'Ik ben een hybride-dier, net als Zuid-Afrika'
I
Een boek over verlangen naar de waarheid
Cultuur Kunst
VRIJDAG 27 OKTOBER 2000
945
Etienne van Heerden, gastschrijver aan de Leidse universiteit, herschrijft geschiedenis
„Er zijn stiltes in ons verleden, in de traditionele
geschiedschrijving in Zuid-Afrika. Ervaringswerelden
waar niet over gesproken wordt." De Zuid-Afrikaanse
schrijver Etienne van Heerden zwijgt even en vervolgt
dan: „De werelden van zwarten, van vrouwen. Ik wil een
stem geven aan die stiltes. Ik beschouw dat als mijn taak.
Net zo goed als er een contrageschiedenis van de witte
bevolking te schrijven is. Daarover schrijf ik ook. Want
daar zijn ook stiltes, vanwege de onderdrukking door
ambtenaren van de apartheid. Om jezelf in het heden te
begrijpen, moetje opnieuw van het verleden bezit
nemen. Daarom schrijf ik historiografische romans."
door CAROLINE VAN OVERBEEKE
Drie maanden is hij als gast
schrijver aan de Leidse univer
siteit verbonden om studenten
te vertellen over de rol van 'de
skrywer als historiograaf, als
geschiedschrijver dus. In feite
gaat dit theoretische verhaal
ook over hemzelf. In september
is zijn nieuwe boek 'Die swye
van Mario Salviati' (Het zwijgen
van Mario Salviati) in eigen
land verschenen. Een vervolg
op 'Toorberg' (De betoverde
berg), de wereldwijd vertaalde
familiekroniek uit 1986 die de
gespleten geschiedenis, het
eeuwige conflict tussen blank
en zwart, belichaamt.
Van Heerden (1954) is hoogle
raar aan de universiteit van
Kaapstad waar hij Afrikaanse
letterkunde doceert. Hij weet
precies wat hij zijn Leidse stu
denten wil vertellen: het verhaal
van 'die skeppende skrywer' die
zich bezig houdt met de ge
schiedenis van land en volk.
Hij is het zelf ook, een 'skep
pende skrywer'. „Ik spreek over
die historiese rol van de Suid-
Afrikaanse skrywer as opteke-
naar van gebeure die in die
marge beweeg het, as opteke-
naar van 'n alternatiewe ge
schiedenis, van opstand of ver
zet, oorlog en geweld. Die skry
wer as historiograaf, vasüegger
van de Suid-Afrikaanse mytho
logie en de skrywer as autobio
graaf." Zo komt er aandacht
voor diegenen die zich lange
tijd in de marge bevonden,
zwarten in elk geval. Zij krijgen
volgens van Heerden 'een meer
centrale rol bij het opschrijven
van een nieuwe Zuid-Afrikaan
se identiteit'.
Donkere wolken drijven over de
Witte Singel in Leiden. Van
Heerden staart vanuit zijn tijde
lijke werkkamer bij de vakgroep
Nederlands van de Leidse uni
versiteit naar buiten. De schrij
ver geniet van de oer-Hollandse
elementen als regen, wind, grij
ze wolken. „Maar ook van fiet
sen en bushokjes, polders, bo
ten en treinen. De schakering
van groen vond ik overweldi
gend, toen ik aankwam in sep
tember, maar de herfst is meer
rustgevend. Beangstigend vind
ik wel het besef dat jullie bene
den de zeespiegel leven. Ik
woon tijdelijk in Ouderkerk aan
de Amstel en zie daar de boten
nota bene drie meter hoger
vanuit mijn raam voorbijva
ren."
Maar hij is niet gekomen om
van de wolken en het water te
genieten. Er moet gewerkt wor
den. We spreken in het Afri
kaans, die zangerige en poëti
sche taal. verwant aan het Ne
derlands. De taal die lang taboe
was, waar we ten tijde van de
apartheid niets van moesten
weten. Maar de taal leeft weer,
we horen haar weer, ook dank
zij de gedichten van Elisabeth
Eybers. Het Nederlands begrijpt
Van Heerden goed, maai" omge
keerd is dat soms lastiger.
Ommezwaai
Steeds hamert hij op zijn the
ma: het belang van navertellen
van de geschiedenis voor een
volk. Waarom houdt dat bela
den Afrikaanse verleden hem
zo bezig, speelt het zo'n promi
nente rol in zijn werk? „In een
land als Zuid-Afrika zijn we ge
weldig aangewezen op het ver
leden. Het verleden dringt zich
als het ware aan ons op. Die
verwevenheid van Afrikaanse
feiten en mythologie, die magi
sche elementen in onze histo
rie, maakt de werkelijkheid ook
vreemd."
„Vergeet niet, Zuid-Afrika is een
uitputtend land met een uitput
tende geschiedens. Het heeft
een grote politieke ommezwaai
beleefd, is een land in transfor
matie. Het leven is er beter dan
vroeger, maar nog steeds zijn
veel mensen bang voor de toe
komst. Voor een nieuwe veran
deringdie zich misschien tegen
hen keert. Er is veel criminali
teit in Zuid-Afrika: mijn neef is
onlangs door zijn hoofd ge
schoten, een vriend werd in zijn
hand geraakt. Beangstigend.
Veel jonge mensen emigreren,
vooral blanken. Ook omdat ze
niet zo makkelijk een baan vin
den, omdat het nieuwe beleid
voorschrijft dat zwarten voor
gaan."
„Het verleden fascineert me.
Het is eigenlijk net zo onvoor
spelbaar als de toekomst. Van
wege die stiltes in dat verleden,
datgene wat altijd in de marge
moest bewegen, noodgedwon
gen. De geschiedenis van de
zwarten, vrouwen, maar ook
van blanken. Daarom zijn in
ons land die oervertellers, her
vertellers van dat verleden zo
belangrijk. Zuid-Afrikaanse
schrijvers zijn geweldig betrok
ken bij het hervertellen van dat
verleden. Voor mij zijn ge
schiedkundige romans een in
teressant navorsingsgebied, als
ontmoetingsplek tussen ge
schiedschrijving en fictie. Ge
schiedenis en literatuur zijn
beide vormen van vertellen."
In de roman waarmee hij be
roemd werd, 'Toorberg' (De be
toverde berg), vertelt hij het
aangrijpende verhaal van twee
families die leven in het afgele
gen boerenland in de berg
streek van de Zuid-Afrikaanse
Oostkaap. De familie Moolman,
blank en rijk, en de familie Riet,
ofwel die Skaamfamilie (de
'schaamfamilie'), zwart, en le
vend in de marge. Het kleine
jongetje Noag of 'Druppeltjie'
du Pisani diè in een boorgat
valt en onder mysterieuze om
standigheden sterft, brengt ze
tijdelijk, in een gruwelijk mo
ment, bij elkaar. Een rechter-
Etienne van Heerden: „Zuid-Afrika is een land met een onvoorspelbare persoonlijkheid."
commissaris van buiten onder
zoekt de zaak en raakt zelf ver
strikt in de complexe familie
banden.
Droom
Van Heerden gebruikt in zijn
boeken magisch-realistische
stijlelementen waarbij hij het
zichtbare met het onzichtbare
in verband brengt, droom en
werkelijkheid als twee polen
van het menselijk bestaan ziet.
Hij vervlecht het verleden met
het heden. Zo verschijnen er in
'Toorberg' lang overleden voor
vaderen ten tonele die in het
heden een nieuwe rol vervullen.
Ook in zijn laatste roman 'Die
swye van Mario Salviati' (Het
zwijgen van Mario Salviati) lo
pen fantasie en werkelijkheid,
droom en realiteit door elkaar.
„Mijn nieuwe roman is een
tweeluik over een afgezonderde
gemeenschap waarin ook een
buitenstaander komt om een
specifieke zaak te onderzoeken.
Die buitenstaander wil de ge
schiedenis opdiepen, de ver
strengelde hybride stamboom
van die complexe gemeenschap
onderzoeken. Mario Salviati is
een Italiaan, maar de bewon-
ders van het dorpjeTallejare
hebben een Frans-Nederlandse
achtergrond, en stammen ook
af van inheemse bushmannen
en hottentotten. Een hybride
gemeenschap met een hybride
stamboom. Ik teken de com
plexe samenleving op van men
sen in Zuid-Afrika door vele ge
neraties heen."
„Mijn boek gaat ook over de ge
schiedenis van de Italiaanse
krijgsgevangenis uit de tweede
wereldoorlog. Die gevangenis
stond daar ooit, op de hoog
vlakte van Karoo in Oostkaap,
de rand van Krugerland, ook
wel de droge hoogvlakte van de
moordenaars genoemd. Jonge
mensen uit Italië werden naar
foto dick hocewoning
boerderijen in Zuid-Afrika ge
zonden om te werken."
„Ook op de boerderij van mijn
eigen grootvader was dat het
geval. Zo heb ik nog een prach
tig gevlochten leergordel in
mijn bezit die een van de krijgs
gevangenen daar in 1942 heeft
gemaakt. Hij bestaat uit vijf
leerbanen. Mijn boek bevat,
niet geheel toevallig, vijf ineen
gevlochten liefdesverhalen. Ik
wil niet alleen de geschiedenis
onderzoeken, maar ook een
lekker verhaal vertellen. Het is
een historische roman die ver
telt over een land, de liefde,
oorlog en vrede, bloed en ont
zetting. Over alles dus. Maar
het heeft een positief slot."
„Ik ben geen romanschrijver
die vooraf veel historisch on
derzoek doet, want dan sterft
het verhaal onder je handen.
Wel gebruik ik verhalen die
mensen vertellen. 'Petit histoi-
res', zoals Franse historici dat
noemen. Met de magisch-rea
listische stijl stel ik vragen aan
de gevestigde opvattingen over
ruimte en tijd. Ik wil als vertel
ler het onmogelijke onderzoe
ken. Dat is veel interessanter
voor mij. Ik ben als historische
romanschrijver dus een soort
hybridedier. Door middel van
fictie stel ik vragen aan de ge
schiedenis. Dan doen mijn col
lega's J.M. Coetzee en André
Brink ook. Zij hebben ook op
vattingen over hoe we ons ver
leden kunnen documenteren.
Stellen vragen als: wie is de per
soon die de geschiedenis ver
telt, wie is de hand achter een
historische tekst? En wat is de
macht en de ideologie achter
die hand?"
Leescultuur
Van Heerden laat zich onder
meer inspireren door complexe
romans van Zuid-Amerikaanse
auteurs (onder wie Garcia Mar-
quez) en Salman Rushdie. Ne
derlandse schrijvers leest hij
ook. „Ik vind 'Indische duinen'
van Adriaan van Dis mooi. En
auteurs uit het Caïribische ge
bied zoals Tip Marug. Die zijn
interessant omdat hun werk
aansluit bij onze Zuid-Afrikaan
se literatuur."
Hij vindt het 'bar interessant'
om drie maanden aan de Leid
se universiteit te werken. „Ik
heb twee groepen studenten:
jongeren en oudere mensen
onder wie een aantal historici.
Die koppeling en de energie
vind ik mooi. In de Zuid-Afri
kaanse literatuur heb je veel
taalvarianten: het officiële Afri
kaans, maar er is ook een Kaap
se variant van de zwarte schrij
vers."
„Onder de zwarte bevolking is
een groeiende belangstelling
voor literatuur. Maar leescul
tuur moet wel gekweekt wor
den. Steun geven aan zwarte
schrijvers vind ik heel belang
rijk. En er groeit energie onder
zwarte roman- en korte verha
lenschrijvers. Vergeet niet:
meer dan 50 procent van de
Afrikaans-sprekenden is zwart
en zij willen hun eigen taal en
verhalen terughebben. Hun
verhouding met het Zuid-Afri
kaans is complex. Het was lan
ge tijd de taal van de onder
drukker, maar ook de moeder
taal."
„Tijdens de jaren van censuur
was er bijvoorbeeld een verbod
op het schrijven over grensoor-
logen met Namibië en Angola.
Maar wij schreven er wel dege
lijk over. Zo ontstond een
nieuw genre, 'grensliteratuur'.
Blanke schrijvers onder wie ik
zelf kregen dreigbrieven van
vrouwen van hoge officiers,
maar die wemelden van de
spelfouten. Ik heb ze allemaal
weggegooid."
„De verhoudingen in Zuid-Afri
ka zullen complex blijven, maar
uit die complexiteit spuit ener
gie en dat maakt het interes
sant. Zoals de verhouding tus
sen de metropool en de kolo
nie, het zoeken naar geesten
van onze voorvaderen. Er zijn
Afrikaanse schrijvers, ik zeg niet
welke, die alleen een vorm van
exotisme in hun boeken naar
voren brengen, op aandringen
van de uitgever. Daar houd ik
niet zo van. Ik zoek de specerij
en en de sterke zintuigen daar
onder. De werkelijke histori
sche tragiek."
Baie wonings
Van Heerden komt de laatste
tijd weinig aan schrijven toe.
Hij heeft een literair opinietijd
schrift opgezet op internet, Lii
Net, (www.mweb.co.za/litneti
en dat is 'onder zijn handen
ontploft'. Hij noemt het 'Die
boekehuis met baie wonings'
(Het boekhuis met vele wonin
gen). Op de site roept hij kriti
sche lezers op mee te doen:
'Dink jij verder as jou neus? Is
'n denkende Suid-Afrikaners
zoek Lit Net daagliks, want hie
is altyd iets omstrede te lese, ie,
skeppend of nadenkend, jy kt)
nêrens anders soveel breinenei
gie nie- en dis 'n feit! Maak Lit
Net jou knier- en stryplek.
„We hebben inmiddels 35.000
lezers!", vertelt hij trots. „LitNi
groeit als een organisme en he
kost me uren per dag, ook me|
de hulp van anderen. We hebJ
ben online schrijvers-work-
schops met mensen als Andre
Brink en een schrijversconfe-1
rentie, een e-posium. Onlangs
hebben we ons eerste e-boek|
gemaakt. Ons e-tijdschrift is
een gemeenschapsproject van
meerdere schrijvers, ook zwaij
schrijvers. We schrijven in vijfj
talen: Engels, Afrikaans, Sutu,,
Zulu, Xhosa en ook Nederland
en krijgen reacties uit de mei
vreemde uithoeken. Voor de
kleine Zuid-Afrikaanse schrij
vers is het een goed podium.
Een boek produceren is bij oi
namelijk ontzettend duur."
„Ik beschouw LitNet het als e
experiment. Als het succesvol
gaan we ermee verder. Het is
ook een interessant tijdsdocu
ment. Zo blijkt dat we de mei
te site-bezoeken krijgen woei
dag na half twee, het momen
waarop veel bazen gaan golvi
Woensdagmiddag wordt bij c
'klein-zaterdag' genoemd. Hi
werknemers gaan dan het int
net op."
„LitNet is een soort minige-
meenschap geworden die zie
zelf voortdrijft, zelf vraagt en
creëert. In de toekomst willen
we ook schrijven over muziek
en theater. Ik vind het enorm
fascinerend en opwindend, al
die energie. Verhitte debatten
over heden en verleden, ovei
macht en godsdienst, over he
schuldvraagstuk. Het is alsof
een deksel van een grote
stoompot wordt gelicht en wi
de stoom opvangen. Als je he
zo wilt zien, hebben we ooke
therapeutische functie."
„We beleven in Zuid-Afrika e
spannende tijd maar ook een
tijd van wanhoop vanwege d
grote criminaliteit, probleme
bij het vinden van werk. Maa
ik ben een optimist en ik vim
verandering opwindend. Zui
Afrika is een uitputtend land,
nog meer dan het was. Een 1<
met een geweldige en onvoo
spelbare persoonlijkheid. We
weten niet waar we zijn over
vijftien jaar. Er kan oorlog uil
breken, van alles misgaan.
Maar ik hou van mi^n land. 1
is prettiger om er nu te leven
dan twintig jaar geleden. Ik v
er nooit weg."
Etienne van Heerden geeft a
de Leidse universiteit op 22
29 november twee publieks
zingen, 'Die skrywer as misi
diger' en 'Die skrywer as get
ge'. In het Academiegebouw,
Rapenburg 73 in Leiden. Aa
vang: 20.00 uur. Kaarten zijl
verkrijgbaar via tel. 071 -
5272604 (vakgroep Neder
lands).
„Ik heb nu eenmaal een enorme ambivalentie over me.
Ik kan echt geen standpunt innemen of ik bedenk me:
ja-maar..." Tessa de Loo over haar nieuwe roman 'Een
bed in de hemel' en het internationale succes van 'De
Tweeling'.
door JAN-HENDRIK BAKKER
Tegenwoordig woont ze diep in
het zuiden van Portugal. Het
Nederlandse publiek mag mis
schien denken dat het succes
van 'De Tweeling', waarvan in
Nederland en later ook in
Duitsland honderdduizenden
exemplaren werden verkocht,
haar daar heeft gebracht. In fei
te was het geldgebrek.
Tessa de Loo legt het graag uit.
„In 1989 verscheen 'IsabeUe'.
Daarna heb ik een jaar gewerkt
aan een boek. dat zou worden
afgewezen door mijn uitgever.
Achteraf ben ik blij dat het zo
gelopen is, want het was echt
niet goed. In die periode begon
ik te werken aan 'De Tweeling'.
Daar moest ik veel onderzoek
voor doen. En het was ook nog
maar afwachten of het ooit iets
zou worden. Ondertussen
moest ik vier of vijfjaar uit de
inkomsten van 'Isabelle' zien te
leven. Nou, dat was geen vet
pot. Voor Portugal had ik al een
zwak. En nog tijdens het werk
aan 'De Tweeling' had ik beslo
ten daar heen te gaan. Met het
zelfde geld kon ik het daar vier
of vijf keer langer uitzingen! Het
is dus allemaal andersom ge
gaan."
Voorlopig zal de schrijfster Ne
derland niet zo snel meer als
vaste woon- en verblijfplaats
kiezen. Ze reist en schrijft. En
Nederland blijft daarbij op af
stand.
Tessa de Loo is net terug uit
Australië en Nieuw-Zeeland,
waar de vertaling van 'De
Tweeling' onlangs is uitgeko
men. Dit boek uit 1993 fundeer-
de haar schrijverschap steviger
dan ooit. Hoewel het in de kri
tiek hier en daar heftig werd
aangevallen, kon niemand om
de betekenis ervan heen.
Het boek geeft in bijna docu
mentaire verhaalvorm een mi
nutieus uitgewerkt contrast in
levensgeschiedenis tussen de
Duitse tweelingzusters Lotte en
Anna. De eerste groeide op in
Nederland. De tweede in Duits
land. Vanuit dit dubbelperspec-
tief wilde de schrijfster de lezer
ervan overtuigen dat goed en
fout niet zo simpel zijn. Het is
een thema dat in haar gehele
werk zit, vindt ze. Zelf om
schrijft zij het als 'dat twee
slachtige'. „In al mijn boeken
komt dat terug", zegt zij. „Ik
heb nu eenmaal een enorme
ambivalentie. Ik kan echt geen
standpunt in nemen of ik be
denk me: ja-maar..."
De nieuwe roman van Tessa de
Loo heet 'Een bed in de hemel'.
Het verhaal draait om twee
mensen, broer en zus, met op
de achtergrond een mysterieu
ze vader, een joodse musicus
afkomstig uit Boedapest. Dat de
twee broer en zus zijn, is overi
gens niet eens helemaal zeker.
In het laatste deel van de ro
man worden opeens andere
mogelijkheden opengehouden.
Hoe dan ook: de twee hebben
een groot verlangen het bed
een keer met elkaar te delen.
Aan het eind van het boek ge
beurt dat tenslotte. Incest?
„Nee", zegt ze beslist. „Ik heb
een wat smallere definitie van
incest dan de meeste mensen
die misschien hebben. Incest is
het voor mij alleen als een van
de beide partijen niet wil. Als er
dus sprake is van machtsmis
bruik. Als broer en zus alle twee
graag willen en er komen geen
gedegenereerde kindertjes uit
voort - want dat is de functie
van het taboe op incest natuur
lijk - dan heb ik daar niets op
tegen."
Geen boek dus over verboden
verlangens. Het is meer het ver
langen naar de waarheid, dat
Kata, de vrouwelijke hoofdper
soon uit het boek. drijft, be
toogt ze. Haar broer, die ze pas
ontmoet tijdens haar studen
tentijd en van wie zij op dat
moment nog niet weet dat hij
haar broer is. wekt een sterk
sentiment op dat te maken
heeft met haar vader. Aanvan
kelijk is ze zich dat niet zo be
wust. Dan blijkt dat de student
het kind is van een vroegere
Nederlandse vriendin van haar
vader.
Bij die vriendin heeft de jonge
joodse cellist tijdens de Tweede
Wereldoorlog ondergedoken
gezeten. Hij overleefde daar de
razzia's van de Duitsers, maar
kwam tenslotte psychisch ge
broken uit zijn onderduik. Te
genover zijn hervonden zoon
zal hij onthullen, hoe wreed hij
is behandeld door diens moe
der.
Het succes van 'De Tweeling'
heeft Tessa de Loo in tientallen
Duitse theaters, literaire cafés,
zaaltjes en omroepstudio's ge
bracht. 'Die Zwillinge' ver
scheen bij onze oosterburen op
een moment dat daar de be
langstelling voor de Nederland
se literatuur echt doorbrak. In
ons land werd zelfs gesugge
reerd dat de roman speciaal
met dat oogmerk geschreven
zou kunnen zijn. Wat nogal een
naïeve complot-gedachte was.
Avond na avond was Tessa de
Loo getuige van het verstikken
de oorlogsverleden van de
Duitsers. Op welke manier
heeft haar boek, een boek van
een buitenlander nota bene,
een rol gespeeld in de verwer-
king?
Tessa de Loo: „Ik denk dat het
vooral als ontspanning gefunc
tioneerd heeft. Ook bij de gene
ratie die er toch niet bij is ge
Tessa de Loo: „Incest is het voor mij alleen als een van de beide partijen niet wil." foto gpd phil nü
weest. In Duitsland heerst, zo
als Heinrich Böll het heeft ge
noemd, geen collectieve
schuldgevoel maar een collec
tieve schaamte. Daar ben ik ook
pas later achter gekomen. In
gezinnen werd er niet gespro
ken over wat de ouders in de
oorlog hadden gedaan. Mensen
met boter op hun hoofd, heel
veel soms, waren na de oorlog
zo snel mogelijk weer tot de or
de van de dag overgegaan. Men
sprak er eenvoudig niet meer
over".
„Pas na de holocaustdocumen
taires van de jaren zestig en ze
ventig is de jonge generatie vra
gen gaan stellen aan hun ou
ders. Wat deden jullie eigenl
in de oorlog? Mijn boek heel
daarbij geholpen."
Tessa de Loo, Een bed in de
hemel, gebonden fl. 34,95, i
geverij De Arbeiderspers, A
sterdam/Antwerpen.