'Ik verlies meer van mezelf dan van de tegenstander' OOG in OOG 532 ZATERDAG 18 NOVEMBER 2000 Oog in oog is een wekelijkse in terviewserie waarin bekende mensen uit de regio zich van een onverwachte kant laten kennen. De redactie bedacht vijftig vragen, waarvan er telkens tien worden gesteld. Welke dat zijn bepaalt de ondervraagde zelf door het gooien van een dobbelsteen met twintig vlakken. Deze week: schaker Jeroen Piket, geboren op 27 januari 1969. Internationaal Grootmeester. Getrouwd, vader van twee kinderen, woont in Leiderdorp. door Janet van Dijk- Jeroen Piket: „Vroeger was ik een talent, nu hoor ik bij de gevestigde orde en wordt er meer van me verwacht." 8. Verandert u met het ouder worden in positieve of in negatieve zin? „In het schaken geldt mijn leeftijd niet als echt oud, ook niet als echt jong. Tussen je dertigste en je veertigste kun je nog wel steeds beter worden. De ervaring neemt toe en de kennis, en het begrip van het spel. Als je kijkt naar mijn privé-leven: ik ben ge trouwd, en we hebben twee kinderen. Daar verander je door, ik denk ook wel ten goede. Er gaat een andere wereld voor je open. Ik ben, net zoals veel andere sporters, wat meer op mezelf gericht. Mijn privé-situatie dwingt me om aan anderen te denken. Thuis kom ik niet op de eerste plaats. Ik ben 31, het is niet een leeftijd dat je fysiek iets gaat mankeren. Maar ik moet wel mijn conditie beter gaan bijhouden. Wat lopen of zwemmen, opletten wat ik eet. Van een nacht doorgaan herstel ik moeilijker, ook van jetlags, hoewel ik daar vroeger ook wel moei te mee had. Ze zeggen wel eens dat ik vroeger makkelij ker was, dat ik me nu meer zorgen maak als het slechter gaat. Ik weet niet of het komt doordat ik ouder word of doordat ik een ge zin heb. Ze zeggen: vroeger lachte je wel meer. Als je begint met schaken, weet je niet wat er allemaal bij komt kijken. Nu weet ik dat er onderdelen zijn die ik minder aange naam vind, of mensen die ik minder aange naam vind. Maar ik ben nu oud en wijs ge noeg om die wat op afstand te houden. Dat geldt voor het privé-leven ook. Mis schien verandert dat ook wel met het ouder worden, dat vroeger andere mensen meer bij je pasten dan nu. Het is niet zo dat ik nu niet vrolijk meer ben. Maar je neemt wel meer dingen mee naar huis, ook omdat het niveau nu hoger is. Vroeger was ik een talent, nu hoor ik bij de gevestigde orde en wordt er meer van me verwacht." 15. Waar valt u op? „Op vrouwen. Is dat goed genoeg geant woord of niet? Exotische en Aziatische vrouwen vind ik leu ke types. Maar hpt staat niet vast, hoor. Ik kan ook een blonde dame zien of een vrouw met rood haar die ik leuk vind. Verder moet een vrouw verzorgd zijn, op een leuke ma nier. Ik kan eigenlijk niet één type vrouw noemen. Mijn vrouw is op Aruba geboren. Je kunt het niet heel goed zien. Ze wordt sneller bruin dan ik. Ik ben in elk geval heel tevreden met mijn eigen vrouw. Qua uiterlijk ben ik tevre den, maar qua innerlijk gelukkig nog meer. Maar daar kom je pas met de jaren achter. Je ziet vaak dat ze bij shows en zo zoeken naar mensen die bij elkaar horen. Wij zijn heel verschillend. Ik denk dat het goed is dat je allebei je eigen ideeën en je mening hebt, als je maar samen uitkomt op de midden weg. Ik ben geen expert. Ik heb het goed getrof fen. En verder ja, ik val op humor, eerlijk heid. Mijn vrouw heeft het allebei. En ze is lief, ja. Kunnen we het niet over schaken hebben?" 25. Zijn er dingen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden? „Nee, eigenlijk niet. Ik ben zelf ook wel een beetje zo dat ik mensen graag op de kast jaag. Ik kan in principe best veel hebben, ik ben niet gevoelig. Het is uitdelen en incasse ren. De grappenmaker van de schaakwereld is Ljubojevic, een Joegoslaaf die in Spanje woont. Hij is ook een goede vriend van me. Zijn opmerkingen zijn meestal hilarisch. Die doet het echt leuk, zonder mensen te beledi gen. Bij toernooien zoals de Olympiade zitten de Nederlanders vaak aan de drukste tafel tij dens de lunch. Meestal worden daar wel goede opmerkingen gemaakt, er heerst een goede sfeer. Anderen zijn wel eens jaloers op ons, ook omdat de grappen die we maken voor anderen vaak niet te begrijpen zijn. Je kunt ze niet uitleggen. De schaakwereld wordt gedomineerd door de voormalige Oostbloklanden, en door ou deren, veel joodse ouderen. De cynische grappen doen het wel goed. Die zijn ook erg leuk. Het is niet zo dat ze moppen tappen, het is meer: 'kijk eens wat mij is overkomen'. Dat soort verhalen. 28. Mogen partners geheimen voor elkaar hebben? „Wat zijn geheimen? In mijn geval denk ik dat wij 99 procent van elkaar weten. Mis schien dat je niet alles uitspreekt, sommige dingen hou je voor jezelf, die zeg je tegen niemand. Maar dat gaat nog niet eens over haar, dat zijn misschien ideeën. Voor mij is 99 procent open, en dat is wederzijds. An ders word ik er flink ingeluisd. Dat is wat bij ons het best werkt. Ik zou niet weten waarom andere mensen het niet an ders zouden kunnen doen. Het ligt er ook aan wat je meemaakt. Wie ben ik om te zeg gen: dat mag je niet geheim houden? Het zijn best wel gecompliceerde levens, die sommige mensen leiden. In oosterse landen gaan ze er ook anders mee om. Sommige schakers uit die landen vertellen mij dingen die ik nooit aan andere mensen, behalve aan mijn \touw, zou vertellen. Maar aan hun vrouw vertellen ze misschien minder. Als ik iets geheim houd, dan zijn het geen belangrijke dingen. Niet iets financieels, of met andere vrouwen. Ik heb wel eens een ge heim met mijn zoon van vijf. Dan zeg ik: niet vertellen hoor, dat pappa door rood rijdt. En dan vertelt-ie het toch." 30. Wat was de gelukkigste fase van uw leven? „Ik ben eigenlijk altijd vrij gelukkig geweest. Ik heb één slechte periode meegemaakt. Dat was toen mijn moeder erg ziek was, drieën half jaar geleden. Maar dat ziet er nu ook goed uit. Het was de enige dip die ik met mijn naaste familie heb meegemaakt. Het was echt zwaar voor ons allemaal. Ja, soms zijn er periodes dat het met schaken wat minder gaat, maar dat vind ik eigenlijk van minder belang. Ik kan ook niet zeggen dat de gelukkigste fase van mijn leven was toen bleek dat ik van schaken mijn beroep kon maken. Ik vond het zo vanzelfsprekend. Ik deed het gewoon. Ik weet ook niet beter dan dat ik kan schaken. Vaak vragen journa listen wat je dacht als je hebt gewonnen of als je een goede zet hebt gedaan. Maar dat gebeurt gewoon, je bent geconcentreerd, je doet je best, en als het gebeurt vind je het volstrekt normaal. Je vindt het niet eens vreemd als het lukt, je bent er wel blij om, maar je vindt het normaal. Dat is heel moei lijk om uit te leggen. Soms heb je met schaken ook momenten dat je gelukkig bent. In februari won ik het eerste Internet Grand Prix-toernooi. Toen Kaspa rov opgaf, heb ik mijn vrouw omhelsd, en mijn broer, die was er ook, en zelfs de arbi ter. Maar dat is dan weer einders. Dat is ook geluk, maar bij gelukkig zijn denk ik het eerst aan mijn gezin en aan mijn naaste familie. Soms ben ik ook wel eens gelukkig als mijn vliegtuig veilig landt. Eigenlijk ben ik vrij nuchter. Natuurlijk waren het trouwen en kinderen krijgen hoogtepunten. Maar ik weet niet of ik de geboorte van mijn kinderen nou zo mooi vond. Een geboorte is wel bijzonder, maar zo fijn was het niet voor mijn vrouw. Het is mooier als ze 's ochtends bij je komen. Of als ze slapen, of lachen, of spelen. Iedereen vindt zijn eigen kind het einde." 41. Wat is uw favoriete moment van de dag? „Vroeger, toen ik alleen met mijn vriendin was, was het de avond, en de nacht. Laat op staan, laat naar bed. Het beruchte schakers ritme. Tot laat werken, tv kijken, alles. Om twee uur slapen, om tien uur op. Toen had den we een avondkrant, nu hebben we een ochtendkrant. Nu vind ik de ochtend wel mooi. Het is prettig om een lange dag voor je te hebben." 45. Wat is in uw werk uw grootste frustratie? „Blunders. Fouten, hallucinaties, of hoe je het ook maar noemt. Als keeper kun je je een fout permitteren, zeker als je ploeg voorstaat, maar met schaken kan dat niet. Als je een blunder maakt, verlies je. En dat kost je men taal zoveel energie. Als je niet uitkijkt, beïn vloedt het je hele toernooi. Je kunt prachtig spelen, maar als je een stomme fout maakt, is alles voor niks geweest. Helaas maak ik ze meer dan ik zou moeten doen. Ik ben wel zo'n type, dat in betere stellingen staat dan in mijn scores tot uiting komt. Ik heb heel snel dat ik een goede stand naar remise laat slippen. Dat zit wel een beetje in me. dat ik meer van mezelf verlies dan van de tegen stander. Het kan concentratieverlies zijn, maar ook overconcentratie. De situatie is nooit hetzelfde." 2. Wanneer bent u voor het laatst boos geweest? „Met schaken ben ik de laatste tijd best vaak boos, omdat in Nederland geregeld mijn me ning wordt gevraagd. Dat is niet erg, maar wat anderen er soms mee doen! In die situa- FOTO HIELCO KUIPERS ties ga ik niet terug schelden in het open baar, dan zeg ik het persoonlijk. Als alles uit zijn verband wordt gehaald, dan wordt het vervelend. De laatste keer dat ik echt boos ben gewor den is een berucht voorval. Dat was toen we met de landenteams in Georgië speelden. Ik had mijn nek uitgestoken, omdat ik vond dat we voor een medaille moesten gaan. Twee Nederlandse schakers wilden er niet spelen, een was er niet in vorm. Ik zei: geen gezeur, die twee moeten spelen. We hebben die keu ze gemaakt en die is verkeerd uitgepakt. De ene schaker die moest spelen, gaf binnen tien minuten remise. Die heb ik tijdens het diner totaal uitgescholden. Ik vond het sabo tage. Toen ben ik gaan schelden, ja. Ik vond dat ik gelijk had. We hadden een goede kans op een medaille verprutst. We zaten twee weken in Georgië. We hadden een slechte vlucht gehad, we zaten zonder verwarming, het eten was vreselijk slecht. Dat komt er al lemaal uit als iemand er met de pet naar gooit. Privé hoef ik weinig boos te worden." 9. Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? „Ik ben blij dat ik directeur ben van mijn ei gen bedrijf. Dat ik zelf kan bepalen wat ik doe. Ik kom wel vaak mensen tegen van gro te bedrijven, sponsors en zo. Het lijkt me niet gemakkelijk om directeur te zijn. Het gaat om zoveel belangen, niet alleen die van de werknemers. Het voornaamste is dat je verstand hebt van zaken, dus in mijn geval zou het iets moeten zijn met sport of pr, of misschien met scha ken en internet. In liet buitenland worden wel schakers aangesteld bij banken. Wij kun nen op een bepaalde manier logisch denken. Ik ben nu in elk geval helemaal niet bereid om het schaken op te zeggen." 13. U mag vier personen - levende of dode - uitnodigen om vanavond mee te eten. Wie kiest „Dat is een leuke vraag. Maar je vergeet altijd mensen. O ja, weet je wie ik wil: Arnon Grun- berg. Die boeken vind ik prachtig. Als hij kletst zoals hij schrijft, wordt het leuk. Nu nog iemand uit de showbizz, en iets interna tionaals. Oswald. Het is misschien een beetje bizar maar ik zou liever met de misdadiger Oswald zitten dan met de vermoorde presi dent Kennedy, want ik wil weten wat er ge beurd is. Ik kies ook Tina Turner, want die zet ik op elke lijst. Ik heb nu niets meer met haar, maar vroeger vond ik haar helemaal het einde. Ik weet niet of ze interessant is om mee te praten, maar ik heb wel respect voor haar. En ik moet die tafel vol krijgen, hè. Os wald, Grunberg, Tina Turner. Het is een fraai gezelschap. Ik neem Clinton er ook bij, ge zellig. Ik neem hem niet om de schandalen, maar omdat hij het best goed heeft gedaan. En omdat hij persoonlijkheid heeft. Het lijkt me wel een interessant gezelschap, zeker als ze alles vertellen wat ze weten. Ik zou die avond niet veel hoeven te zeggen." finish De vragen Op welke plek buiten Nederland zou u een jaar willen wonen? Wanneer bent u voor het laatst boos geweest? Als u nu een ander beroep zou mogen kiezen, wat zou u dan worden? Met wie zou u een avond uit willen? Welk kunstwerk (boek, schilderij, beeld, lied, cd) zou u gemaakt willen hebben? Waarover heeft u in uw leven het meeste verdriet gehad? Gaat u liever om met mannen of met vrouwen? Verandert u met het ouder worden in positieve of negatieve zin? Van welk bedrijf of welke instelling zou u directeur willen zijn? Wanneer was u voor het laatst zenuwachtig? Als u vandaag ineens alles zou durven, wat zou u dan als eerste doen? Wat zou u willen veranderen aan uw jeugd? U mag vier personen - levende of dode - uitnodigen om vanavond mee te eten. Wie kiest u? Bent u gelukkig? Waar valt u op? Welke rol in welke film had u willen spelen? U moet een van de twee dingen inleveren: uw auto of uw televisie. Wat kiest u? Wat vindt u opwindend? Gelooft u in liefde op het eerste gezicht? Bent u een goed mens? Benijdt u mensen met een sterk geloof? Vindt u zichzelf aantrekkelijk? Heeft u wel eens een vriendschap verbroken? Op welke terreinen heeft volgens u de andere sekse het gemakkelijker? Zijn er dingen waarover tegen u geen grappen gemaakt mogen worden? Wanneer was u voor het laatst verliefd? Welke kus zou u willen over doen? Mogen partners geheimen voor elkaar hebben? Van welke beroemdheid greep de dood u het meest aan? Wat was de gelukkigste fase van uw leven? Welke prijs zou u graag winnen? Noem de belangrijkste karaktertrek waarvan u wilt dat mensen zich u erom herinneren, U leeft nog dertig jaar met ofwel het lichaam ofwel de geest die u nu heeft. Wat kiest u? Hoeveel vrienden heeft u? Bent u trouw? Wie is uw favoriete schrijver? Wanneer was u voor het laatst dronken? Wat mist u in het buitenland het meest aan Nederland? Benijdt u de dieren wel eens? Welke soort? Denkt u te weten wat uw partner in u ziet? Wat is uw favoriete moment van de dag? Wie bewondert u? Gaat u wel eens alleen uit? Wat was uw slechtste beslissing? Wat is in uw werk uw grootste frustratie? Wat was uw angstigste moment? Wat is uw favoriete seizoen? Wat is uw grootste zonde/wetsovertreding? Wat zou u graag beter kunnen? Wanneer beschouwde u zichzelf als volwassen? m

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 47