Beaujolais, het land van de onbezoedelde druif 'Snobs? Wij zijn er voor de connaisseurs' ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2000 Vaste karavaan druivenplukkers wordt steeds kleiner Thierry Lapalu kijkt tevreden uit over zijn wijngaard in St. Etienne des Oullières. „Het wordt absoluut een goede oogst. Collega-wijnbouwer Antoine Riche uit Lucenay is minder vrolijk. Hagel en regen hebben begin augustus vreselijk huisgehouden. Hij kan het schudden. De Beaujolais-streek maakt zich op voor het jaarlijkse festijn: het binnenhalen van de druiven en de productie van de wijn, waaronder om te beginnen het gebruiksklaar maken van de Primeur die traditioneel de derde donderdag van november wordt gelanceerd. Maar komt het allemaal wel goed? Er zijn berichten dat er te weinig plukkers zijn. Blijft de Beaujolais Primeur nog betaalbaar? Wild om zich heen slaand baant de dron ken man zich een weg naar de tap. Vale, volle koffer achter zich aan slepend. ,,Ik moet vroeg op. Geef me een wijn." De vrouw van de kastelein zucht: „Deze tijd altijd hetzelf de. Je moet oppassen wie je in huis haalt. Als de oogst wordt binnenge haald, komen de vreemdste mensen langs. Ze willen allemaal hetzelfde. Een kamer en bijna niks betalen. Want het werk levert niet veel op. Vorig jaar ver huurde ik een kamer. Bleken er plotse ling zes tegelijk in te wonen. Plus een hond." De man krijgt geen wijn. Zijn kamer van vorig jaar is nog wel vrij. Hij hoeft zich niet te legitimeren. „Hij komt uit Normandië. Ik ken hem. Goeie kerel. Drinkt veel. Als de druiven zijn binnen gehaald, trekt-ie verder. Volgend jaar komt hij weer terug", weet de waard. Maar de man lijkt deel te gaan uitmaken van een uitstervende soort. „Veel vaste krachten van vorige jaren laten het afweten", stelt Michel Defla- che vast. Hij is directeur van de Union Interprofessionelle des Vins du Beaujo lais, een instituut dat veertig jaar gele den werd opgericht door wijnboeren en handelaren in de Beaujolais-streek en dat beoogt de kwaliteit van de Beaujo lais te beschermen. „In juli sloeg het ar beidsbureau alarm. Als al die vaste krachten weg zouden blijven, zou er een tekort aan plukkers ontstaan. Met alle gevolgen van dien." Hij noemt twee redenen: „In de eerste plaats gaat het heel goed met de Franse economie. Het aantal werklozen is spectaculair gedaald. Zeker hier in de Beaujolais. Dat betekent meteen al een groot aantal plukkers minder. En voorts begint het plukken dit jaar abnormaal vroeg. Dat heeft te maken met de bij zonder warme augustusmaand. Nor maal gesproken nemen veel mensen uit de streek een paar weken vakantie op om mee te helpen met de oogst. Maar nu zit er veel te weinig tijd tussen de ei gen vakantie en de pluk." Wat Delfache niet aanstipt maar waarover op de terrassen in Villefranche uitgebreid wordt gesproken, is het sala ris dat de druivenplukkers verdienen. Een 'coupeur', een plukker, die 6 dagen lang 8 uur per dag werkt, verdient per dag 230 francs, een kleine 80 gulden. Het binnenhalen van de druiven in de Beaujolais-streek. Een 'porteur', die de grote volle manden met druiven sjouwt, beurt per dag 250 francs. „Dat is voor zulk zwaar werk toch eigenlijk niet veel", klinkt het in het centrum van Villefranche, enkele ki lometers van de velden, vanachter het glas rode wijn. Michel Delfache zucht: „Druiven plukken is meer dan alleen maar zwaar werk. Het is ook de ambiance. Het is tij delijk werk, je bent op elkaar aangewe zen, de sfeer is goed en je werkt aan een eerlijk product. Je wilt niet weten hoe veel huwelijken er zijn voortgekomen uit dat druivenplukken." Nog steeds trekt elk jaar een karavaan van vaste plukkers door Frankrijk, te be ginnen aan de Cöte d'Azur en eindigend in de Elzas. Maar die groep wordt klei ner en kleiner. Vooral het aantal studen ten dat in de nazomer een stevige zak cent bijverdient, slinkt. Daar komt dit jaar dan nog bij dat de meeste universi teiten in september beginnen in plaats van, zoals voorheen, begin oktober. Het probleem van de plukkers is juist in deze streek prangend. Terwijl de ma chine overal in Frankrijk oprukt en steeds meer druiven machinaal worden geplukt, houdt men in de Champagne en in de Beaujolais de poot stijf. Er komt geen machine aan te pas. Daar regeert nog de romantiek van Den Doolaard: „Wijn is de enige drank waaraan de aardse dorst en het brandend begeren naar eeuwigheid zich gelijkelijk lessen." Maar hoe lang nog? Aarzelend begint ook in de Beaujolais een discussie on der wijnboeren op gang te komen over het gebruik van de tractor. Maar de hel FOTO CPD CLAUDE GOUBIER lingen zijn steil en de wijngaarden dichtbegroeid. Eigenlijk te moeilijk voor machines. Hoewel die goedkoper zijn dan mensen. Op den duur. Jean-Louis is druivenplukker in ruste maar in het wijngebied van de Saöne is hij nog immer een veel geraadpleegde bron „Machinaal plukken mag nog steeds niet. Het is verboden. Alle Gamay-druiven bij ons moeten met de hand worden geplukt. Als de druif be schadigd wordt, heeft dat onmiddellijk gevolgen voor de kwaliteit van de Beau jolais." Ook Jean-Louis denkt dat de soep niet zo heet gegeten wordt als ze wordt opgediend. Er zullen, denkt hij, uiteindelijk voldoende plukkers en dra gers zijn. „Er is in de Beaujolais een sterk ont wikkeld gevoel van solidariteit met el kaar. De wijn is hier meer dan een drank. Ik zeg altijd: de mentaliteit van de mensen hier vind je terug in onze wijn. Hij is fonkelend, hij is jong en overmoedig. En het is een democrati sche wijn. Na de oogst meteen de fles in en te koop voor een redelijke prijs. En als het koud is in de winter, vind je in de fles de zon weer terug. Zo is de wijn vroeger altijd gedronken. Het drinken van oude wijn is pas de vorige eeuw tot ontwikkeling gekomen." Er zijn 40.000 plukkers nodig om jaar lijks de Beaujolais-oogst binnen te ha len. In juli, toen het arbeidsbureau aan de bel trok, waren er 6000 plaatsen nog niet bezet. Michel Deflache denkt dat het ergste achter de rug is. „We halen het wel, maar het is wel een waarschu wing geweest", zegt hij nadenkend. Over één ding is men het in de Beau jolais absoluut eens: er wordt niet ge tornd aan de kwaliteit. De meesten in en rond Villefranche zijn er heilig van overtuigd dat de pluk tot in lengte van jaren door mensen zal worden gedaan. Het merk heeft een grote reputatie en daar dient dan ook voorzichtig mee te worden omgegaan. Het instituut van Deflache schuwt geen proces om te ga randeren dat de naam Beaujolais onbe zoedeld blijft. Zijn invloed reikt tot in het Witte Huis: „Drie jaar geleden werd in Lyon, hier vlakbij, de G7-top van de belang rijkste staatshoofden en regeringsleiders gehouden. Hillary Clinton was op be zoek in de Beaujolais en ik maakte van de gelegenheid gebruik haar erop te wij zen dat een grote Amerikaanse firma al jaren wijn verkocht onder de naam Gamay Beaujolais. Dat kan niet, en dat mag niet. Vond zij ook. Een maand later kreeg ik een brief van het Witte Huis waarin stond dat mevrouw Clinton zich actief met de zaak bezighield. Drie maanden daarna werd ik geïnformeerd dat een Amerikaanse rechter de rege ring in Washington opdracht had gege ven "maatregelen te nemen om te voor komen dat de naam Gamay Beaujolais nog langer zou worden gebruikt in de VS. Ik weet het niet zeker maar volgens mij is het de eerste keer geweest, dat vanuit Frankrijk met succes tegen de Amerikaanse staat is geprocedeerd. Leuk succesje, niet?" HENK GLIMMERVEEN Topchique Brioni kleedt de elite Versace, Armani? Op z'n best aardige prutsers, vinden ze bij Brioni in Rome. Een echte heer kiest een kostuum dat draagt als een tweede huid en desgewenst een levenlang mee kan. Een Brioni dus. 's Werelds duurste kleermaker kiest de gouden middenweg tussen ouderwets en modegril en produceert handgemaakte kwaliteit waar de concurrentie niet aan kan tippen. Vraag het Hollywood-sterren, wereldleiders en zakenelite: een Brioni doet je pas echt uitstijgen boven de confectie-massa. O p het bureau van Umberto Angeloni, zakelijk leider van Brioni, staat een luxe bruinlederen casset te. Angeloni haalt er voorzichtig, alsof het om duur edelgesteente gaat, de inhoud uit. We kijken naar een lapje antracietgrijze stof. Met de complimenten van de Belgische stoffenproducent Scabal tonen wij u een monster Escorial, een veder lichte stof van de wol van Spaanse schapen, zegt Angeloni. Bezitters van kasjmir-kostuums moeten de tranen in de ogen schieten. Escorial is lichter, maar bovenal, het kreukt niet. „In onze winkel aan de overkant kun je een Escorial-kostuum stan daard kopen voor vier miljoen lire (bijna 4300 gulden)", vertelt Ange loni in het Brioni-hoofdkwartier aan de Via Barberini. Standaard is zoiets als een auto zonder ABS en elektrisch verstelbare buitënspie- gels. Angeloni toont de extra's aan zijn eigen pak. Die kunnen de prijs nog een paar duizend gulden opdrijven: gestreepte binnenvoering in plaats van de standaard-witte, een speci aal binnenzakje waar de 'telefoni- no' naadloos inglijdt zonder een bult te tonen. Onzichtbaar blijft ook het discrete lipje op de taille band, dat de haak van de riemgesp en dus de zachtleren Brioni-riem op zijn plaats houdt. In de omsla gen van de broekspijpen zijn druk knoopjes bevestigd. „Omslagen zijn verzamelplaatsen voor vuil en stof. Bij mij niet." Minder bekend Politieke leiders als Nelson Mande- la, Yasser Arafat en Gerhard Schro der hebben de kwaliteiten van het Brioni-kostuum reeds lang ontdekt. En niet te vergeten James Bond in de persoon van Pierce Brosnan. Vrouwelijk schoon tuimelt als over rijp ooft uit de bomen als het Pier ce in zijn Brioni-outfit waarneemt. Toch is de naam Brioni (genoemd naar een lustoord bij Triëst tussen beide wereldoorlogen) bij het grote publiek minder bekend dan die van couturiers als Armani, Boss en Versace. Een tijdlang leek Brioni het lot te treffen van veel pioniers. Het in 1945 door kleermaker Nazareno Fontecoli en ontwerper/zakenman Gaetano Savini aan de Barberini opgezette atelier met tien kleerma kers groeide aanvankelijk als kool. Brioni was de eerste met mode shows voor mannen. De grote klap viel toen Hollywood met sterren als Clark Gable, Cary Grant en Rock Hudson bij modeshows in de VS het Brioni-kostuum ontdekte. Het filmpubliek smulde niet alleen van de sterren, maar ook van hun zwierige, perfect gesneden kos tuums. Weg met de Angelsaksische stijfheid van Saville Row, leve de Italiaanse frivoliteit. De glorieperio de duurde tot in de jaren zeventig. Toen moest Brioni het afleggen te gen de nieuwe modeprinsen. Versace en Armani kwamen met een marketingconcept dat deels af gekeken was van Brioni: de eigen producten overal ter wereld in ei gen winkels verkopen. Angeloni: „Ze waren creatief; dat moet ik ze toegeven. Ook dankzij hen heeft Italië een geweldige naam als de signer-paradijs. Hollywood is nog steeds Italiano, en dat is niet voor niks." Diplomatiek beschrijft Angeloni de periode zeventig-tachtig voor het bedrijf: „We kozen voor een low profile." Dan, meer to the point: „We waren vroege beginners, maar bleven een beetje achter. Het had ook te maken met de families: de oprichters hadden geen zoons maar alleen dochters en die waren niet in het bedrijf geïnteresseerd. Zo ontstond er een generatiekloof." Hij kan het weten. Angeloni huwde een kleindochter van oprichter Fonticoli en zwaait sinds 1990 de scepter over het bedrijf. Van meet af aan concentreerde hij zich op het soort clientèle dat Brioni al had, de elite van politiek, entertainment, zakenleven. „We adverteerden al leen nog in de werkelijk exclusieve bladen, niet in de populaire pers. Het is allemaal een zaak van asso ciëren: de klasse-auto, de perfecte wijn, het ultieme horloge, daar hoort dus ook Brioni bij. Snob-ap- peal? Nee, je bent geen snob als je alleen het beste wilt; dan ben je een connaisseur." Onder Angeloni koos het bedrijf voor een klassieke stijl: de geachte clientèle, zo werd vastgesteld, is niet van het slag mensen dat de modegrillen volgt. Maar ouderwets overkomen is ook niet de bedoe ling. „Wij volgen de modelijnen op een gematigde manier, niet de ene keer superbrede revers, en het jaar daarop weer supersmalle", zegt Angeloni. Pasvorm Maar het gaat vooral om de kwali teit, de pasvorm. Het hart van het bedrijf, de kleermakerij, bevindt zich sinds 1957 in Fonticoli's ge boortedorp Penne in de Abruzzen. Daar werken 1500 mensen, onder wie 200 kleermakers, aan de pro ductie van jaarlijks 70.000 kos tuums. De pasvorm wordt vooral verkregen door het innaaien (en niet vastlijmen) van een kameelha ren tussenvoering en het 'rondstik- ken' van schouders en revers. Het kost met deze vorm van 'geïndu strialiseerd handwerk' twintig uur om één kostuum te produceren. Ter illustratie: een colbertzak inzet ten kost 25 minuten, een (confec- tie)machine doet dat binnen een halve minuut. Aan elk detail is gedacht. Zo vallen de hoornen knoopjes op de mouw over elkaar (onmogelijk* met een machine te maken, zegt Angeloni) en zitten ze er niet voor de sier. Als de drager er wat nonchalanter uit wil zien, maakt hij een of meer knoopjes los, zodat er een split in de colbertmouw valt. De kraagspie- gel zit bij een Brioni hoog, zodat de strop altijd gelijk hangt met de punten van de revers. In de confectiematen kost een Brioni-kostuum tegen de 3000 gul den. Een maatpak kan ook, maar dan zal de buidel verder open moe ten. Sommige meesters bij Brioni, zoals Cecchino Fonticoli (een ach terneef van de oprichter) reizen de hele wereld af om VIPS als de Egyp tische president Moebarak de maat te nemen. De veelbesproken play boy-broer van de steenrijke sultan van Brunei liet dat één keer doen en bestelde vervolgens zo'n 60 pak ken per maand. Zo kon hij in elk hotel ter wereld waar hij wilde ver toeven, een verzameling Brioni's laten hangen. Publicitair sloeg Angeloni een paar jaar terug een echt grote slag door de toenmalige kandidaat-bonds kanselier Schroder te strikken voor een advertentie-campagne. „De kasjmier-kanselier", schampte de Duitse pers over deze sociaal-de mocraat met dure smaak, maar An geloni fluistert dat de verkiezings winst alles van doen had met de manier waarop de politicus zich aan het publiek presenteerde. Flutwerk Zijn persoonlijke genoegen was misschien nog wel groter, toen Ri chard Gere voor Brioni vieL Hij liep de Brioni-winkel in Manhattan bin nen en was meteen verkocht. „En dan te bedenken dat Gere in de film American Gigolo nog Armani droeg!" De 'nieuwe' ontwerpers le veren volgens Angeloni flutwerk af. „Ze hebben kwaliteit ondergeschikt gemaakt aan ontwerp; ze drijven op PR en mode", beaamt hij, als ik vertel dat een collega steen en been klaagt over z'n Armani-outfit waar van naden losraken en knopen af vallen. „We zijn ook actief in Rusland en China. De nieuwe rijken daar moe ten nog een beetje worden 'opge voed'. Ze beginnen met Versace en ze ontdekken al snel dat de echte toppers dat niet dragen. Die heb ben Brioni; daar betaal je niet voor naam, maar voor kwaliteit en stijl." En hoe zit het met Nederland, ooit paradijs van de vrijetijdskledij? Er trekt een grimas over het fijngesne den gezicht van Angeloni. „Neder land was vijftien jaar lang casual. We hadden er nauwelijks cliënten. Maar sinds vijf jaar is er een fikse omslag. Er zijn nu al zeven winkels in Nederland die Brioni verkopen. Binnenkort openen wij een eigen zaak in Amsterdam. Dan hebben we er met onze winkels in New York en Los Angeles vijf, want er komen ook nog vestigingen in Lon den en Parijs." Brioni is een mannen-Mekka. Slechts vijf procent van de produc tie is bestemd voor vrouwen die een klassiek kostuum, te leveren met rok en/of broek willen om in de top niet uit de toon te vallen. Sa rah Ferguson, de ex van de Britse prins Andrew, is er zo een. Maar mannen kunnen bij Brioni alles vinden. Van boutonnierre (de bloem op de revers, vers blijvend in een achter de kraag onzichtbaar weggewerkt houdertje met water) tot stropdassen, sokken, riemen en zelfs vulpennen. De nieuwste activiteit van Brioni is het op de voet volgen van de clien tèle. Een fluitje van een cent. De rij ken klonteren om te verpozen sa men in steeds dezelfde mondaine oorden: Monte Carlo, Sankt Moritz, Aspen, Palm Beach, Capri. Brioni gaat in al deze plaatsen boetieks openen. „Zo blijven we ook tijdens vakanties met onze groep mensen verbonden", zegt Angeloni. Geluk kig maar, want wat moet een bon- vivant van klasse als het noodlot toeslaat in de vorm van een losge raakte knoop? HANS GELEIJNSE Brioni-directeur Umberto Angeloni met chef verkoper Sergio Vanni. FOTO CPD NANDO CHIAPPETTO

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 47