'Af en toe een beetje pijn is niet erg'
;)e moetje verstand op nul zetten'
f
Sport
Ard en Keessie?
ÏRDAG 18 NOVEMBER 2000 982
Het heilige ontzag voor Johan Neeskens
Honderd jaar oud. Vierde op de ranglijst van de eredivisie. En twaalf competitiewedstrijden op rij ongeslagen. Het is
deze week groot feest in de Nijmeegse Goffert, het stadion van NEC dat met Johan Neeskens, de nieuwe trainer, niet te
stuiten lijkt. 'Mijn voldoening op het ogenblik is, dat er dus meer in mij steekt dan de mensen voor mogelijk hadden
gehouden',
door GIJSBERT SPIERENBURG
dag dat er geen bikkelaars meer zijn
ÉÉpde velden, wendt Johan Neeskens in
;oioed het hoofd af. De hoop is nog niet
klfcogen. ,,We hebben Davids nog, Bos-
9 Jaap Stam zeer zeker en Boudewijn
den is ook een goed mannetje. Die jon-
WO [spreken mij aan. Die hebben nog po-
Die denken op cruciale momenten
ninste nog: dan maar een kaart of ik
iniet wat, maar er doorheen gaat die
\8i rvan z'n leven niet."
gebroken neus. Bloed op het shirt. Een
pakte knie. Zo konden we de voormali-
reker op het middenveld destijds uitte-
„Er zijn van die momenten in de
strijd dat het alles is of niks. Dat weet
zou het tegen Portugal anders hebben
tan dan Frank de Boer toen die Portu-
ontsnapte en het 0-2 werd. Ik zou voor
ian en de bal zijn gegaan, met alle risi-
van dien. Zonder na te denken. Zo zat
lelkaar en zo moet het ook gaan, vind
naam van Oranje mag het best een tikje
jer, vindt de voormalige assistent-
bins dscoach. ,,In die vriendschappelijke
r'5( Been beetje genade hebben, ach, daar
■1 iknog wel inkomen. Maar in kwalifica-
edsti ijden tegen je grote concurrent
tjeer staan. Dan moet de beuk erin.
moet je een over-mijn-lijk-mentaliteit
jen. Dan moet je er niet mee zitten om
jal, als de situatie erom vraagt, vijftig
erhoog de tribune in te jenzen. In Ne-
ind vinden we dat dat niet kan. 'We
toch voetballers' hoor ik dan. Nee, ik
de eindronde voor het WK van 2002
niet opgegeven, maar dan zal wel de
'Ufl illing moeten veranderen."
om denk je dat Frankrijk twee keer
jei ter elkaar die grote prijs heeft gewon-
1-p 'Die hadden achterin allemaal van die
inetjesputters staan. Thuram, Desailly,
ueuf en noem maar op. Het was niet al-
ven mooi en sprankelend wat ze de-
maar wel effectief. Geen aanvaller die
dicht in de buurt van die gasten durf-
ekomen. Zoveel respect was er."
f A speet afdwingen bij je tegenstander: in
eleving en mentaliteit moet je dat uit
en. En dat krijg je niet door je poot te-
trekken. Af en toe zal je een beetje
hebben, nou en, het kan ook zijn dat
beetje pijn heeft. Als ik dat tegen-
g soms zie, denk ik, als ik daar zou
jen gestaan had ik het anders gedaan."
rijn andere tijden en andere voetbal-
„Die gasten mogen van mij zoveel geld
ienen als ze willen, maar ze moeten
vel op het veld laten zien dat ze het
ienen. Als je dat vergelijkt met vroeger,
fik bij RCH voetbalde, werkte ik over-
inLisse bij Piet Bakker in de bollen-
Daar ging ik al op m;n veertiende
naar toe. Elke dag op het fietsje, veer-
lalometer heen, veertien kilometer te-
Door weer en wind. En 's avonds, te-
n Heemstede, ging ik voetballen,
tballen of gymnastieken. Elke dag, en
had ik veel plezier in."
,,Ik was van school gegaan en gaan werken.
Aan schoei had ik een broertje dood. En
toen ik achttien was, ging ik naar Ajax.
Kreèg ik een contract van duizend gulden
per maand. Twaalfduizend gulden per jaar.
Daar kon ik goed van leven. Voor het win
nen van die eerste Europa Cup kregen we
ook nog eens een premie van 25.000 piek.
En toen ik bijtekende, kreeg ik meteen een
contract van 50.000 gulden per jaar. Dat
was wat. Als je dat vergelijkt met vandaag
de dag, daar tekent een jeugdspeler geen
eens voor."
We zitten in de brasserie van De Goffert.
Ook in Nijmegen is de voetbalkantine met
z'n gevulde koeken gesneuveld. Een ober
serveert rijk gevulde schotels. Zakenlui lun
chen en doen gewichtig. De mobieltjes rin
kelen. Maar Nees houdt het eenvoudig, in
z'n trainingsbroek en sportschoenen. Geef
hem maar gewoon een glas jus d'orange.
Het nieuwe geheim van De Goffert, is dat
misschien het stapje extra voor de oude
maestro? „Weetje", zegt Johan Neeskens
(49), „de spelers moeten het in de eerste
plaats natuurlijk voor zichzelf doen. Ze zijn
prof, ze gaan voor de premies. Ik heb het ze
ook op de man af gezegd: je hebt verplich
tingen tegenover de club, want je hebt een
contract. Je hebt verplichtingen ten opzich
te van elkaar, want je bent collega's. En je
hebt verplichtingen tegenover de suppor
ters, want die betalen de kaartjes. Voor mij
moet je het niet doen, want wie niet goed
presteert, zet ik ernaast. Dat is heel duide
lijk.''
„Ze weten bij mij waaraan ze toe zijn. Ze
zullen altijd moeten werken. Dat is punt
een. Een mindere dag mag, maar werken
moet, iedereen. Ik verwacht van die gasten
dat ze er als team 90 minuten alles uithalen
wat erin zit. Het kan niet zo zijn dat de te
genpartij wint omdat die meer strijd heeft
geleverd."
Gelijk bij Ajax (0-0), gelijk bij PSV (1-1), een
grote overwinning (4-1) op Vitesse en vier
de op de ranglijst. Het is weer druk aan de
loketten van stadion De Goffert waarin
NEC morgen tegen Feyenoord speelt. „Het
is positief en het is goed. Ik hoor en lees dat
de club nog nooit zo hoog heeft gestaan in
de eredivisie. Het zal wel. Wat er in het ver
leden is gepresteerd, interesseert me niet
zo veel. Het gaat mij om nu. De mensen
vragen me ook: 'Is NEC nu zo sterk of de
rest zo zwak?' Ze moeten eerlijk zijn: wie
ons ziet voetballen, weet dat wij gewoon
goed voetballen, op dit moment. Daar is
niets mis mee.
„Op papier heb ik misschien een middel
matig en onervaren elftal. Neem alleen al
onze verdediging: er staan twee jongens
van twintig in en één van negentien. Maar
ze doen het gewoon fantastisch. Kijk, als je
duidelijk bent in de richting van je spelers
en een tactiek speelt die ze kunnen uitvoe
ren, tja, dan komt het vanzelf goed."
Grote geheimen heeft deze trainer niet. „Ik
hou van vaart. Van drive. Van direct spel.
Van het één keer raken van de bal. Van
één-twee combinaties. Van het creëren van
veel kansen. Van discipline. Van een goede
veldbezetting en van slim en simpel spelen.
En natuurlijk moeten ze zich de pleuris
rennen als 't moet. Maar dat moet altijd.
Veerkracht moet er altijd zijn."
Kom bij Neeskens niet aan zijn spelers. Hij
staat voor zijn groep. „Het was tragisch hoe
één van de spelers, René van Rijswijk, vorig
seizoen onder mijn voorganger steeds werd
uitgefloten. Het begon al zodra hij begon
warm te lopen. Omdat ze hem niks von
den. Omdat hij niet kon voetballen zoge
zegd. Ik heb hem in augustus bij me geroe
pen. Ik heb hem gezegd: ik heb je in wed
strijden gezien dat de bal van de zenuwen
drie, vier meter van je voeten afsprong. Je
kon niks goed doen, bij elke pass van je
werd er gefloten. Oké, maar nu een streep
eronder.Ik weet wat je kan en ik ga op
nieuw met je beginnen."
Met de vuist op tafel liet Nees in Nijmegen
en omgeving z'n autoriteit gelden.
„Via de krant hier heb ik me tot het publiek
gewend. Ik heb gezegd: de spelersgroep is
bereid er elke wedstrijd voor honderd pro
cent voor te gaan en ik veiwacht van de
supporters dat ze achter elke speler staan,
ook achter René van Rijswijk. Door hem zo
te bejegenen stond NEC vorig seizoen
steeds met tien man. Dat kon natuurlijk
niet. Ik heb gezegd: het moet zo zijn dat el
ke club die hier op bezoek komt, het dun
door de broek loopt van de angst."
Z'n overstap in de zomer van de KNVB
naar NEC was even opmerkelijk als onver
wacht. „Ik wilde gewoon voor mezelf gaan
beginnen Ik wilde weer naar buiten, het
veld op, elke dag. Bij de KNVB kon dat niet.
Twee, drie dagen met de spelers van het
Nederlands elftal werken was fantastisch,
maar daarna zag je ze weer een paar weken
niet. Daar zat ik mee. Voor de eer om twee
jaar geleden Hiddink als bondscoach op te
volgen heb ik bedankt. Dat klopt. Ze waren
eerst met vier andere namen begonnen.
Toen die allemaal 'nee' zeiden, kwamen ze
bij mij: 'Zou jij het dan niet willen doen?'
Nee, toen wilde ik het niet meer doen."
Tweeëntwintig jaar was hij weg uit het land
vuan duizend meningen. „Ik heb eens ge
zegd: ik kom nooit meer terug, ik zit liever
in het buitenland, in Amerika en in Zwit
serland. Na al die jaren wilde ik rust en tijd
voor de familie, voor de vrouw en de kinde
ren. De aanbieding om in 1996 assistent-
bondscoach te worden was te mooi om
waar te zijn. Achteraf kan ik zeggen: ik ben
dankbaar dat Hiddink me heeft gevraagd,
zoals ik nu weer dankbaar ben dat ik de
stap naar NEC heb gemaakt. De scepsis
was groot. Wat heeft hij daar nou te zoe
ken? Voor het eerst op eigen benen: we
moeten nog maar zien of die het redt. Kijk,
en dat is nou mijn voldoening op het ogen
blik, dat er dus meer in mij steekt dan de
mensen voor mogelijk hadden gehouden."
min van Rijn vindt dat Scylla in de eredivisie hoort
wsm
Johan Neeskens:
„Die gasten mogen van mij zoveel geld verdienen als ze willen, maar ze moeten wel op het veld laten zien dat ze het verdienen."
fcn met Scylla in de eredivisie.
Leidenaar had na 23
een punt gezet achter zijn tafel-
isloopbaan. Door de geboorte
zijn dochter, een half jaar gele-
hij minder tijd en door de
van een groter balletje
Ier zin. Maar in de zomerva-
ie belde Gerard Bakker junior,
:el lang zijn 'tafeltennismaatje'
)h, kom een keer spelen,
had drie maanden niets ge-
ik speelde tegen Gerard, die al
maanden zwaar aan het trai-
ras, en het ging bij mij meteen
Ik zei gelijk tegen onze coach:
redfiij maar in het eerste."
I spelen met de twee millime-
ütere bal bleek hem heel goed
gen. Het spel wordt wat ver-
;d, de bal roteert minder snel,
het voordeel is van sterkere
rs, die de bal zo meer snelheid
'en geven.
I ging de eerste keer goed en
•leef goed gaan. Met Van Rijn
Niet met het team, dat weder-
degradatie strijdt. Deze en
'nde zaterdag moet het Leidse
winnen om in de eredivisie te
jn. Daar hoort het ook, vindt
in van Rijn. „Als we erin blij-
dan zal het in de tweede helft
het seizoen beter gaan. Daar
ik honderd procent van over-
LWe hebben tot nu toe in geen
Ie partij geluk gehad. Alles zat
rard Bakker junior wint minder
toijden dan van hem verwacht
worden, Edgar Malchiasan is
erg jong, 18 jaar. „Hij speelt
maar drie jaar, en het is heel
hoe hij nu speelt. Hij traint zes
ht uur, elke dag. Het is echt
stisch hoor. wat die jongen
'kis hij nog iets beter wordt en
'd haalt zijn normale niveau,
tonnen we nog bovenin mee
kook."
Rijn zou degradatie dan ook
'heel erg' vinden. Want het ver
tossen de eredivisie en eerste
'e is groot en het spel is een
'lager veel minder leuk. „Poe
tonder drukken, zeg ik altijd
J" Hij geeft twee voorbeelden:
trveer met topspin, en in de
todivisie krijg ik de bal dan heel
terug. In de eredivisie wordt
^nstuk beter geserveerd."
Martin van Rijn heeft er geen spijt van dat hij deze zomer terugkwam op zijn besluit om te stoppen met tafeltennissen.
„Als ik stop moet ik elke zaterdag in de stad gaan lopen. Winkel in, winkel uit. Daar word je gek van." foto mark lamers
Met een topspeler erbij zou Scylla
een veel stabielere eredivisionist
zijn. Vorig jaar was er even sprake
van dat er een Chinees zou komen.
Die kwam niet. Gerard Bakker ju
nior en Martin van Rijn 'filosoferen'
er wel eens over. „Maar we hebben
geen sponsor, en geld doet wonde
ren."
Toen hij negen jaar oud was, ging
Martin van Rijn tafeltennissen bij
Scylla. Hij maakte daarna drie uit
stapjes, speelde twee jaar bij Avanti,
vijf jaar bij FVT in Rotterdam, en
een jaar bij GKB in Wateringen. Vier
jaar geleden kwam hij terug bij zijn
oude Leidse club^
Van Rijn, bouwkundig opzichter
bij een woningbouwstichting in
Voorburg, staat bekend als een gril
lige speler. Hij heeft weinig geduld,
wil na de service meteen een punt
maken. „Klets, boem, gelijk knallen.
Niet dat schaaktafeltennis." On
danks al zijn ervaring verliest hij
nog wel eens een partij omdat hij er
te laconiek over denkt. Dan heeft hij
de eerste set dik gewonnen, en
denkt hij bij de tweede: die pak ik
wel even in. „Als je dat denkt, zeker
met tafeltennis, dan verlies je. Je
moet je verstand op nul zetten."
Martin van Rijn is een bekende
speler, maar niet eentje die mooie
persoonlijke successen boekte. „Ik
ben geen toernooispeler", zegt de
Leidenaar. „Als ik eerst drie zonda
gen naar Enkhuizen moet om me te
kwalificeren voor het hoofdtoernooi
en ik loot dan in de eerste ronde te
gen Trinko Keen, dan zeg ik: laat
maar, ik ga wel wat anders doen."
Ik ga wel wat anders doen, dat zei
hij zo vaak. Vanaf het moment dat
hij ging tafeltennissen, heeft Martin
van Rijn al een bloedhekel aan trai
nen. Uren oefeningen doen, hij
moet er niet aan denken. „Dat vind
ik doods, afstompend. Trainers
werden altijd gek van me." Hij komt
binnen, slaat twee ballen en wil een
'gamepje spelen'. Was hij een trai
ningsbeest geweest, dan had hij
vast en zeker meer bereikt. „Dat
heb ik wel eens jammer gevonden,
ja. Peter Paul de Vrind, met wie ik
vanaf mijn negende tafeltenniste,
zei altijd: 'Had ik maar het handje
van Van Rijn', en ik zei altijd: 'Wilde
ik maar zoveel trainen als De Vrind'.
Ik maakte mijn uren wel. Maar als
ik kijk naar wat andere jongens er
voor gedaan hebben,, daar valt wat
ik deed bij in het niet."
Nu traint hij twee keer in de week
bij Scylla. „Dan kom ik binnen en
dan ga ik gelijk een gamepje spelen.
Met de wedstrijden erbij ben ik dan
toch drie keer in de week bezig."
Gek genoeg kan hij zichzelf er wel
toe zetten om daarnaast ook twee,
drie keer in de week te fitnessen,
waardoor hij zich sterker voelt, wat
ook helpt bij het spelen met het
grotere balletje. „Fitnessen is het
saaiste wat er is. Maar ik wil niet
met een bierbuik voor de spiegel
staan."
Er is een onafzienbare reeks commerciële teams,
kernploegen en gewestelijke rijders. De schaatswe
reld zit tegenwoordig ingewikkeld in elkaar. En elke
klap op het ijs is op televisie te zien. Waar is de tijd
van Ard en Keessie gebleven dat twee keer per jaar,
bij de EK en WK het hele land aan de buis zat ge
kluisterd. Is schaatsen nog wel leuk?
De Ter Aarse schaatsmaratonlegende Lenie van der
Hoorn:
„Ik ben afgelopen weekeinde een dag bij de NK in
Den Haag geweest en tot mijn stomme verbazing
merkte ik dat een beetje maraton meer publiek trekt.
Er is op tv inderdaad zó veel schaatsen dat ik het ook
niet allemaal meer volg en meestal alleen de samen
vattingen bekijk. Zoals vroeger, een heel weekeinde
voor de buis zitten voor een EK- of WK-allround, dat
zit er niet meer in. Dat er nu veel verschillende ploe
gen zijn, is voor mij nog wel te volgen. Ik vind dat zelfs
een hele spannende ontwikkeling. Hoe heeft de ene
ploeg zich voorbereid? Kunnen ze de jongens van de
andere ploeg aan? Wie heeft de beste trainingsmetho
de? Ik kan me voorstellen dat mensen die minder bij
de schaatssport zijn betrokken, het nu een beetje on
duidelijk beginnen te vinden. Aan de andere kant:
mijn man kijkt graag naar voetbal en hij weet ook pre
cies wie bij welke club speelt. Het is bij schaatsen dus
een kwestie van wennen.
De Leidse schaatsstatisticus Bram van Leeuwen:
„Het is voor mij nog wel te volgen, maar je moet er
vaker de krant op naslaan. Ik kan me voorstellen dat
de interesse bij het grote publiek afneemt, onder meer
doordat er op tv veel te veel aandacht voor schaatsen
is. En een WK-allround dat wordt verreden op een bui
tenbaantje in Boedapest, dat is natuurlijk helemaal
niks. Het internationale allround-schaatsen wordt so
wieso een steeds kleinere club. Zweden is al
weggevallen, Noorwegen zakt ook langzaam
weg. Toch komt het wel weer goed. Als de WK
weer in Thialf worden gehouden, dan zit ie-
dereen weer voor de buis.
Yvonne van Gennip, driemaal goud in Cal-
Hgary:
„Ik kan me goed voorstellen dat het grote
a publiek in verwarring raakt, een beetje moe
wordt van de hoeveelheid tv-aandacht en al
Wdie verschillende ploegen die elkaar ook nog
eens in de haren vliegen. Dat laatste komt
door de nieuwigheid. En de kans van overvoe-
ren op tv bestaat, net zo goed als dat met voet-
bal het geval is. Het ploegen-systeem vind ik
eigenlijk heel spannend. Vroeger had je één
22 kernploeg en als je daar niet bijkwam, was je
aangewezen op de gewesten. Nu, met al die
verschillende ploegen, zijn er veel meer
m schaatsers die professioneel worden begeleid
en met toppers kunnen trainen omdat zij over
Qde diverse teams zijn verdeeld. Voor mensen
die in het wereldje zitten, is het er interessan
ter op geworden."
Warmonder Pascal Vergeer, tot voor kort
trainer bij Team Veldkamp:
„Bij een wedstrijd als de IJssel Cup kan ik me voor
stellen dat een beknopte samenvatting op tv volstaat.
En bij een NK-afstanden is het voor mensen die niet
direct bij de sport betrokken zijn, onduidelijk waar het
om gaat. Is het een kwalificatie? Is het een kampioen
schap? Waar strijden dé ploegen nu precies om? Dat
zou beter aan het grote publiek uitgelegd moeten wor
den. Je moet niet overvoeren en je moet duidelijkheid
verschaffen. Maar dit weekeinde in Berlijn voorspel ik
prachtige wedstrijden. Dat is echt niet zomaar een
'worldcupje'. Het is de Champions League van het
schaatsen. Als mensen vinden dat er teveel aandacht is
voor schaatsen, dan is dat voor een deel te verklaren
doordat het nog vroeg in het seizoen is. Men heeft nog
geen echt wintergevoel. Je krijgt zoiets van: wordt er
nu al weer geschaatst?"
Woordvoerder Ruud Bakker van het Sassenheims-
/Voorhoutse dweilorkest Kleintje Pils:
„Natuurlijk is het jammer dat er momenteel door de
ploegen onderling wat met modder wordt gegooid,
maar dat is toch vooral iets wat zich in de media af
speelt. Bij de toernooien merk je niets anders dan een
gezonde rivaliteit. Dat het schaatsseizoen uit steeds
meer evenementen bestaat, dat merken wij wel aan
onze agenda. We zijn net terug uit Sydney en op het
programma staan Baselga, Praag, Boedapest, Heeren
veen en misschien ook Salt Lake City. Onze werkgevers
worden langzamerhand gek van ons. Maar wij denken
een leuke bijdrage aan de schaatssport te geven en dat
doen we met veel plezier. Het geeft ons telkens weer
een vakantiegevoel. En wij zijn niet voor een of andere
ploeg, wij zijn voor Nederland."
TEKST LOMAN LEEFMANS
ARCHIEFFOTO ANP