Peter Klashorst, een dolende ridder c ZATERDAG 12 AUGUSTUS 2000 Gevangenschap in Senegal werkt door De Nieuwe Wilde is een Oudere Milde geworden. Na zijn gevangenschap in Senegal - 'De totale onthaasting' - wil schilder Peter Klashorst vooral rust in zijn kop om zich over te geven aan zijn ambitie: Dat Ene Grote Meesterwerk. De kunstenaar over deurwaarders, vrouwen en zijn grote liefde. „Ik ben een soort dealer, maak mensen eerst lekker met een tekening. Daarna komt de grote dosis. Zijn ze 'hooked' aan Klashorst. ereen kun je de rust niet noemen, i maar toch is het opmerkelijk stil in het atelier. Er zijn geen nerveuze portretkandidaten, geen vriendinnetjes op de bank. En ook de immer al dan niet in geest aanwezige manager, die doorlopend verzoekt om vooral de website van de schil der te vermelden, laat verstek gaan. Het lokaal is een stilleven waarop je niet uitgekeken raakt. Op de grond ligt een hoog polig tapijt van platgeknepen tubes, omge vallen jampotjes met onbekende inhoud, een stukje van een ritssluiting, papieren, ter- pentineflessen, cd's - voornamelijk rhythm 'n blues - zonder doosje, schoenen. Trays vol blikjes liggen opgestapeld op een bank. een schuimend hart onder de riem van een bier brouwerij waarvoor de kunstenaar al een flink aantal 'relatiegeschenken' klaar had moeten hebben. Aan de muren hangen dodenmaskers. Er is een zelfportret van de schilder met een schedel in de hand, het doodshoofd dat mo del stond, ligt in de vensterbank. Op een kastje, bovenop prullaria, staat een zeilwa gen van frisdrankblikjes, kleerhangers en een plastic zak, een zelfgemaakt cadeautje van schrijver en columnist H.J.A. Hofland. We zien nauwelijks het zigeunerjongetje met het betraande gezicht, want de blik wordt snel gevangen door een groot schilderij van een vrouw, slechts gekleed in kniehoge laarzen, de benen gespreid. Het plafond is vochtvlekkerig geelbruin, hier en daar wordt het met plakband op de juiste plaats gehouden. In de verte staat ver se aanvoer: maagdelijk witte doeken. Het centrum van de ruimte is voor de schilders- ezél. Peter Klashorst is wat verlaat. Heeft de avond ervoor tot laat aan de opdracht voor de bierfabrikant zitten werken. Moest deze middag door zijn zaakwaarnemer per mobiel worden losgeweekt uit een vrolijk samenzijn met een meisje.' Te veel atelierwerk en te weinig Afrikaanse zon hebben hun tol geëist: de schilder oogt bleekjes. Hij laat zich vrijwel direct in een ro de ribfluwelen stoel zakken. De met verf be- spatte zwarte kistjes zoeken een leeg plekje op een lage tafel. Spijkerbroek, donker over hemd. Uit de borstzak steekt nog net de dop van een flesje met een alcoholische opkikker. Hij is aan het afkicken van een wekenlange bivak in het Rembrandthuis, het atelier van de schilder die hij als zijn grote leermeester beschouwt. „Het was een kermis, net Pony park Slagharen. Er kwamen honderden men sen langs. Ik maakte soms zes, zeven schil derijen per dag. En nu heb ik dan die op dracht van de bierfabrikant. Het moest gis teravond eigenlijk al af zijn, maar ik trok het even niet meer. Het batterijtje was leeg. Ik moest uit mijn fantasie dingen schilderen, maar ik droomde weg voor MTV. Ik zat al leen maar naar die meiden te kijken." Doorzetter Peter Klashorst, 43 jaar geleden geboren in Haarlem. Hij had naar het Stedelijk Gymna sium gekund, maar volgde de HAVO-oplei- ding. Na de derde klas hield, hij de school voor gezien en begon als 15-jarige punker te tekenen. Werd rijf keer afgewezen door de Rietveld Academie, voor hij uiteindelijk werd aangenomen. Verdiepte zich vooral in video kunst en bezondigde zich aan piraten-tv, voordat hij adept werd van de Europese stro ming Nieuwe Wildendie hem aan het schil deren zette. Via een andere kunsttraditie, Neo Geo, volgde zijn overstap naar After Na ture, schilderen naar de natuur: portretten, landschappen, stillevens, naakt. Begin jaren tachtig formeerde hij de legendarische punk band Soviet Sex, nu wegens succes van de le den zo goed als uiteengevallen: de een expo seert in Berlijn, de ander maakt reclamefilms en zangeres Ellen ten Damme filmt bijna permanent in Duitsland. Voor Teleac gaf hij een cursus schilderen en voor de Jkon-telerisie portretteerde en in terviewde hij coryfeeën als Harry Mulisch, Henk van Ulsen en Stef Bos. „De beste schil der van zijn generatie", verkondigde Henk Hofland, die als dank voor de mooie woor den z'n portret mee naar huis kreeg. Behalve bij Peter komt de onbedwingbare aantrekkingskracht tot kwast en ezel verder nergens in de Klashorst'genen voor. Moeder was huisvrouw, zijn communistische vader zat in de aandelen. Ze waren 'not amused' dat hun zoon voor de kunst koos. „Het is toch een leven van armoede. Een beetje kun stenaar heeft zijn eigen deurwaarder. Maar ik zette door. Kreeg geen beurs, at van de straat. Bij de markt flikkerden ze van alles weg wat je nog goed kon eten. Zo kwam Splinter door de winter. Ik heb er nooit moeite mee gehad. Het was een ontzettend leuke tijd, waarin ik veel mensen ontmoette, met wie ik nog contact heb. Voor het geld moet je niet gaan schilderen. Dan moet je in drugs gaan handelen." Hij neemt zich terstond voor zijn ouders nog eens te portretteren. „Ik moet het gaan doen voor het te laat is. Zij zijn vrij oud, mijn vader is al tachtig. Het wordt hoog tijd voor een staatsieportret." Misschien, realiseert de kunstenaar zich nu, heeft hij het vereeuwigen wel van zijn opa, die mormoon was. „Die club van hem schrijft alles op. hele telefoonboeken nemen ze over. Als je eenmaal in hun register in Salt Lake City staat, kom je in de hemel. Ik ben hard op weg heel Nederland te schilderen, ik maak honderden doeken per jaar. Je zou kunnen zeggen dat ik het stokje van mijn opa heb overgenomen." Grijnzend: „Ben je eenmaal door Peter Klashorst geschilderd, dan zal de eeuwigheid jou ten deel vallen." Peter Klashorst: „Na 'Senegal' heb ik al mijn deurwaarders afbetaald. Al het Ikon-geld is daaraan opgegaan. Gewoon, om wat rust in mijn hoofd te hebben. Dat ik niet meer angstig hoef te zijn voor politieagenten en incassobureaus, maar gewoon lekker kan doorwerken." FOTO GPD ROLAND DE BRUIN De aantrekkingskracht van het linnen is slechts met de grootste moeite te weerstaan. „Soms, als ik aan het vrijen ben, lig ik tegelij kertijd te tekenen. In de kroeg ook. Aan het eind van de avond hou ik alleen het karton van mijn schetsboek over. De tekeningen ben ik dan kwijt. Ik ben een soort dealer. Ik maak de mensen lekker met een tekening. Daarna komt de grote dosis. Zijn ze hooked aan Klashorst." Hij prijst zich gelukkig dat hij zich onge subsidieerd kan bedruipen. „Ik vraag wel prijzen uit de zeventiende eeuw, 150 gulden per portret. Net zo duur als een spijkerbroek. Maar de zaken gaan best goed, ik zit tot en met september vol." De Amsterdamse kunstuitleen pruimt hem niet, wil geen doeken van hem kopen. „Als ik een vrouw teken, is het altijd uit liefde en respect. Om de schoonheid van de schep ping vast te leggen. Nooit uit perversiteit. Maar die gasten van de kunstuitleen zien al leen maar kutten en lullen in mijn schilderij en. Tja, als je daar op gefixeerd bent. zie je ze overal. Kan je ook niet meer onschuldig naar de wolken kijken. Mijn schilderijen zijn als rorschachtests, niet meer dan vlekken waar je van alles in kunt zien." De tijd dat hij zich moest verantwoorden voor een subsidiecommissie ligt ver achter hem. „Zo vernederendMoetje op je blote knieën dia's van je werk laten zien. Een exa men dat nergens op is gebaseerd, zo subjec tief. Ik heb liever dat een kunstenaar subsi die krijgt om zijn gezinnetje te onderhouden dan dat het aan tanks wordt uitgegeven. Maar het zou veel gezonder zijn als die con currentievervalsing er niet was. Die commis sies moeten verantwoord geld verstrekken en creëren daarmee een soort staatskunst. Een expositie in het Stedelijk is eigenlijk een brevet van onvermogen. Dan zit je in een soort regeling. Ben je zo verantwoord bezig geweest, dat je niet meer kunt spreken van een onafhankelijk kunstenaar." Naastenliefde Enkele maanden geleden was de schilder onderwerp van een kortstondige mediahype. Hij werd in Senegal door de autoriteiten op gepakt op beschuldiging van het aanzetten tot prostitutie: hij had naakte vrouwen gete kend. Drie weken zat hij in de gevangenis, voordat hij via buurland Gambia wist te ont vluchten naar Nederland. Klashorst is zeker van plan nog een keer terug te gaan, naar het West-Afrikaanse land. „In januari 2001 zou ik een tentoonstelling hebben in de National Gallery in Dakar. Ik hoop nog steeds dat het doorgaat. Maar ja, ze zijn nu iedereen aan het oppakken, die m'n geld heeft aangepakt. Er zit hier een journalist uit Senegal, die mij de grond heeft ingeschreven. Hij durft niet meer terug. Hij publiceerde in het dagblad Tract de meest waanzinnige dingen over mij die da politie hem vertelde. Hij schreef vet en smeuïg op dat ik een Sodom en Gomorra in mijn huis aanrichtte. Nu is hij van diezelfde Klashorst afhankelijk, want geld heeft hij niet. Hij woont in een hokje achter dit atelier, ik geef hem elke dag een paar tientjes om patat te kopen." Klashorst bulden: „Ik heb mijn ei gen privé-allochtoon in huis." Het lijkt niettemin een oprecht geval van naastenliefde. „Natuurlijk, we zijn moslim broeders", zegt hij nahikkend. „Het is ook wel gezellig. Wij willen allebei graag terug. Hij heeft daar zijn familie zitten en ik eigen lijk ook." Grinnikend: „Als goed moslim zijn de, had ik natuurlijk een stuk of vier, rijf vrouwen. Ik voerde een opendeurpolitiek. ie dereen kwam en ging, van ouden van dagen tot kleine kinderen. Met zijn allen uit één pot vreten. Ik had de hele dag beschikking over modellen, die weliswaar niets betaalden, maar die er wel prachtig uitzagen." Of hij daadwerkelijk terugkeert, hangt samen met waarborgen voor zijn veiligheid. „Die moet op een of andere manier gegarandeerd wor den, van overheidswege." Extra triest vindt Klashorst zijn gedwongen vertrek uit Afrika voor de mensen die achter zijn gebleven. „Ik had een batikindustrietje opgezet, ik had een wachter, een dienstbode, modellen. Achter elke Afrikaan staan weer tien mensen. Die konden allemaal dank zij mij eten en schoenen kopen. Ik had het ge voel dat ik wat voor de mensen betekende. Hier help je met een fles whisky een vriend door zijn liefdesverdriet heen. Daar gaf ik die vrouwen geld voor voedsel. De kranten leg den dat uit als prostitutie. Maar dan kan je zeggen dat minister Herfkens de grootste bordeelhoudster van Nederland is. Zij geeft al die landen geld." Veranderd Hij is na drie weken Senegalese petoet een milder mens geworden, erkent hij. „Het was de totale onthaasting. Nog gratis ook, ande ren betalen daar vet geld voor. Maar. serieus: zo'n gevangenschap geeft je wel de tijd om te ontdekken dat het leven heel kortstondig kan zijn. Er waren daar geen medische voorzie ningen. Het eten was slecht. Beesten van ve lerlei pluimage hobbelden er rond. Je-hoefde maar een malaria-aanval te krijgen en het was gepiept. Mensen in de omgeving werden erg ziek. Ik was daar de medicijnman omdat ik een potje vitaminepillen had. Terwijl die pillen niets uithaalden. Je wordt dus gecon fronteerd met een situatie waar je misschien nooit meer of pas na lange tijd uitkomt. Dan ga je nadenken over hoe het beter kan als je weer vrij bent. Ik heb me voorgenomen me minder druk te maken om de dingen. Ik heb al geen hy potheek, ik hoef de AEX-index niet in de ga ten te houden, dus dat scheelt. Maar er ston den wel geregeld deurwaarders hier aan te bellen. Er waren momenten dat ik na tien van die gasten dacht: ik moet nu toch echt wat gaan verdienen. Ik leefde van dag tot dag. Na 'Senegal' heb ik al mijn deurwaar ders afbetaald. Al het Ikon-geld is daaraan opgegaan. Gewoon, om wal rust in mijn hoofd te hebben. Dat ik niet meer, angstig hoef te zijn, voor politieagenten en incassQ- bureaiis, maar gewoon lekker kan doorwer ken. Als het zo doorgaat, kan ik mijn naam bordje op de deur zetten. Dan treed ik uit de anonimiteit." Discipline Drank, drugs en vrouwen. Klashorst consu meert het leven gelijk een puistige puber in Salou. Maar tijdens en vooral sinds 'Senegal' is dat een stuk minder geworden, in elk geval waar het de eerste twee van de drie groothe den betreft, bezweert hij. „Het hohémienge- beuren is flink in kracht afgenomen. Er was toch een soort discipline nodig om elke dag naar het Rembrandthuis te gaan. In Senegal ben ik me niet aan drank en drugs te buiten gegaan, in tegenstelling tot wat de kranten schreven. Ik had mijn handen al vol aan de vrouwen. In de Koran staat dat seks geweldig is, dus daar ging ik mee door. Het was trou wens meer een soort gezinssituatie, dan dat het een bordeel was. Ik ben hier nog wel een vaste bezoeker van de bordelen, zo links en rechts. Ook voor de gezelligheid, want met de tv kun je geen goed gesprek voeren. Maar in Senegal ging ik dus helemaal niet naar het bordeel. Dat ge zinsleven daar beviel me best, moet ik zeg gen. Het had wel iets, dat patriarchale leven. Ik kan me goed voorstellen dat mensen daar bevrediging in vinden. Nou was hel bij mij wel vrij extreem: een stuk of wat vrouwen met aanhang en alles erop en eran. Ook vanuit hel oogpunt van de schilder is Afrika fascinerend. Je had heel veel onder werpen tot je beschikking. Een vrouw die een stoepje aan het vegen is, genretafereel tjes met spelende kinderen. Fascinerend." Hij wijst naar het grote doek in het atelier. „Kijk, een vrouw met de benen wijd is prach tig, maar twee meisjes die eikaars haren aan het vlechten zijn, is ook schitterend om vast te leggen." Genoeg leuke vrouwen kruisen zijn pad - „het zal niet om mijn leuke gezicht zijn" - maar de ware heeft zich nog niet aange diend. „Je hebt wel eens je liefdes, maar ook net zo vaak je teleurstellingen. Mijn grote liefde is de schilderkunst. Ik ben een man met een obsessie, een dolende ridder, ik jaag achter het vliegende schaakbord aan met maar één doel: het grote meesterwerk maken van het niveau Titiaan, Frans Hals, Rem brandt. De rest is flauwekul. En de jonkvrou wen zitten vaak alleen maar in de weg. Vrouwen kunnen alleen maar achteraan hobbelen. De trein gaat door. Ik moet doen wat ik moet doen. Het enige waar ik de baas over ben is dat witte doek van een vierkante meter. Vrouwen willen vaak naar de bioscoop. Dan zit ik daar en denk ik: ik had toch liever willen tekenen. Ik word vaak ge leefd, maar ik kan alleen maar mezelf geluk kig maken. Je mag de schoonheid van een vrouw niet als kapstok van je geluk gebrui ken." Desalniettemin heeft het onderwerp van Klashorsts volledige overgave vandaag een atv-dag. De schilder rekt zich uit en staat op. Thuis zit er 'een verschrikkelijk mooi neger innetje' op hem te wachten. Het maagdelijk linnen in de hoek blijft nog even rein. PETER KUIJT

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 35