De overdrive van een zondagskind Lé Peterburgensis ZATERDAG 12 AUGUSTUS 2000 Victor Muller, een leven tussen sleepboten, kleding, Spijkers en ijsberen Victor R. Muller „Geen denken aan dat ik verhuis naar een tropisch eiland vol wuivende palmen. Liever een dagelijkse energypush dan een leven in stilte." FOTO UNITED PHOTOS DE BOER POPPE DE BOER nafhankelijk van elkaar ken- M schetsen naaste betrokkenen W hem als een snelle denker, die nelle jongen in een Ferrari 360 Mo- plaatst om her en der zijn door- el verzonnen ideeën te droppen, totype van een ideeënman", vindt A.W. Brand van slepersbedrijf in Rotterdam. „Ik maak hem als ouder nog niet zo lang mee, maar leringen pleegt hij tal van overigens ïaal te verwezenlijken voorstellen te Dekker, bij Wijsmuller secretares- uller, vindt haar baas een hoogst in- man. Hoewel de vier kruisjes lasseerd, is hij volgens haar nog zo ïeerd dat ze dagelijks van doen een jonge hond. „Ik kan hem ge- hoorlijk bijhouden. Het is elke dag ging om voor hem te werken." off shore-bedrijf Heerema in Lei- Muller drie jaar corporate director innert een ingewijde hem als een iboy zonder kapsones. „Van hem ik wel het studentikoze gedrag, dat nderen niet zou pakken. Muller is tant en heeft charisma." iderwerp van gesprek laat in zijn rek de lach galmen, die zich op de udentensociëteit Minerva te pas en laat horen. „Hüühhühhüh, fijn dat mijn gedrag accepteren. Al hebben rlijk niet zo veel keus." hij het bijna gestrande Wijsmuller touw nam, wordt de onderneming rt der volkeren opgestoten. De afde- chouding sloot 1996 af met een vert negen miljoen; dit jaar wordt een n ruim 20 miljoen verwacht. En zo seerde hij ook het nagenoeg tot op versleten kledingmerk McGregor, gelijke profijtelijke zakelijke presta- akvalt het soms moeilijk bescheiden maar hij verzekert dat zijn echtge- zakelijke partners geen zelfgenoeg- drag accepteren. En lonely at te top oit voor hem. «loten, no way dat je in je eentje een ming van duizend mensen kunt vlot Out of the question. Ik werk altijd tners. Je kunt wel de initiator zijn. processen in gang brengt. Die bewerkstelligen dat mensen gaan van 'yes, we gaan er weer voor'. Er natuurlijk een causaal verband tus- komst bij Wijsmuller en de resulta- ir als mijn partners/aandeelhouders de vrije hand hadden gegeven om de elen te nemen die ik nodig achtte, iet niet voor elkaar kunnen krijgen, een jaar of drie geleden tot de direc- ad, heb ik volstrekt carte blanche ge- chzelf mag Muller graag zeggen met zelfvertrouwen te zijn geboren. Hij •ok z'n beperkingen te kennen, maar niemand wat aan. „Want dan is gauw uit." ten aartsluie student rechten uit- tot facelifter van slecht lopende on eigen en investeerder in nieuwe be- Aan de Leidse universiteit voerde hij rva-corpsbal naar eigen zeggen geen [lit. Daarom kwam hem het goed uit jeugdkennis in haar hoedanigheid «te bij het advocatenkantoor Caron in Amsterdam een stageplaats voor tide. „Tijdens die stage heb ik er wel De mens in bedrijf zien, is een kwestie van goed kijken naar Victor R. Muller. Hij is president van Wijsmuller in IJmuiden en mede-eigenaar van nog twintig ondernemingen. Voor de poen hoeft deze hyperactieve begin veertiger, die veertig antieke auto's als speelgoed heeft, niet meer druk te doen. Maar hij wil het vlot getrokken sleepbedrijf op volle kracht naar de beurs brengen. En de Spijker als automerk oppoetsen en de weg op sturen. Eerder nam hij succesvol de maat van een sleets kledingmerk, terwijl hij ook volop investeert in de nieuwe economie van internetbedrijven. Daarnaast doet Victor uit Baarn als 'hoofdoppasser' van Ouwehands Dierenpark in ijsberen en apen. „Ik ben een zondagskind dat voortdurend zichzelf wil bewijzen. voor gezorgd dat alles en iedereen wilde dat ik er kwam werken. Wel werd een paar keer om mijn cijferlijst gevraagd, maar dan be loofde ik steevast die een week later te zullen meenemen. Het is er nooit van gekomen, ze hebben die zessenreeks nooit gezien." Als jong jurist kwam Muller in 1984 op de loonlijst van Caron&Stevens. Hij werd op de zaak-Heerema gezet. Hij moest in het Leidse off shore-bedrijf vijf bakkeleiende broers Heerema tot rede brengen. Dat lukte niet, maar zijn advisering maakte blijkbaar zo veel indruk op Pieter Heerema dat die hem vroeg tot de directie van het concern toe te treden. Victor zei ja, wat tevens betekende dat hij namens Heerema als gedelegeerd commis saris de reorganisatie bij Wijsmuller moest leiden. Het off shore-concem had op 28 au gustus 1989 een belang van 40 procent geno men in het IJmuidense sleep- en bergingsbe drijf. De vete tussen de Heerema's werd in 1991 bijgelegd, nadat Pieter zijn broers had uitgekocht. Door de uitkoop belandde het concern in een consolidatiefase, waardoor de expansie in een lagere versnelling werd gezet. Voor Muller reden om begin 1992 er voor te kiezen als investeerder zonder poen op eigen benen te gaan staan. Zijn speciale belangstelling gold Wijsmuller. Hij wist de hem bevriende Ferrari-importeur Frits Kroy- mans zover te krijgen een belang in het sleepbedrijf te nemen en ook nog eens Mul ler geld te lenen ter financiering van een aandeel. „Wijsmuller was totaal ingeslapen. De uit straling van de onderneming was van een bokser die punch drunk is. Zo'n beoefenaar van the noble art of selfdefense, die niet of nauwelijks meer reageerde vanwege de vele klappen op de kop. Gebleken is dat ik over de gave beschik om mensen te kunnen en thousiasmeren of, indien nodig, te reanime ren. Overal waar ik binnen kom, krijg ik mensen in beweging. Ik kan in heldere be woordingen mijn ideeën overbrengen. Ik zou die kwaliteiten ook op een ijskastenfabriek kunnen loslaten, maar die sector zegt me niks. Sleepboten wel." Uiteraard was er scepsis onder het perso neel. Van vele door weer en wind gelooide gezichten straalde als het ware af dat het ad vocaatje hun niets hoefde te vertellen over slepen. „Ze hadden natuurlijk gelijk dat er nooit op volle zee met windkracht elf tegen mijn krijtstreeppak was aangeblazen. Maar dat gat tussen hen en mij was voor mijn ge voel te dichten met mijn kwaliteit ze deelge noot te maken van mijn bevlogenheid. Ik zag Wijsmuller als eerlijk Nederlands product, als Hollands Glorie nog wel helemaal zitten." Victor vertelt het verhaal van het vierjarige jochie dat in opperste fascinatie sleepboten het zeegat zag uitgaan, terwijl zijn vader als fervent ornitholoog op de Zuidpier naar vo gels stond te koekeloeren. „Maar ik heb nooit de aandrang gehad sleepbootkapitein te worden. Ik voelde dat er een advocaat in me zat. Dan kan ik lekker lullen, dacht ik. Maar de affiniteit voor het sleperswezen is wel gebleven, al is het toevallig zo gelopen dat ik vele jaren later aan het hoofd sta van een sleepbedrijf. Fantastisch. Als ik ergens enthousiast voor ben, laat ik me als direc teur, aandeelhouder en leider niet tegenhou den door de terughoudendheid van doorge winterde medewerkers. Dan zet ik een koers uit, die naar mijn mening moet worden ge volgd. Ik leg het waarom uit en leg het des noods nog eens uit. Wie dan nog blijft twijfe len, heeft een probleem." Als snelle denker valt het hem soms moei lijk gesprekspartners die wat trager van be grip zijn nog eens toe te lichten wat voor hem al lang gesneden koek is. „Het gaat me wel beter af dan vroeger. Man, ik ben veertig, ik word nog mild." Edoch, verzandt een discussie in zijn per ceptie in oeverloos gepalaver, dan gaat Mul ler iets doen dat hij nuttiger acht. „Misschien kan het eleganter, maar dan sta ik midden in een bespreking op. Op een dag heb ik name lijk zoveel dingen om over na te denken. Ik ben best bereid selectief te luisteren. Maar niet om mijn oren naar alles en iedereen te hangen, dan krijg ik te veel impulsen en kom ik niet verder. Ik haat het compromissen te sluiten. Bij mij is het van bhamm, zo moet het. Als er een derde bult en een vijfde poot aan een kameel moet worden geplakt om ie dereen tevreden te stellen, haak ik af. Voor mij wordt het dan een ander beest." Onlangs richtte Jort Kelder, de hoofdre dacteur van het maandblad Quote, namens Net5 de tv-camera op hem. Het resultaat: een uitzending waarin twee vroegere Leidse corpsballen elkaar aftastten wie de gevatste knaap was. Victor dus, lacht Muller. ,,Ik hdét verliezen. Als ik vroeger een pak slaag kreeg met schaken, smeet ik het schaakbord door de kamer." Hij van Muller wekte in die gedenkwaardi ge aflevering van Kelder&Co ten minste de indruk zich buitengewoon geslaagd te ach ten. Maar dat is toch echt verkeerd gezien. „Als ik zo overgekomen ben, heeft de ver keerde vlag op mijn lading gestaan. Ik ben wel een redelijk eind onderweg, maar in geen van de twintig ondernemingen heb ik de doelstellingen volledig gerealiseerd. Kijk, van Wijsmuller kan nu worden gezegd dat het streven om er een enorme winstgevende onderneming van te maken is gerealiseerd. Maar het is ondernemers eigen de lat steeds hoger te leggen. Ik wil Wijsmuller naar de beurs van Singapore brengen. Daar is de markt veel meer geïnteresseerd in maritieme fondsen dan in Amsterdam, Londen of op Wall Street." Hij stelt vast dat de zaken goed gaan bij Wijsmuller en bij McGregor. Dat is anders geweest. Elke dag trok Muller wel een kast vol lijken open. „Nu staat er bijvoorbeeld bij Wijsmuller een homogeen management team, en ook de aandeelhoudersvergadering is homogeen. Daarom groeien wij als speler. Niemand belet wie dan ook. Ik moest me in het verleden vooral op slopen concentreren om aan bouwen te kunnen toekomen. En dat proces verliep dikwijls zonder scrupules. Als je mensen niet meekrijgt heb je als leider geen andere keuze dan ze uit het systeem halen. Dan is het tijd voor afscheid nemen. Zo is het gegaan bij Wijsmuller en zo is het er zeer zeker aan toegegaan bij McGregor. Een jaar of zeven terug vroeg ik me dikwijls af waarom ik als een ongeleid projectiel in die zaak was gestapt. McGregor, nota bene my dad's brand omdat mijn vader hun jasjes droeg, was als merk totaal uitgewoond. Nie mand wilde die glas in loodbroeken nog dra gen. Het heeft mijn partners Kolff en Schothorst de grootste moeite gekost de ge loofwaardigheid van McGregor te herstellen. Niemand wilde nog zaken doen met ons. Maar ik ben het type-never say die. Na een survivaltocht van drie jaar kwam er weer le ven in het merk." Laatst vond hij zich terug in de eregalerij van rijkste Nederlanders, die Quote jaarlijks samenstelt. Het doet hem niet veel. zegt Muller. „Ik krijg geen brood extra als ik met zo'n exemplaar van Quote naar de bakker ga. Op zijn best zijn er mensen die denken van gut, misschien wel interessant om eens met die vent te gaan praten. Dan kan het nog wel eens interessante business opleveren." Victor R. Muller, dag en nacht bereikbaar. Hij zegt een constant gevecht met zichzelf te moeten voeren om voldoende tijd te kunnen vrijmaken voor zijn vrouw en vier kinderen. „Het gebeurt dat ik wel eens iets tqssen ja en nee antwoord als mijn vrouw iets vraagt, omdat ik geestelijk bij de business zit. Na tuurlijk gaat gezin voor werk. Maar dat is wel een buil shit-verhaal. Als ik bij gebrek aan bezigheden niet lekker in mijn vel zou zitten, was ik ook geen boeiende echtgenoot of va der." Een heel goed geheugen stelt hem in staat al zijn zaken bij te houden. Daarbij komt het hem nu uitstekend van pas dat hij in de ad vocatuur heeft geleerd ontzettend snel te schakelen van de ene casus naar de volgende zaak. „McGregor heeft mij vijf jaar geleden enorm bezig gehouden met alle stress van dien. Maar die stopte ik in een apart hokje, zodra ik mijn aandacht verlegde naar een andere activiteit." Laatst zat hij tijdens een vakantie in de States elke morgen tussen zes en negen ach ter de computer om e-mailtjes te checken en te versturen. In vrije tijd zakelijke correspon dentie voeren met Wijsmuller en andere on dernemingen om op de hoogte te blijven. „Dat is geen motie van wantrouwen ten op zichte van de achterblijvers, maar profijt trekken van de moderne communicatie. Daarom investeer ik in die sector ook veel geld." Met zijn partner Marcel Boekhoorn heeft hij een joint-venture voor new economy-in- vesteringen, die New Economy Trust heet. „Laatst hebben wij met Roel Pieper een be lang genomen in Wannahaves.com in Am sterdam. Die onderneming van vier extreem getalenteerde jongens gaat ergens in sep tember bij Veronica op prime time het pro gramma Wannahaves TV verzorgen. Ziet er goed uit. Hele leuke investering. Dat gaat ook op voor Ouwehands Dierenpark in Rhe- nen, een acquisitie die Marcel Boekhoorn en ik in december hebben gedaan. In het eerste half jaar trok Ouwehand vijftig procent meer bezoekers. Dat komt omdat we ontstellend veel activiteiten hebben ontplooid. Er is voor vele miljoenen geïnvesteerd in een uniek ijs- berenverblijf dat wordt omgeven door glazen wanden. Daardoor kunnen bezoekers de dieren zien zwemmen. En er is een nieuw junglerestaurant gekomen, waar verse sala des en verse koffie worden geserveerd." Zijn kinderen, grapt Muller, zijn z'n advi seurs. Ze missen nog olifanten en een reptie lenhuis. Ze worden gefaseerd op hun wen ken bediend. Gezien zijn welstand wordt Muller nog wel eens de vraag voorgelegd, waarom hij niet rustig op een tropisch eiland vol wuivende palmen stil gaat leven van zijn vermogen. „Ik zou er niet aan moeten den ken. Ik kan nog een totale energypush krij gen van de bouw van de nieuwe Spijker. Vroeger de Rolls Royce van het Europees continent, straks Hollands Glorie op de snel weg. Spijker is een project van Maarten de Bruin en van mij. Maarten, ingenieur plano logie, is de bedenker. Ik als zakenman zorg voor de uitvoering, want van business weet dat geniale joch niet zo veel. We hebben een mooie joint-venture met Polynorm in Bun schoten, waar zeer professioneel het chassis wordt vervaardigd." De Spijker nieuwe stijl: voor het eerst te zien op de autoshow in Birmingham op 17 oktober. Dat wordt wat, volgens Muller. „De onthulling van de nieuwe Spijker zal vriend en vijand verrassen. Het gaan wel dure au to's worden, drieënhalve ton per stuk. Maar wat een kwaliteit! Ze worden zo ongelooflijk goed gemaakt, dat Nederland daar best een beetje trots op mag zijn." GERARD VAN PUTTEN Onze Taal Ik heb een boek waarin je kunt le zen dat er zeven hoofdzonden zijn. Ik kijk daar geregeld in, want ik kan ze maar moeilijk onthouden. Dan kom ik maar tot vijf of zes, en kan niet meer op nummer zeven ko men. Hoovaardigheid, gierigheid, onkuischheid, gramschap, luiheid maar wat waren ook al weer de laatste twee? Juist, gulzigheid en nijd. Vooral die nijd vergeet ik steeds opnieuw. Het is een boek uit de jaren dertig, maar voorzover ik weet is er behalve de spelling niets veranderd. Ze worden hoofdzon den genoemd omdat zij oorzaak zijn van vele andere zonden, en dat lijkt me in beginsel juist. Toch moe ten we onderscheid maken. Hoovaardigheid en gramschap bijvoor beeld lijken me altijd verkeerd, en ook nijd is nergens goed voor, terwijl de luiheid toch ook tot veel moois heeft geleid, 't Is maar hoe je het noemt. Spreken we van ef ficiency, dan bedoelen we een positieve zaak, maar die wortelt wel in luiheid en gulzigheid: hoe kan ik met zo min mogelijk inspanning zo veel mogelijk bereiken? Was de mens niet lui en ook niet gulzig, dan leefden we nog in het stenen tijdperk. De drijfveer achter talloze ontdekkingen en uitvindingen is simpel de menselijke lui heid. Zo is de auto uitgevonden door ie mand die te lui was om te lopen, zo is de telefoon er gekomen omdat de mensen te beroerd waren een briefje te schrijven, en als iedereen ijverig het verkeer van rechts voorrang gaf, hadden we ook de politie agent niet hoeven uitvinden. Maar dat neemt allemaal niet weg dat luiheid geen onverdeeld goede zaak is. Ik had dit stukje ruim van te voren kunnen schrijven, en nu moet het op de allerlaatste avond, net als er bezoek is, wat dan weer tot gramschap leidt en we moeten nog maar afwachten wat de verdere gevolgen zijn. In de taalwetenschap speelt de luiheid ook een rol. Net als de gulzigheid. Namelijk als het gaat om taalverandering. Alles wat er in taal gebeurt, zou je kunnen zeggen, is een compromis tussen die twee uitersten. Aan de ene kant is er de luiheid: we doen liefst zo min mogelijk. Maar als het alleen daarvan afhing, zouden we zwijgen. De an dere kant is namelijk dat we met onze taal ook graag willen bereiken wat ons voor ogen staat. Wie de weg vraagt, zal dat hel der en duidelijk moeten doen, anders krijg je geen antwoord. Wie een mop vertelt, moet niet de helft inslikken want dan gaat de grap verloren. Met andere woorden: ook in taal proberen we met zo min mogelijk inspanning zo veel mogelijk te bereiken. Vandaar: de luiheid en de gulzigheid. Ook al plegen we ze zo niet te noemen. De taal is op ieder moment van zijn geschiedenis een compromis tussen die twee factoren. Soms doet de taal een stapje in de richting van de gulzigheid, soms een stapje in de richting van de luiheid. De jongste stap in de richting van de lui heid lijken me zinnen als deze: Over de de reactie van de bevolking van Vlieland op de komst van honderd buitenlandse vluch telingen: 'Men was onbekend met en voel de zich overvallen door'. Of: 'Ik vind het knap geschreven, en ik moet om een aantal scènes heel hard lachen, maar het is toch ten koste van'. Dikwijls ook alsvolgt: Over Wagner: 'Zijn liefdesleven verliep allesbe halve rustig: hij hield er verscheidene - soms gelijktijdige - relaties op na met actri ce Minna Planer, Cosima Liszt (inderdaad de dochter van) en Mathilde von We- sendonck'. 'Ik ben veel bezig met de dood, ook weer in mijn nieuwste film. Het is een reflectie van mijrieigen somberte, die ik dan weer probeer te bestrijden met een film. Het is een bezweren van, denk ik'.; Stella McCartney (dochter van) na de mo de show in Parijs waar de lente/zomercol lectie werd getoond die zij ontwierp voor het merk Chloe'.; 'Dit moet Raketman de oude zijn,de gepensioneerde vader van'. T n spreektaal zijn zulke zinnen al tamelijk I gewoon, maar tegenwoordig lees je ze ook. Zinnen dus waarin na het voorzetsel niet meer gezegd wordt wat je daar ver wacht (maar wat uit de context wel duide lijk is). Ik was er zelf niet opgekomen, maar ben erop gewezen door Peter Burger. Dat is een goede reden om dit soort zinnen naar hem te vernoemen: de prepositio peterbur gensis.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 39