Sport Lakner voert een ongelijke strijd Randje BUITENSPEL ffERDAG 25 NOVEMBER 2000 Kroatische coach van Leiderdorp komt speelsters tekort Laki Miljenko Lakner kan nog niet echt genieten van zijn debuut als coach in de eredivisie. De Kroaat staat met Leiderdorp onderaan de ranglijst. Bij zijn eerdere ploegen, Batouwe en US, maakte hij het nog niet mee dat er na acht wedstrijden geen punt was behaald. De 36-jarige trainer, die in zijn vaderland in de tweede divisie uitkwam voor Zegeznicar en Polet, wijt het vooral aan een tekort aan speelsters. In tien stellingen geeft hij zijn visie op de problemen. door PETER VAN DER HULST 1. BV Leiderdorp hoort niet thuis in de eredivisie. „Het draait bij ons in principe om een of twee mensen. Als we die er bij hebben, dan is het hele maal geen probleem om eredivisie te spelen. Zeker niet in de thuiswedstrijden, waarin we ook nog eens kunnen rekenen op de inzet van twee junio ren. Basketballen met zes speelsters is niet te doen. Sandra Wagemaker moest eerder al stoppen van wege een knieblessure. Afgelopen week hebben Marije de Groot en Laurien Teunis vanwege een zelfde blessure aangekondigd te stoppen. Je hebt een team nodig waarin speelsters moeten vechten om hun plek, maar bij Leiderdorp weten ze precies wie er gaat spelen. Ze hoeven hier niet meer te knokken voor hun plaats. Als je met maar zes speelsters een zaal binnenkomt dan heb je al verlo ren. Het is niet te doen. We missen de combinatie van technische en snelle speelsters. Ik speel graag full court press, maar door de smalle selectie moe ten wij half court press spelen, of in de zone staan wat zeker niet mijn bedoeling was. Conditioneel komen we anders aan het einde van de wedstrijd tekort. Maar ik blijf een optimist. Wie weet wat er gebeurt als we vanavond alles raak schieten tegen Den Helder." 2. Met geld is in het basketbal alles te koop. „Je bent een goede coach in een team met geld. Dat gaat vooral de laatste tijd op. Een typisch voor beeld is Landslake Lions. Drie speelsters vertrok ken naar Lely Amsterdam en niet alleen omdat ze het daar zo leuk vinden, ook vanwege het geld. Landslake zou ergens in de middenmoot meedoen, maar door twee betaalde, goede Amerikaanse speelsters staan ze nu zonder puntverlies boven aan. Geld maakt bovendien een goede voorberei ding op de competitie mogelijk. Je kunt je een be tere accommodatie veroorloven en je kunt meer trainen, waardoor het team in alle opzichten beter wordt. Kijk naar NAC Breda of Eiffeltowers Nijme gen waar Marco van den Berg, een goede kennis van mij, coach is. Hij kan tien topspelers kopen. Of het nou voetbal, volleybal of basketbal is, overal waar geld is, heb je een goed team. Natuurlijk gaat het niet altijd op dat een goed team ook een goede coach heeft, maar een rijke ploeg kan zich wel een topcoach permitteren." 3. Lakner mist de ervaring voor de top. „Wat bedoel je met top? Ik vind de eerste vier ploe gen van de eredivisie top. Ik coach nu ruim vier jaar en ben tweemaal gepromoveerd. Vorig jaar heb ik bij US een leuk seizoen meegemaakt. Tot twee wedstrijden voor het einde van de competitie deden we nog mee voor de titel, terwijl de ploeg het jaar ervoor bijna was gedegradeerd. Maar het klopt dat coaches die al vijftien jaar bezig zijn meer ervaring dan ik hebben. Ik denk niet dat je alleen naar de inbreng van de coach moet kijken om Lei derdorp vijf of zes wedstrijden te laten winnen. Er zijn ook andere oorzaken waarom het nog niet lukt. Bepalende speelsters als Lonneke Bransz en Renske van der Voort zijn weggegaan. Samen wa ren ze goed voor veertig punten in een duel. En dan zijn ook Sanne Bakker en Margje Mosman ver trokken. Daarvoor in de plaats zijn twee speelsters uit het rayon gekomen. Ze spelen steeds beter, maar missen de nodige ervaring. Dit jaar heb ik veel geleerd van mijn fouten. Ik zal ze niet meer maken. Welke? Ik had bij Leiderdorp meteen moe ten aangeven dat ik alleen coach wilde worden als er een selectie van twaalf speelsters was. Ik had moeten zeggen: met zeven man doe ik niet mee. Ik merkte dat basketbalsters te laat of helemaal niet kwamen trainen omdat ze toch zouden spelen. Bo vendien trainen we maar tweemaal per week. Dat gebeurt bij geen enkele ploeg in de eredivisie. Dat was óók een van mijn fouten. En je moet trainen in de hal waar je speelt. Niet eerst in Leiden, dan in Voorschoten en vervolgens weer in Leiderdorp. Twaalf speelsters en driemaal trainen; dat zijn voorwaarden. Ik wil niet het lachtertje van de com petitie zijn. Ik heb een hekel aan verliezen." 4. Lakner wordt onvoldoende gesteund door zijn eigen bestuur. „In het begin heerste er onduidelijkheid. Was het niet duidelijk wie er binnen het bestuur verant Laki Miljenko Lakner: „Mijn familie is voor mij het belangrijkste, maar het basketbal zit daarbij dicht in de buurt." FOTO HtELCO KUIPERS woordelijk was voor dames 1. De hele organisatie was even zoek. Dan was je aan het trainen en eiste na anderhalf uur een andere groep de hal op, of hadden we niet genoeg ballen. Van alles was er mis. Rinus Kroon is nu aangesteld als contactper soon tussen het bestuur en dames 1 en dan heb ben we nog Ed de Kier als teammanager. De trai ningstijden zijn nu geregeld en we hebben nieuwe ballen. En ik weet wie ik kan bellen als er iets mis is. Hier is heel veel over gepraat. Ik heb wel gezegd dat het bestuur te weinig doet. Vergaderen is iets, maar doen ook. Er zijn nu twee, drie, vier mensen die wat voor ons doen. In dat opzicht is er veel ver beterd. Ook over de inzet van jeugdspeelsters be stond verwarring. Dat kwam omdat er met de coach van de junioren geen duidelijke afspraken waren gemaakt. Dat is ook mijn fout. Het probleem is dat er geen beleid is. Wat heeft prioriteit? Dames 1 alleen maar mee laten spelen in de eredivisie is voor mij onvoldoende. Ik had dat eerder moeten viagen en dat heb ik niet gedaan." 5. Leiderdorp moet kiezen voor de jeugd. „Dat zou de bedoeling van elk team moeten zijn. Dan hoef je ook geen reiskosten te betalen, kunnen ze op de fiets. Maai- het is niet haaibaai-. In een meisjes juniorenteam zitten niet zomaar vier, vijf of zes talenten. Er zijn te weinig goede jeugdspeel sters om er volwaardig de eredivisie mee in te kun nen. Een team moet een combinatie van jongere en oudere speelsters zijn, maar in het verleden zijn ervaren speelsters als Lonneke en Renske wegge gaan." 6. Het is heel leuk om vrouwen training te geven. „Voor mij is er geen verschil. Ze moeten allemaal die oefeningen doen. Winnen is winnen. Ik praat wel veel over winnen, maar eigenlijk is er nog niets gewonnen, behalve die ene bekerwedstrijd. Ik moet een uitdaging hebben en dan maakt het niet uit of MOOIER dan GOUD Melanie: Onze familie is heel hecht. Met mijn oudste zus heb ik ook een goede band. Maureen is mijn twee- lingzus, dat is toch anders, mooi. We hebben altijd al- les samen gedaan en we vinden het best moeilijk om zonder elkaar dingen te doen. Het gaat wel, maar het toch anders. Vorig jaar gingen we voor het eerst naar verschillen - opleidingen, dat vonden we doodeng. Omdat ik naar de Pabo ng, wilde Maureen dat ook gaan doen. Maar ik zei: doe maar niet, staat er niet echt achter. Zij heeft toen gekozen voor de opleiding xiaal Pedagogische Hulpverlening. Gelukkig, want ze vindt het el erg leuk. En eigenlijk hadden we elkaar daarna ook meer te rtellen, omdat we met andere vriendinnen en andere mensen om- ngen. Inmiddels ben ik met de Pabo gestopt omdat het niet echt te mbineren was met het schaatsen. We zitten nu ook weer samen in de kernploeg. Met topsport heb je e taar echt nodig, de een stimuleert de ander. Het moeilijkste is als ons ergens voor moeten plaatsen. Dan ben je niet alleen zenuw- htig voor jezelf, maar ook voor de ander. Want je wilt dat zij zich k plaatst. Vroeger was het echt een drama, als de een slecht reed in kon de ander niet echt blij zijn met een goede prestatie. We bben er met de trainer goed over gepraat en nu gaat dat wel beter. We voelen elkaar heel erg aan. Soms hoeven we niets te zeggen, n hoeven we elkaar alleen maar aan te kijken om te weten wat denken. Dat is best wel raar, soms denk ik: hoe kan dat dan. nis heb ik een liedje in mijn hoofd en dan begint zij dat ineens te igen. Het is wel grappig, maar ook wel eng. Vroeger hadden we er wel moeite mee dat we als een persoon wer- n gezien, dat is niet leuk. Maar dat wordt steeds minder. We gaan k minder op elkaar lijken. Maureen: We hebben een andere lichaamsbouw, en ook een an- re stijl van schaatsen. Melanie is wat breder, forser, en ze heeft nk ik een iets tragere beweging met het schaatsen. Ik heb Melanie gekozen omdat we een tweeling zijn. Zij is mijn maar zij is iets meer dan mijn zus. Ik kan niet zonder haar, we 0 innen niet zonder elkaar. Eerst was het zo dat we het liefst alles samen deden. Samen naar 1 iooi, samen schaatsen. Je denkt dan dat je het alleen niet kan. 1 ttar nu hebben we allebei onze eigen richting gekozen, en daar- or zijn we ons allebei zelf gaan ontwikkelen. Het is ook heel leuk n elkaar dan weer te zien. Je hebt elkaar meer te vertellen. Daar- or zijn we eigenlijk nog méér naar elkaar toe gegroeid. Het belangrijkste is dat je wat meer bent dan een zus, we zijn ook g eens vriendinnen. Samen trainen is ook altijd fijn. Zeker in de mer, als je dan bijvoorbeeld moet gaan-hardlopen is het leuker het metz'n tiveeën te doen. Je kunt de ander ook stimuleren. Het is moeilijk om te vertellen waarom ik haar leuk vind, daar nk je eigenlijk nooit over na. Ik kan met haar trainen, praten, la in, en ruzie maken als het moet. Als er iets moet gebeuren, dan pijpen we elkaar, dan hoeven we elkaar alleen maar m te kijken. Ik vind het leuk dat zij thuis voor het iishouden zorgt, en ze zorgt ook voor mij. Het eten lat altijd klaar. Zij is toch altijd een beetje de oudste i veest. (ST: JANET VAN DUK r0: HIELCO KUIPERS shorttracksters Melanie (links) en Maureen de Lange werden geboren op 25 oktober 1978 in Leiderdorp. Ze zitten in de kernploeg. Hun sportieve hoogtepunt was deelname aan de Olympische Spelen van 1998 in Nagano, Japan, waar ze zesde werden op het onderdeel estafette. Een jaar later werd Melanie zesde op het EK, en Maureen derde. Maureen de Lange werd toen ook Nederlands kampioene. het mannen of vrouwen zijn. Vrouwen kunnen niet dunken, maar dingen die ze niet kunnen ga ze ik niet vragen." 7. Het vrouwenbasketbal in Nederland stelt niets voor. „Dat kan je wel concluderen. Tussen de eerste vijf teams van de eredivisie zie je aardige wedstrijden, maar als ze over de grens gaan loopt het altijd mis. Een kwestie van prioriteit. De meeste speelsters moeten naar school of hebben een baan. Neder land heeft talentvolle speelsters. Ik heb hier basket balsters gezien die overal kunnen spelen, maar dan moeten ze er ook voor gaan. In mijn geboorteland Kroatië hebben we een speciale school waar ze le ren én basketballen. Zij zijn gemotiveerd en weten dat ze over enkele jaren prof kunnen worden. Op zo'n manier kan je meer doen. Nederlanders zijn lang en bezitten dezelfde kwaliteiten als Kroaten, Grieken en andere buitenlanders die hoog spelen. Als Nederlanders goed kunnen voetballen, waarom dan niet basketballen? Waarom lukt het op een col lege in Amerika wel? Iemand die zich voorbereidt op de top krijgt ook een winnaarsmentaliteit. Bas ketbalsters die voor de lol spelen hebben dat veel minder. Verloren wij in Kroatië dan was dat een re gelrechte ramp. Niemand praatte meer met elkaar. Dan was het ruzie. In de daaropvolgende wedstrijd deed je drie keer zo hard je best. Als iemand dan beter is, maar je hebt er wel alles aan gedaan, dan is dat voor mij ook een winnaarsmentaliteit." 8. Lakner leeft voor het basketbal. „Ik ben er zeven dagen per week mee bezig. En dat doe ik niet omdat ik er rijk van word, maar omdat ik het leuk vind. Voor mij is het winnen, winnen en nog eens winnen. Bij Leiderdorp lukt dat nog niet, maar ik ben ook coach van de jongens junioren van Lely en zij hebben nog alles gewonnen. Daar naast kijk ik per week drie wedstrijden op televisie. Mijn familie is voor mij het belangrijkste, maar het basketbal zit daarbij dicht in de buurt. Het klopt dat de familieband bij ons heel sterk is. Hier zijn de mensen veel zelfstandiger. Dit is een rijk land. Het is makkelijk om bij je ouders weg te gaan, want je krijgt hier toch wel een flatje. Bij ons niet. Daar blijf je langer bij je ouders. Daardoor wordt die band ook steviger. Misschien zit het ook wel in ons bloed, is het een traditie. Ik bel bijna elke dag met mijn familie." 9. Een goed ingespeeld Leiderdorp gaat in de tweede competitiehelft wel de punten pakken. „Het wedstrijdschema heeft tot nu toe niet meege zeten. We speelden thuis tegen kwalitatief goede teams waarvan we, door alle problemen, niet kon den winnen. Tegen de teams die niet veel sterker zijn dan wij spelen we uit. Dat is de reden dat het op dit moment niet gaat. Tegen Utrecht hebben we de hele wedstrijd voor gestaan en dan verspelen we het in de verlenging. Zij hebben niet gewonnen, maar wij verloren. Thuis tegen Groningen was het verschil zes punten en misten we veertien vrije worpen. Sneekhout hebben we de hele wedstrijd kunnen bijhouden, maar we verloren met vijfden punten. Ik ben er daarom van overtuigd dat we wedstrijden gaan winnen. Het is alleen dramadsch dat we te weinig speelsters hebben." 10. Door het ontbreken van prestatiedruk kan Lakner bij Leiderdorp rustig bouwen aan een nieuw team. „Als je voor drie jaar blijft en je kan met hét bestuur jouw visie bespreken dan kun je rustig bouwen. In één jaar tijd is dat moeilijk. Teken je voor drie jaar dan moet er beleid achter zitten. Dat is hier niet het geval. Of ik hier volgend jaar nog trainer ben? Dat weet ik niet. Rond 1 maart gaan we daarover pra ten. Tot die tijd hebben bestuur en ik de tijd om er over na te denken." George de Boer leeft in een we reld waar alleen maar wordt gevoetbald. Dag en nacht. Het is een wereld die George zelf heeft geschapen, eerst met behulp van subbuteo, een soort tafelvoetbal, en daarna met de Playstation. De Boer speelt op de spelcompu ter wedsóijden uit de eredivisie na, hij werkt buitenlandse com petities af, beleeft Europa Cup toernooien, EICs en WICs en hoewel zijn drukke agenda daar nauwelijks ruimte voor laat, doet George ook nog verslag van zijn avonturen op de velden in Voetbal Revue. Voor 'mij ligt de laatste editie van Voetbal Revue. De met de hand geschreven verslagen van redacteur De Boer en zijn teke ningen met viltstift doen mij denken aan mijn prille jeugd. Toen ik een jaar of tien, elf was, leefde ik een wereld die heel erg op die van George de Boer lijkt. Ik verlang wel eens terug naar het rijk van mijn verzinsels waarin ik de beste voetballer ter wereld aller tijden was. George de Boer loopt tegen de veertig en dan hoor je niet meer rond te struinen in een fabelachtige we reld die niets te maken heeft met de harde realiteit. Maar George trekt zich daar niets van aan. Hij leeft zijn eigen leven, een le ven dat de mensen om hem heen voor onmogelijk houden. Maar die mensen kunnen nu eenmaal niet zo geweldig fanta seren als George. In het voetbal van De Boer komt geen supportersgeweld voor, er wordt fair gespeeld en altijd op de aanval. Het wedstrijdverloop wordt natuurlijk door George zelf bepaald. Hij Iaat zijn ploe gen scoren dat het een aard heeft. En al die doelpunten zijn het gevolg van swingend samen spel, of van flitsende individuele acties, uitgevoerd door voetbal lers met hele losse heupen. Geen wonder dat De Boers bijnaam Samba George is. In de laatste Voetbal Revue staan een paar foto's van George de Boer in het shirt van het Braziliaanse elftal. En als je niet zou weten dat het George de Boer uit Katwijk is dan zou je denken dat het een sierlijke Braziliaanse internatio nal is die daar zo knap poseert. De Boer heeft zelf ook echt ge- Toen ik schreef dat ik voetbalmoe ben, overdreef ik een beetje voetbald. Hij had aanleg, vindt hij zelf, maar het kwam er niet uit. Waarschijnlijk doorfaal angst. Het laatst voetbalde hij in de zaal, met een G-team, maar ook daarin kon hij zijn draai niet vinden. Vandaar dat hij zich volledig ging toeleggen op Playstation en dat bracht hem ongekende successen. De Boer won alles wat er te winnen viel en op het laatst vond hij het zelf gewoon niet normaal meer zo veel als hij won. 'Ik heb meer ge wonnen qua prijzen dan Johan Cruijff en Pelé ooit bij elkaar hebben gevoetbald', schrijft De Boer in Voetbal Revue. 'Ik ben heel trots op mijzelf hoe ver ik zo ben gekomen. Het zijn afscheidswoorden, want de Katwijkse voetballief hebber stopt er mee. De lol is er af voor George. Kennelijk gaat succes dus ook een on verbetelij- ke fantast vervelen. In de veron derstelling dat De Boer ten prooi was gevallen aan verzadiging begon ik aan een brief die hij bij zijn allerlaatste Voetbal Revue had gevoegd. Ik schrok. Dat De Boer ophoudt met fantaseren over voetbal, komt doordat zijn inspiratiebron is drooggevallen. George ziet geen romantiek meer in het echte voetbal. Het is hem te zakelijk geworden. Hij schrijft me dat volgens hem de liefde voor het spel uit het voet bal is verdwenen. Als George op tv naar een wedstrijd kijkt, ziet hij bij alle 22 spelers dollarte kens in de ogen. Begin deze maand schreef ik dat ik voetbalmoe ben. Toen George de Boer dat las, dacht hij: 'Dat ben ik ook'. Het zal toch niet zo zijn dat ik George met mijn cy nisme uit zijn droomwereld heb geholpen? Dat is wel het laatste wat ik er mee heb beoogd. De Boer schrijft me dat het hele voetbal hem gestolen kan wor den en dat hij zich stort op een nieuwe liefhebberij: de schilder kunst. 'Zo heb ik bij mij thuis Elvis Presley geschilderd, hij is prachtig mooi geworden, het schilderij. En weet je wie ik ook ga schilderen? Mister Spock, de man met de grote oren van Startrek, in verschillende kleu ren, van de Startrek-tune. Beste George de Boer. Toen ik schreef dat ik voetbalmoe ben, overdreef ik een beetje. Een maandje later is de vermoeid heid trouwens al weer over. Toen ik Spanje - Nederland zag, verlangde ik zelfs weer heel erg naar voetbal. George, als je goed naar het voetbal kijkt, zijn er nog best mooie dingen te zien. Leonardo en Kalou van Feye- noord, Kezman van PSV, Ikedia van Ajax, ze zijn (nog) niet ver steend door de kille zakelijkheid van het moderne voetbal. Ze zouden nog zo kunnen schitte ren in de wondere jongenswe reld van George de Boer. Mis schien moet je mister Spock nog even laten zitten. Ga eens op donderdagavond bij de training van Noordwijk kijken en let dan goed op Marco van Basten. Do's nou echt iemand om een schil derij van te maken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 35