Van leessteen tot laserchirurgie 'Alles staat weer haarscherp op mijn netvlies' Ziek op de crèche Gezondheid Overdracht huidkankervirus ook door tongzoenen u MAANDAG 13 NOVEMBER 2000 ,,Op de crèche hebben ze me teruggestuurd. Renske heeft ontstoken oogjes en daarmee willen ze haar niet hebben, tenzij ze ervoor behandeld wordt door de dok ter. Zodoende ben ik maar meteen hierheen gekomen", zegt mevrouw Harmsen bij het binnenkomen. Renske is 4 maanden oud. Ze is wat verkouden, maar doet het verder prima. Blozende wangen, goed door voed, tierig en stralende ogen. Er is wat gelige pus te zien bij de hoekjes van haar neusje, waar de traanbuisjes uit monden. „Meestal is het een virale ontsteking, in combi natie met een verstopping van de traanbuisjes", leg ik uit, als ik de baby heb onderzocht. „Het is niet nodig dit te behandelen, masseren van de traanbuisjes levert de meeste winst op, met aansluitend reinigen van de oogjes met wat lauw gekookt water. Het oogwit is nog mooi wit, daarom heeft ze er ook geen last van. Het is erger voor de ouders en de crèche dan voor Renske zelf." .Alles goed en wel, dokter", zegt mevrouw Harmsen, maar dan wil ik toch graag een briefje van u hebben, waarin u uitlegt, dat ik bij u geweest ben, en dat het voor Renske en andere kinderen niet gevaarlijk is dat ze die pus in de oogjes heeft. Ik ben bang, dat ik terug moet met haar naar huis als ik alleen maar mijn verhaal ver tel." Nu zit ik met een probleem. Als huisarts is het mij niet toegestaan verklaringen af te leggen over mijn patiënten. Dat is een regel, die door de Landelijke Huisartsen Ver eniging is ingesteld, om zowel de patiënt als de huisarts af te houden van oneigenlijke verklaringen. Een huisarts kent zijn patiënten en hun belangen te goed, om een on partijdig oordeel te kunnen vellen. Daarom moet een onafhankelijke derde dit beslissen in voorkomende ge vallen. Maar daar zal mevrouw Harmsen geen oren naar hebben. Ik kies daarom voor de gulden middenweg. „Zegt u maar dat ze me kunnen bellen, als dat nodig is", stel ik voor. „Dan kan ik uw verhaal beamen." Met deze steun in de rug vertrekt ze snel om Renske naar de crè che te brengen en zelf naar haar werk te kunnen gaan. Wat later die ochtend staat Jan met zijn vader bij me aan het bureau. Jan is twee jaar, hij kent de spreekkamer al. In de eerste vier jaar zie ik de meeste kinderen regelma tig, daarna wordt het meestal rustiger, en hebben ze hun afweer tegen de meeste kinderziekten en verkoudheden opgebouwd. Jan is zichzelf niet, dat is goed te zien. Hij leunt wat tegen zijn vader aan, heeft hoogrode wangen, en zuigt op zijn duim. In zijn andere hand heeft hij een sabbeltje, waarmee hij tegen zijn mond wrijft. „Wat kan ik voor u doen", vraag ik. Jans vader vertelt dat ze de hele nacht in de weer zijn geweest. Jan was niet stil te krijgen, steeds maar jammeren. Ik denk, dat hij last heeft van zijn oren. Ik ben maar met hem naar het spreekuur gekomen, want mijn vrouw heeft al vroeg een vergadering op kantoor. Zelf heb ik vandaag de mogelijk heid om aan huis te werken, het voordeel van het tele werken. Jan heeft oorontsteking, en een beetje koorts. Ook krijgt hij een kiesje, zie ik in zijn mond. „Mag hij naar de crè che, of kan hij beter thuis blijven?", vraagt zijn vader. Gevaar levert de ontsteking niet op voor Jan, en ook niet voor de andere kinderen. Strikt genomen kan hij dus naar de crèche, maar hij is moe, heeft niet geslapen, en zal zich thuis prettiger voelen. Gelukkig levert dit geen probleem op, en Jan vertrekt met wat neusdruppeltjes en een goede pijnstiller naar huis. Als troost mag hij een keuze maken uit de pot met ballonnen en kleine speel tjes. Hij kiest een autootje. Een kinderhand is gauw ge vuld, maar met die pot bereik ik wel dat kinderen een volgende keer graag komen. Die ochtend zie ik nog een kindje. Maaike. Zij heeft uit slag op de romp en de wangen. Maaike is acht maanden. De uitslag is nog niet echt duidelijk,' het is de eerste dag, vertelt de oppasmoeder, die met Maaike is meegeko men. Ook op de crèche waar Maaike gewoonlijk heen gaat, willen ze eerst horen wat de dolrier er van vindt. Het gaat vooral om de risico's. Voor de andere kinderen, maar ook voor de mogelijk zwangere moeders, die wel licht door een besmetting oplopen van de ongeboren vrucht, en daardoor mogelijk een miskraam, of aangebo ren afwijkingen. Moeders, die onvoldoende afweerstof- fen tegen rode hond bij zich dragen, krijgen daarom al tijd bij de eerste zwangerschapscontrole te horen, dat ze voorzichtig moeten zijn in de eerste 14 weken, en een mogelijke besmetting met rode hond moeten zien te ver mijden. Maaike is niet ziek, heeft wel vlekjes. In dit stadium kan ik nog geen diagnose stellen. Maar de oppasmoeder is deze dag beschikbaar, dus leg ik uit dat Maaike zelf geen risico loopt, zodat ze eerst rustig kan uitzieken, alvorens we maatregelen moeten nemen. Wat is het toch een georganiseer, denk ik als ook Maaike weer de spreekkamer uit is. Ouders van nu krijgen kinde ren, maar ze werken meestal allebei een deel of de gehe le week. Eén van de eerste dingen, die ze organiseren, zodra blijkt dat er een eindje op komst is, is een goede crèche. Óf een oppas aan huis. Liefst allebei, want de crèche heeft zo haar regels. Zieke kindertjes zijn zelden welkom. Soms is er de mogelijkheid van een ziekenboeg, maar dat is veelal een uitzondering. Op het werk denken ze aan hun zieke kind, en thuis den ken ze aan hun collega's, die plotseling hun werk moe ten overnemen bij ziekte van hun kind. Ze hebben ge lukkig atv-dagen, die ze kunnen opnemen, of ze laten vakantiedagen sneuvelen voor het goede doel. Dat leidt niet zelden tot stress bij ouders en kind. Het is de consequentie van de huidige maatschappij, maar crèches op de werkplek, waar vader of moeder in de pauze kunnen binnenlopen, om even te kijken hoe het gaat, zijn uitzondering. Terwijl uiteindelijk ook de werkgever er bij gebaat is, omdat de betrokken ouders minder uit hun doen geraken. En als ik toch ergens voor mag pleiten: Er zouden ook dui- delijke regels moeten worden afge- sproken over infecties, waar kinderen M nog mee naar de crèche mogen ko men. Dat kan veel onnodig bezoek aan de huisarts voorkomen. MARIEKE VAN SCHIE, huisarts REDACTIE: RIEN POLDERMAN' Verslaggeefster Helma van den Berg was het gedoe met brillen en contactlenzen zat. Ze besloot haar ogen te laten behandelen met laserstralen. Haar ervarin gen zette ze op papier. Na de verdovende oogdruppels slaat de twijfel voor het eerst in al die weken toe. Mijn goed heid, wat doe ik? Mijn welis waar bijziende, maar toch ge zonde ogen in de waagschaal stellen? De afspraak staat zwart op wit. Over een half uur word ik ver lost van veertig jaar brillen, contactlenzen en oogirritaties. Door lasik, een ogenschijnlijk simpele maar super geavan ceerde behandeling waarbij het bovenste laagje van het hoorn vlies door een sneetje wordt opengeklapt en het resterende deel van het hoornvlies met la serstralen vlakker wordt gesle pen. Met een weer dicht geklapt hoornvliesflapje moeten mijn ogen na een dag weer als nieuw zijn. Zonder hulpmiddelen kunnen zien... Maar wat als er iets mis gaat? Wat gebeurt er als dat wonder- apparaat ineens kuren krijgt? De enthousiaste woorden van de oogarts klinken weer in mijn oren. 'Fantastisch wat de techniek de mensheid nu te bieden heeft.' Flarden van in formatie, eerder uitvoerig aan gereikt tijdens de voorbereiden de bijeenkomstenstellen eveneens gerust. En dan de herinneringen aan de vele on gemakken. Zwemmen zonder een mens te kunnen onder scheiden. Gepruts met aller hande lenzen, afgewisseld met brillen waarvan op het laatst drie glazen op de neus staan: voor dichtbij en veraf en om op een beeldscherm te kunnen kij ken. De twijfel is voorbij. Dit is wat ik wil: een stel gerenoveer de ogen. Precies op tijd beland ik in de operatiekamer. Steriel ingepakt en knus toegedekt. Vanachter twee OK-maskers klinken de stemmen van de oogarts en optometrist vertrouwd. Mijn gezicht wordt afgedekt, uitge zonderd het rechteroog dat het eerste wordt behandeld en met een ooglidspreidertje knipper- vrij wordt gemaakt. Rustig meldt de dokter elke handeling, verklaart elk geluid. Ondanks het kalmeringstabletje blijft er iets van spanning han gen. Toch voel ik me veilig. En geef me over aan de man die de apparatuur bedient. „Nu ma ken we een hoornvliesflapje", zegt hij. Tegelijk voel ik de hand van de optometrist geruststel lend op de mijne. Precies op het goede moment. Hoewel er eigenlijk niets is om van te schrikken: geen pijn, geen enge flitsen, alleen een donker ge heel. „Nu komt de laserbehande ling", meldt de oogarts. Ik kijk enige tellen in een bundeltje van blauw licht, dat mijn oog exact in de juiste positie moet houden. Pijn noch enge flitsen word ik gewaar. Alleen de stem van de dokterdie me meldt dat 'het gebeurd is' en hij het hoornvliesflapje weer netjes te- rag legt. De pleisters die de wimpers hebben vastgehouden, worden weggetrokken. „Voor het eerst een vervelend gevoel", waar schuwt de arts. Het valt alles mee. In tegenstelling tot de be handeling van het linkeroog. Weliswaar- ook nu geen pijn, maar er is wel even een gevoel van irritatie. Volgens de oogarts te wijten aan het uitwerken van de verdoving. Het neervlijen van het tweede flapje laat hij volgen met een triomfantelijk 'het is gelukt'. Hij lacht. En de optometrist klopt me felicite rend op de schouder. Alsof we gedrieën olympisch goud heb ben gehaald. Met dichte ogen beland ik in de uitrustkamer. Een kop verse es presso onder handbereik. Op gelucht en gespannen tegelijk. Het komende uur moeten de losgesneden hoornvliesflapjes zich vanzelf weer aan het oog vastzuigen. De man die vóór mij behandeld is, zegt zich goed te voelen. „En wat wonderlijk, dat de behandeling precies zo is als ons verteld was." Een an dere man meldt dat hij hier al voor de vierde keer is. Nee, niet voor behandelingen, maar om vrienden te vergezellen: „Ze steken elkaar allemaal aan." Weer thuis zoek ik mijn bed op. Zoals voorspeld, zie ik de we reld door een waas en ik voel me onplezierig. Zoals na een langdurige behandeling van de tandarts. Tegen acht uur 's avonds word ik wakker. Mijn ogen steken pijnlijk. Ik zie de kamer wazig gevlekt. Oogdrup pels verzachten, maar het rech ter oog blijft pijnlijk. Zou er dan toch iets mis zijn gega telefoontje stelt gerust heeft ongetwijfeld te met droog hoornvlies, ter plekke neemt alle heid weg. Met een ver lensje en oogdruppels nacht in. De prille ochtend wek een kind dat uitziet na verjaardagscadeaus, i de dikke gordijnen. Ik de bloemenrand op fo hang, naar de foto's oj G gelrand, de bladerent .j, selend aan de bomen, schap komt met schol |fc is gelukt, echt gelukt: js. haarscherp op mijn m Een rondgang door dt met de wind ongekeni 0'^ ogen, overtuigt helem halve minuut later ligt stel lenzen in onze vui HELMA VAN DEN BERG Alles hebben geleerden, gla- zenslijpers en heelmeesters door de eeuwen heen bedacht om de mens beter te laten zien. Van leessteen tot klem- bril, van lorgnet tot dubbelfo- cusbril, van staaroperatie tot inplantlens. Maar het bleef be helpen. De modernste tech nieken in oogheelkunde lui den nu een nieuw tijdperk in. Laserchirurgie kan bril of len zen overbodig maken. Beter zien, toen en nu. Wat we in onze omgeving waar nemen, gebeurt voor 90 pro cent via de ogen. Toch heeft 65 procent van de Nederlanders problemen met het kijken. Bij mensen ouder dan 45 jaar is dat zelfs 95 procent. Sinds de oud heid hebben mensen al naar hulpmiddelen gezocht om be ter te kunnen zien. In 1700 voor Christus worden in Babyion al staaroperaties uit gevoerd. Ptolomaeus schrijft circa 150 jaar na Christus over de vergrotende werking van een met water gevulde glazen bol. De Arabische geleerde Alhazen meldt circa 1030 als eerste iets over de leessteen, een stuk bol glas met een platte onderkant die monniken in Engeland twee eeuwen later inderdaad gebrui ken als leeshulp, getuige het 'Opus Majus' van de francis caan Roger Bacon uit Oxford. De eerste bril moet rond 1285 in Italië zijn gemaakt van 'goe de kristallen glazen' die met de hand zijn geslepen. Uit het reis verhaal van Marco Polo blijkt, dat rond dezelfde tijd ook in China brillen worden gemaakt. Het woord 'bril' is afkomstig van beryllium, een paarsachtig gesteente waarvan sinds de 13e eeuw vergrootglazen worden geslepen. De oudste bekende brillen zijn 'nietbrillen' - brillen zonder po ten - die los op de neusbrug worden gezet. Gevolgd door de beugelbnl, waarbij de glazen waren gevat in leer, later ook in hoorn been of metaal, die op de neus kan worden geklemd. Om te voorkomen dat de brillen af in het midden van de negentiende eeuw waren de face- vallen, worden ze soms met koordjes rond de oren vast ge knoopt. In Aziatische landen gebeurt dat nog tot in de 19e eeuw. In Engeland krijgt de bril in het begin van de 18e eeuw voor het eerst pootjes of 'slaapstangen'. De pootjes rusten tegen de sla pen en zijn aan het uiteinde voorzien van ringen voor een koord om de bril op het achter hoofd vast te kunnen knopen. Deze slaapbrillen worden ook in de rest van Europa populair. Ook bij pruikendragers, voor wie de bril dan kortere pootjes krijgt. Pas in de 19de eeuw wordt de oervader van de huidige bril ge boren, de bril met veren die achter het oor wordt geklemd. Omdat de pootjes naar de vorm van elk hoofd kan worden mee- gebogen, blijkt deze bril het meest comfortabel. De indu strie produceert er direct grote aantallen van. Componist Schubert (1797-1828) is een van de eersten die zo'n orenbril De brillenglazen vormen een verhaal apart. Aanvankelijk zijn alleeh de bolle glazen bekend. Alleen mensen die verziend zijn (mensen met een te klein ge bouwd oog en ouderen) zijn daarmee geholpen. Hol geslepen glazen, voor 'bij ziende' mensen met een te groot gebouwd oog (zij die niet goed ver kunnen zien), worden pas in het eerste kwart van de 16de eeuw uitgevonden. Maar het blijft behelpen, want pas in 1850 wordt een methode ont wikkeld om de afwijkingen van het oog te meten. Het zou tot 1912 duren eer medewerkers van het Duitse concern Zeiss glazen introduceren die het beeld nauwelijks vertekenen. In de tussentijd blijven brillen makers creatief in het beden ken van andere uitvoeringen: schaarbrillen, het monocle en face-'a-mains zijn bij de gegoe de burgerij eveneens populair. Evenals de toneelkijkers en loepbrillen. De uitvoeringen zijn er voor elke portemonnee. Van eenvoudige metalen brillen van marskramers en jaarmark ten tot maatwerk met gouden en zilveren monturen van de 'brillemaaker'. Ook tegenwoordig speelt mode een rol in de brillenwereld. Be kende namen in de design- en modewereld als Calvin Klein ontwerpen brillenmonturen, menigeen in de artiesten- en kunstwereld wil zich met een bijzondere bril onderscheiden. Soms met een extravagant mo del, zoals Dame Edna met een Amerikaanse vlinderbril uit de jaren vijftig. Soms juist met een sober, straÏJce bril zoals het zwarte vierkant van Nana Mouskouri, die hiermee de ja ren zestig is trouw gebleven. Anderen kiezen juist voor de 'onzichtbare' contactlens, een lens die zonder montuur direct op het oog wordt gedragen. Leonardo da Vinci (1452-1515) en René Descartes (1596-1650) introduceren het idee elk voor zich. Maar de contactlens wordt pas aan het einde van de 19de eeuw in barbaars glas ont wikkeld, gevolgd door een kris tallen contactlens van Zeiss. Omdat glas veel te gevaarlijk is, maken producenten een ver scheidenheid aan kunststof len zen. In 1936 met het meeste succes, maar het Nederlands publiek leert de contactlens pas eind jaren zestig goed kennen. Na de harde contacüens volgt de zachte, zuurstofdoorlatende lens in een opvolgend groot scala van uitvoeringen. Maar het blijft behelpen. Niet iedereen kan een contact- of in plantlens (blijven) dragen en sporten met een bril is moei zaam. Dus komt de wetenschap in de beginjaren negentig met een volgende stap: excimer la zer. Een computergestuurde lasterstraal die in nauwelijks 30 seconden de kromming van het hoornvlies corrigeert en bril of contactlenzen overbodig maakt. Onlangs gevolgd door lasik, een laser-behandeling waarvoor een klein stukje hoornvlies even wordt openge klapt. Minder pijnlijk dan de gewone laser en sneller doel matig. Binnenkort worden in Nederland de eerste oogbehan delingen gedaan waarbij men sen met hoornvliesafwijkingen veilig van hulpmiddelen wor den afgeholpen. Is de tijd van brillen, loepen en lenzen nu voorbij? Voor een groot deel van de mensheid wel. Althans voor de mensen die de kosten, variërend van 8000 tot 9000 gulden zelf kun nen betalen, want de ziektekos tenverzekeraars vergoeden voorlopig alleen in extreme ge vallen. Bovendien is lasik niet geschikt voor kinderen bij wie de sterkte van de ogen nog vari eert en ouderen zullen met las ik evenmin hun leesbril kunnen weggooien. HELMA VAN DEN BERG» Bronnen: 'Het oog wil ook wat, op tiek door de jaren heen', door Kees Kordand; 'De bril, zijn voorlopers, functie en het modeverschijnsel', van Sylvie Giard en Willem Mulder van Universiteitsmuseum Utrecht. HENK HELLEMA Statines he tegen dem y Mensen van 50 jaar ei die zogeheten statim ;r- hebben een 70 procec kans om later dement 111 wikkelen. Dat blijkt ui vangrijk epidemiologi derzoek, waarvan dei 'ei in het vakblad The La verschenen. Uitgangs het onderzoek was de derstelling, dat versch r vormen van dementii 1 ziekte van Alzheimeri mentie, mede het gev van veranderingen in ten in de hersenen va een verstoorde vet- ei rolstofwisseling. Cholesterolsyn these- statines zijn medicijm fectief het (verhoogde terolgehalte in het blo nen verlagen. In hetg ceerde onderzoek om taal ruim 1300 Engelsi spatiënten werd elkej van 50 jaar en ouden mentie (aantal: 284) v een groot aantal aspei leeftijd, geslacht, roke bloeddruk, gebruik va (e^ terolverlagende midd hoog gehalte aan vett bloed) vergeleken me vier patiënten zonder tie. Uit dat onderzoek naar voren, dat mensi tines slikken, een 70 p gere kans hebben late menteren. Dit effect van de statii overigens niet aan eei ging van het cholestei in het bloed te kunne toegeschreven. Bij me n normale cholesterolsj je hun bloed en bij patiê andere cholesterolvei medicijnen slikten, w later dementie te krijp lijk niet verlaagd. Vols Amerikaanse onderzo heeft het meer te mal gunstige effecten van op de binnenbekledii theel) van bloedvaten senen, waardoor er et bloeddoorstroming ii ten plaatsvindt. Het herpesvirus-8 dat bij men sen met een verzwakt immuun systeem, zoals aidspatiënten, Kaposi's sarcoom veroorzaakt, kan ook door speeksel worden overgebracht. Dat staat in een Amerikaans publicatie in het medische vakblad New England Journal of Medicine. Bij mensen met een aangetast afweersys teem, in het bijzonder bij dege nen die met het aidsvirus (HIV) zijn besmet, kan het herpesvi rus-8 een vorm van huidkanker veroorzaken, het Kaposi's sar coom. Kaposi's sarcoom ver oorzaakt paarse vlekken op de huid en kan ook de inwendige organen en de bekleding van onder meer mond-, buik- en borstholte aantasten. Het herpesvirus-8 werd zes jaar geleden ontdekt. Kaposi's sar coom is al eeuwenlang bekend Bij mond-op-mond-contact kunnen virussen worden overgedragen. ARCHIEFFOTO AP in Zuid-Europa, het Midden- Oosten en Afrika. In de Verenig de Staten dook de ziekte pas op aan het begin van de jaren '80, aan het begin van de aidsepide- mie. De ziekte komt in de VS bijna uitsluitend voor bij men sen die aids hebben. Tussen de 30 en 50 procent van de HIV- geinfecteerden die worden be smet met het herpesvirus-8 krijgen uiteindelijk Kaposi's sarcoom. Tot nog toe was niet bekend hoe het virus wordt overge bracht. Sommige onderzoekers dachten dat de besmetting plaats had door seksuele con tacten. Het nieuwste onderzoek lijkt erop te wijzen dat dit niet klopt. Dr. John Pauk van de Universiteit van Washington onderzocht samen met zijn col lega's 39 homoseksuele man nen die besmet waren met het herpesvirus-8, maar die geen Kaposi's sarcoom hadden. In 30 procent van de speekselmon- sters en mond-uitstrijkjes van deze mannen werd het virus aangetroffen, terwijl het maar in één procent van hun anale en genitale uitstrijkjes werd ge vonden. Bovendien bleek de concentratie van het virus in speeksel ook veel hoger te zijn dan in sperma, voor zover het daar al in zat. „Het belangrijke is dat uit het onderzoek kan worden opge maakt dat mond-op-mond contact waarschijnlijk een rol speelt bij de overbrenging van het virus", zegt Pauk. Uit het onderzoek bleek ook dat dege nen die een voorkeur hebben voor tongzoenen kennelijk veel meer risico lopen om besmet te worden met het herpesvirus-8 dan degenen die dit niet doen. Het herpesvirus-8 is nauw ver want aan het Epstein-Barr vi rus, ook een herpesvirus, dat eveneens via speeksel kan wor- irh den overgebracht. Dil de veroorzaker van dfC van Pfeiffer - ook wel die des fïancés' of 'ki; sease' genoemd. In delen van Afrika is delijk ruim 70 procen1 bevolking besmet me pesvirus-8. Juist besre door speeksel zou ee: °n ring zijn voor deze ho smettingsgraad. Volgt kundigen is in elk ge\ de verspreiding van h virus-8 (nog) grotend perkt tot de homosek volkingsgroep. Daaru verklaren dat het viru het door kussen word bracht - nog nauwelij heteroseksuele bevofi vinden is. UÊÊ Kruiswoord-min-een Niet het gevraagde woord invullen, maar een woord dat bestaat uit de letters van het gevraagde woord in dezelfde volgorde min 1 letter. (B.v. Omschrijving "dierenverblijf". Antwoord zou zijn "stal", maar ingevuld moet worden "sta"of "tal". Welke van die twee het moet worden, moet blijken uit de kruisende woorden.) Horizontaal: 1. Trouwe dienstbode; 5. braaf; 7. twisten; 8. babybedje; 9. insect; 11. dompteur; 14. ogenblik; 16. grondsoort; 17. kleur; 18. plooi; 19. hemellichaam; 20. belemmering; 22. typograaf; 25. steile rots; 27. edelmetaal; 29. vertonen; 30. schaamte; 21. opschik. Verticaal: 2. Kleur; 3. heester; 4. lichte schijn; 5. stellig; 6. zachte veren; 8. vuisthandschoen; 10. soort wijn; 12. eierpannenkoek; 13. horizon; 15. dus (Latijn); 16. pluim; 19. teer; 21. verdriet; 22. kattekruid; 23. sein; 24. kippenstok; 26. schaakstuk; 28. maand v.h. jaar. HET WEER Oplossing van zaterdag: HORIZONTAAL: 1. Kalebas; 8. borat; 10. pact; 12. loss; 14. il; 15. Eos; 16. op; 17. ton; 19. arr; 21. the; 22. ido; 23. ork; 25. roi; 26. Ib; 27. Oka; 28. no; 30. koor; 32. krop; 34. melee; 36. naailes. VERTICAAL: 2. Abc; 3. loten; 4. er; 5. balsa; 6. dto; 7. UPI; 9. esp; 11. althobo; 13. sordino; 18. oer; 20. rio; 24. Korea; 25. rakel; 26. Ikv; 29. opa; 31. oma; 33. ree; 35. li. Meter regen in Hoofddorp Na een verregende zondag lijkt het ergste regenleed voorlopig te zijn geleden. Een depressie op het noordelijk deel van de Noordzee neemt in betekenis af, en een hogedrukgebied op de Atlantische Oceaan bouwt boven het westen van Europa een fragiele uitloper op. Wat wel blijft is een zeer koude bovenlucht. Op vijf kilometer hoogte worden dezer da gen temperaturen tot beneden -30 graden verwacht. Vooral boven zee kunnen daar door nog gemakkelijk buien ontstaan. En kele buien dringen het kustgebied binnen en doordat de vaart uit de atmosfeer raakt kan het soms best wei enige tijd duren voor een bui uitgeregend is. Meestentijds is het evenwel droog weer met af en toe wat zonneschijn en over het algemeen weinig wind. De temperaturen zakken overdag naar waarden omstreeks 9 graden. In de nacht koelt het af tot 3 tot 4 graden. Plaatselijk koelt het mogelijk nog iets verder af. Kortom de eerste landelijke vorstdag is nabij. Na donderdag neemt de wisselvalligheid hoogstwaarschijnlijk weer toe. Een nieuwe depressie bij IJsland breidt zich namelijk tot over het Noordzeegebied uit. Morgen kan er hoofdzakelijk in een smalle kuststrook een bui vallen. Elders blijft het droog met na enkele mistbajiken in de nacht en vroege ochtend af en toe zonneschijn. De temperatuur komt morgenmiddag uit op 9 graden. Tijdens het afgelopen weekeinde zaterdag weinig regen gevallen. I kwam de zon tevoorschijn en in! daal steeg de temperatuur tot 10, Gisteren werd een totaal verregei Hoofddorp werd 9 en op de vliegt kenburg 10 millimeter opgevangr Kop van Noord Holland viel weel millimeter. De temperatuur kwaï dags uit op 10 graden. De regens van de laatste weken si op zichzelf: al het hele jaar valt ei gen dan gebruikelijk. In Hoofddoi gisteren de 1000 millimeter-grens schreden. De normale jaarsom bi j. 838 mm.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 24