Homo - emancipatie
nog lang niet voltooid
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 2000
Koeien zijn niet weg te denken uit het Nederlandse landschap. Maar als het zo doorgaat met de nieuwe bedrijfsvoering van de boeren, blijft er weinig over van dat beeld.
foto hans van weel
In de ligboxenstal verblijven zestig melk
koeien. Ze lopen rond op de roostervloer,
liggen op een zaagselbed te herkauwen of
staan in de rij voor de melkrobot. „Hier worden
geen trucjes met de beesten uitgehaald", zegt
boerin Jannie Lamberts.
Buiten in de wei komen de koeien al een jaar
niet meer. „Daar hebben ze geen pijn aan", zegt
Jannie's man Herman in zijn hooggelegen glazen
'stuurhut', van waaruit hij de stal in de gaten
houdt, de computermuis onder handbereik. „De
koeien zijn goed te pas, schreeuwen doen ze hele
maal niet en ze geven de melk makkelijk." Hij
wijst op de open deuren en wanden. „De wind
heeft vrij spel in de stal. Mocht het te warm wor
den, dan kunnen we altijd nog ventilatoren plaat
sen."
Lege weiden zullen het Nederlandse landschap
meer en meer gaan bepalen. Nu al zet een op de
tien van de 28.000 melkveehouders de koeien dag
en nacht op stal, het hele jaar door. Over tien jaar
zal ruim de helft dat doen, schat de boerenorga-
nisatie LTO Nederland. Markt- en mestnormen
dwingen daartoe. En omdat vooral grote bedrij
ven die overstap maken wordt "het stil in de wei.
Jannie (48) en Herman (50) Lamberts uit De
venter haalden hun koeien vorig jaar augustus
voorgoed uit de wei. Dat hing samen met de aan
schaf van een melkrobot. Dat 'zelfdenkende digi
beest' kent geen tijd*en melkt de koeien zodra die
zich met hun zendertje om de nek aandienen en
via een elektronisch poortje worden toegelaten.
Zo laat elke koe zich gemiddeld drie tot vier keer
per etmaal, dus ook 's nachts, volautomatisch en
lasergestuurd van haar melk afhelpen, onderwijl
snoepend van een gedoseerde portie brokken. Er
komt geen boerenhand meer aan te pas.
„Twee maal daags melken was best lastig", zegt
Jannie Lamberts. „Met de robot gaat het een stuk'
makkelijker. We hoeven de beesten niet meer uit
de wei te halen. Er staat tegenover dat we het voer
het hele jaar onder hun neus moeten schuiven.
Niettemin levert dit nu al twee tot tweeënhalf uur
minder arbeid per dag op."
De melkgift ligt tien procent hoger met minder
krachtvoerkosten, zegt Herman. „We moeten nog
even afwachten wat het economisch plaatje per
saldo oplevert, maar sociaal gezien hebben we nu
Steeds meer boeren houden hun koeien het hele jaar binnen. Dat is vaak goedkoper. En de beesten hebben
het naar de zin, zeggen boeren. Koeien horen in de wei. Als dit zo doorgaat zullen we ons stevig verzetten
dreigt Natuur en Milieu. De minister van landbouw maakt zich zorgen, maar doet - nog - niets.
een beter leven. Op verjaardagen bij vrienden
moesten wij altijd naar huis als de rest van de vi
site arriveerde. Nu kunnen we rustig blijven han
gen. De robot melkt. En als het ding kuren ver
toont waarschuwt ie ons via de zakpieper, wat
zelden gebeurt."
Niet alleen de melkrobot, waarvan er inmiddels
zo'n achthonderd zijn verkocht, beweegt steeds
meer boeren om hun koeien definitief op stal te
zetten. Een nog sterkere drijfveer is het mestbe
leid van de overheid. „Om aan de strenge mestre-
gels te kunnen voldoen is het voor elke boer zaak
om z'n quotum met zo min mogelijk koeien vol te
melken", zegt Jannie Lamberts.
Met deze uitspraak zet zij haar 'bestuurderspet'
even op. Jannie Lamberts is ook voorzitter van de
GLTO Gelderland en Overijssel, een functie die ze
twee jaar terug als eerste vrouw in Nederland op
zich nam. „Vanaf 2003 gelden scherpere mest
normen. Dan mogen nog minder fosfaat en stik
stof op het land gebracht worden. Wie die nor
men overschrijdt moet duizenden guldens boete
betalen. Veel boeren kunnen die normen alleen
halen als ze de koeien op stal houden. Met of
zonder robot."
Zonder koeienflatsen en urineplekken op de
wei beperkt een boer het verlies aan mineralen op
het land. Op stal kan hij een en ander opvangen
en netjes over het land doseren of elders aanwen
den. Bovendien onttrekt hij met een hogere voer-
opbrengst meer mineralen aan het land, legt
Lamberts uit. „Zelf kuilen we alle gras in en injec
teren we alle mest. Dat kost wat extra, maar het is
meer milieuverantwoord."
Verzet
„Dat kan wel zo wezen, maar de koeien horen in
de wei", reageert een verontwaardigde Marijke
Brunt, woordvoerster van de stichting Natuur en
Milieu. „Om aan die mestregels te voldoen hoefje
geen koeien op stal te zetten. Dat is een kwestie
van verstandige bedrijfsvoering."
Die 'paar koeienflatsen' vindt ze geen geldig ar
gument. „Uit een oogpunt van dierenwelzijn en
ook landschappelijk gezien moeten koeien in de
buitenlucht blijven grazen. Daar voelen ze zich
veel prettiger en kunnen ze zelf bepalen waar ze
wandelen, in de schaduw liggen of uit de sloot
drinken."
De vraag of ze de koe niet te veel menselijke be
hoeften toekent, doet haar boosheid stijgen.
Kletskoek, vindt ze. „Ze hebben er geen pijn aan
dat ze op stal staan - ook zo'n argument. Ze wor
den toch goed verzorgd en ze geven zelfs meer
melk. Maar daar gaat het niet om. Een mens in
een ziekenhuisbed wordt ook fantastisch ver
zorgd. Zo ga je niet met dieren om."
Ze vindt het 'flauw' van de boerenorganisatie
om het welzijn van de koeien ondergeschikt te
maken aan de economische bedrijfsvoering. „Als
deze ontwikkeling doorzet zullen we ons er met
alle macht tegen verzetten. En ik denk een hele
boel mensen in Nederland met ons."
Op het ministerie van landbouw schrikt de
kwestie niemand op uit de vakantiedommel. Een
woordvoerder zegt niets te weten van maatrege
len om het tij te keren. Minister Brinkhorst maakt
zich wel zorgen, maar vindt het vooralsnog een
zaak van de sector zelf. In zijn recente nota Voed
sel en Groen doet hij boeren de suggestie om
aparte 'weidemelk' op de markt te brengen. Even
tueel wil hij hen met subsidies overhalen om de
koeien buiten te houden. Mocht dat allemaal niet
helpen 'dan zou een verplichting tot weidegang
kunnen worden overwogen'. Een studiecommis
sie, waarin ook dieren- en natuurbeschermers zit
ten, werpt zich binnenkort op de vraag hoe be
langrijk weidegang voor koeien is.
Binnen LTO Nederland verhit de 'lege wei' de
gemoederen. Voorzitter Jan Cees Vogelaar van de
vakgroep veehouderij is beducht voor het publie
ke imago van de melkveehouder, als de koe uit
het landschap verdwijnt. Hij vindt de koe 'onze
beste ambassadrice'. In het blad HP/De Tijd zei
hij onlangs: „We moeten voorkomen dat we op
één hoop worden geveegd met de varkens en de
kippen. Koeien in het landschap zijn onze licence
to produce."
Toch sluit zijn eigen vakgroep niet uit dat tach
tig procent van de boeren de koeien uiteindelijk
binnen zal houden. Vogelaar, die in Lelystad jaar
lijks een dikke miljoen liter uit zijn koeien melkt,
vindt de ontwikkeling ongewenst, maar niet meer
te stoppen. In vergoedingen of subsidies voor
'buitenkoeien' heeft hij geen vertrouwen. Binnen
kort volgt hij het voorbeeld van vier collega's uit
de buurt en zet ook hij zijn koeien het hele jaar
rond op stal. Hij voelt zich er niet gelukkig bij.
„Maar ik haal straks wel in één klap de mestnor
men. Brinkhorst blij, Brussel blij, iedereen blij.
Behalve de koeien."
Want hoe vergaat het voorgoed gestalde koei
en? Heel goed, zegt dierenarts Iris Arendzen op
het high-techbedrijf van het proefstation voor de
rundveehouderij in Lelystad. Zij houdt medisch
toezicht op een koppel dat al acht jaar geen gras
sprietje heeft gezien. Doordat de koeien dag en
nacht op roosters lopen ('Ze hebben iets meer
loopruimte dan in een normale stal') zijn er wat
meer klauwproblemen en infecties. Maar met ex
tra aandacht en verzorging lukt het goed om hun
gezondheid op peil te houden. De koeien,produ-
ceren meer melk dan in de wei en gaan zeker zo
lang mee, is haar conclusie.
Tevredenheid
De broers Tino (34) en Paul (33) IJsseldijk uit Le-
melerveld houden hun ruim honderd koeien al
vijftien jaar binnen. „Kon niet anders, we hebben
te weinig land om het huis", zegt Tino. „Maar ze
doen het binnen zeker niet slechter dan buiten.
Binnen gaat heel goed, mits je de stal perfect in
orde hebt. En dat hebben wij. Voldoende licht en
lucht, veel ventilatie, schone roosters. De beesten
liggen bij ons op verende koematrassen van ge-
hakseld autorubber. Vinden ze heerlijk."
Nee, die koe lijdt er volgens IJsseldijk echt niet
onder. Je kunt ze op stal veel beter in de gaten
houden. Met voetbaden hebben we de infecties
onder controle. Hun gezondheid is prima. Ik durf
te beweren dat ze zich bij regen, kou en hitte lek
kerder voelen in de stal dan op de wei. Dat merk
je heel goed aan hun productie."
De broers melken hun koeien drie keer daags,
zonder robot. „We zouden er twee nodig hebben
en voor dat geld kun je ook arbeid inhuren." Hun
koeien produceren gemiddeld 12.000 kilo melk.
Het Nederlandse gemiddelde ligt op 7000. „Als we
meer grond zouden hebben, zouden we de bees
ten tóch binnen houden, zo goed bevalt het. We
kuilen het voer in. Daardoor heb je een veel con
stanter kwaliteit. We hebben alleen iets meer
krachtvoer nodig. En de mest kunnen we gelukkig
goed bij boeren in de buurt afeetten."
Tino IJsseldijk begrijpt niet waarom de LTO
zich druk maakt. „Koeien op stal is prima uit te
leggen aan de consument. Je moet de samenle
ving geen probleem aanpraten. De koeien staan
bij ons in een geïsoleerde stal. Op hete dagen
draaien grote ventilatoren. Die beesten voelen
zich prima. Met hun welzijn is niks aan de hand."
Op haar boerderij bij Deventer zegt Jannie
Lamberts: „Ik vind koeien in de wei ook stukken
mooier. En misschien maken we volgend jaar wel
een uitloop, een soort speelwei. Maar dat moet fi
nancieel wel kunnen. Ik wil ook best de discussie
met de consument aangaan, maar hij moet het
romantische beeld van de idyllische boer met zijn
rooie zakdoekje om laten varen."
H0MME KROL
In zeggen op school niet gauw meer
e homo zijn. Geen wonder. Sieb de
rganisator van de Gay Pride, werd op
echtse school laatst voor 'vieze ho-
;escholden. Een teken aan de wand,
i. Nederland lijkt minder tolerant te
als het om homo's en lesbo's gaat. In
gids zei Jacques Herb dat de jeugd
verkeerde been wordt gezet door al
io's op de tv. Smeult er zoiets als ho-
vroeg Hein Janssen zich laatst in
ikrant af.
Sandfort, onderzoeker aan de facul-
ale wetenschappen van de Universi-
:cht en gespecialiseerd in homostu-
;elt. Misschien is er iets ergers aan
en is het geen kwestie van afnemen-
itie, maar heeft die tolerantie nooit
•taan.
geen onderzoek naar gedaan, maar
oor signalen dat homo's op school of
woonomgeving worden gepest en
verhuizen. Daarbij wordt vaak naar
I nen gewezen, die minder tolerant
zijn. Maar ik vraag me af of je alleen
oorzaak moet zoeken. Ik heb de in-
t we op het terrein van homo-accep-
<voon minder hebben bereikt dan we
Ook homoseksuele mannen en
zelf hebben te lang de kop in het
'^stoken."
el veranderd sinds de jaren vijftig,
zedenpolitie bijeenkomsten van het
In weerwil van opvallende
manifestaties als de Gay Pride
en Roze Zaterdag, lijkt het alsof
de tolerantie ten opzichte van
homo's afneemt. Dr. Theo
Sandfort houdt zich uitgebreid
bezig met deze problematiek.
,,Het is gevaarlijk te denken dat
je als homo wordt geaccepteerd
terwijl dat niet zo is.
'Er is minder bereikt dan we dachten'
COC scherp in de gaten hield. Maar dat
neemt niet weg dat recent onderzoek van het
Trimbos Instituut heeft aangetoond dat ho
moseksuele mannen en vrouwen met meer
problemen kampen dan hun heterpseksuele
leeftijdgenoten. Mannen hebben meer last
van psychische stoornissen, vrouwen ge
bruiken meer alcohol en drugs. „De gemid
delde heteroseksuele man heeft vier procent
kans op een depressie, de homoseksuele
man twaalf', zegt Sandfort.
Uit onderzoek van de gemeente Utrecht
naar het gebruik van voorzieningen in de ge
zondheidszorg, was al gebleken dat homo's
meer bij psychosociale hulpverleners aan
kloppen dan hetero's. „Dan kun je je afvra
gen: hebben ze meer problemen of gaan ze
Onderzoeker dr. Theo Sandfort: „Het is ge
vaarlijk te denken dat je als homo wordt geac
cepteerd terwijl dat niet zo is. Dat kweekt een
vals bewustzijn." foto gpd theo bohmers
sneller? In homokringen wilde men niet ho
ren van meer problemen. Nee, we zijn gelijk,
we hebben niet meer problemen, heette het
altijd. Dat blijkt dus niet het geval."
Het wordt steeds duidelijker dat homo's
niet hetzelfde zijn als hetero's, zegt Sandfort.
„De Nederlandse homogemeenschap wil er
niet van horen, omdat dat niet emancipatie-
bevorderend zou zijn, maar er zijn verschil
len. Voor een groot deel hebben die te ma
ken met de sociale reacties op homoseksua
liteit. Daarnaast kunnen er biologische facto
ren zijn die ook bij het ontstaan van homo
seksualiteit een rol spelen."
Over die biologische aspecten is nog niet
veel bekend, maar over negatieve sociale re
acties op homoseksualiteit en de gevolgen
voor de betrokkenen wel. „De homobond
van de AbvaKabo wilde weten of iemands
geaardheid ertoe doet op het werk. Ik dacht
dat dót wel mee zou vallen, maar dat werd
gelogenstraft. We hebben samen met het
Nederlands Instituut voor Sociaal-Seksuolo-
gisch Onderzoek een steekproef gehouden
bij lagere overheden en het ziekenhuiswe
zen, en daaruit bleek dat homo's meer met
burn-out te maken hebben, meer werkstress
hebben en vaker ziek zijn. Ik ben daar nogal
van geschrokken. AbvaKabo is nu bezig co
des te ontwikkelen om op de werkvloer iets
te veranderen."
Discriminatie komt op alle niveaus voor,
zegt Sandfort. „Je kunt niet zeggen dat je het
in de postkamer zwaarder te verduren hebt
dan in de hogere echelons. Maar hoe meer
bagage je hebt, hoe beter je je kunt verweren.
In hoge functies is de discriminatie subtieler.
In lage functies hebben homo's vaak te ma
ken met chefs die hartelijk meelachen om
pesterijen. Geintje, wordt dan gezegd. Maar
het zijn geen geintjes".
Het duurde volgens Sandfort zo lang voor
dat de noodklok werd geluid, doordat in de
meeste onderzoeken de stem van de 'gewo
ne' homo niet wordt gehoord. „Als je iets
over homo's wilt weten, moet je het aan ho
mo's vragen. Maar bij wie kom je dan te
recht? Doorgaans bij een selecte groep, de
homo's die georganiseerd zijn. Maar dat zijn
de voortrekkers, de weerbaren. Als je een
brede groep werknemers benadert, ongeacht
hun seksuele voorkeur, kom je ook bij de
doorsnee homo terecht. En dan blijkt dat die
het lang niet zo gemakkelijk heeft als de
voortrekkers in de hoofdstad."
Homo's moeten beseffen dat ze er niet van
zelfsprekend bij horen, vindt Sandfort. „Het
is gevaarlijk te denken dat je als homo wordt
geaccepteerd terwijl dat niet zo is. Dat
kweekt een vals bewustzijn. Ik heb homo's
gesproken die, als ik naar hun ervaringen
met discriminatie vroeg, zeiden dat ze niet
vooruit kwamen in hun werk omdat ze te
jong of te oud waren of te laag opgeleid. Zij
stonden er niet bij stil dat het misschien
door hun seksuele voorkeur kwam." Anno
2000 mogen homo's alleen in de heterowe
reld meedoen als ze zich aanpassen. „Als je
laat merken dat je homo bent, vraag je om
moeilijkheden".
De Gay Games, de Gay Pride, extravagant
gedrag, mannen die zich vrouwelijk gedra
gen, vrouwen die zich mannelijk gedragen:
de buitenwereld vindt het vermakelijk maar
gênant. „Dat die manifestaties er zijn, zegt
natuurlijk iets over de emancipatie van ho
moseksuelen. Een halve eeuw geleden was
zoiets als Gay Pride ondenkbaar. In die zin is
er veel veranderd. Tegelijk moet je constate
ren dat homoseksualiteit in de dagelijkse
praktijk alleen mag als het onzichtbaar
blijft."
Niet dat hetero's ronduit zeggen dat ze die
opgewonden homo's maar raar vinden. „Dat
hóórt niet, dus dat doen mensen niet. Op
zich is dat winst. Het is beter dan onbekom
merd discrimineren. Maar dat betekent ze
ker niet dat homoseksualiteit ook gevoels
matig wordt geaccepteerd." Voor onderzoe
kers is dat lastig. „Om toch oprechte ant
woorden te krijgen, kun je mensen beter niet
vragen wat ze denken, maar wat ze denken
dat hun collega's denken. Dan krijg je heel
andere antwoorden."
CHRISTL VISSER