ZATERDAGS 4 BIJVOEGSEL De kunst van de eenvoud - ZATERDAG 30 SEPTEMBER 2000 Leidsch Dagblad ILLUSTRATIE DICK BRUNA Hoe Diclc Bruna de wereld veroverde Zijn tekeningen wijzen de weg in de parkeergarages van Schiphol, staan op verdwaalpalen langs de Noordzeekust, op broodtrommels, kinderhemdjes en op blikken verf van de 'Nijntje-kleurenlijn'. Hij tekent tegen kinderarbeid, voor Amnesty International en de bloedbank. Overal ter wereld kennen ze zijn typerende stijl. Dick Bruna (73) werkt aan z'n honderdste boekje. In het Centraal Museum in Utrecht is vanaf 5 oktober een overzichtstentoonstelling van zijn werk te zien. Een dag eerder gaat in hetzelfde museum de Kinderboekenweek van start. e kijken je allemaal recht aan, de J m schepsels van Dick Bruna. Hun iBa^ogen als zwarte ovaaltjes in een elatief veel te groot hoofd: innemend, zoals j iok baby's bij iedereen vertedering opwek- i vanwege die nog 'scheve' lichaamsver- kioudingen. In de wereld van Dick Bruna zijn niet zo veel slechteriken. Maar je kunt er donder op neggen dat de boze stiefmoeder en nare tiefzussen van Assepoester een eivormig Sfioofd hebben. Dit in tegenstelling tot het r uitgebreide arsenaal aan.'goeien' in zijn >oeken. Die kijken allemaal met een afgeplat ond hoofd de wereld in. Een hoofd in de i meloen. Kinderpsycholoog Dolf Kohnstamm ziet verhoudingen als één van de 'erklaringen voor het enorme succes van Mek Bruna. Meer dan 20 jaar geleden publi- :eerde hij die bevindingen al in zijn onder- naar de kracht van Bruna's kinderboe- 'het bijzondere van het gewone'. Tijd- ichriftenmakers en televisieregisseurs weten jen frontale blik verkoopt beter. Kunst i het ILLUSTRATIE DICK BRUNA meer belangstelling voor zeefdrukken van zijn werk, die in kleine oplages worden ge drukt. Zelf afficheert hij zich liever als een gewone vakman. Toen hij in het verleden met Corneille en Lucebert omging, zei hij: ,,Ik heb het gevoel dat ik dat niet kan. Het zijn toch twee heel verschillende dingen, die ik doe, en die zij doen." En: „In inspiratie ge loof ik niet. Als je hard werkt, komt er altijd wel een moment waarop het lukt." Uit een oud interview: „Kunst? Nou, met een kleine k dan maar. Zoals je zegt: cabaret naast to neel. Ik probeer wel het uiterste ervan te ma ken." Dick heet eigenlijk Henk, maar zijn moeder noemde hem vanwege z'n molligheid vroe ger liefkozend Dikkie, en dat is het toen ge bleven. Hij was voorbestemd de familie-uit geverij over te nemen, maar zag zichzelf niet als uitgever en zakenman en zette zijn wens door om illustrator te worden. Z'n eerste tekeningen zijn romantisch, de taillistisch en vol perspectief. Maar hij ont wikkelde snel een eigen stijl, die steeds meer versoberde. Zeker in het begin werd hij sterk beïnvloed door Matisse, zegt hij zelf keer op keer. In oud werk zie je dat typische 'scheur en knip-werk' - dat Matisse beroemd maakte - dan ook vaak terug bij Bruna. Zijn inspiratiebronnen onthult hij in het boekje Nijntje in het museum. Daar zie je Nijn voor een ingelijste appel, kijkend naar een mobile die verwijst naar het werk van de Amerikaanse kunstenaar Calder, voor een muur met - als door Matisse - uitgeknipte Nijntjes en een schilderij dat Van Doesburg gemaakt zou kunnen hebben. Bruna bewon dert de helderheid en de kleurkeuze van de kunstenaars van De Stijl. Zijn respect voor Gerrit Rietveld toonde hij vroeger onder meer door diens lezingen 'in Stijl-outfit' te bezoeken: gekleed in een blauw pak, een wit overhemd en een rode das zat Dick Bruna bij zijn idool in de zaal. Boekomslagen Hij tekent nu nog uitsluitend in de kinder boekenstijl die hem wereldberoemd maakte. Maar in het Centraal Museum is ook veel ou der -en onbekender- werk van hem te zien. Een selectie uit de honderden boekomslagen die hij voor de familie-uitgeverij maakte bij voorbeeld. Zijn Havank (met sigaar), Maigret (met pijp) en The Saint (met aureool) horen onmiskenbaar bij het Nederland van de ja ren zestig. De boekomslagen zorgden vooral voor er kenning en bewondering bij vakgenoten, het grote publiek leerde Bruna kennen door Nijntje, waarvan in 1955 het eerste deel ver scheen. Al in 1958 kwam er een Engelse - en tegelijk een Japanse - vertaling op de markt en was de internationale doorbraak een feit. Bruna's roem heeft in Japan mythische pro porties bereikt. Het super-georganiseerde dat uit zijn tekeningen spreekt, de aandacht voor detail zonder detaillistisch te werken, passen perfect bij de Japanse volksaard. Zijn eerste boekje, De Appel, dat in 1953 verscheen, had in Nederland niet meteen succes: de eenvoud van zijn stijl en de in on derkast gezette tekst waren de Nederlandse ouders wat al te 'kaal'. Maar het succes kwam en Dick Bruna voegde Nijntje toe aan al die andere internationale 'Holland-am bassadeurs': Rembrandt, Van Gogh, molens, klompen, kaas, de Rietveldstoel en later Jo- han Cruijff. Versjes Het zijn niet alleen de tekeningen die Bruna's werk zo kenmerken. Het is ook de cadans van het gedichtje dat altijd naast een illustratie staat. Vaak heeft dat een rijmsche ma a, b, c, b en de vier zinnen hebben over het algemeen een vast aantal lettergrepen: 8, 6, 8, 6. Sommige oude boekjes zijn inmiddels herschreven door Bruna, omdat de versjes niet echt lekker liepen. Uit: Nijntje in de dierentuin (1955): eerst gingen zij naar het station toe kijk, daarachter stond de trein zij stapten in de laatste wagon en voor het raampje daar zat nijn Uit: Het werd later (1963) o ja, ze gingen met de trein een echte grote trein hij reed zo hard hij rijden kon en voor het raam zat nijn Om tot het ideale ritme te komen, schuwt Bruna de hulpmiddelen niet: woordjes als: zeg, kijk en leuk, helpen hem om de gewen ste cadans te krijgen. Toch is ook die ritmiek maar een gedeeltelijke verklaring want in sommige buitenlandse vertalingen blijft er van het ritme helemaal niets over. En zijn vormentaal lijkt weliswaar erg Hol- lands (waar hebben ze nou zo'n hooiberg en zo'n boerderij?) de vormpjes spreken ook in het buitenland aan. Tot in Japan toe wordt er niets veranderd aan de tekeningen. Kenmerkend zijn natuurlijk de kleuren, het ontbreken van perspectief en de bibberi ge contourlijn, die met plakkaatverf en pen seel wordt getrokken. Ontstaan in de tijd dat er nog geen viltstiften bestonden, daarna ge handhaafd: „rechte lijnen zijn zo levenloos". Nijntje is overigens wel degelijk geëvolueerd, al is ze al 45 jaar een kleuterkonijn. In eerste instantie was ze getekend naar de knuffel van Dicks zoon: een wat hulpeloos ogend schepseltje, een lappenpop met dikke korte oren en zwarte stippen als ogen. Later kreeg Nijn spits toelopende oortjes en ovaaltjes als ogen. De laatste tijd worden de oren van Nijn juist weer korter en ronder. Zo veran dert ook haar mond - een kruisje - continu. En elke verschuiving van die lijnen op zich zelf, of ten opzichte van elkaar, levert een compleet andere gemoedstoestand van Nijn op. Emotie op de vierkante centimeter. Nijntje is nu een exportartikel dat Bruna veel geld oplevert. Maar hij moest er dertig jaar geleden door anderen op worden gewe zen dat derden misbruik maakten -en rijk werden- van zijn ontwerpen. Toen Boris Beer op een race-auto verscheen en Nijntje damesondergoed sierde, greep een vriend van Bruna in en werd Mercis bv. opgericht. Sindsdien zijn de rechten goed geregeld en heeft Bruna zelf de supervisie over wat er mag en niet. Hij zou kunnen leven royalty's, maar Bruna vindt werken zo laat hij keer op keer in interviews wetei De wereld die Dick Bruna schept is er één van leuk, fijn en hoi, hoi. Hij wil kinderen veiligheid bieden met zijn boekjes: „daarom geef ik ze in huis graag een rode of gele ach tergrond, dan hebben ze het warm." Als er al verdriet is, dan rolt er één dikke traan. Hartverscheurend verdriet is dat, in de wereld van Dick Bruna. ANKA VAN V00RTHUIJSEN Tentoonstelling Dick Bruna: vanaf 5 ok tober in Centraal Museum Utrecht, De Overkant, Nicolaaskerkhof 10. En in Kids Centraal, op hetzelfde adres. Bronnen: Het paradijs in pictogram door Ella Reitsma, Het bijzondere van het gewone door Dolf Kohnstamm, Mo nografie Dick Bruna door M.J.H. Olie- „fijn",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 37