De moeizame herrijzenis
van Oost-Duitsland
1
236
ZATERDAG 30 SEPTEMBER 2000
'Bloeiende landschappen' van Helmut Kohl laten op zich wachten
We schrijven 1992, het derde
jaar in de nieuwe Duitse
tijdsrekening, die in novem
ber 1989 met de Val van de Muur is begon
nen. In die drie jaar heeft zich in Oost-Duits
land een revolutie voltrokken. De Eerste Ar
beiders- en Boerenstaat op Duitse bodem is
door zijn eigen bevolking op de 'mestvaalt
van de geschiedenis' gedeponeerd. Het uni
form van het communisme is vervangen
door het confectiepak van het kapitalisme.
Het is soms nog wennen, maar de nieuw ge
wonnen vrijheid blijkt geen holle frase. Ie
dereen kan echt gaan en staan waar hij wil
en zeggen wat hij wil. En wat voor veel nieu
we burgers van het herenigde Duitsland mis
schien wel het belangrijkste is: de D-mark,
veertig jaar lang begeerd als het symbool van
koopkracht en materiële welstand, is niet
langer het privilege van de bonzen, maar een
doodgewoon betaalmiddel geworden.
Ze hebben hun Trabant of Wartburg -
waar ze soms veertien jaar op hebben moe
ten wachten - ingeruild voor een Japanse
'middenklasser'. Ze hebben hun huizen op
geknapt en centrale verwarming aangelegd.
Ze hebben hun vakanties aan exotische
stranden doorgebracht. Ze hebben zich kort
om kunnen vergrijpen aan wat de oude,
grimmige dissidente schrijver Stefan Heym,
de 'blinkende tinnef van het consumenten-
dom' heeft genoemd.
Niemandsland
De nieuwe welvaart krijgt vooral gestalte in
de reusachtige inkoopcentra die even buiten
de steden en dorpen verrijzen. Hier is alles te
koop, wat ze tijdens veertig jaar DDR hebben
moeten ontberen. Maar die winkelcentra
zijn ook, en niet alleen voor Oost-Duitsers,
op een eigenaardige wijze misplaatst. Ze
passen (nog) niet in het landschap, horen
(nog) niet bij de stad of het dorp: Ze staan in
een virtueel niemandsland tussen de oude
DDR en de nieuwe Bondsrepubliek, waarin
veel Oost-Duitsers ronddolen die oude ze
kerheden verloren en nieuwe nog niet ge
vonden hebben. Ze zijn ook de uit de grond
gestampte illustratie van de tegenstelling
tussen Oost en West, die nu, een paar jaar na
de Val van de Muur, aan het licht komt.
Het is ondoenlijk precies het moment aan
te geven waarop het tot de kanselarij en de
ministeries in Bonn is doorgedrongen dat de
hereniging veel moeizamer zal verlopen dan
iedereen aanvankelijk heeft gedacht. Maar in
Jaar Drie na de Val is de catastrofe die partij
chef Honecker heeft nagelaten voor iedereen
in volle omvang duidelijk geworden. De ex-
DDR was niet een van de best functioneren
de economieën, waarvoor zelfs sceptische
westerse experts haar hebben gehouden.
Van een afstand zag het er redelijk uit; nu
worden de scheuren in de muren, de gaten
in het dak en de betonrot in de fundamenten
zichtbaar. Het is een bouwval die eigenlijk
gesloopt dient, te worden.
De sanering van die economie gaat veel
Dinsdag wordt in Duitsland voor de tiende keer de 'Dag van de Eenheid' gevierd. Dat gaat gepaard
met veel en eindeloze toespraken. Die woordenvloed kan niet verbergen dat het niet goed gaat met
de voormalige DDR. Massale werkloosheid, rechts-extremisme en alcoholisme overschaduwen de
feestelijkheden. Waar blijven de 'bloeiende landschappendie Helmut Kohl, de kanselier van de
eenheid, tien jaar geleden heeft beloofd?
geld en veel pijn kosten, daar valt niet aan te
ontkomen. Het geld moet door de burgers
uit het westen worden opgehoest. De pijn is
voor de Oost-Duitsers. De 'Wessi's' hebben
de hereniging aanvankelijk begroet, al miste
menig scherpzinnig waarnemer toen al de
Grote Vreugde. Nu ze de portemonnee moe
ten trekken, bekoelt het enthousiasme snel.
De 'Ossi's' waren gewend aan een vreugde
loos bestaan met een vast inkomen. Nu drei
gen werkloosheid en een onzekere toekomst.
Die twee werelden laten zich niet zonder
slag of stoot door de vrome bezweringen van
politici en dagsluiters verenigen. Deze erva
ring vindt zijn uitdrukking in de twee stereo
typen die nu onstaan: de arrogante Wessi,
die alles beter weet; en de jammerende Ossi,
die alleen maar klaagt en weigert de handen
uit de mouwen te steken. De Muur mag dan
in november '89 zijn bezweken, de 'muur in
de hoofden' blijkt van gewapend beton.
Distantie
'De muur in de hoofden' is een gevleugelde
uitdrukking geworden. Wie hem heeft be
dacht is niet bekend. Maar het is tien jaar na
de hereniging nog steeds de beste beschrij
ving van de distantie die de relaties tussen
Ossi's en Wessi's kenmerkt. Van de andere
gevleugelde uitspraak uit die tijd is de auteur
wel bekend. Tijdens de campagne voor de
Bondsdagverkiezingen van december 1990,
de eerste in het herenigde Duitsland, stelde
kanselier Helmut Kohl zijn nieuwe medebur
gers uit het oosten een stralende toekomst in
het vooruitzicht. Op de kaalslag en de puin
hopen van wijlen de DDR zouden binnen
een paar jaar 'bloeiende landschappen' ont
staan. Die belofte achtervolgt hem nog
steeds. De kloof tussen wens en werkelijk
heid was zo groot, dat ook partijgenoten en
aanhangers van de 'kanselier van de een
heid' toen hun hoofd hebben geschud.
Dat Kohl de Oost-Duitsers een hart onder
de riem wilde steken en met zijn optimisme
zijn sociaal-democratische tegenstander Os
kar Lafontaine en diens zwartgallige progno
ses wilde afstraffen, werd geaccepteerd. Dat
mag in verkiezingstijd. Maar Kohl ging te ver.
En Lafontaine had gelijk. De voormalige
DDR ontpopte zich als het financieel-econo-
mische equivalent vqn het Zwarte Gat, waar
in de honderden miljarden aan belastinggeld
spoorloos leken te verdwijnen.
Voor de onderscheiding als 'het meest
troosteloze gebied' van de ex-DDR komen
zeer veel regio's in aanmerking. Maar de
pleitbezorgers van de streek tussen Maag
denburg, Halle aan de Saaie en Bitterfeld, in
de deelstaat Saksen-Anhalt, hebben goede
kaarten. Dit was het industriële hart van het
land. Hier bezorgden de machinebouw en
chemische industrie tienduizenden mensen
werk. Het waren ook de grote' vervuilers.
Kleurenfoto's van de gigantische fabriek-
complexen van voor de Wende zijn volledig
bruin en dat lag niet aan de beroerde kwali
teit van de filmpjes. De rivieren waren dood,
kinderen hadden aandoeningen aan de
luchtwegen, bejaarden en kleuters konden
op bepaalde dagen, als de gifuitstoot groter
was dan normaal en/of de wind verkeerd
stond beter binnen blijven. Dat is nu voorbij.
In de Saaie kan weer gevist worden. Huis
vrouwen kunnen de was weer buiten han
gen. En een ochtend in de buitenlucht wordt
niet meer voor de rest van de dag bestraft
met een knallende koppijn.
De sociale prijs voor deze vooruitgang was
hoog. De modernisering van de chemie- en
metaalindustrie ging ten koste van de werk
gelegenheid. Van de ruim 120.000 mensen
die voor de Wende in deze sectoren hun
brood verdienden, zijn er nog 20.000 aan het
werk. De werkloosheid is officieel 20 pro
cent, in werkelijkheid bijna twee keer zo
hoog en verbetering is niet in zicht.
Ontreddering
De maatschappelijke ontreddering kan het
best met de trefwoorden alcoholisme en
rechts-extremisme beschreven worden. In
de DDR werd altijd stevig gezopen, ook om
dat de kruik vaak het enige vertier bood. Nu
is het een volksziekte, waar opvallend weinig
over wordt gesproken. Wie 's ochtends tegen
een uur of tien door Olvenstedt, de 'Bijlmer'
van Maagdenburg, rijdt, ziet ze al staan, de
mannen en vrouwen die zich laten vollopen
bij de kiosken waar je behalve kranten ook
bier en schnaps kunt kopen. En als je twee
uur later weer langs komt, zijn ze er, minder
vast ter been maar met ongeleste dorst, nog
steeds.
Op het tweede punt, rechts-extremisme, is
Saksen-Anhalt de nationale koploper. Ruim
twee jaar geleden haalde de Duitse Volks
unie (DVU) hier bij de deelstaatverkiezingen
bijna 13 procent van de stemmen. Dat baar
de ook internationaal veel opzien. Het waren
voornamelijk proteststemmen, zoals ieder
een zich haastte te verklaren, maar in combi
natie met het aantal gewelddaden tegen
zwarten, daklozen en punks, was het een
niet makkelijk weg te redeneren aanwijzing,
dat extreem-rechtse sentimenten hier een
rijke voedingsbodem hebben.
Werk is voor beide kwalen de beste thera
pie. Het is de dooddoener, die je in elk ge
sprek met een sociaal werker of een jeugdlei
der kunt optekenen, maar daarom niet min
der waar. En werk is er niet. Dow Chemical,
de Amerikaanse chemiegigant, heeft een ul
tramoderne vestiging in Schkopau, onder de
rook van Halle. Tot 1995, toen Dow het voor
malige staatsbedrijf overnam werkten er
26.000 mensen. Nu nog geen 6000. Bart
Groot, de Nederlander die een uit beton en
staal bestaande milieuramp aantrof en de
sanering heeft geleid, prijst de inzet en de
flexibiliteit van zijn werknemers, maar zijn
plannen gaan uit van minder en niet meer
werknemers. Dat geldt voor bijna alle secto
ren. De industrie is ook in Saksen-Anhalt
niet langer de grote werkgever. En de werk
gever van nu en de toekomst, de dienstverle
ning, kan moeilijk floreren in een regio, waar
bijna niemand een cent te makken heeft.
Investeerders
Het vinden van buitenlandse investeerders
voor het oosten is het werk van Hans Chris-
toph von Rohr en zijn Industrial Investment
Council (IIC) in Berlijn. De IIC bestaat nu
drie jaar en Von Rohr erkent dat het „zeker
in het begin heel moeilijk was om belangstel
ling voor het oosten te wekken."
De ex-DDR had en heeft een imagepro
bleem. Vooral voor de Amerikanen die hij
over de streep hoopt te trekken, vertegen
woordigt het oosten „twee Duitse kwaden:
de hoge (loon)kosten gekoppeld aan de
communistische slonzigheid." Daarbij kwa
men nog de 'berucht starre arbeidsverhou
dingen' en de 'stugge bureaucratie'.
Von Rohr probeert deze 'vooroordelen' te
bestrijden door de potentiële investeerders
te wijzen op de voordelen die het oosten
biedt. De meeste bedrijven houden zich niet
aan de landelijke, op de praktijk in het wes
ten gebaseerde cao. De Oost-Duitsers wer
ken harder en langer en verdienen minder,
tot 25 procent, dan hun collega's in het wes
ten. Ze zijn ook flexibeler. Ze staan eerder
open voor veranderingen dan werknemers in
het westen, waar men, aangevoerd door een
kortzichtige vakbeweging, gauw zijn 'verwor
ven rechten' bedreigd ziet. Dat de arbeids
productiviteit in het oosten lager ligt dan in
het westen, wil Von Rohr 'in zijn algemeen
heid' niet ontkennen, maar dat is hem niet
'specifiek' genoeg. „Je moet het in een be
paalde branche van bedrijf tot bedrijf bekij
ken en dan blijken die verschillen vaak mee
De afgelopen zomer leek Oost-Duitsland
er een nieuwe handicap bij te hebben gekre
gen. De recente serie extreem-rechtse ge
welddaden bezorgde Oost-Duitsland ook in
het buitenland een overdosis negatieve pu
bliciteit. Maar „hoe gek het ook klinkt", zegt
Von Rohr, „er is niemand die zich heeft afge
meld. Zakenlui hebben andere prioriteiten,
maar het moet op den duur wel een negatief
effect hebben. Dat kan niet anders. Als je
voornamelijk wegens deze excessen in het
nieuws komt. zal een investeerder zich wel
drie keer bedenken om zijn geld in Oost-
Duitsland te steken."
Nieuwe deling
Von Rohr wijst op een landkaart die tegen
muur van zijn kantoor staat. De door de IIC
aangebrachte investeerders zijn, als op een
militaire stafkaart, met gekleurde spelden
knoppen aangegeven. De meeste spelden
bevinden zich in en rond Berlijn. In Saksen
en Thüringen, de twee zuidelijke 'nieuwe'
deelstaten, valt het met de investeringen ook
nog mee. Maar om de drie noordelijke deel
staten, Saksen-Anhalt, Brandenburg en Mec-
kelenburg-Voorpommeren maken de inves
teerders volgens de kaart een grote boog. Dat
duidt op een nieuwe, deprimerende ontwik
keling. Naast de tweedeling tussen West- en
Oost-Duitsland dreigt er een nieuwe deling
binnen Oost-Duitsland zelf: tussen noord en
zuid. 'Bloeiende landschappen' zijn eigenlijk
nergens te vinden, maar terwijl in Saksen en
Thüringen hier en daar kleine oases ont
staan, is het klimaat in de andere deelstaten
zo dor, dat alleen de grootste optimist hier
nog kansen ziet.
De paar jaar die Helmut Kohl voor zijn
'bloeiende landschappen' nodig dacht te
hebben, zullen vermoedelijk uitlopen op en
kele generaties. En ook dan blijven geweldige
financiële injecties noodzakelijk. Over veertig
jaar, als het herenigde Duitsland Abraham
ziet, zou het oosten volgens sommige des
kundigen het westen kunnen hebben inge
haald. Maar niemand is zo dwaas om zich op
die voorspelling vast te leggen.
PETER VAN NUIJSENBURG
Leden van de extreem-rechtse NPD hielden in juni een mars met zwarte vlaggen in Maagdenburg.
FOTO CPD/AP ECKEHARD SCHUL TZ