Het trauma van Mahmoud Rabbani
'ivr
237
ZATERDAG 21 OKTOBER 2000
Mahmoud Rabbani: „Barak heeft deze agressie gewild. Het bezoek van Sharon aan de Tempelberg was een regelrechte provocatie. Het was de bedoeling dat de Palestijnen in opstand kwamen en de Israëliërs met scherp konden terug schieten op
stenengooiers. Provoceren om te forceren." foto cpd cees zorn
'De geschiedenis is met overtuiging vervalst'
Het leven in een Israëlgezind land heeft hem sterk gemaakt. Mahmoud
Rabbani, Palestijns zakenman, strijdt onvermoeibaar voor de Palestijnse
zaak.Nederlanders hebben de mentaliteit van een handelsman: ze
wilden af van het schuldgevoel over de jodenvervolging en doen dat door
de Palestijnen te verloochenen.
I I atuurlijk voelen de Israëliërs
I zich superieur aan ons Pa-
lestijnen. Dit is een racisti
sche oorlog! Als ik destijds niet was gevlucht,
dan had ik nu geleefd als een derderangs bur
ger in Israël."
Mahmoud Rabbani (65) is een welgesteld
zakenman in Den Haag. Hij was achttien jaar
honorair consul voor Koeweit en doet zaken
met Nederlandse en Arabische bedrijven.
„Projecten initiëren en daar investeerders bij
zoeken. Zo werkt er nu een consortium van
acht Nederlandse bedrijven aan een navigatie-
project voor de rivier de Nijl."
Niet alleen zakelijk probeert Rabbani een
brug te slaan tussen oost en west. Met zijn
Lutfïa Rabbanistichting wil hij door studen
tenuitwisselingen en gezamenlijke onder
zoeksprojecten van Arabische en Europese
universiteiten meer begrip kweken tussen het
Midden-Oosten en het Westen. Begrip dat hij
zo node heeft gemist.
„Niet onze vlucht uit Israël is voor mij een
trauma geworden, maar het onbegrip destijds
in,Nederland. Ik voel verbittering en woede je
gens de leugens. De geschiedenis is met over
tuiging vervalst. Nederlanders zijn echte han
delaren. Ze hebben hun schuldgevoel over de
jodenvervolging tijdens de Tweede Wereld
oorlog proberen in te lossen door de Palestij
nen, een volk ver weg, te verloochenen. Bij de
zesdaagse oorlog in '67 nam Nederland een
heel bijzondere positie in die meer te maken
heeft met de eigen geschiedenis van de Twee
de Wereldoorlog dan de feitelijke omstandig
heden. Ik heb me toen ontzettend eenzaam
gevoeld. Ik werd in verband gebracht met ter
roristische organisaties en schriftelijk be
dreigd. Ook zakelijk werd ik tegengewerkt."
In '68 wordt het Palestinacomité opgericht
en „sindsdien heb ik me nooit meer alleen ge
voeld. Mensen zoals Han Lammers, Relus ter
Beek en Klaas de Vries hebben gehoor gekre
gen. Later werden ze commissaris van de ko
ningin en minister."
Olieboycot
De pro-Israëlische houding van Nederland
wordt in '73 bestraft met een olieboycot van
Arabische landen. Als toenmalig honorair
consul van Koeweit krijgt Rabbani het ironi
sche plaatje Kiele, kiele Koeweit aangeboden
van Farce Majeur. Rabbani lacht minzaam en
blijft hoffelijk. „Dat heb ik geleerd van mijn
zwager die rechter was bij het internationaal
gerechtshof hier in Den Haag en mij naar Ne
derland heeft gehaald voor een studie werk
tuigbouwkunde in Delft. Hij heeft me geadvi
seerd altijd beleefd te blijven als kinderen om
mijn zwarte haren en donkere voorkomen
zouden gaan lachen. Ik ben nooit uitgelachen
om mijn uiterlijk. Als corpslid in Delft ben ik
wel om mijn Arabier-zijn belaagd door dron
ken studenten. Maar ik was ook studiegenoot,
clubgenoot en flatgenoot. Je moet samen ver
der. Dus ik nam de adviezen van mijn zwager
ter harte. Hij waarschuwde me ook voor on
begrip bij Nederlanders voor Palestijnen. Geef
ze denktijd, zei hij dan, bezie hun standpunt
vanuit hun eigen geschiedenis."
Tegen de stroom in bouwt Rabbani een flo
rerend bedrijf op. Hij ziet ook het begrip voor
de Palestijnen groeien. „Nederlanders zijn
veel genuanceerder gaan denken over Israël
en Palestina. Vooral de jongere generatie die
niet is belast met schuldgevoelens, veel reist
en op allerlei manieren informatie vergaart."
Mahmoud Rabbani is gelukkig in Neder
land, maar zijn mooiste jaren beleefde hij in
Haifa. „Ik zie de zon schijnen, ik zie m'n moe
der in de tuin Arabische koffie drinken met
onze joodse buurvrouw. Er was geen armoede
en geen angst. De gelukkigste tijd van m'n le
ven. We leefden weliswaar onder Engels man
daat, maar in harmonie. Israël bestond nog
niet. De Engelsen waren er om de Palestijnen
te begeleiden tot de oprichting van een onaf
hankelijke staat. Mijn oom had een huis ver
huurd aan joden die Duitsland waren ont
vlucht. Er kwamen steeds meer vluchtelingen
naar Palestina. Nu zijn ze onze bezetters."
Verraden
Rabbani voelt zich misleid en verraden. „Wij
waren blij toen de geallieerden een einde
maakte aan de Tweede Wereldoorlog. De
Duitsers bombardeerden soms de raffinaderij
en van Haifa en dan zochten we het laagste
plekje in huis op. Het was een opluchting toen
de oorlog was afgelopen. Ondanks de zionisti
sche claim leefden we in een vreedzame sfeer.
Totdat in '47 de strijd begon en wij naar ande
re wijken moesten verhuizen en later met een
klein bootje naar Libanon moesten vluchten.
Vier, vijf dagen hebben we aan het strand ge
slapen. Ik weet nog dat ik zestien kilometer
ben teruggelopen om m'n foto-album te ha
len. Ik heb toen met eigen ogen gezien hoe de
stad door de Engelsen werd overgedragen aan
de Israëliërs. Militaire vrachtwagens met Brit
se en joodse soldaten reden samen rond om
de Palestijnen te verdrijven."
In '91 is hij voor het eerst teruggegaan naar
het nu Israëlische Haifa. „Ik vind het een vieze
stad met afschuwelijke architectuur. Een klas
senmaatschappij bovendien met een over
daad aan militairen. We liepen daar met twee
Nederlanders, komt er een jeep langszij rijden
met twee militairen die de Nederlanders vra
gen 'of alles in orde is'. Als ik destijds niet was
gevlucht, dan was ik als derderangs burger be
land in één van de getto's. Arabieren in Israël
zijn het laagste van het laagste. De wijken
waar ze wonen zijn bouwvallig en vies. Als
Arabier mag je je huis niet verbouwen of res
taureren. Ze wachten gewoon tot de zaak in
elkaar stort en de mensen wegtrekken."
Minder gekleurd
Hij heeft vier kinderen, waarvan er een in
Ramallah woont op de westelijke Jordaanoe-
ver. „Ik volg de ontwikkelingen op de voet.
Nieuwsuitzendingen op televisiezenders uit
de hele wereld bekijk ik. De informatie is veel
minder gekleurd dan vroeger, maar het accent
ligt nog wel op de verantwoordelijkheid van
Arafat om het geweld te stoppen. De eisen van
de Palestijnen worden vaak niet genoemd."
Met afschuw heeft hij naar de beelden geke
ken van een Palestijnse vader met zoontje die
worden beschoten door Israëlische militairen.
De lynchpartij van twee 'Israëlische spionnen'
door Palestijnen vond hij 'beestachtig'. „Barak
heeft deze agressie gewild. Het bezoek van
Sharon aan de Tempelberg was een regelrech
te provocatie. Het was de bedoeling dat de Pa
lestijnen in opstand kwamen en de Israëliërs
met scherp konden terug schieten op stenen
gooiers. Provoceren om te forceren. Barak wil
zo eenheid creëren in de verdeelde binnen1
landse politiek. Hij wil dat de Palestijnen on
acceptabele condities accepteren en krijgt ook
zijn zin. De besprekingen gingen begin deze
week niet over vrede, maar over een staakt het
vuren. Het is onrealistisch van Barak Arafat te
vragen het geweld te stoppen. De sleutel ligt
in handen van Barak. Hij moet opdracht ge
ven te stoppen met schieten en zijn troepen
terugtrekken."
En zo niet, dan moet er volgens Rabbani
een internationale vredesmacht komen om de
Palestijnen te beschermen tegen de met
scherp schietende Israëliërs. „Een tweede
Kosovo. Maar daarover moet Europa het wel
eens zijn. Europa moet een keer een andere
mentaliteit aannemen ten aanzien van on
recht. Het heeft de welvaart te danken aan het
kolonialisme en de import van goedkope ar
beidskrachten. Europa kan niet alleen profite
ren, het moet ook risico willen nemen. Europa
verschuilt zich steeds achter Amerika, dat de
kar trekt."
Ondemocratisch
Drie jaar geleden zei Rabbani zijn zetel in de
Palestijnse Nationale Raad op. Hij vond dat de
raad niet serieus werd genomen en verweet
Arafat ondemocratisch optreden en corruptie.
In een brief aan de PLO-leider schrijft hij:
'Terwijl onze mensen het net zo slecht hebben
als onder het bewind dat we zo lang hebben
bestreden, is de wijze waarop jij en de mensen
met wie je je hebt omringd in weelde baden
en zich verrijken, alleen te vergelijken met de
extravagantie van sommige dictators die de
afkeer oproepen van elk beschaafd land'. En:
'Toen jij nog als technicus in Koeweit werkte,
was ik al bezig via de media en in persoonlijke
contacten begrip te kweken voor de strijd die
ons volk moet voeren om zijn rechten erkend
te zien'.
Hier klinkt een gekwetst man. Dat is hij niet
meer, meent Rabhani. „De situatie is gecorri
geerd. Onderzoek heeft aangetoond dat het
bestuuT dat een democratisch Palestina zou
moeten opbouwen, corrupt was. Er was geen
transparantie. Nu wel. Er is controle door het
volk, het parlement en de wereldbank. Arafat
heeft leiderschap getoond. Hij heeft het vre
desproces beschermd tegen extreme stromin
gen, terwijl in de periode Barak meer neder
zettingen zijn opgericht dan in de tijd van Ne
tanyahu en mensen tot de tanden toe zijn be
wapend."
De strijd van de afgelopen weken heeft het
vredesproces volgens Rabbani op jaren ach
terstand gezet. „Ik ben nooit optimistisch ge
weest over het vredesproces gezien de juridi
sche zwakte van het Oslo-akkoord uit '93. Ara
fat heeft daar te haastig getekend. Heel veel
overeenkomsten zijn niet uitgevoerd omdat
afspraken niet zorgvuldig zijn vastgelegd. Wij
hebben 22 procent van het oorspronkelijke
Palestina toegewezen gekregen, maar daarvan
is de helft nog in bezit van Israël of door kolo
nisten bezet. Israël wil de Palestijnse staat on
eindig uitstellen maar daar is Arafat niet toe in
staat. Ik geloof dat Arafat nu liever de dood
kiest dan Oost-Jeruzalem op te geven. Binnen
driekwart jaar zal de onafhankelijke staat Pa
lestina worden uitgeroepen, met internationa
le instemming. Op den duur zal Israël geen
andere keuze hebben de staat te erkennen."
Er zullen volgens Rabbani nog generaties
overheen gaan voordat Palestijnen en joden
goede buren zullen worden. Hij vindt het een
teken aan de wand dat zelfs de
Joods/Palestijnse theatergroep The I-ast Ene
my uit elkaar is gevallen door de strijd van de
afgelopen weken. „Dat is de culturele voor
hoede die een lichtpuntje zou moeten zijn in
een negatieve sfeer. Ik schrik daarvan. Van de
andere kant... De geschiedenis in de onder-
wijsboeken is vervalst en doordrongen van
haatgevoelens. De hele cultuur is vergiftigd.
Nee, ik voel geen haat. Ik ken genoeg joodse
en Israëlische mensen die absoluut niet racis
tisch zijn."
MONIQUE DE KNEGT