Rouwen om wat niet heeft mogen zijn ZATERDAG 5 AUGUSTUS 2000 Steeds meer aandacht voor uitvaart ongeboren kind Joppe. Bradley. Alexander. Daniel, Am ber. Thomas. Jamie. Virgilio. Het zijn engeltjes. Overleden kinderen. Overle- in de baarmoeder of kort nadat ze daar uit waren gekomen. Sommigen waren een foetus van nog maar 23 weken, maar kregen toch een begrafenis alsof ze een heel leven achter zich hadden. De uitvaart van een on geboren kind krijgt steeds meer aandacht. Bijna alles is mogelijk om het afscheid zo persoonlijk mogelijk te maken. Ballonnen aan het zelfontworpen lijkmandje dat de rouwende moeder heeft bekleed met de stof die voor de wieg was bedoeld. Vader strooit de as uit op een speciaal foetusveldje. Steeds minder foetussen worden achtergelaten in het ziekenhuis, dat ze immers vaak zonder mogelijkheid tot afscheid naar de afvalver branding stuurt. „West-Europeanen zijn van oudsher geen openlijk rouwenden, zeker niet als het gaat om een kind dat nog niet het daglicht heeft aanschouwd. Dat is geen kwestie van niet willen rouwen, het is onze cultuur", zegt Marieke de Bruijn, psychotherapeute en ge specialiseerd in rouwverwerking. „Wij vin den dat we moeten werken, moeten door gaan, we zeggen 'het gaat wel over' en 'je neemt gewoon een nieuw kind'. Maar zo voelen aanstaande ouders het niet; ze hebben vanaf de eerste dag van de zwangerschap al een band met hun kind. Ze fantaseren over de toekomst, hebben ver wachtingen. 'Een miskraam was nog geen kind', hoor je wel zeggen. Maar er is wel de gelijk verdriet om; het is verdriet om het ver lies van wat had künnen zijn, om de band die ouders zo graag hadden willen hebben, om de verwachtingen die niet uitkomen. Als emoties als boosheid, verdriet, verwar ring, schuld en angst niet worden toegelaten op het moment van het verlies, dienen ze zich volgens de rouwtherapeute onherroepe lijk op een later tijdstip aan. „Ik heb vrouwen in mijn praktijk die niet kunnen omgaan met bijvoorbeeld een scheiding of de dood van een partner of ouder. Ze voelen niets meer, zijn depressief, bitter, eenzaam of trekken zich alles persoonlijk aan. Bij zeker tien van hen blijkt de achtergrond van hun verstoor de emoties te zitten in onverwerkte rouw om een doodgeboren kind van jaren geleden. Want een dood kind werd vroeger gewoon bij die arme moeders weggehaald. Ze heb ben geen foto's, geen symbool, niks als be wijs dat het kind sowieso ooit heeft be staan." Velen wisten van je bestaan nog voor ze wisten wie je was. Al voor we je konden leren kennen moesten we je alweer laten gaan. In een moment sloeg geluk om in diepe droefenis. Jouw nog zo prille leven kwam tot staan, nog voor we wisten wie je was. Tegenwoordig is er veel meer ruimte voor het toelaten van verdriet en wordt gezocht naar een persoonlijke invulling van rouwen. „In tien jaar tijd is veel veranderd. De omslag is veroorzaakt door aids", zegt Agaath de Kwaadsteniet van uitvaartverzorger Monuta. „Met aids overleden ineens jonge mensen die niet geheimzinnig deden over de dood en uitvaarten." Aids-slachtoffers regelden voor zichzelf uitvaarten die nog nooit waren vertoond. Vrolijk beschilderde lijkkisten werden rond gevaren door de Amsterdamse grachten. Zwart als rouwkleur werd soms nadrukkelijk ongewenst verklaard. De uitvaartwereld werd gedwongen zich te vernieuwen om te kunnen inspelen op de soms extravagante wensen van doden en hun nabestaanden. Bij een miskraam of overlijden van een on geboren kind, zijn óók jonge mensen betrok ken. Ze zijn mondig, en ook zij gaan steeds nadrukkelijker op zoek naar een afscheid dat het beste bij hen past, naar een situatie waarin ze hun verlies het beste kunnen ver werken. De Kwaadsteniet: „Het komt bijna niet meer voor dat ouders niet zelf het lijkkistje of -mandje dragen. En soms ben ik verbaasd over het aantal mensen dat rond een grafje staat. Niet zelden komen er tweehonderd mensen naar de begrafenis van een kind dat nooit levensvatbaar is geweest. Het lijkt soms of nabestaanden tegenwoordig meer betrok ken zijn bij de uitvaart van een doodgeboren kind, dan bij die van een volwassene." Je was er maar zo kort Toch was het een heel leven We hadden allemaal Zoveel aan jou te geven Sinds 1869 bepaalt de wet dat een doodge boren kind begraven of gecremeerd moet worden. Tot 1991 werd het aan de eigen in terpretatie van de betrokkenen overgelaten of een foetus al 'een kind' was of niet. Een foetus die nog niet levensvatbaar was, werd begraven in de tuin of op begraafplaats van een ziekenhuis. Daar kwamen ook de dode baby's terecht die botweg bij de moeders werden weggehaald. In andere gevallen be- Engeltjes worden ze genoemd. Baby's die doodgaan in de baarmoeder of kort na de geboorte. Baby's die na 24 weken zwangerschap dood worden geboren moeten worden begraven of gecremeerd. Steeds meer mensen doen dat tegenwoordig al bij nog jongere foetussen. Ballonnen aan het kistje, as uitstrooien op een foetusveldje, gedichtjes op internet. Allemaal in het kader van de rouwverwerking. Rouwen om wat niet heeft mogen zijn. groeven de ouders hun doodgeboren kind zelf, hervatten hun leven en verwachtten in veel gevallen binnen de kortste keren een nieuw kind. Sinds de jaren zestig en de anticonceptie worden zwangerschappen veel meer ge pland en zijn de baby's die verwekt worden een bewuste keuze. Des te dramatischer is het voor de ouders als het zo heel erg gewen ste kind er niet komt. Sinds 1991 ligt de wettelijke grens voor een uitvaartverplichting op 24 weken. Een jonge re vrucht wordt niet als levensvatbaar be schouwd en wordt, als ouders geen andere wensen hebben met betrekking tot afscheid nemen of persoonlijke uitvaart, volgens de regels van de Wet Milieubeheer vervoerd naar de Ziekenhuis Afval Verbrandings In stallatie Nederland in Dordrecht. Maar de duur van een zwangerschap zegt niks over de emoties van de ouders ie de baby zo graag wilden. De ene ouder voelt misschien na tien weken al hetzelfde voor zijn ongeboren kind als de andere ouder pas na 38 weken. Daarom gaf het kabinet enkele jaren geleden ziekenhuizen het advies om ook vóór de wettelijke terpiijn van 24 weken met ouders te overleggen over wat moet ge beuren met een dode foetus. En omdat veel ouders gruwen van het idee dat hun kindje terechtkomt tussen menselijke resten uit de operatiekamers, hebben inmiddels heel wat ziekenhuizen humanere maatregelen getrof fen. Geen woord drukt uit de droefheid En niets geeft weer de pijn Aan alles wat ivij voor je wensten En dat niet zo heeft mogen zijn... Zo vertelt Margot Nierop, hoofd van het mortuarium van het Sint Antonius Zieken huis in Nieuwegein, dat overleden kindjes die in het ziekenhuis worden achtergelaten, in een 'klasje' terechtkomen. Als het klasje vol zit met 20 tot 25 kinderen, gaat het naar het crematorium Noorderveld. „Het is onze visie op leven en dood die hiertoe heeft ge leid", zegt Nierop. „Voor die hummeltjes, ze ker als alles er al op en aan zit, wil je de za ken toch goed regelen. Voor de wet bestaan die hele kleintjes nog niet, maar ouders zijn er emotioneel al heel erg bij betrokken." Nierop adviseert ouders daarom ook altijd op een of andere manier afscheid te nemen van hun kind, ook als ze het achterlaten in het ziekenhuis. Ze kunnen daarvoor terecht in een van de rouwkamers. Ze kunnen er kaarsjes branden, bloemen neerleggen en als zij dat willen, kan zelfs een foetus vanaf een week of vijftien al worden opgebaard. „Handjes, voetjes, een gezichtje zijn vaak al heel mooi af en toonbaar", zegt Nierop. „Ik had laatst contact met een vrouw die 25 jaar geleden een miskraam had gehad. Ze was hier voor haar dochter die nu hetzelfde was overkomen. Tijdens het ritueeltje voor haar kleinkind, kreeg ze voor het eerst de ge legenheid te rouwen om haar eigen baby. 'Dit was er 25 jaar geleden niet', zei ze." Ouders kunnen er voor kiezen het lijkje ook vóór de 24e zwangerschapsweek een persoonlijke uitvaart te geven. Daarna moet het. Nierop: „Vroeger trad een automatisme in werking: kind dood, kijken of er een be grafenispolis is, de eerste de beste begrafe nisondernemer bellen om de zaak netjes te laten afhandelen. Nu gaan ouders shoppen. Ze nodigen verschillende uitvaartverzorgers FOTO GPD JAAP DE BOER uit en kiezen bewust voor diegene die het beste bij hen past." Tot haar grote verdriet moet Claudia Ro denburg zich ervaringsdeskundige noemen op het gebied van kinderuitvaarten. In 1997 overleed binnen 24 uur na zijn geboorte haar zoontje Edward aan een aangeboren aan doening. Krap anderhalf jaar later gebeurde hetzelfde met zoontje Daan. Toen de wieg voor Edward leeg bleef, wa ren de ouders totaal overdonderd. De uit- vaartverzorgster legde hun een standaardlijst met mogelijkheden voor. Ze kregen de keus uit drie soorten advertenties: A, B of C en ze konden kiezen uit drie standaard houten kistjes: wit, lichtbruin of donkerbruin. Over de bekleding werd niet gesproken. Claudia Rodenburg: „Achteraf waren we er best tevreden over dat we nog allerlei dingen voor Edward hebben kunnen doen, maar we hebben niet helemaal ons gevoel kunnen volgen. Als je kind doodgaat, zit je in een roes, je leeft niet zelf, maar wordt geleefd door alles wat van buitenaf op je af komt. Het is moeilijk om echt goed naar je gevoel te luisteren en te bedenken wat je eigenlijk écht wilt." In de maanden die volgden, werd het de bedroefde moeder duidelijk dat de uitvaart veel persoonlijker ingevuld had kunnen wor den. Van lotgenoten hoorde ze over mooie zelfontworpen mandjes, zelfgekozen bekle ding in het kistje, zelfontworpen kaartjes. Ei genlijk bleek achteraf alles mogelijk wat de ouders maar voor een uitvaart kunnen wen sen. En wat ze maar wilden als aandenken: voet- of handafdrukjes, foto's, haarlokjes. Rodenburg heeft toen voor toekomstige lotgenoten een brochure geschreven waarin ze de mogelijkheden voor een persoonlijk af scheid op een rijtje zette. Van overlijdens- kaartjes en handreikingen voor opbaren en de dienst, tot adressên van uitvaartvernieu- wers en urnen-ontwerpers. „Het is van groot belang een positief gevoel over het afscheid te houden. Dat draagt bij aan de verwerking. Je moet je niet laten leiden door de beperkte keuze die sommige uitvaartondernemers bieden." Bij het schrijven van de brochure, wist Claudia Rodenburg nog niet dat ze haar op gedane kennis een jaar later zelf weer nodig zou hebben. FLORIEN VAN REES Engeltjes. Ze worden gekoesterd en in herinne ring gehouden. Ze worden begraven op het groeiend aantal kinderhofjes dat begraafplaat sen inrichten. Op hun grafsteentjes staat maar één datum, teddyberen houden de wacht. Op de urntjes met hun as staat Nijntje. Internet biedt ouders de mogelijkheid de buitenwereld te laten delen in hun verdriet. Gedeelde smart is halve smart. rWij zijn trots op ons lieve sterke meisje', is er te lezen. De pagina's met foto's waarop de onvoldragen, dode kinderen worden gekoes terd, zijn het bewijs dat het kind er echt was. Het hoort allemaal bij de hedendaagse rouw verwerking. „De maatschappij is toch al zo vlak en kil. De omgang met een doodgeboren kind zou ook hard en koud kunnen zijn", zegt Margot Nierop van het mortuarium in Nieuwegein. „Het is mooi dat mensen hun emoties over de minder mooie kanten van het leven meer toela ten. Dat houdt het leven warm en de moeite waard." De gedichtjes in dit artikel zijn afkomstig van de internetsite www.lieve-engeltjes.nl. Aan deze site zijn veel pagina's gekoppeld die over dit on derwerp gaan. Ook de brochure van Claudia Ro denburg is zo te vinden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 27