|J iI De doodlopende weg van de Masai Kashmir als een spannende film TT IER 236 ZATERDAG 7 OKTOBER 2000 Droogte in Kenia drijft nomaden de steden binnen pn van alle Schoonheid' en 'Plaats van de koele Wateren' noemden de Masai dit hied. De Britse spoorwegbouwers die rond ten na laatste eeuwwisseling besloten hier in nederzettting te stichten, verbasterden die laatste naam - Enkare Nyarobi - tot \lairobi. Vandaag is er schoonheid noch iter: de hoofdstad van Kenia is verworden leen grauwe ode aan het verval. En in het isolate grijs maken uitgerekend de Masai hun comeback. et heeft in TCenia al drie jaar niet noemenswaardig geregend. De in- m^Lm JL. woners van Nairobi merken dat als ze de waterkraan opendraaien, maar ook als ze het licht aan willen doen. De stuwdammen die voor elektra moeten zorgen staan droog. „Het is een ramp, je wordt er gek van", klaagt de chauf feur van een transportbedrijf. En als hij niet thuis is maar zich een weg probeert te banen door het waanzinnige verkeer van Nairobi, stuit hij op een ander gevolg van de droogte: koeien in de stad. De chauffeur is duidelijk: „Van die Masai wordt ik ook gek." Overal duiken ze op, de lange en magere man nen in hun rode gewaden die het authentieke Ke- nia symboliseren en elke safari-ganger in extase brengen. Kuddes wandelen op de graSIoze dorre grond rond het vliegveld Jomo. Kenyatta, maar ook op de hopeloos verstopte rotondes in de bin nenstad. In de volksbuurten scharrelen de bees ten rond de overal groeiende vuilstortplaatsen. In Op zoek naar eten en drinken trekken de Masai met hun kuddes de steden binnen. foto cpd eelco van der linden uitgeputte koe is vast komen te zitten in de blubber van een kend rioolfoto cpd eelco van der linden de chique wijken, waar ambassades en de Ver enigde Naties hun personeel hebben onderge bracht, kijken ze jaloers naar het kunstmatige groen achter hoge hekken. Een bijeenkomst van regionale staatshoofden liep onlangs vertraging op omdat de residentie van president Daniel Arap Moi was omsingeld. De stedelingen klagen en gaan geregeld over tot het doden van koeien. Maar ook de Masai zelf, al in de verdrukking in een 'gewoon' Kenia, voelen zich opgelaten. „Natuurlijk is het vervelend, maar wij moeten ergens met onze beesten naar toe", zegt Cosmas ale Pules. Normaal is deze jeugdige Masai te vinden rond Kajiado, nabij de grens met Tanzania, maar daar groeit niets meer. „We zijn al negen maanden hier en zoals het nu uit ziet, blijven we", zegt hij met een trieste lach. Zijn blik dwaalt af naar zijn uitgemergelde koeien die wan kelen langs de snelweg die Nairobi met het vlieg veld verbindt. Cosmas weet niets van de discussie over de ver schillende natuurverschijnselen die de tempera tuur van het oceaanwater beïnvloeden en verant woordelijk worden gehouden voor de droogte die Kenia nu voor het derde achtereenvolgende jaar treft. Zoals een Masai betaamt heeft hij uitslui tend oog voor zijn koeien, die een schier heilige status hebben en hem alles geven wat hij nodig heeft: eten, drinken, kleren en aanzien. Aan zijn gesp bungelt de pijl waarmee hij de slagader in de hals van een koe aftapt. Bloed, al dan niet ver mengd met mejk blijft de favoriete drank. De Masai zijn populair bij de toerist, maar ge vangenen in eigen land. In Kenia wordt hun aan tal geschat op 450.000, 1,5 procent van de bevol king, terwijl buurland Tanzania er officieel 430.000 binnen de grenzen heeft. Maar om die grenzen gaat het nu net. Masai zijn nomaden in de pure zin van het woord en willen, letterlijk, de ruimte. In de zeventiende eeuw verschenen ze voor het eerst in het huidige Kenia en wisten ze zich mede door hun moed en krijgskunst te ontwikkelen tot de dominante groep. In recentere jaren werd die positie aangetast door droogte, honger en ziek ten. De introductie van de moderne staat legde hen tenslotte de grenzen op die ze nooit hadden gekend. De buitenwereld heeft een romantisch idee van de onafhankelijke en trotse Masai, die niets van de vooruitgang willen weten, maar de 22-jarige Cosmas zegt die romantiek niet te zien. „Het le ven is keihard en er is geen zicht op een uitweg voor ons." Cosmas is naar school geweest, en vormt daarmee een uitzondering binnen de Ma- sai-gemeenschap. Hij draagt een plastic jack en heeft in tegenstelling tot de andere mannen van zijn kraal geen sieraden om. Zijn oren zijn nog ge heel intact. De oude man die wel beantwoordt aan het beeld van de Masai draagt een oud col bertje over zijn rode kleed. Cosam zegt, en dat is opmerkelijk, wat anders te willen, maar niet te weten hoe dat te bereiken. Aan de andere kant is hij trots op zijn cultuur en zijn status: die van senior krijgsman. Hij heeft er geen leeuw voor hoeven doden, zoals dat vroeger gebeurde, maar hij mag nu wel koeien bezitten en heeft er 200. Naar Masai begrippen is Cosmas een rijk man. „Koeien betekenen voor ons alles. Ze vormen de basis voor ons denken en doen", zegt hij als vanzelfsprekend. De Masai geloven dat hemel en aarde ooit een waren en dat de koeien hen zijn toegezonden vanuit de hemel nadat die zijn huidige plaats had ingenomen. Dat gebeurde langs de los hangende wortels van de wilde vijg, een boom die heilig is voor de Masai en wordt geëerd door het leggen van bosjes gras rond de stam. Iets anders doen dan koeien houden, mag ei genlijk niet want betekent de Hemel beledigen - en Cosmas weet dat. Landbouw is in het traditio nele denken zelfs verboden, waarschijnlijk omdat koeien werden geassocieerd met gras en gras met de grond. De grond mag niet worden geopend, zelfs niet om water te zoeken of de doden te be graven. Voor wie vasthoudt aan dit denken, en de meerderheid doet dat, is er weinig alternatief voor het nomadenbestaan. Sommigen overleven als toeristische attractie of als mede-beheerder van het wereldberoemde Masai-Marawildpark. Het gros zit echter klem tussen twee werelden. Cos mas en zijn vrienden illustreren het akelig tref fend. Ze staan met hun heilige koeien langs een smerige uitvalsweg op asgrijze grond zonder gras. „Deze week zijn er tien koeien dood gegaan. Ze waren er zo slecht aan toe, dat het vlees niet te eten was", zegt Cosmas vermoeid. Even later moet er met man en macht worden gewerkt om twee uitgeputte koeien los te trekken uit de blubber van een stinkend open riool. De dieren hebben geen wil meer en kijken glazig voor zich uit. Uiteindelijk lukt het ze op de been te krijgen, maar het lijkt uitstel van executie. De werknemers van de Toyota-dealer die hun lunch buiten nuttigen, observeren het tafereel met gene. „Die Masai moeten zich toch echt een keer aan passen", zegt een vrouw. EELCO VAN DER LINDEN Steeds meer Indiase soldaten sneuvelen in omstreden provincie Een grote tent in de Indiase nationale kleu ren - oranje, wit en groen - is door solda ten opgezet voor het appartement van de fa milie tussen hoge flatgebouwen in de bui tenwijk van de hoofdstad New Delhi. Vol gens hindoe-gebruik vindt er na de begrafe nis nog een plechtigheid plaats, de Shrad- hanjali, oftewel de laatste rituelen. Een foto van Amit Singh staat op een tafel, bloemen kransen eromheen. Er brandt wierook. Acht hindoe-religieuzen zitten in oranje gewaden naast de tafel en prevelen gebeden voor de dode jongen. Tientallen buurtbewoners en vrienden hebben zich in de tent verzameld en zitten op de grond toe te kijken hoe de familie af en toe rijst werpt naar de foto van Amit en meer bloemen op.de tafel legt. Soldaten en officie ren kijken serieus toe. Amit Singh, 21, had slechts drie maanden tijd om Rambo te spe len. Toen was de film afgelopen. Na een ver blijf van slechts twaalf weken in India's hevig omstreden provincie Kashmir liep de een heid van Singh al in een hinderlaag van mos limrebellen. Singh - net officier, net afgestu deerd aan de militaire academie - liet zich op de grond vallen, hief zijn hoofd op om te kunnen kijken in de richting van zijn aanval lers en kreeg een kogel uit een AK-47 in zijn hoofd. De jonge officier stierf ter plekke. „In de laatste brief die hij aan ons schreef, vertelde hij dat hij het reuze naar z'n zin had in Kashmir", zegt de vader. „Eindelijk kon hij z'n droom verwezenlijken, eindelijk voelde hij dat hij iets kon doen. Het was als in een oorlogsfilm zoals je die op televisie ziet, zo schreef m'n zoon." Steeds meer Indiase families krijgen te ho ren dat hun zoon of vader gesneuveld is in Kashmir. Kwamen er vorig jaar 160 Indiase militairen om het leven in Kashmir, de eerste negen maanden van dit jaar sneuvelden er al 297 militairen. In totaal zijn er in Kashmir al leen dit jaar al 1958 doden gevallen. Afgezien van de bijna driehonderd militairen, werden 1070 moslimrebellen gedood door de India se veiligheidstroepen. Nog eens zeshonderd burgers, waaronder 66 vrouwen en kinderen, kwamen om het leven tijdens bomaanslagen of in het kruisvuur tussen het leger en de op standelingen. Het conflict in Kashmir, dat zich afspeelt hoog in de bergen van de Himalaya en bijna verborgen voor de rest van de wereld, wordt hiermee steeds gevaarlijker. Negentig pro cent van de bevolking is moslim en voelt zich niet thuis in India dat voornamelijk hin doe is. Moslimrebellen, die zeggen de bevol- Zo snel hadden de ouders van luitenant Amit Singh hun enige zoon niet terug verwacht. Een jaar zou hij in Kashmir blijven, maar drie maanden later was hij al weer in New Delhi: in een lijkzak. En dus wordt er gerouwd door de familie, vrienden en buurtbewoners. king te vertegenwoordigen, strijden al sinds 1990 voor aansluiting van Kashmir bij India's buurland Pakistan, dat weer islamitisch is. India wil hier niets van horen en beschouwt Kashmir als Indiaas grondgebied. Pakistan steunt juist de rebellen met geld, wapens en trainingsfaciliteiten. Militante moslims proberen dan ook bijna dagelijks om vanuit Pakistan het Indiase gedeelte van Kashmir te infiltreren en het leger aan te val len. India'en Pakistan hebben sinds de onaf hankelijkheid van beide landen in 1947 al twee keer oorlog gevoerd om zeggenschap over Kashmir. Beide landen hebben kernwa pens en al verscheidene keren gedreigd om elkaar plat te bombarderen. Het toenemend aantal lijkzakken dat van uit Kashmir arriveert in de rest van India, wordt door de Indiërs steeds zorgwekkender gevonden. In een onlangs gepubliceerd rap port van het Indiase leger valt te lezen dat 'het leger onder zware druk staat vanwege de verliezen in Kashmir'. Met name het grote aantal officieren dat sneuvelt, leidt tot een tekort aan hoog opgeleide militairen. Het constante geweld in Kashmir creëert tevens een 'vermoeidheidsfactor': militairen raken gedesillusioneerd en gefrustreerd door de voortdurende activiteiten van de moslim rebellen. Hierdoor wordt de bevolking van Kashmir steeds meer onderdrukt door de militairen. Ook gebeurt het steeds vaker dat Indiase militairen bevelen negeren of zelfs hun meerderen aanvallen of doodschieten. Het rapport van het leger geeft toe dat de oorlog nauwelijks op militaire wijze kan wor den gewonnen en dat er meer moet worden gedaan om te komen tot een diplomatieke en politieke oplossing van het Kahsmir pro bleem. Onder de Indiase bevolking bestaat er nauwelijks oppositie tegen de Kashmir-poli- tiek van de rechtse BjP-regering. Problemen in Kashmir lijken hier net zo geaccepteerd als het regenseizoen of de armoede. Maar onlangs startte de Indiase intellectueel Ra- jmohan Ghandi (geen familie van de beken de Mahatma Ghandi) een pleidooi voor een einde aan de oorlog in Kashmir. „Daarvoor is er een radicale verandering nodig in het politieke klimaat tussen India en Pakistan", meent Ghandi. „Onze vroegere leider Ma hatma Ghandi zag én Indiërs én Pakistanen als zijn volk, voor hem waren ze gelijk. De huidige leiders van India en Pakistan zouden hem als voorbeeld moeten nemen, anders komt er geen einde aan de misère in Kashmir." Maar de vader van luitenant Amit Singh wil daar niets van horen. „Ik voel zo'n enor me woede", zegt H.P. Singh, „Ik zou het liefst zelf een wapen willen oppakken om te vechten tegen die terroristen. Dat soort men sen zou uitgeroeid moeten worden." HARALD DOORNBOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 57