'Ik ben altijd op zoek naar interactie' De tijd staat al eeuwenlang stil in Pushkar ZATERDAG 18 NOVEMBER Dave Eggers, de jongste hoop van de Amerikaanse literatuur Dave Eggers (30) zit klaar voor de eerste vraag. Dat klinkt logi scher dan het is. Eggers houdt namelijk niet van gewone interviews. Liever communiceert hij per e-mail. Dat hij hier dus gewoon zit, op een bankje in een Am sterdams hotel, en bereid blijkt een uur vrij uit over zijn alom bewonderde boek te pra ten, is mooi meegenomen. Waarom die voorliefde voor interviews per e-mail? Omdat alles wat je over Dave Eggers wilt weten in Een hartverscheurend verhaal van duizelingivekkende genialiteit staat? Zijn boek is zo openhartig, waarom dan nog in terviews, is het dat? Hij moet lachen om de suggestie. ,,Het is ten dele omdat het boek inderdaad genoeg over mij zegt. Wat moet ik na dit boek nog uitleggen? Maar het is toch vooral omdat ik liever schrijf dan praat. Schrijvend heb je volledige controle over je woorden. Pratend maak je fouten, vergeet je details, kom je net niet op het juiste woord. Ik hou van schrijven. Dan kun je denken en scha ven. Het geschreven woord is permanenten Dave Eggers is de sensatie van het literaire seizoen, de onafzienbare stapel juichende recensies en de hoge verkoopcijfers tonen het onomstotelijk aan. In Een hartverscheu rend verhaal van duizelingivekkende geniali teit beschreef hij zijn eigen leven, vanaf het moment dat begin jaren negentig in een tijdsbestek van amper vijf weken zijn beide ouders aan kanker stierven en hij. nauwelijks twintig, werd opgezadeld met de opvoeding van zijn jonge broer Toph, toen net acht jaar. In virtuoze stijl, zo nu en dan scherend langs de afgronden van wansmaak, melig heid en al te zwarte humor, tekende hij het leven op dat hij met zijn broer leidde. Het boek is nadrukkelijk non-fictie. Alles is zo ge beurd als beschreven. Alle personages zijn echte mensen, met hun eigen namen, en zelfs hun telefoonnummers kloppen. Dave Eggers was altijd al met schrijven bezig, met uitgeven, met illustreren, met design. Zo gek was het niet dat hij voortdurend aante keningen zat te maken. Maar ook tijdens het lichamelijke aftakelingsproces van vooral zijn moeder, wier dood veel minder snel kwam dan die van zijn vader, maakte hij aantekeningen. ,,Ik schreef verhalen over wat er allemaal speelde in huis terwijl het nog gebeurde. Ik heb de aantekenboekjes nog. Vreselijk eigenlijk. Pijnlijk. En beschamend. Maar schrijven was het enige wat ik kon Met zijn debuut 'Een hartverscheurend verhaal van duizelingwekkende genialiteit' heeft de Amerikaanse schrijver Dave Eggers het meest sensationele boek van 2000 geschreven, daar is de kritiek het wereldwijd over eens. Eggers laat het aangrijpende verhaal over de dood van zijn ouders, en hoe hij vervolgens de verantwoordelijkheid kreeg over zijn broer van acht, voorafgaan door een curieus voorwoord dat het boek totaal op zijn kop zet. „Ik vond het een verleidelijk idee het boek vooraf uit te Dave Eggers: „En wat die jongste hoop betreft: nog even en ze beginnen me de grond in te schrijven. Ik voel in ieder geval geen enkele druk wat betreft een tweede doen. Het was mijn manier om duiding te geven aan wat er om me heen gebeurde." Hij wachtte ruim zes jaar en toen zijn broer oud genoeg was om te beseffen wat de publicatie van een boek zou kunnen beteke nen, schreef hij het op. Voornamelijk uit zijn hoofd. „Ik heb de aantekeningen nauwelijks gebruikt. De notitieblokjes lagen er, ik kon er zó op terugvallen. Maar net als toen ik nog in een krant schreef ging ik niet graag terug naar de aantekeningen. Je schrijft het toch op zoals het in je hoofd zit." Een hartverscheurend verhaal van duize lingivekkende genialiteit is niet zo maar een zo realistisch mogelijke beschrijving van Eg gers' leven. Aan dit 'hoofdverhaal' gaat een voorprogramma vooraf dat het boek in een totaal ander licht zet. In een kleine dertig pa gina's geeft hij de lezer richtlijnen hoe het boek gelezen moet worden. Hij schrijft welke hoofdstukken overgeslagen kunnen worden, geeft een lijst met symbolen, legt uit hoeveel kosten hij heeft gemaakt en ook krijgt de le zer geschrapte passages (alsnog) voorge schoteld. „Ik vond het een verleidelijk idee het boek vooraf uit te leggen. Het gekke is, zo blijkt, dat de uitleg niets wegneemt van het verhaal. Je kunt uitleggen wat je wilt, iedereen leest toch op zijn eigen manier. De kracht van de zin, de taal, de alinea is zo groot dat elke uit leg vooraf onmiddellijk naar de achtergrond verdwijnt." Voor de Amerikaanse en Engelse paper backversie. die eerdaags verschijnt, voegde hij nog eens vijftig bladzijden nawoord toe, in dezelfde stijl. „Daar wordt nog eens in uit gelegd wat ik niet verklaard had. Sommige passages riepen blijkbaar misverstanden op. Dat moest ik rechtzetten. Ik wilde zien wat er gebeurde als je ook de laatste metafoor uit legt. Volgens mij neem je dan nog steeds niets weg van het verhaal. Het wordt er na melijk een onderdeel van. Voorwoord en na- FOTO CPD IRIS LOONEN woord zijn onderdeel van het kunstwerk." In het voorwoord doet Eggers de lezers ook allerlei aanbiedingen. Zo kun je het boek terugsturen naar de uitgeverij en dan ont vang je het boek retour op een floppy, zodat je bijvoorbeeld de namen kunt vervangen door de namen van vrienden en kennissen. Van de honderdduizenden Amerikaanse ko pers heeft slechts een tiental het boek inge ruild voor een floppy. „Mensen verwachten niet dat alles waar is. Alle aanbiedingen in het boek gelden, maar niemand gelooft dat. Ik geef nu het tijdschrift McSweeney's uit en daarin heb ik ook altijd van dit soort aanbiedingen. Gewoon om te kijken of er mensen reageren. Stuur mij een paar sokken en je krijgt van mij de inhoud van mijn papierversnipperaar, zoiets. Dat ging redelijk goed. Alle sokken die ik heb kwamen per post. Amerikanen konden een gratis abonnement op McSweeney's krijgen als ze me een meloen opstuurden. Ik ben al tijd op zoek naar interactie." Door de onalledaagse combinatie van het tragische levensverhaal met dit soort grap pen en grollen is Een hartverscheurend ver haal van duizelingivekkende genialiteit een ongrijpbaar, bijna experimenteel boek ge worden en geldt de schrijver ervan opeens als de jongste hoop van de Amerikaanse lite ratuur. „De vooronderstelling is dat iets dat ruw is, vreemd en experimenteel geen groot pu bliek kan bereiken. Maar ik denk dus dat mensen juist wel iets nieuws willen, als het maar oprecht is. Anders, maar écht. Neem de Simpsons, waar wekelijks twintig miljoen mensen naar kijken. Daar zit een rare, harde waarheid in, die aanspreekt. En wat die jong ste hoop betreft: nog even en ze beginnen me de grond in te schrijven. Ik voel in ieder geval geen enkele druk wat betreft een twee de boek." Zijn jongere broer Toph, voor wie Dave Eg gers als een vader is geweest, vindt het hoogst interessant dat hij in een boek voor komt. „Hij heeft deze zomer zelf een boek geschreven. Hij heeft het me nog niet laten zien. Ik hoop dat hij er aan doorwerkt. Ik weet zeker dat hij ooit iets zal publiceren. Hij is bijna achttien nu. Hij vindt het prachtig om in een boek voor te komen. Een beter verhaal om indruk te maken op meisjes is er nauwelijks." Het was ook Toph die broer Dave er recent toe over wist te halen alsnog de filmrechten van het boek te verkopen. Binnenkort wor den de handtekeningen gezet, nadat Eggers eerder een filmdeal met een waarde van twee miljoen dollar had afgeslagen. „Voor mij hoeft het boek niet verfilmd te worden. Ik weet ook zeker dat het boek beter blijft dan een film ooit wordt. Nu kan er wel veel geld naar een goed doel. Toph wilde het per se. Hij was erg boos toen ik het eerste aanbod afsloeg. Hij wil gewoon zichzelf graag op het witte doek zien. Kan hij af spraakjes krijgen met starlets in Hollywood. Geef hem eens ongelijk." THEO HAKKERT Een hartverscheurend verhaal van dui zelingwekkende genialiteit, door Dave Eggers. Vertaling: Irving Pardoen. Uit geverij Vassallucci. Prijs 49,90 (ge bonden). De heilige, Indiase stad Pushkar herbergt elk jaar 's werelds grootste kamelenmarkt. Midden in de woestijn, nabij een heilig meer, verzamelen zich 200.000 m'ensen en bijna 100.000 kamelen, paarden en koeien. Er wordt gehandeld, en er wordt gebaad in het meer dat volgens de overlevering juist dezer dagen helende krachten bezit. Kamelenhandelaar wacht op kopers tijdens de jaarlijks kamelenmarkt in Pushkar. FOTO AFP ARKO DATTA Grootste kamelenmarkt ter wereld op heilige plek in India Tegen half zeven 's ochtends komt de zon als een gouden bal op boven de Slangenberg, ten oosten van Pushkar. Vanuit de omliggende woes tijn bezien, liggen het stadje en het meer er uitge storven bij, slechts bedekt door een witte deken van nevel die in het niets verdwijnt in de snel warmer wordende zon. Hier in de woestijn klinkt het gesjok van een ka meel vrij dof. Het geluid verdwijnt in het eindelo ze zand. Door het geschommel op de rug van het dier lijken de stad, het meer en de bergen steeds heen en weer te gaan. Alleen de zon blijft op zijn plaats. Een ruk aan de teugels, die in de neus van de kameel zijn vastgemaakt, en het geslinger stopt. Vier meter hoog op de rug van de 'Mercedes van de woestijn' zittend, kun je goed de duizen den figuurtjes ontwaren die op de zandvlaktes rondom Pushkar zijn neergestreken. Tenten en hutjes, staande en liggende kamelen, koeien, paarden en de eerste bedoeïenen die net wakker zijn geworden en door de woestijn lopen op weg naar de plek waar het vee verhandeld wordt. Hier en daar kringelt rook op van de eerste houtvuren waarop de 'caj', de thee, wordt gezet. India mag dan een steeds moderner land wor den, met kèrnwapens, een Miss World en een on stuimig groeiende computer- en internetindu- strie, hier in Pushkar, zo'n 400 kilometer ten zuid westen van de hoofdstad New Delhi, lijkt het of de tijd honderden jaren heeft stilgestaan. Al eeuwenlang wordt hier jaarlijks 's werelds grootste kamelenmarkt gehouden. Van heinde en ver komen bedoeïenen met hun kuddes kamelen in lange karavanen door de woestijn naar Pushkar gelopen om hun vee te verkopen: kamelen in de eerste plaats maar ook koeien, buffels en paar den. Tweehonderd jaar geleden moet het er bijna net zo aan toe zijn gegaan. Mannen met verweerde gezichten dragen pyja ma's of een doek om hun heupen, een witte tul band om het hoofd. Het is onmogelijk te schatten hoe oud ze zijn, want zij die pas 30 zijn, zien er al uit als 60, dus laat staan wanneer iemand echt 60 jaar oud is. „Het leven in de woestijn is hard", geeft een bedoeïen direct toe. „Maar we zijn het gewend, dit is ons huis." Met z'n kudde kamelen is hij komen lopen uit een gebied in de buurt van de stad Jodhpur, zo'n 150 kilometer verderop. Maar klagen doet hij niet: dit is de gewoonste zaak van de wereld. „We gaan misschien met de bus terug als we alle kamelen verkopen, anders lopen we gewoon weer terug." De vrouwen die met de mannen mee zijn geko men naar Pushkar, dragen de kleurigste kleding. Dat is ook een traditie in dit gedeelte van India dat Rajastan heet. Hun omslagdoeken en broeken zijn fel rood, groen, geel, paars of blauw. In hun neus dragen ze grote gouden ringen die soms met een ketting zijn verbonden aan hun oren. Om hun benen dragen ze gouden of zilveren sieraden die zo nauw zijn dat ze er nooit meer af kunnen. Alle vrouwen dragen even fel gekleurde hoofd doeken die ze voor hun gezicht slaan wanneer ze in groepjes langs de kamelen en paarden lopen. „Het is heel simpel", zegt Aijma, een uiterst har telijke bedoeïenenvrouw, terwijl ze naast een houtvuurtje zit en 'nan', een soort van broodpan nenkoek, bakt. „Wij koken en zorgen voor de kin deren, de mannen kopen of verkopen de beesten. Zo gaat dat al generaties lang." Ze kan haar brood onmogelijk zandvrij houden. Veelvuldig testen mannen de paarden of kamelen en galopperen in volle vaart door de mensenmassa heen. Het is niet zonder reden dat iedereen juist naar Pushkar trekt. Het mag dan een klein, onooglijk en vrij smerig woestijnstadje zijn, het is tevens een heilige stad met een heilig meer en de enige Brahma-tempel in heel India. Volgens de Hindoe traditie was het Brahma, een van de drie heiligste en belangrijkste goden, die niet wist waar hij moest gaan wonen, toen de aarde was geschapen. Op een zwaan vloog hij over de nieuwe wereld en liet toen een lotusblad vallen. Op de plek waar de lotus neerkwam, ontsprong direct een heilig meer en Brahma streek daar neer. Die plaats was Push kar. Nadat een lokale koning, die aan een enge huidziekte leed, een bad had genomen in het meer en daarna van z'n puisten en zweren was afgekomen, was het voor iedereen duidelijk dat het meer heilig was en het water een genezende werking had. Het werd zo druk in Pushkar, dat er dagelijks duizenden mensen in het meer spron gen en er een complete chaos ontstond. Lokale priesters grepen in en verklaarden het meer al leen heilig tijdens de Kartik Purnima, de volle maan in november. Vanaf dat moment was het er alleen nog in die periode druk. en dat is zo geble ven. „Negenduizend rupee's voor m'n kameel", zegt Neeraj, een 40-jarige man met een witte tulband op. „Dat is hartstikke goedkoop", fluistert een an der in m'n oor. Een snelle rekensom leert: 550 gulden. Dat is inderdaad geen geld. Maar wat te doen met een kameel, zeg ik tegen Neeraj. „Nou, ze kunnen tien of soms wel twaalf dagen door de woestijn lopen zonder te drinken. Je kan er op rij den of ze voor een kar spannen. En een vrouw tjeskameel krijgt weer nakomelingen, zo kun je een hele kudde opbouwen." Daar heb je natuurlijk niet van terug. Maar de ellende is wel dat die beesten vreselijk uit hun bek stinken en bovendien is zeker de vrouwtjeska meel dermate vals dat zelfs de bedoeïenen er geen raad mee weten en alleen mannetjes gebrui ken als transportmiddel. Als de zon in de loop van de dag de temperatuur doet oplopen, wordt er zeer druk gehandeld door de mannen. Verkochte kamelen worden soms in gereedstaande oude vrachtwagens gejaagd, maar als er iets is dat kamelen niet willen, dan is het de laadruimte van een vrachtwagen in gaan. Dus binden de mannen de voor- en achterpoten aan elkaar en slaan met stokken in op de luid loeiende kamelen. Hoppend op hun voorpoten lukt het dan over het algemeen wel om ze een vrachtwa gen in te krijgen. „Veel kamelen zijn geen leuke beesten, want ze willen nog weieens bijten", zegt een vermoeide man met een stok in z'n hand. „Paarden zijn veel beter." Toch is er geen kameleneigenaar die z'n kameel zou slachten na een paar jaar noeste ar beid in de woestijn. Zoiets druist in tegen de prin cipes van vele Hindoe's om geen dieren dood te maken. En voor het vlees hoef je het ook eigenlijk niet te doen. Omdat Pushkar een heilige stad is, is vlees streng verboden. Net als eieren trouwens. Dit is een paradijs voor de hardcore vegetariër. Aan het einde van de dag, als de zon achter de bergen in het westen wegzakt, bezoeken veel be doeïenen de rommelmarkt in het centrum van Pushkar. Duizenden stalletjes, loeiharde muziek en zelfs een kermis met een oud, gammel reuzen rad. Daarna lopen mannen, vrouwen en kinderen naar het meer om er te baden. Op de witte, mar meren trappen naar de oever trekt iedereen bijna al z'n kleren uit, om daarna een paar keer kopje onder te gaan. Kaarsjes in van bladeren gemaakte bakjes drij ven langs de oever en lichten in de schemer op. De bedoeïenen mengen zich tussen de pelgrims, gekomen uit heel India, die uit principe niets wil len bezitten en leven van bedelen. Mannen, vrou wen, kinderen, hoge en lage kastes: iedereen wil baden in het heilige water om bescherming te vragen van Brahma voor het komende jaar. En als even later de volle maan weerspiegelt in het meer weet iedereen dat ze volgend jaar in november opnieuw vanuit de woestijn naar Pushkar zullen trekken. Net zoals hun voorouders deden en hun kinderen zullen doen. HARALD DOORNBOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 50