Bruinvis hoort beter dan vleermuis
In Natura
Bezorgde
weerman
Ruimterotsen bedreigen mensheid
Rupsen te vroeg, vogels te laat
WOENSDAG 22 NOVEMBER 2000
160
REDACTIE RIEN POLDERMAN 023-
Het is geen wonder dat weerman John Bernard vaak
zo zorgelijk kijkt en dat hij zich soms zo nukkig ge
draagt: de weersomstandigheden worden er niet al
leen niet beter op, maar vooral ook wispelturiger.
Vroeger konden weermannen met een gerust hart
alleen al op grond van routine voorspellingen doen,
maar de laatste jaren wordt het klimaat grillig en dus
moeilijk voorspelbaar. Bernard heeft het daardoor
tegenwoordig telkens bij het verkeerde eind en dat
bevalt hem natuurlijk geenszins.
De zomers van het laatste decennium van de twin
tigste eeuw waren extreem droog. Het kwam voor,
dat de boomkruinen al in begin augustus verkleur
den en de bladeren begonnen te vallen. De eerste
zomer van het nieuwe millennium pakte echter heel
anders uit: regen, regen en nog eens regen! En nu we
al ver in het najaar zitten, plenst het nog steeds. Dat
is nogal vervelend voor ons, maar best wel prima
voor de natuur.
Het gunstige effect van de natte zomer openbaarde
zich bijvoorbeeld in de overvloed aan paddestoelen.
De herfst van 2000 zal de geschiedenis ingaan als
een bijzonder uitbundig paddestoelenseizoen. In
aantal en verscheidenheid van soorten overtreft dit
jaar alle jaren van de afgelopen halve eeuw. Er wer
den zelfs soorten waargenomen waarvan gedacht
werd dat ze al lang voorgoed verdwenen waren, ter
wijl andere, als zeldzaam omschreven soorten in
eens massaal hun kopjes opstaken.
Het zijn de natte zomer en de warme herfstmaanden
die dit mogelijk hebben gemaakt. Het draadvormig
ondergrondse weefsel dat het eigenlijk organisme
van paddestoelen vormt, kan immers tientallen ja
ren in sluimertoestand blijven om zich in gunstige
weersomstandigheden weer plotseling bovengronds
te manifesteren. Dat is wat er deze herfst gebeurde.
Triomfantelijk en vreugdevol wordt echter van alle
kanten geroepen dat de overvloed aan paddestoelen
het gevolg is van een schoner wordend milieu. In
derdaad hebben zure regen, overbemesting en
luchtvervuiling er in het verleden voor gezorgd dat
het aantal soorten paddestoelen, alsmede het aantal
exemplaren, in hoog tempo afnamen. Maar deze mi
lieuaspecten zijn niet zo plotseling en zo drastisch
verbeterd dat de onverwachte opbloei van de pad
destoelenwereld eraan te danken kan zijn. Het weer
is de oorzaak. De betekenis van de vele droge zo
mers van het afgelopen decennia is veel groter ge
weest dan we dachten.
Er zijn plekken in de bossen waar het de afgelopen
maanden werkelijk krioelde van de paddestoelen.
Mycologen, dat zijn paddestoelenkenners, meldden
dat op sommige plaatsen honderden verschillende
soorten bijeen stonden. Ze hadden het over een bos
in Brabant of Limburg waar méér soorten padde
stoelen groeiden dan de 3500 soorten planten die de
inheemse flora vormen. Dat is een geweldige ver
scheidenheid. Zoveel soorten, maar in feite zo wei
nig variatie in functie. Op de keper beschouwd doen
namelijk alle zwammen hetzelfde: ze breken dood
organisch materiaal af. Relaties met insecten of an
dere dieren hebben ze nauwelijks. Alleen met be
paalde boomsoorten onderhouden ze een soort sa
menwerkingsverband, waarbij de zwam voedsel le
vert aan de boom en de boomwortels aan de zwam.
De grote variatie in vormen en kleuren van padde
stoelen lijkt tamelijk willekeurig'te worden voortge
bracht door een ogenschijnlijk zinloze verscheiden
heid aan in de bodem of in afgestorven hout woeke
rende zwammen. In wezen weten we nog maar heel
weinig af van paddestoelen. Dit is uiteraard geen ge
volg van hun vermeende betekenisloosheid. Er be
staan stellig geen waardeloze planten en dieren. In
de natuur hebben ook schepselen, die voor ons zin
loos lijken, een belangrijke taak. al kennen we deze
soms niet. Uit alles blijkt dat de wetenschap die zich
bezighoudt met paddestoelen, nog in de kinder
schoenen staat. Zelfs over schijnbaar simpele vraag
stukken als dat van de plotselinge paddestoelen
overvloed breekt men zich het hoofd.
De praktijk leert ons, dat bijna niets zo wisselvallig
en onregelmatig is als het verschijnen en verdwijnen
van paddestoelen. In sommige jaren komen alle
soorten overal massaal voor. Zeer zeldzame soorten
kunnen dan in grote aantallen optreden. Vaak vol
gen op dergelijke perioden van paddestoelenrijkdom
jaren, waarin zelfs de meest algemene soorten het
laten afweten. Met milieufactoren heeft dit alles dus
weinig van doen. Met klimatologische omstandighe
den des te meer.
THEO SCHILDKAMP
De bruinvis is mogelijk het
besthorende zoogdier ter we
reld. Zijn gehoor overtreft in ze
ker opzicht dat van de vleer
muis. Wetenschappelijk onder
zoek van het Dolfinarium in
Harderwijk en het onderzoeks
centrum Waterland op Neeltje
Jans heeft dat uitgewezen. Het
onderzoek (in opdracht van
Rijkswaterstaat en met mede
werking van onder meer het
Rijksinstituut voor Visserij On
derzoek in IJmuiden) was erop
gericht, na te gaan hoe bruin-
Lissen door bepaalde geluiden
bij visnetten kunnen worden
weggehouden.
In de Noordzee verdrinken
jaarlijks tienduizenden bruin
vissen door verstrikking in vis
netten. Wereldwijd vinden hon
derdduizenden dolfijnen per
jaar op deze wijze de dood.
Waarschuwingssignalen voor
de visnetten zouden deze
doodsoorzaak sterk kunnen
verminderen. Daartoe moest
echter eerst worden onderzocht
of bruimissen de richting kun
nen bepalen van een geluid on
der water. Zouden de dieren
hier niet toe in staat zijn, dan
zouden ze door het geluid in
een paniekreactie alsnog in het
\isnet kunnen zwemmen en
door verstrikking kunnen ver
drinken. Een tweede waag be
trof het volume van de geluiden
onder water. Een te krachtig ge
luidssignaal zou de bruinvissen
uit hun voedingsgebieden kun
nen verdrijven, zodat ze niet
voldoende vis zouden kunnen
vangen.
Om een en ander uit te vissen
onderwierpen de onderzoekers
gedurende twee seizoenen (van
april tot november) de bruinvis
Johan dagelijks aan tests op zijn
vermogen om geluidsbronnen
te lokaliseren. De bruinvis werd
getraind in het opzoeken van
geluid, in drie toonhoogtes, dat
afwisselend door zestien spea
kers werd geproduceerd. Het
onderzoek vond plaats in Dol
fijnen Research en Opvang cen
trum Neeltje Jans, een samen
werkingsproject tussen Water-
De bruinvis is mogelijk het besthorende zoogdier ter wereld.
land Neeltje Jans en Dolfinari
um Harderwijk.
Gebleken is, dat Johan bij ge
luidsbronnen van voren en op
zij wij wel altijd goed aangaf
archieffoto gpd machteed klees
waar het geluid vandaan kwam.
Geluidsbronnen van achter wa
ren voor hem moeilijker aan
wijsbaar. De drie toonhoogtes
bleken zijn lokalisatievermogen
nauwelijks te beïnvloeden.
Een andere bruinvis - Daan -
werd in het Dolfinarium Har
derwijk twee jaar lang dagelijks
op zijn onderwatergehoor ge
test. Daan werd aangeleerd
naar de trainer te zwemmen op
het moment dat hij een geluid
hoorde. De resultaten van het
onderzoek bleken frappant. De
bruinvis kan geluiden tussen de
250 Hz en 150 Hz horen. Dit is
het grootste frequentiebereik
van alle dolfijnen die hierop
onderzocht zijn, en zelfs groter
dan dat van vleermuizen. De
bruinvis kan, vanaf 32 kHz, de
ze tonen zelfs horen als ze ex
treem zacht zijn. Hieruit kan
geconcludeerd worden dat de
bruinvis mogelijk het best ho
rende zoogdier ter wereld is.
Volgens onderzoeker Ron Kas
telein nemen bruinvissen gelui
den over grote afstanden waar,
en ligt hun frequentiebereik
veel hoger dan dat van hun
soortgenoten. Dat komt, zo
meent Kasteleijn, doordat de
bruinvis zelf maar hele zachte
geluidjes voortbrengt. „D<
heten ze ook wel 'fluistere
dolfijnen. Paartjes moeten
kaar goed kunnen verstaai
ders komt het voortbestaa
de soort in gevaar."
Johan en Daan zijn bruin]
die beide als baby zijn geg
en met de fles zijn grootge
bracht. Doordat zij te zeei
wend zijn aan mensen, eo
in staat zijn om hun eigen
voedsel te vangen, kunnen
niet meer worden uitgezet
konden wel worden getraii
voor het onderzoek.
Nu moet nog worden ond
zocht wat de invloed is vj
gevingslawaai op de geho
paciteit van bruinvissen.)
neer ook dit onderzoek bi
bare resultaten oplevert,]
geluidsinstrument wordei
worpen dat bruinvissen h
netten kan weghouden zo
overigens de visvangst tei
ren, en dat voor de vissen
bruiksvriendelijk is.
RIEN POLOERMAN
KI imaatverandering
De Barringer-krater in de Amerikaanse staat Arizona ontstond 49.000 jaar geleden door de inslag van een
asteroïde. archieffoto gpd
Asteroïden zijn gevaarlijker dan
vliegtuigen. Mensen die nog
veertig jaar te leven hebben, zeg
maar de dertigers en veertigers
van nu, lopen een kans van on
geveer 1 op 30.000 om als pas
sagier bij een vliegtuigcrash aan
hun eind te komen, terwijl de
kans dat de inslag van een rots
blok uit de ruimte hen fataal
wordt 1 op 10.000 is.
De Brit Duncan Steel, weten
schappelijk medewerker ruim
tetechnologie aan de Universi
teit van Salford, rekende dat
een poosje geleden voor naar
aanleiding van een rapport van
een Britse regeringscommissie.
De commissie had zich ver
diept in de gevaren die de
mensheid vanuit de ruimte be
dreigen en het mogelijke ver
weer daartegen. Na lezing van
het rapport is de Britse regering
van zins tientallen miljoenen
guldens te investeren in tele
scopen en andere middelen om
het heealal af te speuren naar
brokstukken die de Aarde kun
nen treffen.
Daar is ook alle aanleiding toe.
In het eindeloze heelal draait
onze Aarde, net als andere pla
neten, plichtmatig zijn rondjes
om de Zon. Maar behalve keu
rige hemellichamen als de pla
neten, waren er in de ruimte
ook regelrechte booswichten
rond: asteroïden. Dat zijn brok
stukken die 4,5 miljard jaar ge
leden overbleven bij de vor
ming van de planeten. Weten
schappers van de Amerikaanse
Cornell Universiteit menen dat
de Aarde zich bevindt op een
kruispunt van 'asteroïden-snel
wegen' en dat een van die
ruimterotsen te eniger tijd met
onze planeet in botsing moet
komen. De Amerikaanse ruim
tevaartorganisatie NASA heeft
er eentje op de korrel die de
Aarde waarschijnlijk op zo'n
zes miljoen kilometer passeert
maar, als het tegenzit, met ons
in botsing kan komen op 21
september 2030.
Op zichzelf is het inslaan van
materiaal uit de ruimte niet zo
erg. Stenen en meteorieten
(brokken ijs en stof) dringen
dagelijks in de dampkring door,
bij elkaar zo'n veertig miljoen
kilo per jaar. De meesten ver
branden voordat ze het aardop
pervlak bereiken. We spreken
dan van 'vallende sterren'.
Soms komen ze verder. Zo stel
den Chinese wetenschappers in
september vast dat een gebied
van enkele vierkante kilomters
in de provincie Xinjiang is be
zaaid met meteorieten. De
grootste weegt liefst 100.000 ki
lo.
Inslagen van asteroïden, de
kwade knapen van ons zonne
stelsel, zijn echter uiterst zeld
zaam. Zo'n 250 miljoen jaar ge
leden is er een in Australië be
land, zo concludeerden experts
eerder dit jaar na onderzoek
van een krater van 130 kilome
ter doorsnee bij de plaats
Woodleigh. Een buitengewoon
hevige aanvaring met een aste
roïde deed zich zo'n 65 miljoen
jaar geleden voor. Het gevaarte
trof het gebied dat we nu ken
nen als Mexico en de Golf van
Mexico. Dat was de klap die de
dinosaurussen fataal werd.
Het wemelt van de middelgrote
ruimterotsen met een doorsnee
van pakweg 100 tot 300 meter.
Het kunnen er 3.000 zijn, maar
evengoed 30.000 of 300.000.
Een inslag van zo'n object vindt
gemiddeld eens per 10.000 jaar
plaats en de klap is dan enorm.
Om de gedachte te bepalen: de
asteroïde van slechts 50 meter
doorsnee die in 1908 in Siberië
neerplofte, verwoestte daar
liefst 2.000 vierkante kilometer
bos.
Zou een asteroïde van 200 me
ter doorsnee in de Atlantische
Oceaan plonzen, zo legde de
Britse wetenschapper Duncan
Steel uit aan de krant The Guar
dian, dan worden alle kustste
den weggevaagd. Er ontstaat
dan namelijk een tsunami
(vloedgolf) van misschien wel
honderd meter hoog.
Asteroïden van de grootste ca
tegorie, met een diameter van
pakweg een kilometer, zijn veel
minder talrijk. Astronomen
hebben er tot nu toe 900 geï
dentificeerd. Het werkelijke
aantal is waarschijnlijk het dub
bele daarvan. Een botsing tus
sen zo'n gigant en de Aarde
komt naar schatting eens in de
100.000 jaar voor. Niet erg vaak
dus, maar de gevolgen zijn des
te heviger. Na een inslag ver
duistert voor lange tijd de he
mel, bevriezen de oogsten op
het veld en sterft binnen een
jaar 25 tot 30 procent van de
wereldbevolking.
De extra inspanning die de Brit
ten zich nu hebben voorgeno
men, betreft vooralsnog slechts
het afspeuren van het heelal op
zoek naar asteroïden die de
baan van de Aarde kunnen
kruisen. In principe is de we
tenschap in staat een botsing
enige tientallen jaren van tevo
ren te voorspellen. Daarna
komt het aan op maatregelen
om de baan van de asteroïde te
wijzigen. Volgens astronomen
kan dat alleen met behulp van
atoomwapens. Er zou een
ruimtevoertuig moeten worden
gelanceerd dat naast de astero-
ide gaat vliegen en diens baan
op het juiste moment met een
nucleaire explosie verandert.
RONALD FRISART
De overvloedige regenval van
de afgelopen weken en de over
stromingen in Engeland lijken
de noodzaak van maatregelen
tegen het broeikaseffect te on
derstrepen. Het komt deze
week allemaal aan de orde op
de conferentie over klimaatver
andering in Den Hanfe Naast
de weerrecords van het laatste
decennium zijn er opvallende
verschijnselen waar te nemen
die kunnen duiden op verande
rende klimatologische omstan
digheden. Kijk bijvoorbeeld
maar eens naar flora en fauna
om ons heen.
De koolmezen in Nederland
zijn van slag. Het lukt de laatste
tien jaar niet meer om precies
op het goede moment eieren te
leggen. Iedere keer zijn de
meesjes te laat. Zodra de jon
gen uit het ei kruipen is de piek
aan rupsen in het voorjaar net
voorbij, waardoor pa en moe
niet voldoende voedsel meer
kunnen vinden. Hongersnood
heerst in mezenland.
Het noodlot van de koolmezen
heeft te maken met de verande
ringen in temperatuur in ons
land. De laatste twintig jaar is
het duidelijk warmer dan in de
periode daarvoor. De koud
bloedige rups van de winter-
vlinder reageert sterk op de ver
anderingen. Hij begroet het
woege voorjaar door eerder uit
zijn ei te kruipen, maar de kool
mezen houden grotendeels vast
aan hun oude gewoontes. Bre
ken de vogeleitjes open, dan
hebben de rupsen zich al ver
stopt in hun cocon en zijn ze
onbereikbaar voor de koolme
zen.
Het lijkt een slimme zet van de
rupsen, die de hongerige vogel
bekjes mooi ontlopen. Toch
kent ook de wintervlinder zijn
problemen, heeft het Neder
lands Instituut voor Oecolo-
gisch Onderzoek (NIOO) in He-
teren ontdekt. Want eiken blij
ken minder sterk te reageren op
de hogere temperatuur in het
voorjaar, waardoor veel rupsen
uit hun ei kruipen op het mo
ment dat er nog geen verse
bladknoppen aan de bomen
zitten. Kortom, de rupsen zijn
te vroeg. Het ecologisch sys
teem eiken-wintervlinder-kool-
mezen loopt niet meer syn
chroon.
Volgens onderzoeker Marcel
Visser van het NIOO is het zeer
waarschijnlijk dat de tempera
tuursverandering ook op ande
re planten en dieren effect
heeft. „Er zijn veel meer soor
ten van-synchronisatie, de af
stemming in het voorjaar is
heel belangrijk. Als planten
bloeien moeten er bijvoorbeeld
wel bestuivers zijn."
Van grote invloed op de leven
de natuur is vooral de verande
ring in het klimaatpatroon. Vis
ser vindt dat klimatologen te
veel kijken naar de stijging van
de gemiddelde temperatuur,
terwijl deze stijging allerminst
gelijkmatig verloopt. Zo is het
in Zuid-Europa in vergelijking
tot Noord-Europa veel minder
warm geworden. Die ontwikke
ling kan van belang zijn voor
trekvogels, die bijvoorbeeld te
laat terugkeren naar hun
broedgebieden in Noord
pa, waai' het voorjaar (me
overvloedige voedsel)
begonnen dan ze gewend
ren.
Binnen Nederland zijnde
peratuursveranderingem
niet gelijkmatig. Er zijn vi
schillen tussen dag en na
tussen maanden. Zo is de
peratuur in maart en apr
tief veel minder gestegen
mei. Het zijn met namef
veranderingen in het klin
patroon die volgens Vissi
grote invloed hebben op
vende natuur.
De hoge temperatuur va
laatste twee decennia isi
toeval dan het gevolg van
broeikaseffect. Visser noi
gevolgen die nu zichtbaa
dan ook 'een voorproef
wat in de toekomst mogi
een echte klimaatsveran
teweeg zal brengen.
Voor het voortbestaan \i
koolmeesjes is hij overig
niet zo bezorgd. Nu al is
dat de vroege vogels ma I
ren leggen dan de latest
Het natuurlijke selectiep
zal er dan ook op termijl i/
zorgen dat de koolmees)
der eieren gaan leggen.
BEREND VAN DE SANDE
Het onderzoek onder koolmezen begon in 1955. In vier
Nijmegen, Breda, op Vlieland en de Hoge Veluwe, worden ied
jaar de koolmezen gevangen en geregistreerd. Uit die burgert n
stand van de mezen blijkt dat tien procent van de jongen dei
overleeft en de helft van de volwassen vogels. De kans op
overleving hangt samen met de hoeveelheid beukennootjes,
oudste koolmeesje is acht jaar geworden. Uit de uitwerpselen
onder de bomen kan het aantal rupsen wordt afgeleid. Zo
precies te zien in welke periode er de meeste rupsen zijn. Hei
NIOO doet ook gecontroleerde experimenten met koolmezen
rupsen, waarbij wordt onderzocht wat de gevolgen van
temperatuursveranderingen is op de dieren.
Koolmezen redden zich bij gebrek a
Cryptogram
Horizontaal: 1, Beheers je, anders ga je erdoor of
word je erachter geplakt! (6); 4 Toon de maat een
strafwerktuig! (5); 5. Aantrekkelijke woning voor
dames (4); 7. Vis die een politieke partij bederft (5);
8. De poppen aan het dansen op dit feest (3);
9. Weerzin van fa (6); 10. Deze lat heeft een
geschikte lengte (6)
Verticaal: 1. Recenseren en reserveren (9); 2. De
andere is net zo groot (5); 3 De eerste vrouw in het
klooster slaapt (4); 4. Begrepen? Dan bent u erbij!
(7); 6. Betaalplaats van speelgoed (3); 8. Hij kan de
pot op met z'n giazen! (4)
HET WEER
Oplossing van dinsdag:
raat-kaart-Karaat
karn-koran-Anorak
deen-reden-Tender
raad - h aa rd - H azard
dier-ieder-Einder
lied-gilde-Diggel
reet-stere-Restje
anti-natie-Antiek
raar-tarra-Ararat
laag-egaal-Legaal
Gevraagd woord: KATHEDRAAL
November zonder vorst
In het noorden van Zweden rapporteerde
het meetpunt Nikkaluokta vanochtend min
30,9 graden en ook in Moskou is het inmid
dels gaan vriezen en sneeuwen. In ons land
dreigt november voor het eerst in de ge
schiedenis vorstvrij te verlopen. Uitgaande
van officiële meetpunten (KNMI stations)
heeft het nog nergens in ons land gevroren.
De kans dat het de komende nachten nog
ergens in het land tot wat vorst komt is niet
zo groot want wolkenpartijen van depres
sies remmen het nachtelijk warmteverlies
af. Bovendien wordt vooral morgen en be
gin volgende week tamelijk zachte lucht
aangevoerd. Kortom terwijl de winter in het
noorden en noordoosten van Europa flink
uitpakt schittert Thialf in onze streken door
afwezigheid.
Morgen wordt het weerbeeld bepaald door
een frontale storing die over Normandië
naar het noorden trekt. Het regengebied
kan in de loop van de dag tot het westen
van het land doordringen maar of er veel
gaat vallen is onzeker.
De meeste regen zou best wel eens in het
recentelijk door ernstige wateroverlast ge
teisterde Engeland kunnen vallen. Wel is
het veelal bewolkt weer. De wind krimpt
naar oost tot zuidoost en is meest matig
van sterkte.
Langs de kust wordt later een tot krachtig
toenemende wind verwacht. De aange
voerde lucht is zacht. De tempera®
morgenmiddag in onze regio uito[
graad of 11Vrijdag waait het nauw'
meer en neemt in vochtige lucht di
op mist toe. Verder kan er enige rej
len maar of het veel zal zijn is wedi
zeker.
Gisteren was het enige tijd buiig en
kenburg tapte overdag 4 millimetei
Bloemendaal rapporteerde geen hi
maximumtemperatuur dan 6,3 gra y
afgelopen nacht trok een frontaals
over onze streken. Veel regen vieli
Wel was het winderig. IJmuiden ra
teerde korte tijd windkracht 8.