'Mannen hebben seksualiteit uit de architectuur gehaald' In Natura Ademen Minder kans op aardscho in Californii Zanglijster hier beschermd en in Italië een lekkernij WOENSDAG 30 AUGUSTUS 2000 REDACTIE: RIEN POLDERMAN 023-5 1 Bijna de helft van alle insecten zijn kevers. Ze ko men in 35.000 soorten voor, maar veel wetenschap pers zijn ervan overtuigd dat er op z'n minst nog 50.000 niet geregistreerde of onontdekte soorten zijn. Allemaal komen ze oorspronkelijk uit zee, maar hebben zich in de loop van de geschiedenis aan het landleven aangepast. Sommige zijn echter naar het water teruggekeerd: het zoete water, want zeekevers zijn er niet meer. De meest spectaculaire waterkevers zijn geduchte rovers met een gestroomlijnd lichaam en krachtige achterpoten die tot een soort inklapbare roeispanen zijn omgebouwd. De Geelgerande Waterroofkever is van hen de meest algemene. En stellig de mooiste, zoals hij door het water zwemt terwijl de zon op zijn olijfgroene dekschilden glanst. In het water is hij in zijn element. Aan de afgeplatte achterpoten zitten stevige haren die bij achterwaartse pootbewegingen worden uitgespreid en bij voorwaartse bewegingen tegen de poot worden aangelegd. Beide achterpo ten worden gelijktijdig bewogen, waardoor de kever een hoge snelheid kan ontwikkelen, mede dank zij de afgeplatte, ovale vorm van het dier en het gladde, aaneengesloten lichaam. De Geelgerande Waterroofkever komt algemeen voor in sterk begroeide, stilstaande wateren, zoals sloten. Hij leeft van waterinsecten, dikkopjes en vis jes, die hij met zijn krachtige kaken te grazen neemt. Wie wel eens door hem gebeten is, weet hoe sterk die kaken zijn. Zijn larve doet trouwens voor hem niet onder. Mogelijk zijn diens kaken zelfs nog scherper. De larven zijn groter en vraatzuchtiger dan de volwassen dieren en behoren tot de meest geduchte rovers in onze wateren. Ze jagen op de zelfde prooidieren als hun ouders. Soms vallen ze zelfs vissen, kikkers en salamanders aan. Kleine vis jes en dikkopjes maken echter het belangrijkste voedsel uit en er worden er heel wat van verslon den, voordat de volgroeide larve zich gaat verpop pen voor het volwassen stadium van zijn leven. Net als sommige auto's lopen naast de mens ook al le dieren op gas. Om te kunnen functioneren moe ten ze zuurstofgas opnemen en koolzuurgas afge ven. De wijze van tanken verschilt bij de diverse diersoorten echter aanzienlijk. Ademhalen, is name lijk beslist niet de meest eenvoudige zaak. Vooral niet onder water. De meest primitieve en dus de oudste manier van gaswisseling is via de huid. De huid -of bij ééncelli- gen het celmembraam- neemt zuurstof op en scheidt koolzuur uit. Bij grotere dieren is dit niet haalbaar. Hoe groter een dier, hoe kleiner verhou dingsgewijs het huidoppervlak. De huid is al vlug te klein ten opzichte van het lichaam om alle weefsels tijdig van voldoende zuurstof te kunnen voorzien. Er zit maar één ding op: vergroting van de huid. Kieuwen zijn in feite niets meer dan huiduitstulpin gen, gecombineerd met een compact aan- en af voersysteem van bloedvaten. Alle amfibieënlarven, zoals dikkopjes, hebben achter de kop zulke al dan niet vertakte buisvormige kieuwen. Weekdieren en vissen daarentegen hebben platte, bladvormige kieuwen. Insecten ademen weer heel anders. Zij voorzien zichzelf van zuurstof door middel van de zoge noemde tracheeën. Dat zijn holle buisjes die met lucht zijn gevuld en sterk vertakt zijn door het hele lichaam. Een soort bloedvatenstelsel, dat echter voor luchttransport dient. Een luchtvatenstelsel dus. Waterinsecten gaan regelmatig naar het opper vlak om de tracheeën vol te zuigen met verse lucht, nadat ze zich hebben ontdaan van koolzuur. De uit mondingen van het luchtvatenstelsel worden zorg vuldig afgesloten wanneer het dier weer onderduikt. De Geelgerande Waterroofkever heeft zijn zaakjes uitstekend geregeld. Om niet telkens naar boven te hoeven neemt hij op gezette tijden een grote lucht bel vanaf het wateroppervlak met zich mee onder water. Deze luchtvoorraad wordt vastgehouden met het uiteinde van het achterlichaam. De luchtbel is allereerst natuurlijk bedoeld voor de ademhaling, maar heeft nog een niet onbelangrijke bijkomende functie. Hij geeft de kever drijfvermogen, zodat het opstijgen en anderszins manoeuvreren in het water hem gemakkelijk afgaat. Een verre neef van hem houdt met zijn poten zo'n luchtbel tegen z'n buik geklemd. Als gevolg van de stijgende kracht van de lucht kan hij niet anders dan op z'n rug zwemmen. Hij heet dan ook Rugzwemmer. THEO SCHILDKAMP Ingenieur Sofie Rédelé stelt het mannelijke ontwerpen aan de kaak De architectuur is en blijft een voor vrouwen ondoordring baar mannenbastion, waar vrijwel geen plaats is voor een vrouwelijke inbreng, laat staan kritiek. Vrouwelijke ar chitecten die pogen afstand te nemen van het door mannen gehuldigde rationele ruimte concept, vinden geen gehoor en krijgen geen kansen. Ruim te is niet neutraal, maar dient ontworpen op basis van de be staande geslachtsverschillen, zeggen zij. Op dus naar een meer feministische architec tuur. Maar hoe dient zo een fe ministische architectuur be grepen te worden? Sofie Rédelé is afgestudeerd in genieur en architect aan de uni versiteit van Gent en werkt mo menteel aan de School of Ar chitecture in Londen. Tijdens de jaarlijkse lunchgesprekken voor het Centrum voor Gender- studies in Gent stelde zij de vraag of een feministische ar chitectuur inderdaad een ander perspectief kan bieden. Of hoe zien feministische architecten een meer gelijkgerechtigde toe komst van de architectuur, waar geslachts-ongelijkheid en de op geslacht gebaseerde machtsverhoudingen uit ver dwenen zijn? Vrouwelijke architecten willen geen doordrammerige feminis ten zijn, zo blijkt uit haar uit eenzetting; Vrouwen willen al leen een duidelijker verwijzing naar de relatie tussen geslacht (gender) en architectuur. Zij vinden de huidige architectuur nog te veel gericht op het klas sieke rollenpatroon van man en vrouw. Mannen hebben de ge slachtsverschillen en de seksua liteit uit de ruimtelijke concep tie en de architectuur gehaald, stelt Rédelé. Ten bewijze haalt zij de ervarin gen van Virginia Woolf aan in 'A Room of One's Own' op de doelbewust gecreëerde man nenwereld waarin vrouwen ge dwongen worden te leven en zich te bewegen. Maar net als mannen hebben vrouwen een eigen ruimte nodig om creatief te kunnen zijn. Mannen willen die waarheid wel met de mond belijden, maai- in de architectuur hebben zij dat slechts mét zoethouder tjes in de praktijk gebracht. Zij zijn erin geslaagd de vrouw een identificatie op te dringen van de zorgzame hoedster van het gezin,zij die het warme en vei De Amerikaanse architect Frank Lloyd Wright is beroemd om zijn flamboyante gebouwen. Dit kantoorpand van zijn hand uit het begin van deze eeuw werd van binnen een mannenbolwerk. De vrouwen zaten in een rij in het midden vrijwel klem tussen de mannen. foto gpd lige nest voor man en kinderen in stand houdt, die sfeer en ge zelligheid in het huis brengt. En daarmee is de vicieuze cirkel van het rollenpatroon weer rond. De man gaat uit werken, de kinderen gaan naar school en de vrouw blijft alleen en vaak vereenzaamd achter in het knusse huisje in de buitenwij ken. Haar identiteit en creativi teit kan zij dan ruimschoots realiseren in de huis-tuin-keu- kenactiviteiten. Hoewql de vrouw in deze visie wel sterk in relatie wordt ge bracht met de woning, staat haar aanwezigheid veelal in functie van anderen. Met het gevolg dat een vrouw nooit 'thuis' is in haar eigen huis. In de woonkamer is zij hostess of gastvrouw, in de keuken de kok, in de kinderkamer de moeder, in de linnenkamer de meid en in de slaapkamer de minnares. Huisslaafje Architect Rédelé geeft toe dat zij met deze provocerende ana lyse het probleem sterk veralge meent en simplificeert en dat de werkelijkheid veel complex er is. De discussie en de kritiek van de feministen heeft alles te maken met de invulling van het begrip ruimte en de manier waarop die ruimte wordt ge bruikt in de architectuur. Man nen en vrouwen blijken een af wijkende visie op ruimte en op het gebruik van ruimte te heb ben. Op de kritiek dat voor vrouwen in de boven geschetste situatie maar weinig tijd en ruimte overblijft voor echte creativiteit en ontwikkeling van haar per soonlijkheid, hebben mannen een heel arsenaal van zoge naamde compensaties uitge dacht, die het volgens hen vrouwen mogelijk moeten ma ken meer over hun eigen vrije tijd en over een 'Room of One's Own' te beschikken. Zo werden massale shoppingfa- ciliteiten tot in de verst afgele gen voorsteden gecreëerd, waardoor vrouwen sneller en gemakkelijker konden gaan winkelen, maar waardoor zij meteen ook tot vlijtige consu menten werden gepromoveerd. Vervolgens werd de vrouw ont last van tijdrovende taken door een onuitputtelijk aanbod van allerlei elektronische huishoud- apparaten die, aldus de door mannen gemaakte reclame, de vrouw als huisslaaf) e moesten bevrijden. In werkelijkheid, zo stelt archi tect Sofie Rédelé, werd van de vrouw verwacht dat zij de aldus verkregen vrijheid en vrije tijd niet voor zichzelf maar nog meer voor haar gezin zou ge bruiken. Zo kon zij bijvoorbeeld een baan aannemen en bui tenshuis gaan werken, want consumeren en vrijetijdsbeste ding kosten ook geld. En zo komt de ogenschijnlijk vrijge vochten en creatieve vrouw van de huistaken in de bureau- en andere taken terecht. En ook daar was de architec tuur niet op maat van de vrouw. De meeste kantoren werden ontworpen volgens het principe van het puur functio neel ruimtegebruik. Vrouwen kregen als secretaressen kleine re bureaus en een beperkter werkruimte dan de mannen. De geslachtsverschillen blijken ook overduidelijk uit folders voor bureau-artikelen en meubelen, waar onderscheid wordt ge maakt tussen de directeur, de jonge, toegewijde bedienden en de schattige typiste. In dat ver band kan men ook wijzen op de eufemistische terminologie waarmee vrouwen worden ge paaid en waarbij een directiese cretaresse nu de indrukwek kende titel van management assistant opgeplakt krijgt. Sjteeds meer vrouwen volgen een opleiding tot architect, maar volgens Rédelé zijn hun professoren overwegend man nen en de architecten bij wie zij later hun praktijkstage lopen, zullen in de meeste gevallen ook mannen zijn. Op de vraag wat feministische architectuur is zegt de Gentse architecte: „Het is het soort ar chitectuur dat onderzoekt hoe de bestaande ruimte op een an dere manier gebruikt kan wor den en dat exploreert hoe het nieuwe soorten van ruimte kan produceren". JQHAN LAMORAL De kans op een zware aard schok in het noordelijke deel van Californië, waarvoor al 1: ge tijd wordt gevreesd, is vee kleiner dan tot voor kort wer aangenomen. De spanningei langs de breuklijn blijken lag dan gedacht. Grote hoeveelh den kleine aardschokjes, de meeste te klein om te voelen jj zijn daarvoor verantwoordel Ze werden de laatste jaren gistreerd door satellieten en met behulp van micro-seism grafen. De onderzoeksresult ten zijn gepubliceerd in het tenschappelijke weekblad S( ence. Kunnen de bewoners van he gebied nu opgelucht ademh len? Door de streek loopt he noordelijke deel van de beru te Haywardbreuk, die verant woordelijk is voor een aanta verwoestende aardbevingen de afgelopen eeuwen. Sinds 1906 is het daar echter verd; 'stil' gebleven. En in gebiede die rijk aan aardbevingen zij is dat vaak stilte voor de stor Maar uit de metingen blijkt de stilte wel eens lang kan d ren. De brokken aardkorst langs Haywardbreuk blijken bijna merkbaar langs elkaar te sch ven. Dat schuiven gebeurt d middel van kleine schokjes men met gevoelige seismog fen heeft kunnen registrerer Het gebied wordt bovendier bestreken door radardetectt q aan boord van satellieten als beide Earth Resources Satel n (ERS's). Deze ERS's hebben radarinstrument aan boord waarmee driedimensionale beelden van gebieden op aa kunnen worden samengesh Er kunnen verticale en hork tale veranderingen in de bo demstructuur tot op millimi ters nauwkeurig mee zichtb worden gemaakt. „Al deze registraties zijn ing voerd in een speciaal ontwil keld softwareprogramma", professor Roland Bürgmanr een geofysicus van de Amer kaanse universiteit van Berk in Californië. „Daarmee ble we in staat te zijn zowel de wegingen aan het aardoppe vlak als die tot op ongeveer tien kilometer diepte in kaa brengen. Een verrassende c komst daarvan was onder n ts dat er maar weinig verschill zijn in de mate van voort' pen tussen landmassa's aai oppervlakte en die op ongeèi tien kilometer diepte. BEN APELDOORN Tijs Goldschmidt grijpt de lezer bij de kladden Biologen die kunnen schrijven zijn er niet veel. Een enkeling met ambities in die richting wordt wetenschapsjourna list of succesvol criticaster zoals Midas Dekkers. Tijs Goldschmidt is een uit zondering en schaart zich in de litera tuur op één lijn met de door hem zeer bewonderde Dick Hillenius. Na het succes van het internationaal bejubel de boek Darwins Hofvijver uit 1995, en genomineerd voor de AKO-literatuur- prijs, wijdt de onderzoeker zich fullti me aan de schrijverij. De prikkelende essays die sindsdien merendeels zijn verschenen in NRC-Handelsblad zijn nu gebundeld in het boek 'Overspron gen'. Elk verhaal hierin is een juweeltje, dat de lezer peinzend achterlaat over de gelezen stof. Bijna terloops worden hem inzichten verschaft. Bijvoorbeeld: door het beschermend vogelbeleid in Nederland en omringende landen is de zanglijster en leeuwerik een betaal bare lekkernij voor de Italianen. Een wrange keerzijde van de medaille waar nog maar weinigen bij stil hebben ge staan. Goldschmidt verstaat verder de kunst bètawetenschappen in hapklare brokken op te dienen voor zowel colle ga's als niet-vakgenoten. Ergens in het boek onthult hij de sleu tel tot dit succes: gebruik beeldende metaforen om de lezers bij de kladden te grijpen. Als schoolvoorbeeld noemt hij Richard Dawkins, die in 1976 een De hand onder het hoofd van de schaker gaat naar de kruin om zich te krabben, net voordat zij een slimme zet denkt te doen. Sommige dieren vertonen soortge lijk gedrag. foto anp briljant boek schreef over geneh. Om de leesbaarheid te verhogen vergeleek hij genen met roeiers in een boot. Met een roeier kan een lezer zich makkelij ker identificeren dan met een sliert DNA, redeneert Goldschmidt. Als de lezer eenmaal weet dat elke lichaams cel boordevol roeiers zit, kan Dawkins zijn verdere verbeelding in gang zet ten. Een organisme functioneert pas goed, ofwel de boot komt pas verder, als de genen harmonisch samenwer ken. Slaat een roeier uit het ritme, dan komt de boot in de problemen. De le zer ziet het helemaal voor zich. Goldschmidt zelf is een meester in het mengen van verbeelding en werkelijk heid met het doel de realiteit beter te begrijpen. Niet verwonderlijk is zijn bezoek aan vele tentoonstellingen waar hij op een unieke manier verslag van doet. De kunstliefhebber plaatst het geëxposeerde via invoelbare over peinzingen in een nieuw kader. Het werk van videokunstenaar Aernout Mik krijgt op die manier een nieuwe dimensie. De bioloog ziet een video over drie oude mannen die schijnbaar speels met elkaar stoeien in een keu ken. Maar Goldschmidt weet dat spel per definitie niet echt is. Spelen is oe fenen voor later, zowel voor mens als dier. De mannen hadden de opdracht gekregen zich te verplaatsen naar het schoolplein en net te doen alsof ze aan het vechten zijn. Een van de drie wordt continu in de verdediging ge dwongen. Hij is een getraind verliezer in de ogen van Goldschmidt. Als kijker voel je compassie met hem en wil je ingrijpen op dat schoolplein. Alleen is het zestig jaar te laat. We zien volgens Goldschmidt een gedragsfossiel dat uit zijn. sluimertoestand is gewekt. Ofwel: iemands jeugd gaat nooit voorbij. Goldschmidt bespiegelt ook het werk vari zijn vriend en kunstenaar Roy Vil- levoye. Deze maakt niet gestileerde fo to's van papoea's op Irian Jaya. Bestu dering van hun eigen afbeelding ach teraf legt hij eveneens vast, die laat hij vervolgens weer zien, legt hun reactie vast, enzovoorts. Op die manier wor den de personen terug gebracht tot hun gefotografeerde werkelijkheid. Maar de kijker moet genoeg afstand bewaren tot zichzelf (letterlijk tot zijn foto) om oog te blijven houden voor anderen, zonder wie hij niet bestaat. Interessant zijn ook de overeenkom sten die hij legt tussen het gedrag van dieren en mensen. Zo smeedt hij een overtuigend verband tussen de be groeting van meeuwen en eskimo's. Eskimo's op Groenland vechten ruzies uit door dreigend te zingen en te trom melen. Dit trommelduel is een rituele dans die een vijandig conflict in de kiem smoort zonder slachtoffers te maken. De begroetingsceremonie van een kokmeeuw zorgt eveneens dat de afstand tussen twee dieren kleiner wordt. Zodra ze elkaar de nek hebL toegekeerd is er weer vrede. In het verhaal Oversprong heeft hi over tussengedrag dat een ander g drag aankondigt. Dat fenomeen, d gedragsbioloog Niko Tinbergen al 1940 benoqmd, komt voor bij voge vissen en zoogdieren. Zo krabt eer schaker zich op het hoofd voordat zijn slimme zet doet. De verliezent partij bij vechtende pauwen gaat z verenkleed poetsen. Hiermee geef aan dat de aandrang om te vechte even groot is als die om te vluchte Op een prent van Melchior d'Hon coeter uit de 17e eeuw staan twee wen. De protserige overwinnaar' ki toe hoe de ander zich poetst. Als a de poetsende vogel was afgebeeld niemand de link hebben gelegd m een oversprongbeweging van de v liezer, aldus Goldschmidt. Datzelfde geldt in feite voor het bc van de schrijvende bioloog. Als da niet was geweest, zouden we bepe inzichten in de complexe werketijl heid moeten ontberen. Daarom is titel ook zo goed gekozen. PETER DE JAEGER 'Oversprongen' door Tijs Goldschmic Uitgave van Prometheus. Prijs 39, den. ISBN 9053339078. HET WEER Cryptogram Horizontaal: 1. Bundel in vuur en vlam? (8); 5. Het dotteren? (8); 6. Booswicht (4); 8. Deze kleding is deugdelijk (4); 10. Hier is de file weg (5); 12. Hemellichamen aansporen (5). Verticaal: 1. De schok overmeesterde de mensen (6); 2. Zetje schrap in dit land! (6); 3. Blijf niet staan op straat! (5); 4. Eindeloze bak met gebalk (5); 7. Oppakken van gewassen (5); 9. De menigte komt 'r in de kerk (4); 11Judoterm uit de bijbel (3). Oplossing van dinsdag: meer-emmer-Temmer reis-eiser- Erosie bles-sabel-Gasbel slok-kolos-Eslook nest-steen-Netjes sier-serie-Seiner trap-pater-Panter slot-lotus-Onlust reep-peter-Expert adel-delta- Detail Gevraagd woord: TEGENSPOED Temperatuur loopt terug Vanmorgen een nevelige en lokaal mistige en vrij koude start met minima van 8.4 °C op Schiphol en 9.5 °C in Valkenburg. Het is nu erg rustig weer in Nederland onder in vloed van een wig van hogedruk die een zwakke noordelijke stroming in stand houdt. Die wig komt morgenavond ten zuidoosten van ons land te liggen, waardoor de weg vrij komt voor een depressie die via Schot land de volgende dagen naar Denemarken trekt. Er staan dan ook enkeledagen met winderiger en natter weer in het verschiet. Vanavond en vannacht sterven de laatste eventuele buitjes vlug uit, waarna het licht bewolkt en nevelig weer wordt. Tegen de ochtend kunnen van het noorden uit wel enkele velden Noordzee-bewolking tot in de streek doordringen. Waar dat nietge- beurt, ontstaan er tegen de ochtend een aantal mistbanken. De minima liggen tus sen 9 en 11C. Morgen verdwijnen de lokale ochtendmist banken snel en ook de velden Noordzee-bewolking breken steeds meer. Het wordt dan tamelijk zonnig weer met wel vorming van enkele stapelwolken, die dan haasje over spelen met de zon. De wind waait eerst zwak uit de noordelijke sector. Op het einde van de dag wordt de wind veranderlijk of krimpt naar het zuid westen. Maxima rond 21 °C. Vrijdag tappen we uit een ander vaatje. In de ochtend trekt een een regenzone van west naar oost door de regio. Erachter ko men er even opklaringen voor, maar in de loop van de middag ook een aantal bu waarvan sommige met onweer. De wii zet zich vast in de zuidwestelijke hoek neemt daarbij toe tot matig of vrij krac in vlagen later soms krachtig. De maxi houden het met een graad of 18 wel b< ken. Zaterdag blijft het onverminderd buiii weer en doen de temperaturen nog ee stapje terug. Zondag ruimt de stromin naar noordwest en zwakt af. Er vallen minder buien, maar er blijft veel bewo en de maxima komen niet veel hoger i een graad of 17. Begin volgende week er echter een stuk vriendelijker uit. Bron Johan Jaques, MeteoServices

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 10