ziekenhuis voor een deel
overheen gebouwd."
Smagge en Luiten kennen het immense,
rondom een binnentuin gebouwde complex
als hun broekzak. Omdat de studentbeheer
ders verantwoordelijk zijn voor stromend
water, brandende kachels en voor het be
houd van tenminste de huidige onderhouds-
staat, lopen ze elke week hun ronde. Een
wandeling van al gauw drie kwartier. Smag
ge: „Eén keer liep ik een kamer in en stond ik
ineens oog in oog met vijf junks. Ik schrok
wel even."
De studenten hebben de afgelopen jaren
ook nogal wat overlast van drugsverslaafden
gehad. De achterburen van het ziekenhuis in
Pancras-Oost kunnen daar trouwens over
meepraten. „De verslaafden braken via de
achterkant in. Er werden ramen ingeslagen.
Nu staat er een groot hek met prikkeldraad
en hebben we nog nauwelijks last."
„Je verstoppen is hier goed mogelijk. De
Duitsers hebben ook nooit de zeventig tot
honderd onderduikers kunnen vinden. Zij
zaten op een vliering tussen de eerste en
tweede verdieping, om de Arbeitseinsatz te
ontlopen."
Paradijselijk
Smagges kamer heeft openslaande deuren
naar de paradijselijke binnentuin. Wie in de
tuin vertoeft, vergeet dat hij midden in de
stad staat. Er woont een Vlaamse gaai, en er
staat ook een beschermde reuzenpijnboom
in, een Califomische sequoia, ,,'s Zomers
slaap ik hier met de tuindeuren open", zegt
Smagge op trotse toon.
Heerlijk was het altijd om in die tuin te
zijn, zegt Lenie van Kaam, nog altijd labo
rante bij het huidige Rijnland Ziekenhuis in
Leiderdorp. Het gaf een serene rust. „Ik heb
het altijd een mooie tuin gevonden. Zusters
gingen hier met patiënten wandelen, en wij
zelf ook. Het was een eldorado." De project
ontwikkelaar wil er een park van maken dat
overdag vrij toegankelijk is voor de hele
buurt.
„Alle afdelingen hadden een heiligen
naam", weet Van Kaam nog. „De patiënten
lagen met twintigen tegelijk op een zieken
zaal. Nou, dat was soms dikke pret onder el
kaar. Kwam ik daar als 18-jarige, net in
dienst, zo'n zaal op vol mannen. Die natuur
lijk allerlei opmerkingen maakten. Eerst
durfde je niks. Later zei ik: hallo, wie wou er
wat? Ik heb hier de naalden hoor."
Tegenwoordig zijn de meeste ziekenzalen
leeg. Een enkele student met tekentalent
heeft zich soms uitgeleefd op de muren. Her
en der slingeren verdwaalde paperassen
rond. Oude filmposters hangen er ook nog.
De projectontwikkelaar zegt op grond van
een onderzoek dat hij niets kan met al die
mimtes.
De oude kapel van het ziekenhuis is van
daag de dag een vergeten stortplaats voor
grof vuil. De vloer ligt beza
flessen, ansichtkaarten ei r
zijn bedden, stoelen, tafe
fietsen en winkelwagen^
puinhopen staan in schril
schoonheid van bijvoorbi
schilderde ramen.
„Hier word ik dus ga
Smagge. Hoe het zo erg k(
hij en Luiten niet. De kap
systematisch gebruikt ai
plaats, ruim voor het tweel
het complex overnam. Opi
gonnen werk. „Toch wil ik
lemaal leeg halen", kondigi
dan geef ik er een groot din
In de operatiekamer op
ping staan twee bankstelle
De kamer wordt niet meer
hij een prachtig uitzicht bil C
tuin en erg ruim is. Drie dt 1
toegang tot een smalle gai u
de OK. „Sluisjes", verduid!
„Want je moest vanzelfsp
zaal in." Erboven zitten al
zichtige ramen. Daarachtei
toekijken hoe de chirurgen r
Op de zolderverdieping r
De oude kapel van het ziekenhuis is vandaag de dag een vergeten stortplaats voor grof vuil. De
vloer ligt bezaaid met lege wijnflessen, ansichtkaarten en tijdschriften. Schoonheid zit er nog
wel in de muren.