Surfparadijs met dank aan de koning Gok ZATERDAG 19 AUGUSTUS 2000 Immense golven maken Hossegor tot populaire Franse badplaats Niet ver boven Biarritz ligt een dorp met een uitzon derlijk hoog gehalte aan gespierde mannen en schaars geklede bewonderaars. Overdag dansen de mannen op de golven van de oceaan, met hun surfplanken als partners, 's Avonds is de dansvloer van Rock Food hun toneel, en zijn de groupies hun partners. „Surfing is een sport die tot de verbeelding van veel mannen spreekt", grijnst Roland Calaud, de eigenaar van discotheek Rock Food. „Surfing bete kent zon, zee en seks." Roland Calaud heeft alle reden tot la chen. Toen hij tien jaar geleden zijn met surfplanken en aanverwante spullen be hangen uitspanning opende, haalde hij een omzet van 550.000 francs. Vorig jaar, zegt hij, was dat cijfer al tot 4 mil joen gestegen. Hossegor, zoals het dorp heet, is se dert enkele jaren het Sunset Beach van Europa. Voor de onnozele badgast, die niet verder denkt dan zijn schepje en emmertje, zegt die kwalificatie weinig. Maar een beetje surfer weet direct wat Sunset Beach betekent: de grootste gol ven ter wereld. Majestueus Sunset Beach is een strand op Hawaï, een vulkanisch eiland in de Grote Oce aan. De golven zijn er majestueus, om dat Hawaï bijna recht uit zee oprijst. Er is geen continentaal plat om de golven te temperen. Kom daar eens om in Europa. „Als je in Nederland in zee gaat, kun je hon derd mijl buiten de kust een ladder in zee steken en de bodem raken", mis prijst David Potter, een Engelse life guard die in Hossegor de tijd doodt met zijn surfplank en een plaatselijke schoonheid. „Ik overdrijf, maar niet veel." Het continentaal plat, een immense, glooiende zandplaat voor de kust, is al om tegenwoordig. De zeebodem is on diep voor de kusten der Lage Landen, voor de krijtrotsen van Sussex, voor Bre- tagne, voor de Algarve. Maar er is één plek in de Oude Wereld waar het zand wijkt: Hossegor. Waarom dat zo is, vermag de meeste surfers niet te interesseren. Henri Colli- ard, directeur van het surfbedrijf Rip Curl in het dorp, haalt de schouders op als hem de vraag wordt voorgelegd. „Waarom de golven hier hoger zijn dan in Bretagne weet alleen God", zegt hij. Immense golven Hossegor heeft zijn immense golven echter niet aan een hoger wezen te dan ken, maar aan een sedert lang overleden vorst. Bij Hossegor mondde vroeger de Adour uit in zee, een rivier die in de ijs tijd (toen de waterspiegel lager was) een enorme canyon uitsleet in wat nu de zeebodem is. Andere rivieren deden dat weliswaar ook, maar zij werden nooit bij koninklijk decreet omgelegd. Dat was het lot dat de Adour in 1569 trof, toen koning Charles IX besloot dat de rivier vijftien kilometer zuidelijker in zee moest vloeien. Bayonne zou daar Hossegor was langgeleden een miezerige nederzetting op de verlaten kust van Les Landes, een van muggen vergeven streek die reizigers meden als de pest. Toen koning Charles IX het oord beroofde van zijn rivier, leek zijn doodvonnis getekend. Maar ruim vier eeuwen later blijkt het koninklijk decreet een zegen te zijn geweest. Hossegor dankt aan het omleggen van de rivier zijn immense golven, die duizenden surfers aanzuigen. door, zo bedacht de vorst, voor de eeu wigheid verzekerd zijn van een water weg naar zee. Ruim vier eeuwen later is de immense canyon in de bodem er nog steeds, maar de rivier is verdwenen. Omdat ri vieren juist de vorming van golven te gengaan, heeft Hossegor een troef die alle andere delta's ontberen. Gevolg: golven zo hoog als die bij Sunset Beach- (Hawaï), Jeffrey's Bay (Zuid-Afrika) of Huntington Beach (Califomië). De canyon in de zeebodem is drie tot tien kilometer breed, 60 km lang en drie kilometer diep. Daarnaast is het dorp gezegend met een heersende westen wind die de golven uit Amerika aan voert, en een Golfstroom die voor warm water zorgt. „Ik houd niet van kleine golven. Ik houd niet van reusachtige golven. Ik houd van kwaliteitsgolven. En dat is wat je hier treft", zegt David Pot ter, die met zijn surfplank de halve aardbol afbeult. Voordat surfen populair begon te worden, was Hossegor begin deze eeuw een badplaats voor kunstenaars en schrijvers. Wat hen naar het dorp lokte, was zijn unieke ligging. Hossegor had niet alleen een zilveren strand dat zich uitstrekt tot bij Bordeaux, het had te vens een met fijn zand omringd meer. Dat meer was een ander geschenk van Charles IX; het ontstond toen de Adour werd omgelegd. „Ik geloof niet dat in Frankrijk een plek bestaat die zo schilderachtig en tegelijkertijd zo toe gankelijk is, zo gevarieerd en toch zo homogeen is", noteerde Marcel Prévost, een van de schrijvers. Na de oorlog vertrokken de schrijvers, en kwamen de mensen met diepe zak ken. De latere president Mitterrand huurde een villa die tussen zee en meer lag ingeklemd, waar hij zijn buurvrouw Anne Pigeot het hof maakte. Het vlees geworden resultaat van die relatie, zijn onwettige dochter Mazarine, beent van daag nog steeds over de uitgestrekte stranden bij Hossegor. Mitterrand vertrok, nadat hij eenmaal Anne Pigeot had geschaakt. Maar de honderden stijlvolle villa's, die in de naaldbossen van het dorp liggen ver scholen, vonden gezwind nieuwe bewo ners. Oud-premier Alain Juppé brengt zijn zomers door in een van de villa's, evenals de topman van Canal+. surfmekka Maar de voornaamste reden waarom Hossegor in de zomer zijn inwonertal van 3.500 tot 50.000 ziet uitdijen, blijft zijn reputatie als surfmekka. De helft van alle winkels in het dorpscentrum verkopen planken en attributen als surf- horloges, die de getijden geven van be faamde stranden wereldwijd. Surfen begon in Australië en Amerika populair te worden in de jaren '50, maar het fenomeen sloeg pas een decennium later over naar de Franse kust. Dat was te danken aan een Amerikaanse cineast, die bij opnames in de buurt van Hos segor verlekkerd naar de hoge golven Bij de jaarlijkse Rip Curl Pro, de Europese etappe in de WK surfing, verdrongen zich 180.000 mensen op het warme zand van Hossegor. FOTO GPD keek. Hij liet prompt zijn plank overvlie gen uit de States, en gaf een one- manshow die aansloeg bij de inboorlin gen. Een sport was geboren in Frankrijk. Om te begrijpen welke vlucht deze sport heeft genomen, volstaat een be zoek aan de vestiging van surfplankfa brikant Rip Curl in Hossegor. Directeur Henri Colliard, de enige leidinggevende functionaris in het land die gewoon in korte broek op kantoor verschijnt, ge baart naar een aantal reusachtige tenten op het terrein. Hij zegt: „Die huren we voor 50.000 francs per maand, omdat we niet snel genoeg nieuwe opslaglood sen konen bouwen." Colliard vervijfvoudigde in vijf jaar tijd zijn omzetcijfer van 76 miljoen tot 360 miljoen francs (vorig jaar), en ver dubbelde zijn personeelsbestand tot 180 werknemers. Hij legt uit: „Alles wat glijdt en rolt is tegenwoordig populair. In Frankrijk zijn nu zeventien miljoen mensen die op enigerlei wijze glijden of rollen." De meeste glijders en rollers verkie zen nog steeds sneeuw en asfalt boven het water. Jaarlijks gaan in Frankrijk 80.000 snowboards en 300.000 ski's over de toonbank. In Parijs trekt Friday Night Fever, een nachtelijke rit door de stad, wekelijks bijna 40.000 skaters. Kitesurfing Maar de zee wint aan populariteit. Vorig jaar werden in het land al 15.000 surf planken verkocht, waarvan de duurste ruim 3.500 francs doen. Zelfs voor de zeeën met luizige golfjes, is er hoop. Op de markt is nu een surfplan-met-vlieger, die een geheel nieuwe sport mogelijk maakt: kitesurfing. Henri Colliard, wiens gebruinde huid vele gelukkige uren op de plank doet vermoeden, begrijpt de populariteit sur fing als geen ander. „Surfing is een indi viduele sport die vrijheid impliceert. De surfplank is aan zee wat de skateboard in de stad is." Dat voornamelijk mannen van die vrijheid profiteren, verklaart Colliard uit de aard van de sport. „De surfplank is het speeltje van de man. Van elke tien planken die we maken, gaan er negen naar mannen. Dat komt omdat surfen ongewoon zwaar is. Voor elke minuut die je op je plank staat, moet je er 30 peddelen om bij de golf te komen." Maar het schouwspel dat zich dan ontrolt, trekt mensen van beide geslach ten naar het strand. Vorige zomer, bij de jaarlijkse Rip Curl Pro (de Europese etappe in de WK surfing), verdrongen zich 180.000 mensen op het warme zand van Hossegor. De topsurfers luisteren naar exotische namen als Taj Burrow (Australië), Flavio Padaratz (Brazilië) en Sunny Garcia (Hawaï). Ze moeten elke dag hard wer ken om aan de top te blijven, hoewel de oceaan geen beroerde werkplek is. Maar ze verdienen gemakkelijk 1,5 miljoen francs per jaar, meer dan Colliard. En aan het einde van de werkdag is er altijd de dansvloer. CEES VAN ZWEEDEN Onze Taai. Het is vakantietijd. Er is een oude vriend te logeren die ik nu al meer dan dertig jaren ken, en ook ver schillende van de kinderen zijn voor korter of langer tijd weer eens deze kant uit gekomen. Het is hier heel genoeglijk. Wat zou een mens naar Ibiza, naar zuid-Turkije of naar Finland gaan, als je het met vrienden en familie thuis zo heerlijk kunt hebben? In de avond spelen wij een partijtje Trivi- ant. Daar is een vraag bij naar iemand met een forse gok. Ik begrijp zelfs de vraag niet. Iemand met een forse gok? Wat be doelen ze met die vraag? Maar mijn vol wassen zoon zegt zonder aarzelen: Cyrano De Bergerac. Dat blijkt inderdaad het juiste antwoord te zijn. Ik ben totaal verbluft. Niet om zijn kennis, maar doordat hij zo'n onbegrijpelijke vraag beantwoorden kan. Ik vraag hem mij uit te leggen hoe hij tot dat antwoord komt. „Wel", zegt hij, „dat is simpel: ik ken maar twee personen die be roemd zijn om hun forse gok. Namelijk Pi- nocchio en Cyrano De Bergerac. Pinocchio leek me te makkelijk, en daarom noemde ik Cyrano De Bergerac." Dan pas blijkt de oorzaak van mijn verbluffing: het woord 'gok' in de betekenis van 'neus' is mij niet bekend. n eker een nieuw modewoord', veron- Lj derstel ik. Maar nee, dat is niet zo. De vriend die precies even oud is als ik, kent het woord ook. En naar zijn zeggen al zo lang als hij leeft. En hij is bijna even ver baasd als ik, omdat ik het niet ken. Een heel gewoon woord, beetje informeel, maar ze ker niet zeldzaam; het staat in ieder woor denboek. Dat blijkt inderdaad zo te zijn. Het staat al vele drukken in de dikke Van Dale, in Ver- schueren en in Koenen. En blijkbaar von den ook de samenstellers van het Triviant- spel het woord gewoon genoeg om in het in een van de vragen te gebruiken. Ik heb hier geen verklaring voor. Kijk, er zijn natuurlijk duizenden of tien duizenden woorden die je niet kent. Pak een dik woordenboek en je vindt op iedere bladzijde wel enkele woorden waar je nog nooit van gehoord hebt. Zo ken ik bijvoor beeld ook het woord 'latei' niet, 'latifundi- aat', 'latkip', 'lauwbuis', 'laveier', 'laxeervis', 'lebaal', 'ledebrief of'leempats'. Ik heb die woorden zojuist even opgezocht. Ze staan allemaal gewoon in een woordenboek, maar ik heb er vrede mee dat ik ze niet ken. Je kan niet alles kennen. Misschien ben ik ze nog nooit tegengekomen. Misschien wel, maar dat is me dan niet opgevallen. Kort om, niets bijzonders. Maar met die gok is het anders. Het is alsof iemand ineens ont dekt dat hij het woord 'stoel' niet kent. Dat zou verbazen. Iemand die verder heel ge woon Nederlands spreekt en verstaat, die ook de woorden 'zetel', 'barkruk', 'fauteuil', 'sofa' en 'poef kent, maar door een of an der merkwaardig toeval nooit ofte nimmer het woord 'stoel' is tegengekomen. Theore tisch is dat mogelijk, lijkt me, maar 't is erg onwaarschijnlijk en zal niet dikwijls voor komen. Ik bedoel maar: er zijn woorden waarvan het ons niet verbaast als iemand ze niet kent, of als we ze zelf niet kennen, zoals 'latei' of 'lebaal', en er zijn andere woorden waarbij we niet kunnen geloven dat iemand ze niet zou kennen. Of waarbij we met stomheid geslagen zijn als we ze voor het eerst horen en heel de wereld blijkt dat al een halve eeuw een doodnor maal woord te vinden. Welnu, zo'n woord is dus de 'gok' in de betekenis van 'neus', speciaal een nogal lang uitgevallen neus. Het woord staat ook genoemd in het Bar goens woordenboek, maar niemand schijnt te weten waar het vandaan komt. T k veronderstel dat andere mensen ook 1 wel eens zoiets overkomt. Dat je dus veertig of vijftig jaar wordt, en dat je dan pas ontdekt dat er een woord 'rolmops' be staat, of'dakkapel', of'spiegelei'. Datje dat voorzover bekend nooit eerder bent tegen gekomen. Eerst denk je: welaan, weer eens iets nieuws geleerd. Maar dan blijkt dat de rest van de wereld het woord 'rolmops' of 'spiegelei' altijd al gekend heeft, dat het in alle woordenboeken staat en dat het eigen lijk heel geregeld gebruikt wordt. Dat alleen jij maar het niet kende. Het lijkt me nu ook mogelijk dat het niet uitkomt. Dat je je on kunde dus meeneemt in het graf. Daarover spraken wij nog geruime tijd, na dat het potje Triviant was afgelopen. imense golven maken de zee bij Hossegor tot een geliefde plaats voor surfers. FOTO CPD

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 45