TOEKOMENDE
Op de bank slapeneen vlotte babbel en geen heimwee
onvoltooid
tijd
f
Leiden Regio
STADSGEZICHT
ZATERDAG 25 NOVEMBER 2000
Edi Recica (22) is zoals dat in Nederland
heet een etnische Kosovaar. Zijn familie
ontvluchtte de Joegoslavische streek al
ruim voor de laatste oorlog met de Ser
viërs omdat zijn vader in de problemen
was geraakt. Nederland werd gekozen als
nieuw thuisland. Na een verblijf in ver
schillende asielzoekerscentra kreeg het
gezin een huis in Valkenburg. Daar begon
het 'echte werk', de inburgering. Nu, ruim
negen jaar later, woont Edi in een studen
tenhuis op de Apothekersdijk in Leiden.
Hij vertelt over het vertrek uit Kosovo en
over de jaren daarna, waarin zijn vader,
moeder, broertje, zusje en hijzelf hun
draai vonden in het nieuwe land. Een
jonge vluchteling kijkt terug én vooruit. In
vlekkeloos Nederlands 'uiteraard'.
,,Ik kan mij erg opwinden over
het taalprobleem vein 'allochto
nen'. Wat een onzin. Als ik die
taal kan leren kan iedereen dat
toch. Oké, misschien niet ieder
een even goed. Maar je hoeft
geen Nederlands gestudeerd te
hebben om te begrijpen wat
mensen bedoelen en om jezelf
verstaanbaar te maken. Ik denk
dat er b.ij veel mensen onwil be
staat om de taal te leren. Een
weigering om in te burgeren in
het nieuwe land.
Onze eerste stop in Nederland
was in een pension in Veenhui-
zen. Daar zijn we twee maan
den gebleven. Er zaten alleen
maar Vietnamezen. Dat was
heel leuk. We konden hen niet
verstaan maar ze maakten met
handen en voeten duidelijk dat
ze allemaal heel goed konden
knippen. Dat herinner ik mij
nog goed. Op de dag voor ons
vertrek hebben ze ons ook alle
maal geknipt. Gingen we met
een nette coupe naar het asiel
zoekerscentrum in Leusden. In
Veenhuizen moest ik ook naar
school. Ik deed mee met reke
nen, met gym en met pacman
op de computer want daar heb
je de taal niet bij nodig. En ook
mocht ik bij aardrijkskunde
blijven om aan te wijzen waar
ik vandaan kwam. Verder ging
dat voor mij natuurlijk niet.
Het was heel raar allemaal om
dat je helemaal niemand kon
verstaan. Ik vond dat heel eng.
Maar er was een meisje in de
klas dat mij een beetje op mijn
gemak stelde. Die kwam naar
mij toe, zei hello, welcome' en
pakte me bij de hand. Zij nam
spanning bij me weg. Dat vond
ik toen heel mooi. Ik dacht 'ge
lukkig, in dit land zijn de men
sen aardig'. Nog steeds is dit
voor mij een erg indrukwek
kend moment. Het staat in mijn
geheugen gegrift. Ik heb dat
meisje nooit meer gezien na
ons vertrek uit Veenhuizen.
Daarna kwamen we dus in een
'echt' asielzoekerscentrum te
recht. We kregen een soort van
caravan toegewezen. Die was
voor vier personen ingericht. Ik
sliep toen vijf maanden op de
bank. Met stoelen er tegen aan
gezet omdat ik er anders uitviel.
Ach, ik was een kind. Ik vond
het wel oké daar. Voor ons wer
den veel sportactiviteiten en
spelletjes georganiseerd. Ook
kreeg ik een heel goede taalcur
sus in Amersfoort. Dat is heel
belangrijk voor mij geweest.
Mijn moeder had het in het
centrum in Leusden erg moei
lijk. Zoveel mensen, onrust en
problemen. Ik weet nog goed
dat we zaten te eten en dat een
vegetariër of moslim - dat weet
ik niet meer - helemaal uit zijn
dak ging omdat er varkensvlees
bij de maaltijd zat. De rijst en
groente wilde hij ook niet meer,
want dat was daardoor besmet.
Hij draaide helemaal door, ging
gooien en smijten enzo. Mijn
moeder raakte, net als veel an
deren, in paniek en wilde weg
rennen. Maar mijn vader keek
slechts half op van zijn bord en
bleef rustig door eten zo van
'rot op man, ik zit rustig te
eten'. We bleven dus zitten. En
met dat soort dingen leer je le
ven. Met jou zitten nog 300
mensen in datzelfde centrum,
met dezelfde, zo niet ergere
problemen dan jij. Dat was ons
motto toen; er zijn altijd men
sen die het veel slechter hebben
dan wij. Ik heb geen overwe
gend negatieve of positieve ge
dachten bij die periode. Het
kon alleen maar beter worden
"en dat werd het.
We kregen een huis in Valken
burg. We gingen naar school. Ik
naar de brugklas voor andersta
ligen van het Da Vinei College.
We maakten kennissen en
vrienden en mijn ouders von
den werk. Mijn vader was in
Kosovo advocaat internationaal
recht en werkt nu bij een post
orderbedrijf in Hillegom. Mijn
moeder is afgestudeerd econo-
metriste en runde in Kosovo
„Heimwee
een supermarkt, een boetiek en
een schoenenwinkel. Nu is zij
bloembindster bij de Flora in
Rijnsburg. Ze zijn dus hoger
opgeleid dan hun functie ver
eist, maar het is absoluut geen
'ach-zielige-vluchtelingen-ver-
haal'. Ze hebben het prima
naar hun zin op het werk en
doen het met veel plezier. Mijn
moeder is altijd al gek op bloe
men geweest en ze maakt haar
hele leven al boeketten. Ze
heeft nu van haar hobby haar
werk gemaakt. Mijn vader zou
in Nederland met internatio
naal recht misschien ook wel de
advocatuur in kunnen, maar ik
geloof dat hij dat vak gewoon
niet meer wil uitoefenen. Het
heeft hem te veel narigheid be
zorgd.
Hij moest vanwege zijn baan
vluchten uit Kosovo. Hij verliet
het land twee jaar eerder dan
de rest van het gezin. De narig
heid begon voor mijn vader
met de verdediging van een po
litieke partij. De zaak werd wel
iswaar voor de rechter gewon
nen maar kort daarop werden
mijn vader en de drie andere
advocaten door de staat aange
klaagd. Dat hebben ze maar
niet afgewacht. Ze zijn alle vier
het land uitgevlucht. Een van
hen is later teruggegaan en is
nu dood. We gaan er vanuit dat
hij in het 'gebruikelijke' oor
logsgeweld is omgekomen. We
hebben geen aanknopingspun
ten om te denken dat het van
wege die zaak was.
Ik was nog jong toen mijn vader
uit ons huis in Mitrovica ver
dween. Langzaam kwam het
besef dat het dit keer geen za
kenreisje was. Zonder mijn va
der had mijn moeder hulp no
dig in de drie zaken. Dat deed
ik graag na schooltijd. We had
den het goed in Kosovo. Het
was een leuk land. In die tijd
En als ik dat ooit heb gehad dan is dat met de laatste oorlog helemaal verdwenen." foto henkbouwman
speelde de strijd alleen op poli
tiek niveau, nog niet op de stra
ten tussen buren. Wij vertrok
ken in 1991 en hebben slechts
de aanloop van alle narigheid
meegemaakt. In 1989 maakte
de Servische leider Milosevic
een eind aan de autonomie van
Kosovo. En ik herinner mij nog
heel goed dat de wet werd ge
wijzigd en dat er alleen nog
maar Servisch op de werkvloer
gesproken mocht worden ter
wijl 90 procent van de bevol
king van Albanese afkomst was.
De arbeiders pikten dat niet en
namen en masse ontslag. In een
dag waren 1 miljoen mensen
werkloos. Dat was heel raar. Al
die mensen waren ineens over
dag thuis en op de straat. Alsof
het vakantie was, maar dan niet
zo'n fijne. Die solidairiteit, dat
maakte grote indruk op mij. Ze
kregen hun banen overigens
niet terug. De Serven haalden
werklozen uit Bosnië, Kroatië
en andere gebieden.
Later, in de zomer, zijn mijn
moeder, broertje, zusje en ik
vertrokken uit Mitrovica. Op 8
augustus 1991. Dat was niet
spannend of eng want Kosovo
was niet in oorlog. Kroatië toen
al wel. Wij gingen weg omdat
we het gezin wilden herenigen.
Dus zijn we met de trein naar
Duitsland gegaan waar we mijn
vader troffen. In welk land we
asiel zouden aanvragen was
niet bepaald. Geld ofzo doet
dan ook helemaal niet ter zake.
Het gaat er dan simpelweg om
wie jou op dat moment wü hel
pen om een nieuw bestaan op
te bouwen. Voor ons was dat
een familielid in Gorinchem.
Hij legde het een en ander uit
over Nederland. Wat voor soort
land het was, hoe hij het hier
vond en wat voor kansen je in
Nederland had om jezelf te ont
plooien. Daarna zijn we naar de
politie gegaan en kwamen we
in de asielprocedure. Financieel
begin je dan op nul, dat is nog
te overzien, maar mentaal be
gin je op min tien.
We zijn heel dankbaar dat het
ons zo goed is vergaan. Ik ben
ook erg trots op mijn ouders.
Als ik bedenk wat zij hebben
meegemaakt dan vind ik het zo
knap dat ze weer zo'n bestaan
voor ons en zichzelf hebben
weten op te bouwen. Ze zijn
ook trots op ons. Alle drie tim
meren we lekker aan de weg in
Nederland. Mijn zusje volgt een
toeristische opleiding. Mijn
broertje doet marketing en kan
erg goed voetballen. Hij speelt
in de Al van Quick Boys en
droomt van Ajax. Ik werk bij E-
Vision in Leiderdorp. Wij ma
ken onder meer websites voor
bedrijven. Het bedrijf wil mij
een marketingopleiding laten
volgen, omdat ze vinden dat ik
een vlotte babbel heb. Dat vind
ik fantastisch. Dat ik zoveel
kansen krijg van een bedrijf,
daar ben ik ze dankbaar voor.
Ze stellen veel vertrouwen in
mij dus ik wil hen en mijzelf
niet teleurstellen en ga heel
hard mijn best doen. Ik ben via
een stage van de grafische op
leiding in Rotterdam bij hen ge
komen en heb daar zoveel ge
leerd. De sfeer is goed. Er is
geen afgunst of van dat ellebo
genwerk en het is geen hiërar
chisch bedrijf. Dus toen ik er
een baan kon krijgen heb ik die
kans gelijk gegrepen.
Heimwee naar Kosovo heb ik
niet. En als ik dat ooit heb ge
had dan is dat met de laatste
oorlog helemaal verdwenen.
Dag en nacht volgde ik die op
tv, teletekst en internet. Ik was
heel blij toen de NAVO eind
maart 1999 uiteindelijk ingreep.
Dat had veel eerder moeten ge
beuren, ik heb daar nog voor
gedemonstreerd. Maar het is
een heel dubbel gevoel, want er
sterven mensen. Ik speurde de
nieuwsprogr amma's af naar be
kenden. Familieleden, vrien
den, buren. Ik hoopte dat ik ze
gezond en wel in beeld zag lo
pen. Het was een heel vreemde
periode. Op school ben je in
Nederland en doe je dingen
waar je vrolijk van wordt. Thuis
zet je de tv aan en zit je in de
oorlog.
Onze vroegere woonplaats, Mi
trovica, is de laatste grote stad
richting het noorden; Servië
dus. Het is een heel belangrijke
stad omdat er aan de noordelij
ke kant, nu in Servische han
den, een gebied zo groot als
Leiden vol met goud- en kolen
mijnen is. Aan de zuidelijke -
Albanese - kant staat de groot
ste accufabriek van Joegoslavië.
Ook de stad zelf is gescheiden.
Aan de ene kant van de rivier
wonen veel Serviërs en aan de
andere kant veel Albanezen.
Het is het Berlijn van Kosovo.
Het ironische is dat wij aan al
lebei de kanten een huis had
den en eigenlijk nog steeds
hebben, want niets is verkocht.
Mijn ouders en opa en oma zijn
altijd neutraal geweest en ge
bleven. Als je iemand kunt hel
pen doe je dat, maar iemand
minder maken doe je niet, is
hun instelling. De machtheb
bers hebben het slecht gedaan
Nietje buren!
Ik begrijp de haat in Kosovo
niet. Mijn opa is tijdens de oor
log een keer naar een Servische
wijk gegaan. Dat was de enigej
plek waar nog gebeld kon won-
den en hij wilde ons na zes we
ken op de hoogte stellen dat ze
het nog goed maakten. Hij
kreeg bij een controle een stief
ker op zijn auto zodat hij in dip
wijk mocht rijden. Eenmaal tej-
rug in zijn eigen Albanese wijk
werd hij door vier jonge gasten
helemaal in elkaar geslagen
omdat hij in een Servische wijk
was geweest. Daardoor was hij
een collaborateur. Hij heeft
daar een behoorlijke tik van ge
had. Sinds die tijd is de oude
man meer in zijn eigen gedach
ten verloren. Zo triest... Er ge
beuren daar te veel dingen die
gedachten wegnemen. En wat
biedt dan nog weerstand tegen
de haat?
Partij kiezen kan ik niet. Tuur-
lijk ben ik Albanees. En het ver
leden van de 'etnische Kosova-
ren' is net als de weg van ons
gezin, bepaald door de Serviëis.
Maar nogmaals, dat hebben de
machthebbers gedaan, niet on
ze Servische buurman. Wij heb
ben niet leren haten in onze
jeugd. Mijn ouders hebben
nooit gekozen voor of tegen e
bepaalde groep. Zo hebben z
hier ook nooit gekozen voor
omgang met Nederlanders o.
met Kosovaren. Ze. hebben gi(
woon altijd gekozen
mensen die ze tegenkwamen!
Deze houding, denk ik, heeft
voor gezorgd dat we hier
goed zijn ingeburgerd en
we zo'n mooi leven hebben op
gebouwd. Dat is de verdienste
van mijn ouders."
Leidsch Da^UadAKCQIGVKN
ANNO 1900
Maandag 26 November
LEIDEN - Door bemoeiingen van den Leidschen Be-
stuurdersbond is hier ter stede een coöperatieve
broodbakkerij en verbruiksvereeniging opgericht,
waarvan de leden zoo goed als uitsluitend werklie
den zijn. In de statuten, welke in een vergadering op
22 November zijn vastgesteld, is o.a. bepaald, dat
een deel der winsten ter beschikking van den Be-
stuurdersbond wordt gesteld, om daaruit een kaste
vormen, die tot geldelijken steun bij werkstakingen
zal dienen.
LEIDEN - Naar men verneemt, is de vroegere leer
looierij aan den Marendijk, indertijd eigendom van
den heer Van der Meer, thans aangekocht door de
firma P.L. Huppertz Co., wier schoenenfabriek
aan den Heerenweg onder Zoeterwoude, verleden
week door brand is geteisterd geworden. Bedoelde
gebouwen aan den Marendijk zouden nu tot schoe
nenfabriek worden ingericht.
ANNO 1975
OEGSTGEEST-
Met vaste hand
hanteerde van
ochtend om half
twaalf burge
meester Van Ey-
singa de biljart
keu in de nieuwe
vleugel van het
gemeentecen
trum in Oegst-
geest. Met die
goedgeplaatste
stoot was meteen
de officiële ope
ning van het
nieuwe gedeelte
een feit.
foto archief
leidsch dagblad
Dinsdag 25 november
PARAMARIBO (ANP) - Suriname is onafhan
kelijk. Het daverende vuurwerk in het'stadion
van Paramaribo onderstreepte dat. Om precies
middernacht (half vijf 's morgens in Neder
land) ging onder tromgeroffel voor het eerst de
vlag omhoog van de nieuwe republiek Surina
me. "Een volk, een natie, een bestemming"
riep de luidspreker in het stadion, nadat de Su
rinaamse nationale band het volkslied had ge
speeld.
Op de eretribune viel iedereen elkaar onder
luid applaus van het 25.000 man sterke pu
bliek in de armen. In het gedrang duurde het
even, maar ook premier Arron en de Neder
landse minister-president Den Uyl feliciteer
den elkaar. De drukte op de eretribune was zo
erg, dat prinses Beatrix 'ontzet' moest worden
door gouverneur Ferrier, die zich na zijn beëdi
ging vandaag president mag noemen.
LEIDERDORP - Voor het opstellen van een
programma van eisen en het ontwerpen van
een schetsplan achten B. en W. een werkkre-
diet van 10.000 noodzakelijk om een princi
pebesluit te nemen voor de bouw van een
sporthal.
In de achterliggende periode heeft het colle
ge meerdere malen de vraag voorgelegd gekre
gen of het wenselijk is te streven naar de bouw
van een sporthal. In verband hiermee heeft het
college opdracht gegeven een behoefteonder
zoek in te stellen. Voor de inventarisatie van de
behoeften is contact opgenomen met de bestu
ren van de omliggende gemeenten, de Leider-
dorpse Sportraad, de belanghebbende sport
bonden, de Vereniging van Nederlandse Ge
meenten, de Provinciale Sportraad en de in
spectie van het Voortgezet Onderwijs. In de on-
derzoekperiode verscheen een rapport van de
Provinciale Sportraad, getiteld: Spreiding
sporthallen en sportzalen in de provincie Zuid-
Holland. Van de inhoud daarvan is een dank
baar gebruik gemaakt. Als vast gegeven mag
worden aangenomen dat er een tekort bestaat
met betrekking tot alle soorten sportaccommo
daties (dus zowel sportvelden als zwembaden
en overdekte sportaccommodaties).
n deze rubriek kunnen wc
ingskaart) ter waarde van
a.v. Leidsch Dagblad Archieven, postbus 54,2300 AB Leiden of door cont
Dagblad aan de Rooseveltstraat 82. II ontvangt de foto bin
ien dagen na plaatsing een ingevulde cheque (gee
an 13 bli 18 in zwart wk) op te sturen naar het lei
e betaling aan de balie van het Le
Rijnsburgerweg.
FOTO HIELCO KUIPERS