Schipperen met God
Bordeelbeleid: ramp of zegen?
'W T
(Vervolg voorpagina)
André van Dorst,, de woordvoerder van de
Vereniging Exploitanten Relaxbedrijven,
heeft er alle vertrouwen in dat de wetswijzi
ging van het bordeelverbod het beoogde ef
fect heeft. Namelijk: de prostitutie naar de
bovenwereld halen. ..Ik denk dat we over
twee jaar kunnen constateren dat veel rotte
appels uit de branche zijn verdwenen en dat
de vlucht van illegale prostituees in duistere
oncontroleerbare circuits veel minder groot
is dan de huidige doemscenario's voorspel
len."
Ook de politie is erg blij met het vergun
ningstelsel en belangrijker nog: de bestuurs
dwang die vervolgens kan worden toegepast
om bedrijven die de regels overtreden te
sluiten. Peter Demenint: ..Bordeelhouders
zijn voortaan vergunningplichtig en wij gaan
door regelmatige controles - elk bedrijf een
keer per zes a acht weken is ons streven - na
of ze nog wel aan de voorwaarden voldoen.
Bij die controles gaat het ons om drie hoof
ditems. Een: prostituees die hier illegaal zijn.
Twee: minderjarigen, dat wil zeggen onder
de 18 jaar, die als prostituee actief zijn. En
drie: onvrijwillige prostitutie. Het zal duide
lijk zijn dat deze drie punten nogal eens in
elkaar kunnen overlopen. Exploitanten die in
hun bordeel vrouwen hebben werken uit een
of meer van deze categorieën, lopen de kans
dat ze hun vergunning kwijt zijn en moeten
sluiten. In de oude situatie was het zo dat
ook al haalden wij in korte tijd een aantal il
legale vrouwen uit zo'n bordeel, dit gewoon
kon blijven doordraaien."
Criticasters menen echter dat de wetswijzi
ging tot gevolg heeft dat illegale prostituees
voor 1 oktober onderduiken. En daardoor in
een veel duisterder en oncontroleerbaarder
circuit terechtkomen dan waar zij nu in ver
keren. Ze zijn dus al uit het zicht voordat po
litiefunctionarissen als Demenint hun vizier
richten.
Demenint onderkent dit probleem. Toch
hoopt hij met de B17-procedure een instru
ment in handen te hebben dat vrouwen er
misschien van weerhoudt onder te duiken.
„Die procedure komt in feite neer op een
deal. Als een illegaal verblijvende vrouw ons
informatie verschaft die wij kunnen gebrui
ken in onze onderzoeken naar mensenhan
del, komt zij in aanmerking voor een ver
blijfstitel."
Los daarvan vindt Demenint de huidige si
tuatie onaanvaardbaar. „Nu kan een exploi
tant in alle rust een afzetgebied creëren voor
vrouwen die gedwongen zijn zich te prosti
tueren. Onder de nieuwe wetgeving wordt
dit een stuk moeilijker en wij hopen, ik geef
toe het is niet veel meer dan dat, dat wij deze
groep vrouwen daar indirect mee helpen.
Want als het moeilijker wordt, is het voor
een ondernemer vaak ook minder interes
sant. Ze kunnen als ze niet in het bezit zijn
van een vergunning niet meer adverteren. Je
roomt hun afzetgebied dus enorm af want
vindt als Jan Modaal maar eens de weg in
een volledig ondergronds circuit. Dat is in
tegenstelling tot de weg naar een legale zaak,
erg lastig."
Hoewel Demenint niet - zoals collega's in
grote steden - met grote regelmaat gecon
fronteerd wordt met dit soort praktijken
heeft hij geen enkele reden om aan te nemen
dat dit dit district anders zou zijn dan de rest
van Nederland. Hij benadrukt dat niet alleen
\ze zomer kwam met het afscheid van Jan een
nde aan honderd jaar huisartsenij in Leiden
■jr de familie De Bruijne. Grootvader begon in
00, vader in 1930 en Wout en Jan begin jaren
'istig. Wout stopte een paar jaar geleden, Jan
m in 1995 op zijn zestigste een arts-assistente
n zijn praktijk aan de Kernstraat, deed geen
lallingen en nacht- en weekenddiensten meer
i beperkte geleidelijk zijn dagelijkse praktijk.
Alleen zijn stokpaardje, de nascholing van
huisartsen, geeft hij ook nu nog niet op.
vrouwen zonder verblijfstitel worden ge
dwongen aan betaalde seks te doen. „Er zijn
ook Nederlandse vrouwen op deze wijze aan
het werk gezet door hun 'vriendjes'. De Ha-
zerswoudse bordeelhouder De Vogel kan
daarover meepraten. Er komen wel eens
mannen zijn parkeerterrein opgereden, met
op de achterbank een paar vrouwen. „Dan
belt een van die gasten aan of ik meisjes no
dig heb. Afrikaanse, Poolse maar net zo goed
Nederlandse vrouwen die verliefd zijn ge
worden op zo'n vent. Of je in dat laatste ge
val kan spreken van gedwongen prostitutie,
tsja, een weloverwogen keuze zal het vaak
niet zijn. Liefde maakt blind zeggen ze wei
eens."
Hoe dan ook, hij bedankt voor het aanbod.
„Ik ga al tien jaar niet meer in op dat soort
vragen van mannen. Alleen met vrouwen die
zelf om werk vragen, ga ik in gesprek. Na
tuurlijk kan zij, eenmaal thuis, haar verdien
sten alsnog afstaan aan haar echtgenoot of
weet ik veel wie, maar als bij het eerste con
tact zich al een man opwerpt als woordvoer
der, kun je er donder op zeggen dat het ge
beurt. En daarmee haal je een hoop gelazer
in huis. Ze kunnen van de ene op de andere
dag weer net zo gemakkelijk weg zijn. Nou
kan iedereen dat natuurlijk wel, maar bij
vrouwen die zelf voor dit werk gekozen heb
ben gaat dat op een andere manier. Die wor
den niet zomaar 'weggehaald' om weet ik
veel waar terecht te komen. Vaak zit er ook
een organisatie achter waarvoor je op je qui
vive moet zijn, begrijp je. En ik wil graag de
baas van mijn eigen bedrijf blijven."
WIM KOEVOET
MARIJN KRAMP
ZATERDAG 26 AUGUSTUS 2000
M M anneer ben je een goeie
Mf Ml huisarts? Je hebt men-
W W sen die zeggen: 'Ik heb
een fantastische huisarts, die man neemt alle
tijd voor me, stuurt je nooit door, hij doet al
les zelf. Je hebt ook mensen die zeggen:
,Mijn huisarts is geweldig. Hij neemt geen
enkel risico. Je hoeft maar iets te hebben of
hij stuurt je door'. In de praktijk verwees ik
vijftien procent door. Is dat veel? Is dat wei
nig? Ik denk dat het wel ongeveer goed is. Je
hebt ervaring, je kent je patiënten. In zeven
tig procent van de gevallen weet je: het is
pluis. In de andere gevallen weet je dat niet
zeker en heb je een heel artsenlaboratorium
achter je om van alles te laten uitzoeken.
Je bent een groot deel van de dag aan het
geruststellen. Veiligheid is heel belangrijk,
maar dat gevoel wordt steeds schaarser door
onze manier van leven. Voor een typische
gezinsarts als ik, is dat de grootste verande
ring geweest. Emancipatie van vrouwen is op
zichzelf een prima ontwikkeling, maar daar
door wringt het soms in de gezinssituatie.
Basiszekerheid is onontbeerlijk voor kinde
ren: onzekerheid, wie zorgt ervoor mij, is
slecht. We leven in een eistijd. Met ei ja. We
willen alles. Een goede opleiding, een goéde
baan, een mooi huis. twee auto's, vakanties.
Uiteindelijk ook kinderen, maar dat wordt
tegenwoordig lang uitgesteld. Het is voor een
vtouw beter om voor haar dertigste kinderen
te krijgen, maar vaak wordt dat al tot vijfen
dertig of zelfs veertig uitgesteld. Dat kan
vruchtbaarheidsproblemen en moeilijkhe
den geven rond zwangerschap en geboorte.
Ik ben vijf jaar geleden gestopt met beval
lingen. Bevallingen doen, is het mooiste dat
er is. Het is zo creatief. Het is spannend maar
tegelijkertijd geeft het je ook ontspanning.
De geboorte van een kind is iets onvergete
lijks. Het is ook het wezen van gezinsarts
zijn. Je bent er van de wieg tot het graf. Dat
klinkt misschien wel wat pathetisch, maar
het maakt uit dat je iemand die je spreekka
mer binnenkomt zelf op de wereld hebt ge
zet. Er zijn bijna geen huisartsen meer die
bevallingen doen. Om je routine te houden
moet je er twintig per jaar doen. Dat haalde
ik meestal wgl. Je kunt eigenlijk nooit weg als
je bevallingen doet. In mijn vakanties droeg
ik ze over aan mijn broer Wout. Die heeft on
geveer dezelfde stem als ik. Het maakt niets
uit of hij het doet of ik, zei ik altijd, als je je
ogen dicht doet zijn wij twee handen op één
buik.
Wout had zijn praktijk hier vlakbij. We zijn
samen begonnen. Wij studeerden allebei
medicijnen in Leiden en woonden al op ka
mers toen eerst mijn moeder overleed. Toen
zijn wij weer bij mijn vader gaan wonen die
alleen zat in een groot huis aan de Hoge
Rijndijk. Twee jaar later overleed ook hij aan
een kwaadaardige ziekte. Hij was pas 56.
Wout was bijna klaar met zijn studie en
kreeg uitstel van militaire dienst om de prak
tijk van mijn vader over te nemen. Twee jaar
later was ik ook klaar, kreeg ik ook uitstel,
Jan de Bruijne: „Bevallingen doen, is het mooiste dat er is. Het is zo creatief. Het is spannend maar tegelijkertijd geeft het je ook ontspanning. De geboorte van een kind is iets onvergetelijks."
Einde aan honderd jaar Leidse huisartsenpraktijk De Bruijne
ging Wout in dienst en deed ik de praktijk.
We zijn allebei hier op de koksschool in mili
taire dienst geweest. Theo Wessels, de kolo
nel, heeft veel voor ons geregeld.
Na die diensttijd hebben Wout en ik nog
twee jaar samen in het huis van onze ouders
praktijk gedaan en er met onze gezinnen ge
woond. De een deed praktijk in de salon, de
ander in de oude keuken. Uiteindelijk zijn
we daar weggegaan, want met twee opgroei
ende gezinnen werd het toch te krap. Een
van ons zou ergeris anders gaan wonen,
maar we beseften dat het achterblijvende ge
zin dan toch onevenredig belast zou worden
door die praktijk aan huis. Toen zijn we alle
bei vertrokken en hebben de praktijk ge
splitst. Ik begon met tweeduizend patiënten.
Ooit had ik er achtendertighonderd, toen ik
ophield achtentwintighonderd.
Eigenlijk wilden we een groepspraktijk be
ginnen. Dat zag je toen nog niet veel. Fysio
therapie bestond toen nog nauwelijks. Le
gaal aaien noemde een collega van mij dat
eens. Daarmee blijft het een belangrijk vak,
begrijp me niet verkeerd. We leven in een
tijd waarin mensen te weinig geaaid worden.
Ik begon ook al vrij vroeg met doorverwijzen
naar een psycholoog. Daar moest je vroeger
wel mee uitkijken, want soms zeiden patiën
ten dan: 'Ik ben niet gek!' Dan werden ze
boos en kwamen ze niet meer. Vroeger zat
die rol bij de huisarts en bij de pater en de
dominee. Die laatste twee zijn wegggevallen
en dus komt die vraag nu automatische bij
de huisarts terecht. Daar heeft een patiënt
soms de enige relatie mee, die het grootste
deel van zijn leven meegaat.
Mijn praktijk is door twee vrouwelijke col
lega's overgenomen. Ook artsen willen niet
meer dag en nacht werken. Dat is misschien
wel jammer, maar het is ook reëel. Vroeger
hield ik 's morgens mijn spreekuur, dronk
daarna een kopje koffie, stapte in de auto en
ging visites rijden. Dat deed je toen veel
meer dan nu. De laatste jaren zat ik na mijn
spreekuur vaak nog tot twaalf uur achter
mijn bureau te bellen. Je kreeg er zoveel
romslomp bij. Thuiszorg regelen, een plaats
in een verpleeghuis, ik voelde me af en toe
meer manager dan arts. Minister Borst staat
nu per drie huisartsen een praktijkonder
steuner toe. Hopelijk wordt het vak daardoor
weer leuker, want over een paar jaar als de
laatste 55-jarigen van de oude pensioenrege
ling gebruik kunnnen maken, verwacht ik
een enorm tekort.
Mijn grootvader begon in 1900 en je moet
niet denken dat mensen hem 's nachts uit
zijn bed belden. Dan moest je wel zo onge
veer dood zijn. Als de hele straat ziek was,
dan reed hij er in zijn koetsje naar toe. De
koetsier, die ook zijn assistent was, blokkeer
de met de koets de straat en riep heel hard:
'De dokter komt eraan, de borsten bloot!' en
sommeerde de mensen in de deuropening te
gaan staan. Als je nog niet ziek was, werd je
het zo wel natuurlijk. Een stethoscoop had je
nog niet, dus hij luisterde met een houten
toeter. Meer kon hij niet doen. Hij had im
mers geen antibiotica. Een griepje ging ook
toen vanzelf over, maar als je een Tongont
steking had, kon je niet meer dan hopen dat
de crisis rond de achtste dag goed afliep. An
ders ging je gewoon dood. Het enige wat hij
kon doen was elke dag even langs gaan. Da's
ook een vorm van aaien ja.
Op nummer 1 van de lijst van meest voor
komende klachten staat pijn, vaak in de ge
wrichten. Nummer twee zijn de infecties en
op nummer drie staat moeheid. Mijn groot
vader zou in dat laatste geval een schouder
klopje hebben gegeven en hebben gezegd:
let u op met eten. Mijn vader zou staalpillen
hebben gegeven. Daarmee kan ik niet meer
volstaan. Je moet zo'n klacht serieus nemen
en onderzoeken. Mensen verwachten terecht
meer dan de vraag: 'Wat denkt u er zelf van?'
Vroeger was je bij wijze van spreken een
schipper naast God. Nu schipper je met God.
Het contact met de dokter is enorm veran
derd. Mensen eisen gezondheid en zijn soms
heel dwingend in de spreekkamer. Daar kan
ik slecht tegen. Ik probeer mensen te helpen
met het leven om te gaan. Vrouwen gaan
sneller naar een arts dan mannen. Ze heb
ben vaak ook een zwaarder leven. Zelf heb ik
geen huisarts. Als ik iets heb ga ik naar Wout.
Nee, ik dokter niet zelf. Het is niet zo dat ik
de gevangene ben van het vroege overlijden
van mijn ouders, maar het heeft me wel be
ducht gemaakt, extra oplettend.
We worden natuurlijk sowieso ouder te
genwoordig. In 1900 ging je op je vijftigste
dood. Nu op je vijfenzeventigste. Dat roept
extra medische zorg op. De laatste levensja
ren zijn vaak zwaar. Stervensbegeleiding
heeft bij de huisarts de plaats van bevallin
gen ingenomen. Aan de wieg sta je niet
meer, aan het graf nog wel. Het klinkt mis
schien gek, maar ook dat is goed. Net als bij
bevallingen geeft die spanning ook ontspan
ning. Ik heb mensen zo waardig zien overlij
den. Dat geeft dezelfde ontroering als een
een nieuw leven."
TON VAN BRUSSEL