Tsatsiki, nu al omstreden en klassiek ZATERDAG 21 OKTOBER 2000 Nieuwe Zweedse kinderboekenheld is 'de zoon van Pippi Langkous' t wilde een boek schrijven dat aantoont dat n kind zonder getrouwde ouders en met een der conventionele achtergrond ook een heel leuk en vooral liefdevol leven kan hebben." Uoni Nilsson-Brannström vatte dit plan zes jaar geleden op en heeft nu vier boeken geschreven over het eigenzinnige jongetje Tsatsiki. Een andere kinderboekheid, Pippi igkous, stond model voor zijn moeder. In de Verenigde Staten en Engeland is geschokt jeageerd op de boeken, maar in veel andere den bestaat minder angst voor de mogelijk verderfelijke invloed van de vaderloze lerheld, die inmiddels ook op het witte doek is te zien. In de Verenigde Staten en in Engeland zijn haar boeken taboe. De uitgevers daar reageerden in elk geval ouder wets geschokt na lezing van het jeugdboek Tsatsiki van de schrijfster Moni Nilsson- Brannström. Het verhaal over het eigenzin nig jongetje dat met zijn ongehuwde moe der, een lichtelijk chaotische zangeres in een punkband, een vrolijk leven leidt in hartje Stockholm, zou volgens de angstige Ameri kanen wel eens onherstelbare schade kun nen toebrengen aan de tere zieltjes van hun jonge lezertjes. Dat de vader van deze 'liefdesbaby' een kortstondige vakantieliefde van zijn moeder bleek te zijn - te weten een Griekse octopus visser - en dat mams er nogal eens een vriendje op na houdt, maakte de zaak er be paald niet beter op. De schrijfster moet er nog steeds smakelijk om lachen. ,,Stel je voor. Er is geen land in de wereld dat zoveel alleenstaande moeders kent. Maar daar mag je niet over praten. In Engeland was het ei genlijk hetzelfde. Nou vraag ik je, in deze tijd!" In veel andere landen blijkt er aanmerke lijk minder angst te bestaan voor de mogelijk verderfelijke invloed van de vaderloze kin derheld Tsatsiki. Gelukkig maar, want de in totaal vier grappige en hoogst originele Tsat- siki-boeken van de Zweedse schrijfster - in Nederland verschenen bij uitgeverij Pirami de - kunnen nu al worden bijgezet worden in het rijtje Klassiekers uit de Kinderliteratuur. Speelfilm De gelijknamige speelfilm die op dit moment in de Nederlandse bioscopen draait, is vol gens de schrijver een waardige tegenhanger van de boekenversie. Al was dat aanvankelijk niet zo. „Het eerste script was geschreven door een zeer gerenommeerde scriptschrij ver. Ik had er veel vertrouwen in, tot ik het script onder ogen kreeg. Aanvankelijk dacht ik dat ik voor de gek werd gehouden, maar het was helaas echt waar. Tsatsiki werd neer gezet als een zielig jongetje, slachtoffer van een neurotische moeder die haar zoon vre selijk behandelde. Ik was verbijsterd, want dit stond zo ver af van mijn versie als maar mogelijk was." Na een moeilijke periode waarbij zelfs advocaten werden ingescha keld, kreeg de auteur toch haar zin. De regis seur van de film nam eigenhandig het script voor haar rekening en dat leverde een film op waar Nilsson-Brannström uiteindelijk heel trots op is. De auteur geldt in haar eigen land inmid dels als een van de meest befaamde kinder boekenschrijfsters. Haar eerste boek, een soort voorloper van de Tsatsiki-reeks, ver scheen in 1983. „Dat was veel te vroeg, want ouders reageerden destijds al even geschokt als de Amerikanen heden ten dage. De tijd was nog niet rijp voor een ongehuwde moe der." Nilsson-Brannström bleef, ondanks het uitblijven van enig succes, gewoon door schrijven. „Ik heb altijd schrijfster willen worden, dus ik kon eigenlijk niet anders. Ik studeerde taalwetenschappen aan de univer siteit, trouwde en kreeg drie zonen, maar heb naast mijn gezin en mijn werk altijd ge schreven, op de meest onmenselijke tijden. Daarnaast deed ik allerlei soorten werk, van kinderopvang tot secretaressewerk." Pippi Langkous Tsatsiki ontmoette ze jaren geleden in haar eigen keuken. Het vriendje van een van haar zoons bleek geen vader te hebben. „Toen pas viel mij op hoe zielig deze kinderen vaak worden afgeschilderd: als de crimineeltjes van de toekomst. Terwijl dat natuurlijk onzin is. Ik bedacht me ter plekke dat ik een boek wilde schrijven dat aantoont dat een kind zonder getrouwde ouders en met een min der conventionele achtergrond ook een heel leuk en vooral liefdevol leven kan hebben. Er zijn heel veel vooroordelen over jonge, onge trouwde moeders. Ik wilde dat eens anders doen. Ik bedacht me hoe Pippi Langkous ge worden zou zijn als volwassene: moedig, cre atief, warm en vooral origineel. Dat was het voorbeeld dat ik in mijn hoofd had bij Tsatsi- ki's moeder." Haar eerste Tsatsiki-boek werd verschil lende malen afgewezen door uitgevers. Maar toen het uiteindelijk was geaccepteerd werd het meteen een groot succes. „Een van de belangrijkste literaire recensenten in Zweden schreef zelfs: 'Ik zou willen dat dit mijn bu ren waren'. In 1996 kon Nilsson-Brannström zich dankzij een schrijvers-stipendium ge heel gaan toeleggen op schrijven. Inmiddels hoeft ze ook niet meer in haar keuken te werken: ze heeft een eigen studio. Daar komen ook de zakken vol post bin nen van haar jonge lezers. „Die zijn vaak heel ontroerend. Ze willen dat ik ze leer schrijven, dat ik hun vriendin ben of dat ik met hun moeder praat die zo ongelukkig is. Toen bekend werd dat ik het na het vierde boek Tsatsiki en Retzina voor gezien wilde houden, werd die post alleen nog maar er ger. Door al die reacties besloot ik tot een vijfde boek dat in Zweden na kerst uitkomt. En dat is definitief het laatste boek rond Tsatsiki." De auteur werkt nu zelf aan een script voor een tweede film rond haar held. Daar naast maakt ze prentenboeken, schrijft ze schoolboeken en komt volgend jaar een nieuw jeugdboek uit. Bovendien wil ze in een historisch boek voor jongeren de ge schiedenis optekenen van haar moeder, die als joods oorlogsweesje in een wildvreemd Zweeds christelijk gezin werd onderge bracht. „Vroeger, als kind verzon ik altijd verhaaltjes over hoe mijn familie zou zijn. Inmiddels ben ik ze aan het opsporen, ze be vinden zich werkelijk over de hele wereld. Het is nu tijd om hun echte verhalen op te tekenen." MONIQUE BRANDT De vier Tsatsiki-boeken zijn verschenen bij uitgeverij Piramide. De film draait sinds vorige week in de bioscoop en zal ook te zien zijn in het kader van Ci- nekid Festival, dat van 22 t/m 29 okto ber plaats vindt in diverse steden. Zie voor programma www.cinekid.nl OGENBLIK Een blauwe golf boven waterkleurig glas. De oranje knop van een vlaggestok met ernaast een stukje rood van wat de bovenste baan van de vlag zou kunnen zijn. Een gouden feestmuts en twee kraaien. Zoals de zandlopers Oud Hollands waren, zo is dit tafereel Nieuw Hollands. Water met de kleuren van het koninklijk huis erop. Hollandser kan het niet. Maar hoe Hollands is dit Holland? Aan wie is het eigen? Heeft het iets uit te staan met de nijvere burger van zandloper en kabouters in de tuin? Nee, niets van dat al. Het is Circus Zandvoort, speel- en gokpaleis dat een jaar of vijf geleden werd neergezet in het hart van Oud Zandvoort, om badgasten vast te houden bij slecht weer. Het is ook de feestelijke fantasie van een moment van onoplettendheid, en het unieke waarvan zeker is dat het zijn weerga nooit zal kennen omdat we nu gewaarschuwd zijn. En het is een daad, een geuzendaad. En als het al Hollands is, dan daarom. Maar meer nog is het Nieuw Nederlands, een Nederland van het zoeken naar wat kan en niet kan, van nieuws dat ruimte zoekt. Tekst en beeld: Rob van Maanen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 47