•YDNEY 2000 De moeders van het goud Superman Johnson wil winnen en shockeren Nadja Wijenberg kookt marathonmedaille Tegla Loroupe voor mumym Lokatie Olympisch Stadion SEPTEMBER 21122123124125126127128129130 [•1*H 1 !»|»l RDAG 23 SEPTEMBER 2000 ATLETIEK FRANS DREISSEN Ze koken om en om. De ene dag staat wereldre cordhoudster Te gla Loroupe in de keuken, de andere bereidt Nadja Wijenberg het avondmaal. Pasta, rijst en oegali-pannenkoeken. Mara- thonkost. Morgen proberen beiden hun eigen olympische honger te stillen. Loroupe met een gouden plak, Wijenberg met een top-tienklassering. In het huis, veertig kilometer buiten Sydney, is weinig te merken van de olympisch hec- tiek. De televisie spuwt de laat ste informatie vanuit het klop pende hart van de Spelen. „Maar verder proberen we onze oogkleppen op te houden," zegt Ger Wijenberg. trainer en echtgenoot van Nadja. De ma rathonloopsters zijn gebaat bij rust. Loroupe en Wijenberg zijn vriendinnen voor het leven. Ze hebben elkaar ooit leren ken nen via manager Volker Wag ner. Samen uit, samen thuis, Michael Johnson hoeft niet zo nodig geschiedenis te schrijven. „Want die heb ik al geschreven." Het gaat hem niet om het geld. Want hij plukt sinds 1996 de revenuen van Ni ke (12 miljoen dollar) en is bin nen. En hij doet het ook niet voor de roem, want aüetiek in Amerika is alleen interessant in een olympisch jaar. „Ga maar naar Europa, zeggen ze." Michael Johnson zou eigenlijk op zijn lauweren kunnen gaan rusten met driemaal olympisch goud en twee wereldrecords (200: 19.32 sec./400: 43.18 sec.) in de pocket. Hij, die zich tij dens de trials nog blesseerde aan de hamstring, kan eigenlijk alleen nog maar afgaan in Syd ney. Een risico dat hij voor lief neemt. „Risk is fun," zegt hij. Een professional in hart en nie ren. Michael Johnson kan zich niet voorstellen thuis voor de buis de Spelen te volgen. „Ik zou er ook niet aan moeten denken om commentaar te ge ven op jongens die ik nog zou kloppen als ik mijn zondagse pak aan had." Voor Michael Johnson hebben concurrenten geen naam of ge zicht. Ze hinderen hem alleen maar. De 33-jarige superatleet uit Dallas waant zich onaan tastbaar. De afgelopen jaren maakte hij zijn tegenstanders bespottelijk op de baan. Hij de gradeerde ze tot meelijwekken de meelopers. Zoals in Atlanta, toen hij het wereldrecord op de 200 meter met een belachelijke marge verbeterde. Michael Johnson is de best be taalde atleet aller tijden. Snel en intelligent. Hij heeft echter een zwaldce kant: zijn imago. Het boegbeeld van Nike is oer saai. Hij moet goud winnen, wil hij zich verkopen. Met het oog op Sydney werd door gehaaide marketingstrategen alles in het werk gesteld om Johnsons po pulariteit te vergroten. Het Standbeeld, een bijnaam die hij verwierf vanwege zijn bizarre loopstijl, werkte zelfs mee aan diverse technische ex perimenten. Tijdens de trials in Sacramento werden zijn benen en body beplakt met elektro den en sensoren. Technisch vernuft, waardoor bezoekers van de website van NBC met allerlei grafieken werden geïn formeerd over hartslag (96 per minuut bij de start, 177 aan de meet), paslengte, aantal stap pen en snelheid van Michael Johnson. Michael Johnson draagt het stempel van perfectionist. Op sloffen die slechts 138 gram wegen wil hij zijn eigen 400 meter wereldrecord (43.18 se conden) attaqueren. „Goud is voor jullie journalisten niet op windend genoeg. En als ik win wil ik shockeren. Als de weer goden meehelpen probeer ik onder de 43 seconden te lo pen." Johnson heeft 22 van de 35 tij den onder de 44 seconden op zijn naam. Hij won in Atlanta met de grootste marge in hon derd jaar olympische geschie denis en wil zijn magnifieke olympische carrière afsluiten met goud op de 400 en 4x400 meter. „Eigenlijk zouden ze twee gouden plakken beschik baar moeten stellen," zegt de Mexicaan Alejandro Cardenas. „Eentje voor Superman en een tje voor ons sterfelijken." luidt vaak het parool. Dit jaar waren ze al samen op trainings kamp in Kenia en Davos. Nu bereiden ze zich gezamenlijk voor op hun olympische missie. Sydney wordt gezien het kli maat de sterkste en vermoede lijk snelste olympische vrou wenmarathon ooit. Nadja Wijenberg (36) uit Schinnen is er klaar voor. „Ze kan zich vastbijten aan iemand. Ze zoekt bij wijze van spreken een broekje uit en blijft daarbij in de buurt. Zo zou ze zich bij voorbeeld kunnen richten op de Duitse Sonja Oberem. Ie mand met telkens een hele sterke laatste tien kilometer", zegt Ger Wijenberg. Zijn vrouw is bescheiden. Ook al omdat ze de Nederland - se taal nog niet helemaal mach tig is. Ze is de nationale mara- thontroef wier succes wortelt in de keiharde Russische jeugd. Ze paart een vastberaden tred aan mentale Russische hard heid en incasseringsvermogen. Dat leverde vorig jaar in Eind hoven een tijd van 2.28.45 uur op. Ver. Staten Frankrijk Australië Italië Nederland Rusland Roemenië Duitsland Zweden Bulgarije Oekraine Gr. Brittannië Hongarije Zwitserland Slowakije Indonesië Canada Mexico Tsjechië Azerbeidjan Columbia Kroatië Finland Litouwen Brazilië Griekenland Denemarken Wit-Rusland Medaillespiegel bijgewerkt tot en met 22 september. Astrid: „Pieter was altijd een stil kind." Rika: „Inge was juist altijd in beweging". Ze kennen elkaar, de moeders van Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn, maar ze kennen hun kinderen nog beter. Een ontmoeting in Sydney vol trots en een beetje nostalgie. door DICK HOFLAND trappen van het zwemstadion blijven wildvreemden ineens ion. Ze kijken vol verbazing naar de twee vrouwen die daar iig, in het oranje, met elkaar staan te praten. Zijn dat niet de Iers van Pieter van den Hoogenband en Inge de Bruijn? „Ja, jnwe." Ze krijgen handen, schouderklopjes, zoenen zelfs, ach ze voelen. „Ik leef in de hemel." noude bekenden, uit de tijd dat ze zelf nog zwommen, en n elkaar nu vaak tegen bij de wedstrijden van hun kinderen. I heeft gezwommen, 'niet zo goed als Pieter hoor' en Rika aan waterpolo 'met mijn twee zussen'. Ze hebben het even ver hun kinderen, maar over 'de rotplaatsen die we soms ;n'. Astrid zat helemaal in de nok toen haar zoon de eerste ;n medaille won. „Zo ver weg, hij kon me niet zien en niet Dat doet pijn hoor, héél veel pijn." Rika herkent het. „Ik leen de finales betalen want het is vreselijk duur, en dan zit rij zoveel". staan ze dan, in Sydney, de twee moeders van het goud. Hun ren verbazen de wereld, Nederland weet niet wat het ziet, Rika zegt: „Het heeft geen zin om nerveus te zijn.". Haar er Jacqueline, die op een afstandje meeluistert: „Ja ja, dat zeg i wel, maar je moet wel erg vaak naar de wc." Astrid: „Ik stel e voor me uit, tot hij er staat. Dan zit m'n hart in mijn keel." zijn ze, natuurlijk. „Het zijn geweldige kinderen. Maar ze ne- jeen speciale plaats in, onze andere kinderen zijn net zo ge- lHet maakt ons niet uit wat ze kunnen, als ze maar doen ze zich prettig bij voelen.*' oor kinderen waren het eigenlijk, vroeger, toen niemand g kende? Ivan den Hoogenband: „Pieter is altijd een hele rustige jon- eweest. Als kind keek hij constant de kat uit de boom, hij was haantje de voorste. Als hij met anderen speelde, had hij nooit rste een race-autootje te pakken. Dat zie je wel vaker bij oud- fideren, dat ze heel behoudend zijn. Als peuter ging hij met jee in de auto naar Zuid-Frankrijk. Dan zetten we hem in het [stoeltje achterin en als we er waren, gaf hij voor het eerst ik. Als-ie maar kon slapen, dan vond hij alles best. Hij heeft zijn rust nodig gehad, nu nog." Ie Bruijn: „Inge was het tegenovergestelde, ze was juist altijd veging. Spelen, op d'r handen staan, koprollen maken. Ze zat nooit stil. Een gezellig kind en heel solidair met haar twee- is Jacqueline. Inge mocht op haar vierde al haar zwemdiplo- ilen, maar omdat Jacqueline nog niet mocht, wilde Inge ook ïevond het natuurlijk ook wel een beetje eng, in haar een- en ze al heel jong aanleg voor zwemmen? „Zoals alle ouders wilden we Pieter zo snel mogelijk op les doen. Mijn man had toen bij de zwemvereniging een pro inctie en daardoor kon Pieter privéles krijgen, met nog twee en. Daardoor ging het snel, hij was net vier toen hij zijn A- en B-diploma had. Daarna is hij op voetballen gegaan, op hockey en op judo. Voetballen, daar kon hij niet veel van, maar hij zat bij Leonidas in een team met Boudewijn Zenden. Het was echt alle ballen op Boudewijn. Pieter en de rest draafden alleen maar over het veld en moesten zorgen dat Boudewijn uiteindelijk de bal kreeg, dan viel er wel een doelpunt. Pieter speelde meer voor de Mars die ze na de wedstrijd kregen." Rika: „Inge heeft uiteindelijk ook op haar vierde haar zwemdiplo ma gehaald. Ze was altijd gek op zwemmen. Als ze achterin de rij stond voordat ze het water in mochten, liep ze altijd iedereen voorbij, maar dan zette de leraar haar weer achteraan. Voor andere sporten had ze niet veel belangstelling. Ja, ze heeft even paardge- reden, maar dat konden haar zussen, Jacqueline en Yvette, veel be ter. Met die zussen en haar broer Matthijs vormde Inge een heel vrolijk kwartet, het was altijd gezellig, we hebben door dat stel heel wat mensen over de vloer gehad." Astrid: „Pieter is op zijn achtste lid geworden van PSV in Eindho ven, de zwemafdeling dan hè. Ik gaf daar zwemles en de toenmali ge trainer Van den Biggelaar zag wel wat in Pieter en vroeg of ik hem de techniek wilde bijbrengen. Daardoor heeft hij drie keer per week van mij training gehad. Ik zag toen wel dat hij het meteen te pakken had, hij was één met het water. Hij beheerste al snel de vlinderslag-b, wat erg moeilijk is. Op zijn twaalfde is hij gestopt met hockey, omdat hij naar het vwo ging en moest kiezen, anders werd het echt te veel. Hij koos voor het zwemmen en werd al met een Nederlands kampioen in zijn leeftijdsklasse. Hij heeft altijd met plezier gezwommen, maakte zich nooit druk, tot hij op het startblok stond, dan werd hij ineens heel fanatiek. Want Pieter wil de wel altijd winnen. Hij zei ook altijd: Mam, ik weet precies wat ik wil." Rika: „Bij Inge was het wel duidelijk dat het zwemmen zou wor den. Ze had er heel veel voor over. We wonen in Barendrecht en toen ze naar de middelbare school ging, moest ze eerst met de trein heen en weer naar Dordrecht en dan weer heen en weer met de trein naar Rotterdam en een stuk fietsen om te kunnen trainen. Bijna elke dag. Precies Inge: altijd in beweging. Er is geen bepaald moment geweest dat we dachten: hé, Inge is wel erg goed. Het is heel geleidelijk gegaan." Is niet lastig in een gezin met een wereldtalent, zijn de andere kinderen niet jaloers? Astrid: „Alle drie onze kinderen zijn eigenlijk rustig. Robert, die in zijn gezicht heel erg op Pieter lijkt, maar qua bouw totaal niet, is nog de meest felle. Hij doet aan waterpolo en speelt in het natio nale jeugdteam. Soms mag hij meetrainen met de A-ploeg en dan komt hij de broer van Inge tegen, Matthijs. Robert heeft al snel ge zegd dat-ie Pieter toch nooit kan imiteren en dat-ie geen zin heeft in al dat gevraag of hij net zo goed wordt. Hij heeft mede daardoor al heel snel voor waterpolo gekozen." Rika: „We hebben Inge nooit een speciale behandeling gegeven. Stel je voor. We hebben haar wel altijd heel erg gesteund, dat wel Astrid van den Hoogenband (links) en Rika de Bruijn. „Pieter en Inge zijn geweldige kinderen. Maar ze nemen geen speciale plaats in, onze ande re kinderen zijn net zo geweldig." foto gpd/soenar chamid natuurlijk, maar verder niks bijzonders. Wat Astrid al zei, Inges broer Matthijs is een goede waterpoloër, hij zit in het Nederlands team. Daar ga ik na het zwemmen nog een paar dagen kijken. Die kaartjes kosten trouwen niets, vergeleken met het zwemmen. Anita: „Wij zijn alle twee wel een sportfamilie hè, iedereen doet wel iets. Er zijn periodes dat we met briefjes leven." Rika: „Ja, het is wel altijd een geregel. Die moet om zes uur trainen en om vijf uur eten, die moet om acht uur trainen en om zes uur eten. Soms weetje het even niet meer." Zien jullie iets van jezelf terug in Pieter en Inge? Astrid: „Nee, niet zoveel. Ik kon best aardig zwemmen, maar ik kon moeilijk onder druk presteren. Pieter kan zich juist heel goed afsluiten en concentreren, als het er op aan komt dan staat hij er. Dat vind ik ongelooflijk. Van mijn man heeft hij dat ook niet, die is clubarts bij PSV en als hij op de bank zit is hij zo nerveus, dat-ie het liefst zelf het veld in wil rennen. Maar als hij in het'ziekenhuis opereert is hij gelukkig wel de rust zelve. Dus wie weet heeft Pieter het toch een beetje van hem." Rika: „Inge lijkt uiterlijk heel veel op mij. Ik heb een tweelingzus en zij ook. Ik heb vroeger aan waterpolo gedaan, met mijn drie zus sen. Dat is eigenlijk de enige overeenkomst." Jullie komen nogal koeltjes over, zijn Pieter en Inge dat ook? Anita: „Vier jaar geleden ging Pieter als een nobody naar de Spelen van Atlanta en werd twee keer vierde. Dat vond-ie wel best. Later zag hij thuis op de bank dat de medaillewinnaars door de koningin werden gehuldigd, en toen zei hij: 'Verdorie, daar had ik bij moe ten zijn.' Toch duurde het driekwart jaar voordat hij het zwemmen weer echt oppakte. Pas voor het EK in Sevilla is hij weer serieus gaan trainen. Vanaf dat moment heeft zijn studie ook een tijdje stilgestaan omdat hij toen wist: Ik kan iets wat maar een paar men sen op de wereld kunnen. Ik heb wel altijd tegen hem gezegd: Jon gen, geniet, want morgen kan het over zijn. Hij liep in mei een schouderblessure op, drie dagen na die enorme schok voor Ruud van Nistelrooy. Ze kennen elkaar heel goed en daardoor kwam de klap in ons gezin erg hard aan. Maar Ruud en Pieter hebben elkaar daardoor ook geregeld ontmoet en veel steun aan elkaar gehad." Rika: „Ik wil niet zeggen dat we koel zijn, maar er is natuurlijk nog een wereld buiten het zwemmen. Inge is 27 jaar en al een tijd bezig haar eigen weg te kiezen. Toen ik zo oud was, ging ik als au-pair naar Frankrijk en liet niets meer van me horen. Inge heeft het laat ste half jaar in Amerika getraind en me vaak gebeld. Je zag toch ook na haar eerste gouden medaille hoe geëmotioneerd ze was." Dochter Jacqueline, Inges tweelingzus, neemt het even over. „Inge is altijd spontaan geweest, maar vier jaar geleden had ze geen mo tivatie meer en toen is ze een behoorlijke tijd heel erg met zichzelf bezig geweest. Het is een geluk geweest dat ze naar Amerika kon om daar te trainen. Ze belde vaak en dan zei ze: 'Alles doet me zeer, we worden zo vreselijk afgebeuld.' Ze was op een gegeven moment zelfs bang dat ze uit de ploeg zou worden gezet en toen is bij haar de knop omgegaan, heeft ze gemerkt dat het niet vanzelf gaat. Maar het belangrijkste vind ik dat ze persoonlijk is gegroeid. Ze is weer leuk en aardig, is weer het zorgzame zusje met wie ik op één kamer sliep en dat altijd om kwart over vijf opstond omdat ze moest gaan trainen." Astrid: „Gelukkig is Pieter niet naast zijn schoenen gaan lopen. Hij kan moeilijk nee zeggen, kan niemand beledigen. Hij is gelukkig niet arrogant geworden, hij is nog steeds het rustige, wat stille jon getje van vroeger." Rika: „Het gaat er uiteindelijk toch om wat je als mens waard bent". ^TMPISCHE RECORDS WERELDRECORDS I Vrouwen Mannen I Vrouwen Austin Stefka Kostadinova Javier Sotomayor Stefka Kostadinova ^96 2.39m BUL, 7996 2.05m CUB, 7993 2.45m| BUL, 7987 2.09m »op: de eerste vijf tot ze- stappen worden gebruikt tlheid e maken Tijdens itste twee stappen maakt ögspringer een bocht. Middelpuntvliedende kracht: roteert de hoogspringer. Het bekken stoot vooruit, terwijl de rug met een rechtop zitten, om te voorko men dat zijn benen de lat raken. De hoogspringer landt vervolgens op zijn rug ogspringen Voor aanvang van de Jstrijd worden de toenemende hoogtes vast- teld waarop de lat wordt gelegd. Hoogspringers gen zelf bepalen met wel- ioogte zij de wedstrijd jnnen. Ook is het toege in om een bepaalde I igte over te slaan, schakeling volgt na opeenvolgende mis- Ie sprongen. de middelpunt- tode kracht leunt togspringer naar fen,waardoor het rtepunt van het to verlaagt tie Het lichaam gaat rechtop, het bekken naar voren, waardoor de aanloopvaart wordt omgezet in opwaartse stuwkracht De schoen van de afzetvoet is rond de hiel verstevigd ter ondersteuning, met spikes op zowel het voorste als achterste deel van de zool bury Flop: de Ameri- i Dick Fosbury won in 8 een gouden medaille rijn revolutionaire mek. De aanloop in - lorm van een 'J' it gevolgd dooreen «g waarbij de armen, - )uders en hoofd als te in achterwaartse ding over de lat gaan.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 33