Surinaamse weemoed in New York
7
ZATERDAG 19 AUGUSTUS 2000
Ergens rond acht uur in de avond wordt een stekker ingeplugd en klinkt er plots keiharde, vette soca uit een sound system. Onder luid gejuich begint het schudden van de bamalang. foto's pablo cabenda
m e gaat in haar hoofd even het rijtje
W m langs. Zo ontmoette ze bijvoor-*
beeld Irene met wie ze naar
ooi ging. Heeft ze acht jaar geleden voor
laatst gezien. En nu is Irene getrouwd
tdie Hildenberg. Dame 2: „Eèèèècht? Met
denberg?" Dame 1: „Jèèèèh, Hildenberg!"
e, dan dame 2. Heeft Ludwig Orlando uit
^nia sinds de tweede klas van de mulo
t gezien. Nu opeens hier, twintig jaar later
.inden Park Brooklyn loopt ze hem tegen
lijf. „Je gelooft het toch niet...!" En nou
toch bezig zijn: dame 3 besluit mij te ver-
sen - een climax van verbazing die uit-
ndt uit in feqst der herkenning. „Wat w;as
noeders naam oök al weer? Oh, maar dan
likje tante!" Groeten? „Ja natuurlijk. Zeg
e ar van Gerda, dan weet ze genoeg."
n zo zijn er nog meer die, elkaar verbaal
istend, proberen te ontdekken hoe ze el-
r zouden horen te kennen. Ze weten van
aars bestaan via de chatbox van radio Fa
ka, een Surinaams internetradiozender
tationeerd in New York. En nu zien ze el-
r voor het eerst. Sranang Dei leek hun de
ale gelegenheid met elkaar persoonlijk
nis te maken. En dan blijken opeens
uwe vrienden oude kennissen.
0 komt vandaag een wereld bij elkaar in
den Park Brooklyn. Eens per jaar ruikt
1 hoekje in New York een heel klein beetje
r het Surinaamse Kwakoefestival dat jaar-
i in het Amsterdamse Bijlmerpark plaats-
dt. Alleen zeggen de prijsbordjes hier dat
'bamie met kip' $5 kost en een loempia
i egg roll indonesian style' heet.
)e opkomst valt dit jaar een beetje tegen,
t meer dan 500 in plaats van de beoogde
10 bezoekers. Er zijn geen Surinaamse
ids. Sranang Dei lijkt een kwijnend be-
in te leiden. En wat is er met het beloofde
tbal gebeurd?
inen en aluminium folie schitteren in de
Er zijn jerrycans met gemberbier, em-
s met Surinaamse siroop en wajangs van
tvloed. Een feest met eten en drinken,
aek, eten en drinken, voetbal, eten en
iken, en spelletjes. En o ja, ook nog eten
drinken. De kunst van het synchroon
ticbordje balanceren en fysiek begroeten
dt meerdere malen in achteloze behen-
leid uitgevoerd. „Kom jongen laat me je
zoen geven, ik heb je zo lang niet ge-
i." Oud-premier Chin a Sen heeft hier in
v York in '82 laverend tussen de tafels
plastic kleden zich te goed gedaan aan
met kip of een broodje pom of zoiets.
Ie moet het zien als de gelegenheid voor
Surinamers hier in de Verenigde Staten
)ok uit Nederland om elkaar weer eens te
moeten, een ongedwongen samenzijn",
vice-voorzitter Winston de-Randamie
Surinam American Foundation (SAF), de
die Surinam day/Sranang dei organi-
t, Zijn wit t-shirt propageert de een-
t dsgedachte Wan Pipel, en daaronder als
3 aar naar de Amerikaanse werkstudenten
hetzelfde tenue dragen: 'One Nation'.
1 'alt wat te ontmoeten. In absolute cijfers
et officiële aantal Surinamers dat in de ja-
tachtig en negentig jaren is verhuisd naar
v York erg bescheiden. Suriname komt
a zijn 564 immigranten die tussen '82 en
n New York hun geluk gingen beproeven
eens voor in de Amerikaanse immigran-
1 Top-40. Het wordt royaal voorbijge-
X efd door bij voorbeeld de Nederlanders
met 17.000 vertegenwoordigd zijn in de
Apple. Maar vergeleken met de 400.000
oners van Suriname is bijna elk migratie-
met meer dan twee cijfers opvallend,
daarbij, de illegale immigratie levert cij-
op die volgens De Randamie Vele malen
-r liggen.
oeveel illegale Surinamers zitten in de
d inigde Staten? De Randamie houdt een
lij kbeeldige natte vinger in de lucht. „Dat
den er zeker 10.000 moeten zijn. Met het
grote deel woonachtig in Florida. Tussen
on '95 vloog de SLM (Surinaamse Lucht-
t Maatschappij: PC) tweemaal per week
le States. In dat vliegtuig zaten per vlucht
'vijftig mensen van wie ongeveer de helft
- fhangen." Hij vertelt dat mensen in New
c standaard werden doorverwezen naar
SranangDei: een feestje dat niet meer is wat het was
langen van onze mensen in New York behar
tigt."
De organisatie die medio '97 de legale sta
tus kreeg van 'nonprofit' is geen overbodige
luxe. Want in New York moet elke bevol
kingsgroep door een orgaan worden verte
genwoordigd wil ze een deuk in het sociaal,
cultureel-econmisch pakje boter willen
slaan. „We krijgen gemiddeld 50 telefoontjes
per dag binnen. Met uiteenlopende vragen
als: 'Hoe kan ik een social security nummer
krijgen?'; 'Ik heb ruzie met mijn huisbaas,
wat zijn mijn rechten?' en 'Ik heb financiële
hulp nodig, waar kan ik die vinden?'."
De stichting heeft een eigen periodiek met
een ratjetoe aan artikelen, de Sranan Krantie.
Die is overigens in coma geraakt maar zal
binnenkort ontwaken, verzekert De Randa
mie. Een typische uitgave met zowel kriti
sche stukken over de Surinaamse regering
als een artikel over de verkiezingen voor de
beste zwarte zakenvrouw in Nederland en
een recept voor pindasoep. In het kader van
de maand van de 'Grote zonen en Dochters'
van de black culture wordt ook de geschie
denis van Jan Ernst Matezeliger belicht, de
uitvinder van de eerste automatische
schoenmaakmachine, Amerikaan van Suri
naamse afkomst. Eind negentiende eeuw al
geëmigreerd. De organisatie probeert nog
iets te verzinnen om de enige bekende Suri
naamse uitvinder op gepaste wijze te eren.
Naar typisch Amerikaans voorbeeld. Maar
hoe? Daar zijn ze niet uit. Er wordt nog over
gebrainstormd.
Als je kennis wilt maken met een paar vaste
bezoekers, neemt Menke je letterlijk bij de
hand voor een ontmoeting. Zoals met de ge
broeders Beudeker. Ze komen elk jaar. Dan
praten ze over hun meeste geliefd gespreks
onderwerp: Suriname. Otmar Beudeker (74)
is een beetje bedroefd want hij heeft gelezen
dat kinderen van veertien jaar in Suriname al
aids hebben. Hij schudt zijn hoofd. „Veer
tien jaar... Ik wist op die leeftijd niet eens wat
seks was. Ik zeg u, ik heb echt getraand toen
ik dat bericht zag." Menke zegt niets te be
grijpen van het gebrek aan discipline bij de
Surinaamse bevolking. Terwijl die discipline
er volgens hem vroeger wel degelijk was.
Waar die is gebleven? Hij heft zijn handen
ten hemel.
Van de oudere garde zegt iedereen ooit te
rug te willen, maar betere tijden af te wach
ten.
Ronald Beudeker (64), gaat ook terug.
Maar wel naar Nederland. „Ze zeggen dat ik
bij de elite hoor omdat ik in bakra kondre -
blankenland - woon." Hij heeft vanuit zijn
appartement aan de upper west side van
Manhattan een prachtig uitzicht op de Hud
son rivier en het pas geopende Riverbank-
park. Zijn huis draagt de sporen van een Su
rinaams-Nederlandse knusheid. Als hij zijn
coke drinkt, kijkt Vermeers geborduurde
melkmeisje van boven de bank op hem neer.
Beudeker is in '64 al geëmigreerd naar de
Verenigde Staten en was daarvoor in Neder
landse militaire dienst. Waarom hij gekomen
is? „Waarom niet! Er was hier zo makkelijk
werk te vinden en mijn broer Cel, die voor
mij kwam, kende hier al de wegen." Er volg
den baantjes als medewerker in een confec
tiefabriek, automonteur, persoonlijk chauf
feur van diplomaat Heidweiler die hem uit
leende aan Desi Bouterse als die in Amerika
kwam winkelen, en uiteindelijk taxichauf
feur. Dat hij financieel slaagde in het leven
blijkt uit het bezit van een woning in het be
geerde Manhattan. Maar net als Randamie is
Beudeker niet op zijn succes blijven zitten:
hij ondersteunt landgenoten door ze aan on
derdak te helpen. Ze blijven komen„Veel
Javanen de laatste tijd en Hindoestanen in
sommige gedeelten van Queens. Mijn God,
Queens lijkt soms wel Den Haag." Ja, er zijn
volgens hem wel Surinamers die in den
vreemde als een blad aan de boom verande
ren en zich te goed voelen om zich te asso
ciëren met hun kondréman, hun landgeno
ten. „Ze hebben, hoe heet dat.... kapsones.
But nobody's gonna play big time for me, no
man!"
Net zoals voor veel Surinamers van Beude-
kers generatie was emigratie naar de Ver
enigde Staten een manier om de American
dream uit te laten komen. Met de bedoeling
om zich daarna terug te trekken in de luwte
van Nederland, waar het weer misschien kil
is maar de sociale voorzieningen een stuk
beter. Het is de verbondenheid die de eerste
generatie migranten nog voelt voor het
thuisland. Een gevoel dat met de jaren ster
ker wordt. Het uitgestelde heimwee. Iets
waar de jongere immigranten van de jaren
negentig weinig mee hebben. Bianca Ferrier
(22): „Ik merk om me heen dat de banden
langzaam wegvallen. Mijn broertjes spreken
niet eens Nederlands, laat staan Surinaams.
Je kunt het afnemen van die betrokkenheid
hier op dit feest zelfs merken. Sranan Dei
wordt elk jaar kleiner. Dit keer hebben ze
niet eens eigen Surinaamse bands. En waar
om wordt er niet gevoetbald, zoals vroeger?"
Dat vraagt Robert Stoutenburg, professio
neel voetbalscout, zich ook af. „En zo zijn er
meer onderdelen dit jaar niét doorgegaan. Ik
snap er niks van."
Hij mijmert in weemoed. „Ik kom vanaf
het allereerste begin op de Sranang Dei's -
vanaf 1977. De eerste zondag van augustus
zochten alle families elkaar spontaan op in
Flushing Queens; zonder dat er nog een SAF
bestond om het te organiseren. Dat was
mooi man. Soms zo'n 3.000 mensen. Er kwa
men Surinaamse jongens speciaal uit Neder
land om hier te voetballen voor de Holland
Sporting Club. Ik denk dat die terugval in be
langstelling een mentaliteitskwestie is. De
mensen die vroeger naar Amerika emigreer
den, deden dat met hele andere redenen dan
tegenwoordig. Toen waren het over het alge
meen Surinamers die hier wilden studeren,
nu zijn het voornamelijk 'economische
vluchtelingen'. Dan heb je ook veel illegalen
die onbereikbaar zijn voor Sranang Dei om
dat ze in de anonimiteit blijven."
Volgens Stoutenbufg speelt dan ook nog
eens de versplintering van de Surinaamse
gemeenschap een flinke rol. Niemand zegt
het hardop, maar het is duidelijk dat er net
zoals in het thuisland een informele segrega
tie tussen Hindoestanen en Creolen bestaat.
Een dergelijk schisma dreigt ook in New
York. Hindoestanen neigen meer naar Rich
mond Hill Queens te trekken waar meer
mensen van Indiase origine wonen en wer
ken. Terwijl de Creolen opgaan in de zwarte
bevolking van Brooklyn en de Bronx „Het is
belachelijk. Je hebt nu drie organisaties hier
in New York die de belangen voor Surina
mers moeten behartigen: de SAF, Suriyoung
en Wi Sani. Dat werkt verdeeldheid in de
hand. Te veel groepen, te veel wrijvingen."
Een teken aan de wand: de voorzitter van
Suriyoung is vandaag niet komen opdagen.
En ook de voorzitter van de andere vereni
ging valt in geen velden of wegen te beken
nen.
Maar hoe zit het nou met die voetbalwed
strijd? De verklaring is even simpel als Suri
naams. Winston de Randamie: „De pre party
is uitgelopen tot vanmorgen vijf uur. De
wedstrijd zou om negen uur moeten begin
nen en dat was te vroeg...."
De bands dan... Waarom hebben die ver
stek laten gaan? Dat blijft vaag; het wil maar
niet duidelijk worden. Zo dreigt de sfeer op
het veld te stikken in het gemis aan Suri
naamse muziek. Dan wordt er ergens rond
acht uur in de avond een stekker ingeplugd
en klinkt er plots keiharde, vette soca uit een
sound system. Onder luid gejuich begint het
schudden van de bamalang. Bekkens en bil
len schuren veel en eensgezind tegen elkaar
onder aanmoediging van het publiek. Te
midden van de vreugde verschijnt een verte
genwoordiger van de New Yorkse plantsoe
nendienst die op zijn horloge wijst: het park
had eigenlijk al een kwartier dicht moeten
zijn. Winston de Randamie verontschuldigt
zich voor het povere tijdsbesef van zijn land
genoten en zegt te vrezen dat als hij nu de
knop omdraait hij waarschijnlijk moet vluch
ten voor een woedende horde. De meneer in
het groen blijkt ruimhartig: hij wil het nog
wel even aanzien. De Randamie opgelucht:
„Tja, ik zie me zo gauw dit feest niet stop
pen. Het blijven toch Surinamers, hè....?!."
PABLO CABENDA
Eenmaal per jaar wordt in New York een klein hoekje open lucht
gereserveerd voor de Surinaamse gemeenschap. Elke eerste zondag in
augustus is er Surinamedag, Surinam Day, Sranang Dei. Waar de geur
van pom zich verdraagt met Pepsi, en waar de achterneef van oma's
zwager de broer van zusters buurman blijkt te zijn, daar vier je je
eigenheid in een vreemde omgeving met vertrouwde mensen. ,,Laat me je
een zoen geven, baja. Ik heb je zo lang niet gezien.
Verslaggever Pablo Cabenda, geboren in Paramaribo, op een feest dat
ooit meer feest was.
„ui SP
rnt-t
Verkoper op Sranang Dei.
Ronald (links) en Cel Beudeker, vaste bezoeker
spreksonderwerp: Suriname.
een uitzendbureau, gerund door een heer
schap zo louche dat hij alleen bekend was
onder een voornaam: Jake, kantoorhoudend
aan de 123nd street. En zo kon het dat hele
volksstammen Surinamers voor onbepaalde
tijd Frits heetten en illegaal en op ander
mans papieren werkten aan de lopende
band onderaan de sociaal-maatschappelijke
ladder. „Mijn vrouw en ik zijn begonnen in
een 50-dollar-appartement. En zo gauw je
binnen bent, help je anderen weer. Dat doe
je gewoon. Hoe vaak ik niet ben gebeld door
iemand die zei: „Ik sta nu op JFK airport, heb
je iets voor me?" Familie, vrienden en ken
met een geliefd ge- De Surinaamse vlag in
nissen. Hij weet niet meer hoeveel mensen
hij onderdak heeft verleend.
Vóór 1997 was het allemaal soepeler. Toen
konden Surinamers nog politiek asiel aan
vragen. Heel wat hebben in die tijd ook een
social security nummer gekregen en veron
derstelden dat ze daarmee de eerste stap
naar legalisatie hadden gezet. IJdele hoop.
Want na '97 bleek dat de regeling maar een
tijdelijke was. En wie niet iemand met de
Amerikaanse nationaliteit trouwde of geen
geluk had in de visumloterij kon zo gerepa
trieerd worden. Winston de Randamie: „Het
Park Brooklyn.
uitzettingsbeleid van de Verenigde Staten is
nu te agressief. Ook degene die hulp biedt
wordt hard aangepakt; keiharde boetes van
duizenden guldens. Weet je dat de Ameri
kaanse regering 10Ó miljoen heeft besteed
aan de opleiding van opsporingsbedrijven?"
„De SAF is geen politieke organisatie", be
nadrukt voorzitter Roy Menke. Als je hem
vraagt politiek kleur te bekennen, Wordt dat
gepareerd met de Surinaamse standaarddi-
plomatie. „Ik ben niet pro Bouterse, ik ben
niet anti Bouterse, ik ben pro Suriname!" En
de SAF is pro Surinamers. „Alle Surinamers.
We proberen de organisatie tè zijn die de be-