jMMBff
'Van verliezen word je toch depressief?'
Universiteitsblad: toe aan nieuwe uitdaging^
Meningen
Regionale krant
is betrouwbaar
Een treurige situatie bij
Dierenbescherming AlpH
WOENSDAG 6 SEPTEMBER 2000
De pagina 'Meningen' staat open voor alle lezers. Bij uw brief gaarne vermelding van onderwerp en publicatiedatum van het artikel waarop u reageert. De redactie kan brieven bewerken, bekorten of weigeren. Alleen brie
met een volledige adressering komen voor plaatsing in aanmerking. Bijdragen sturen naar: Leidsch Dagblat i, postbus 54,2300 AB Leiden, of faxen naar: 071 - 5321921, of e-mailen naar. redactie.ld@damiate.hdc.nl
UITGELICHT
De band tussen de lezer en een regionaal
dagblad is sterker is dan bij de landelijke
pers. ARCHIEFFOTO UNITED PHOTOS DE BOER
De verzuchting 'voor wie doe
ik dit eigenlijk allemaal?' is op
redacties niet ongebruikelijk.
Lezers, luisteraars of kijkers
zijn in het leven van journalis
ten grote onbekenden. Soms
schrijven ze een brief of bellen
ze met een suggestie of een
klacht. Het kunnen ook je bu
ren of je familie zijn. Bij een
regio
naal
dagblad
heb je
nu een
maal
meer
kans een
lezer te
gen het
lijf te lo
pen dan
bij een
landelijk
medi
um.
Maar
door het pluriforme karakter
van een regionaal dagblad -
onafhankelijk van een maat
schappelijke of kerkelijke stro
ming - kun je naar de aard
van de lezers eigenlijk alleen
maar gissen.
Een klein overzicht van wat
we wel weten. Jaarlijks ver
schijnt de zogenoemde Sum-
moscanner met lezersprofie
len van alle Nederlandse kran
ten. Daaruit bijkt dat ongeveer
evenveel mannen (51%) als
\Touwen (49%) de krant lezen.
Jongeren tot 24 jaar lezen aan
zienlijk minder (12%) dan vijf
tigers (46%), maar daar staat
tegenover dat er in ons ver
spreidingsgebied ook veel
minder jongeren wonen (16%)
dan vijftigers (24%). Rijke
mensen lezen de krant vaker
(37%) dan mensen met een
inkomen beneden modaal
(15%) en huishoudens met
twee volwassenen en kinderen
lezen de krant meer dan al
leenstaanden.
Die cijfers verschillen nau
welijks van de andere regiona
le kranten in de Randstad,
maar wijken wel af van de rest
van het land. In het noorden,
het oosten en het zuiden doen
regionale dagbladen het aan
zienlijk beter dan bij ons in
het westen. Hier woont een
relatief groot aantal nieuwko
mers uit andere regio's en an
dere lan-
leert re
cent on
derzoek
van on
der meer
het bureau Interview, dat de
band tussen de lezer en een
regionaal dagblad wat sterker
is dan bij de landelijke pers en
dat lezers meer tijd uittrekken
voor het regionale dan voor
het landelijke dagblad. Het
onderzoek mat de waardering
op een schaal van 1 tot 5. Re
gionale dagbladen scoren 3.8,
landelijke dabladen 3.6. Ook
op het punt van betrouwbaar
heid scoort het regionale dag
blad wat hoger dan het lande
lijke dagblad.
Ik ben vooral blij met dat
laatste cijfer. Betrouwbaarheid
is de hoeksteen van de relatie
lezer-journalist. En juist bij
een regionaal dagblad, waar
lezers veel vaker dan bij een
landelijk medium zelf oogge
tuige zijn geweest van gebeur
tenissen die de krant be
schrijft, hoef je maar iets ver
keerd te doen of de lezer heeft
het in de gaten.
TON VAN BRUSSEL
HOOFDREDACTIE
Bijdragen van emeritus-hoogleraar lijkheden voor een 'herleving van de
Rörsch lees ik altijd met genoegen, klassieke studentenpers met een sterk
Rörsch draaft graag door, maar hij satirische inslag',
weet zijn stuk meestal met twee of Voor ik op die stellingen iri ga, wil ik
drie rake zinnen te redden. Ook zijn eerst uiteenzetten wat volgens mij de
bijdrage over een functie van een uni-
kritische studenten- versiteitsblad is. Alle
pers heb ik dus met nPINIF goede dingen ko-
veel belangstelling t/i ffllt men in dritjën. Een
gelezen. goed univifirsiteits-
Rörsch stelling is drieledig. (1) Het
Leids universiteitsblad Mare wordt in
zijn vrijheid beknot. (2) De oude stu
dentenbladen waren zo slecht nog
niet. (3) Internet biedt nieuwe moge-
Jos Damen is voorzitter van de
redactieraad van het Leids
universiteitsblad Mare. In deze
bijdrage reageert hij op A.
Rörsch, die in het Leidsch
Dagblad van 30 augustus met
het idee kwam dat
studentenverenigingen een
onafhankelijk blad zouden
moeten beginnen. Damen
vindt de voorstellen van
Rörsch niet heel realistisch,
maar houdt hoop.
blad: (1) informeert en opinieert op
journalistieke wijze over het pl iaatselij-
ke en Nederlandse universitaire leven
(onderzoek, bestuur, onderwijs, stu
dentenleven, schandalen), (2j) geeft
via de mededelingenrubriek dé facul
teiten en de opleidingen de mogelijk
heid hun medewerkers en studenten
te informeren, (3) verzorgt algemene
culturele en stedelijke informati e.
In het Leidse geval, met eert sterk
door de stad versnipperde uniiversi-
teit, is Mare één van de weinige bind
middelen van de universiteit als ge
heel. Mare is een plek waar universi
taire Leidenaren worden geïnfor
meerd over het wel en wee van 'cinde-
re delen' van de universiteit. W el én
wee. Het was eruit voor ik er erg in
had, en ik ben er blij mee. Het la.utste
nummer van Mare had als openi ngs-
artikel: 'Wetenschapper moet omhoog
of eruit' en was een beschrijving van
nieuw personeelsbeleid bij één facul
teit. Wie wil weten hoe divers M are
kan informeren, leze de columns in
de laatste jaargang, onder meer die
van 'De Meneer', waarin ook regelnia-
tig een hard nootje wordt gekraakt.
Bovendien weet het College van E5e-
stuur heel goed dat het niet gebaat is
bij een bedrijfsblad. Een goed voetbrtl-
team speelt alleen maar beter, als ie
mand in het veld weet te wijzen oio
steekjes die in de verdediging valleiv.
Mare heeft in haar 26-jarig bestaain
een reputatie opgebouwd als 'mis
schien wel het beste' universiteitsblad
van Nederland en als kweekvijver vani
journalistiek talent. En natuurlijk, ei'
waren aanvaringen tussen Mare en
het Leidse College van Bestuur. Dat is
logisch als je als taak hebt op onaf
hankelijke wijze te berichten over uni
versitaire zaken. Aanvaringen zullen
er ook in de toekomst zijn. Daar moet
je niet bang voor zijn, en beide kanten
zullen hun verlies af en toe moeten
nemen.
Terug naar de voorstellen van
Rörsch. Bij twee van zijn drie stellin
gen zet ik vraagtekens.
(1) Dat de vrijheid van Mare zal
worden ingeperkt, geloof ik niet. Ook
in de nu voorgestelde plannen gaat
Mare geen andere koers varen. Hoog
stens is er sprake van een lichte ac
centverschuiving.
(2) Rörsch' stelling dat de oude stu
dentenbladen nog niet zo gek waren,
wordt niet echt ondersteund door de
voorbeelden die hij geeft. 'De Virtus'
(60ste en laatste jaargang: 1970-71!)
;was een blad vari, voor en vooral óver
een minderheid, het Leidsch Studen
tencorps. Virtus Concordia Fides
s^tond vol met onbenullige stukjes
oiver de groentijd en het 'Collo', het
bestuur van het Corps. Ook Propria
C lires is een beroerd voorbeeld. Het is
een satirisch blad, dat wel, met veel
bijdragen over literaire en sociale
kwesties, maar het is zeker geen uni
versiteitsblad. De laatste decennia is
het peil van Propria ook niet echt
hoog te noemen.
(3) Internet biedt nieuwe mogelijk
heden voor een 'herleving van de
klassieke studentenpers met een sati
rische inslag'. Ik mag het Rörsch hel
pen hopen. Het voorbeeld dat hij
geeft, geeft niet veel hoop. CARE, een
club met een website gewijd aan één
onderwerp dat van één kant werd be
licht, is zeker niet maatgevend. Ik b&n
Fanatieke sportfans
hebben minder last van
depressies dan mensen
die totaal niet in sport
zijn geïnteresseerd. Ook
hebben zij minder last
van geheugenverlies.
Tijdens een wedstrijd van
hun favoriete club
veranderen hun geest en
hun lichaam bijna net zo
als dat van de topsporters
die ze zo bewonderen.
Daarnaast is het
supportersschap ook nog
goed voor de testosteron-
spiegel, oftewel het
mannelijk libido. Dat
beweren Amerikaanse
onderzoekers.
C. Jansma, voorzitter Alphense
Boys en televisie-commenta
tor: ,,Ha, ha. Hoe verzinnen ze
het! Nou, ik ben hartstikke fa
natiek, of beter gezegd zeer be
trokken, al twintig jaar lang, bij
mijn clubje hier in Alphen.
Daar heb ik veel plezier in en
dan is het ook nog goed tegen
een depressie! Heb ik al die ja
ren even goed geïnvesteerd. En
het bevordert m'n testosteron-
spiegel. Zo, zo! Nou daar is ook
al niks mis mee. Heb ik destijds
toch wel een heel goede keuze
gemaakt om de sport in te
gaan. Nou, ik vind het echt leuk
hoor, wat die onderzoekers al
lemaal verzonnen hebben. Echt
hartstikke leuk."
R. Bröring, trainer voetbalver
eniging Noordwijk in de zater
dag-hoofdklasse: .Als je ergens
je ziel en zaligheid aan geeft,
dan vergt dat het uiterste van
jezelf. Fanatieke supporters ha
len het onderste uit de kan en
willen alles wat de sporters
doen meebeleven. Als de club
verliest, dan verliest de suppor
ter ook. Als supporter leer je
dus omgaan met een nederlaag.
Dat betekent dat je in het dage
lijks leven ook veel meer kunt
incasseren en dus minder last
hebt van depressies, daar ben ik
van overtuigd. Ik werk op een
school en als ik zie hoeveel col
lega's zich ziek melden voor ie-
De stress is ver te zoeken bij oranjesupporters op de tribune in café 't Brandewijntje in Leiden.
der wissewasje maak ik mij wel
eens kwaad. Ik heb zelf heel
weinig last van depressies,
maar ik weet natuurlijk niet hoe
ik zou reageren als mijn vrouw
en kinderen iets zou overko
men."
C. Siera, al 60 jaar supporter
van Leidsche Boys, Leiden: ,,Ik
ben nu 71 en ik ga iedere week
nog naar de wedstrijden van
Leidsche Boys. Als ik bij een
wedstrijd ben. leef ik helemaal
mee met de spelers. Het heerlij
ke van een wedstrijd bezoeken
is alles even te vergeten: ook je
drukke werk en je stress. En als
ze dan nog winnen, is dat na
tuurlijk geweldig. Maar als ze
verliezen, ga ik niet bij de pak
ken neerzitten. Sommige sup
porters vind ik te fanatiek. Want
als hun club niet wint, worden
ze agressief. Dat vind ik dom, ik
leg me neer bij de nederlaag.
De sfeer eromheen in het stadi
on vind ik ook geweldig. Laatst
was ik bij de openingswedstrijd
in De Kuip. heel erg levendig
met al die mensen, veel beter
dan op televisie."
A.C. Siera, vrouw van C. Siera:
„Nou ja, het is nou eenmaal z'n
lust en z'n leven, die wedstrij
den. Ik kan er goed mee leven.
Hij houdt van voetbal en ik lees
en puzzel weer graag."
G.A. Kerkhof, psycho-fysio-
loog, hoogleraar. „Dit is een
oud verhaal in een nieuw jasje
en het ligt natuurlijk zo voor de
hand als wat. Een open deur in
trappen, noemen ze dat. Ie
mand die (zeer) actief is en zich
betrokken voelt bij iets, heeft
sowieso minder tijd om te pie
keren. Of dat nu met sport is of
met een andere bezigheid, dat
maakt niets uit. En als je iets
hevig meebeleeft, worden niet
alleen je zenuwactiviteiten,
maar ook je hormonen sterk
geactiveerd. Dat lijdt tot een be
tere emotionele toestand. Adre
naline geeft ook allerlei gunsti
ge na-effecten en één daarvan
is dat je humeur sterk verbetert.
Dat van die geheugenverbete
ring geloof ik niks van, daar zou
ik eerst wel eens harde cijfers
over willen zien. Ook Ameri
kaanse onderzoekers kunnen
niet zomaar van alles roepen."
M. Vlasveld, Raadslid Leiden
Weer Gezellig/De Groenen en
tegenstander van financiering
topsport in Leiden: „Het zou
best kunnen dat fanatieke
sportfans zich vaker beter voe-
FOTO HENK BOUWM AN
len, maar als hun club of held
verliest, zal de klap des te har
der aankomen. Misschien konut
een fan na een aantal nederla
gen van zijn club erachter dat
hij achter de verkeerde club
staat. Daar word je pas depres
sief van. Ik ben helemaal niet
tegen sport, ik jog zelf ook een
beetje. Maar topsport vind ik
meestal een te grote verheerlij
king van het lichaam, terwijl we
als mens toch ook een geest
hebben gekregen. Het gevaar
van die eenzijdige opvatting is
dat mensen zich steeds meer
als dieren gaan gedragen."
H. Goddijn, oprichter Leidse
Rugby Club DIOK, sporter (ge
weest) en nog steeds fanatiek
supporter: „Ik geloof niet dat er
bij een sporter en een suppor
ter dezelfde veranderingen in
hun lichaam en hun geest op
treden. Maar het is wel zo dat
beide groepen nooit veel last
van stress hebben. Zouden die
Amerikanen dan toch gelijk
hebben? Supporters voelen
vaak dezelfde liefde voor de
sport als de sportman, mis
schien is dat wel het punt.
Want als je je ergens voor inzet,
voel je je altijd beter dan wan
neer je maar voor je uit zit te
staren."
J. Staat, gereformeerd predi
kant in Rijnsburg: „Het lijkt
mij niet dat sport ooit een ver
vanging kan zijn voor religie en
familie, hooguit een aanvulling
erop. Levensgeluk bestaat uit
vier spaken: goed contact met
jezelf, met de natuur, met de
medemens en bovenal met
God. Deze vier elementen zor
gen voor het menselijk welbe
vinden. Sport hoort hier zeker
in thuis, maar het kan niet alles
vervangen. Het is maar een
klein onderdeel van het leven.
Wat de motieven van fanatieke
sportfans zijn, zou ik niet we
ten. Het blijft speculeren of die
motieven dezelfde zijn als die
van de krijgers van weleer. Ik
wil zeker wel geloven dat een
wedstrijd de testosteronspiegel
kan beïnvloeden, een mooie
vrouw laat die toch ook stijgen.
Maar ik weet niet of je dat erin
moet zetten."
J. van der Nat, sportverslagge
ver, reist regelmatig naar
Amerika om basketbalwed
strijden te verslaan. „Nou ik
ben geen wetenschapper, maar
ik ken supporters die hartstikke
depressief worden, juist omdat
ze zo betrokken zijn. Ik ken jon
gens die niet meer eten als Ne
derland verliest. Mij doet het
emotioneel niks als Nederland
achterstaat. Ik wordt er in elk
geval niet depressief van. En als
ik naar wedstrijden in Amerika
ga, vind ik dat leuk, omdat die
wedstrijden eigenlijk onbereik
baar zijn. Ik heb dus steeds be
taalde vakanties. De sport is
voor mij dus meer een middel,
een mogelijkheid om heel Ame
rika rond te reizen. En dat is
goed voor mijn gemoedsrust,
want ik geniet van die reizen."
IRENE NIEUWENHUUSE
Onlangs heeft - zoals het
Leidsch Dagblad onder andere
op 11 augustus berichtte - de
politie rapport opgemaakt van
de treurige situatie in de die
renopvang "Voshol' van de Die
renbescherming in Alphen aan
den Rijn. Al een week zaten
daar meerdere honden in één
hok, in een oude schuur zonder
daglicht en ventilatie. De hon
den waren er mede door het
warme weer zó slecht aan toe,
dat zij niet eens meer konden
worden uitgelaten.
Ook de konijnen en de vogels
die daar worden opgevangen,
hebben het zwaar. De voorzit
ter en de secretaris van de Die
renbescherming, mevrouw Ros
en mevrouw Huffener, blijven
echter verklaren dat het goed
gaat in de vereniging en dat de
dieren prima worden verzorgd.
De groep vrijwilligers weet wel
beter.
De situatie is zeer verontrus
tend. De beide bestuurders
hebben geen flauw bei
dieren en hun verzorg'
der het mom van 'beslui
het hoofdbestuur in Dei
worden de laatste tijd
beslissingen genomen
enige vorm van overleg
werkgroepen. „Doe wal
zegd wordt, anders ben
gewenst", is het motto.
Het is treurig om te
een vereniging, die doi
werken en saamhorighe
vrijwilligers is gegroeid,
gronde gaat door gebi
inzicht. Mevrouw Ros
mens de PvdA actief
plaatselijke politiek, rr.
mentaliteit van de politi
blijkbaar loodrecht op
de dierenliefhebbers eni
ligers. Dat je zelf een k|
wil niet zeggen dat je dcj
zo'n vereniging kunt bi
Dat blijkt wel.
'Het onkruid bepaalt overal in de stad het straatbeeld'. f
ARCHIEFFOTO HENK fiV'
WILLEM-PAUL DE MOOU
Graag wil ik reageren op het
stukje van de heer Gussenho-
ven, dat op 28 augustus in het
Leidsch Dagblad stond. De stel
ling van hem dat 'Leiden ver
slonst, verloedert en vervuilt',
daar ben ik het volledig mee
eens. Het onkruid bepaalt over
al in de stad het straatbeeld;
echt een aanblik van verloede-
er, als ook de bevolking zijn
steentje bijdraagt. Maar de ge
meente heeft hier ha<
taak en verantwoorde!
Zij moet de openbal
schoonhouden, maarp
gebeurt dat vaak niet.
Hopelijk storen med
naars zich aan deze
ring. Tegen hen wil ikfe
laat dat de gemeentel\
Misschien dat er dan iet^c
dert.
J4