De aaibaarheid van watertorens
Zomer 2000
Varend Corso
Westland
aast op
nieuw record
Survival Spijker 20(
aan de Kagerplasei
#t Joppe
WOENSDAG 2 AUGUSTUS 2000
De organisatie van het varend
Corso Westland aast komend
weekeinde op een bezoekersre
cord tijdens de derde editie van
het evenement. Een twee kilome
ter lange stoet van 60 versierde
boten trekt zaterdag en zondag
door de Westlandse wateren.
Twee jaar geleden kwamen tussen
de 60.000 en 100.000 mensen een
kijkje nemen langs de route.
De editie van '99 was met rond de
50.000 bezoekers veel minder suc
cesvol. De botenoptocht werd vo
rige zomer geteisterd door nood
weer. Een woordvoerder van de
organisatie verwacht deze keer
prima corso-weer. „Droog en niet
te warm is ideaal voor ons. Het
strand lokt dan toch minder."
De eerste corsodag begint zater
dag rond het middaguur in Naald
wijk. De boten varen via 's-Gra-
venzande, Monster. Poeldijk, Den
Haag en Kwintsheul naar De Lier.
Op zondag voert de tocht vanaf
De Lier langs Den Hoorn. Delft en
Rijswijk naar eindpunt Waterin
gen.
Het thema van het varend corso is
deze keer Uit de kunst. De platte
veilingschuiten zijn versierd met
producten uit het Westland, zoals
groenten, fruit, bloemen en pla
ten. Andere boten worden bevolkt
door muziekgezelschappen. Er
doen ook zeilende Westlanders,
vroeger in gebruik voor vrachtver
voer, mee aan de tochten.
Voor de gelegenheid is de tuin van
Bloemenveiling Holland vanaf za
terdag deels omgetoverd in een
beeldentuin. Tot en met zondag
27 augustus zijn vijftien werken
van de kunstenaars Pim van der
Maas, Ben Hoezen en Jaap Hart
man gratis te bekijken.
Water en industrie, ze hoorden eenvou
digweg bij elkaar. Dat is nog steeds dui
delijk te zien. Al draaien veel fabrieken
van weleer al lang niet meer, de resten
ervan staan er nog steeds: aan het wa
ter. Henk Budel (69), de ex-voorzitter
van Stiel, de Stichting Industrieel Erf
goed Leiden, is wat dat betreft een ken
ner. Neem hem mee op een boottochtje
en hij brandt los.
„Veel industrie is ontstaan voordat het
wegverkeer enige betekenis had. Het
water diende als aanvoer van grondstof
fen. Of voor koeling, koelwater. En om
de rotzooi in te lozen, kwijt te raken. Zo
als de weverijen, die loosden op de
grachten. Scheltema aan de Oude Singel
bijvoorbeeld, die waste tot eind negen
tiende eeuw zijn dekens in de grachten.
Ook 's winters. De arbeiders moesten
dan een wak hakken in het ijs. Maar wa
ter is ook een obstakel, iets wat om
techniek vraagt: bruggen, sluizen, ge
malen, molens. En water is ook een
transportmiddel. Dat vraagt om havens,
kades, losmiddelen als kranen. Daarom
zijn er nog zoveel monumenten van be-
drijfstechniek."
Goed, maar dat verklaart nog niet zijn
grote liefde voor de afgetakelde indu
strie, voor de vergane glorie. „We waren
ooit op vakantie in Engeland met onze
kinderen, in de jaren zeventig. Van een
buurman kregen we een SheU-gids mee.
Daarin stond een hoofdstuk over het in
dustriële erfgoed in Engeland. Nou, het
was één groot openluchtmuseum. We
hebben er dagen doorgebracht. Zo heb
je daar de Iron Bridge uit 1770, een in
drukwekkend hoge brug van gietijzer.
Alle houten constructiedelen van hou
ten bruggen uit die tijd zijn in gietijzer
nagegoten. Prachtig. Toen is het echt
begonnen. Oude bedrijven vertellen iets
over de geschiedenis. Waar de mensen
werkten, wat ze qua architectuur mooi
vonden. Zie ze als een soort archief. Ou
de bedrijven hebben iets geheimzinnigs,
iets romantisch. Meer dan andere ge
bouwen. Geen lieflijke romantiek overi
gens. De industrie heeft welvaart ge
bracht, maar ook sociaal littekens gesla
gen."
Het oude pand van Schrama Diervoe
ders aan de Zijldijk doemt op, de voor
malige meelfabriek Zijlstroom uit 1916.
„Kijk toch eens wat mooi. Ze hebben
hun best gedaan om er wat civiele ar
chitectuur van te maken. De architect
heeft ook een beetje naar Berlage geke
ken. Die gevel drukt prestige uit. Het is
heel zorgvuldig gebouwd. Mooi com
pact."
„Ik vind het bovendien leuk om er vanaf
het water naar te kijken. Het perspectief
is anders, de gezichtshoek. Je kijkt van
uit het kikkersperspectief, alsof je op je
hurken zit. Een gebouw ziet er anders
uit op die manier. Wat ook aardig is: als
je op een boot zit heb je niet altijd de in
druk dat je zelf beweegt, het lijkt er
meer op dat zo'n monument voorbijd
rijft. En een wateiweg is ook een soort
doorsnede van het landschap. Een land
schap keert zich altijd naar de weg toe.
Een dwarsdoorsnede geeft een heel an
der beeld."
De Doesbrug, het befaamde gietijzeren
bruggetje in
Henk Budel, amateur-industrieel historicus.
eclectische villa, met van alle bouwstij
len wat. Een dikke honderd jaar oud
denk ik. De dakpannen liggen nog keu
rig in het gelid. Kijk ook eens naar de
loodsen. Wat een schitterend verval! De
oudste gebouwen stammen denk ik uit
het midden van de negentiende eeuw.
De naam van de fabriek komt ook uit
die tijd, een naam waarin het industriële
elan en de goede voornemens worden
uitgedrukt."
Op de terugweg passeert de boot Het
Kaasmerk aan de Roomburgerweg en de
watertoren aan de Hoge Rijndijk. „Die is
aan het begin van de vorige eeuw ge
bouwd. Het is een van de eerste water
torens met een constructie van gewa
pend beton. Architecture brute. De pa
nelen zijn ingevuld met baksteen. Lei
den was de vijfde gemeente in Neder
land die waterleiding nam. Er zijn nog
veel watertorens over. Torengebouwen
vallen op. Ze overleven gemakkelijker
dan puur functionele fabrieksgebou
wen. Ze zijn aaibaarder, zou'je kunnen
zeggen."
De watertoren aan de
Hoge Rijndijk. 'Archi
tecture brute'.
FOTO WIM DIJKMAN
Toch is er veel industrieel erfgoed ver
dwenen uit Leiden. „Leiden is tot in de
jaren zestig een industriestad geweest.
Toen kwam er plotseling een omslag.
De behoefte om met het verleden af te
rekenen was heel sterk. Het idee, de wil
dat allemaal te behouden is pas later ge
komen, in de loop van de jaren tachtig.
Het gevoel voor oude gebouwen, voor
hun degelijkheid, de sfeer die ze uitade
men. Maar in het begin van de jaren
tachtig is de Zoutkeet aan de Oude Vest
nog afgebroken, een van de oudste fa
brieksgebouwen van Nederland. Het is
volstrekt oneerlijk je verleden te willen
corrigeren door het af te breken. Boven
dien heeft behoud van industrieel erf
goed nog een kostenvoordeel. Je kunt
met wat inventieve architectuur ge
bruikmaken van bestaande gebouwen.
Je bespaart zo de sloopkosten."
Budel en industrieel erfgoed, hij raakt er
niet over uitgepraat.
HERMAN JOUSTRA
Mensen wonen, werken of vieren vakantie aa
water. In de rubriek Passanten aandacht
personen die een bijzondere band hebben met
Naam: mevrouw J. de Water (79)
Woonplaats: Leiden
Beroep: gepensioneerd
Gezien: aan het Utrechtse Jaagpad
U woont hier mooi.
„Ja, prach
tig hè. Ik
woon al
m'n hele
leven aan
het
Utrechtse
Jaagpad.
Ik ben ge
boren op
nummer
55, daar
had m'n
vader een
Wilde u per se in deze straat blijven wonen?
„Nee, dat was toeval. Hier woonde m 'n grootmoe
Er waren niet veel huizen te krijgen in die tijd, di
toen zij overleed trokken wij erin.
Wat betekent water voor u?
„Ik houd heel veel van het water. Wij voeren vrot
veel, zeilen op de Kaag. En m'n vader verhuurde
tuurlijk roeibootjes aan de vissers. Die lagen hier
aan de overkant bij boerderij Van Menken. Wij u
den al jong ingezet om die bootjes te gaan halen
de klanten.
Is dit het mooiste stukje Utrechtse Jaagpad?
Nouje hebt hier geen overburen en gelukkigg
woonboten voor de deur. Maar ik vind het wel ee^
rommeltje aan de overkant met die werf. Gelukki
heb je er op het laatst geen erg meer in. En het is
tig: het veroorzaakt geen lawaai. Dat kan ik strak
niet meer zeggen. Eind augustus beginnen ze hiei
met het vervangen van de walkant. Dan gaan ze
heien. Ze zijn pas in 2002 klaar.
Maar u laat zich vast niet wegjagen.
„Nee, haha, ik blijf hier zitten. Zolang als ik 't uit
houd tenminste.
TEKST JANNEKE DE JONGE
FOTO WIM DUKMAN
Survival Spijker 2000
heeft een vernieuwd par
cours. Alweer voor de
vierde keer organiseert
camping Spijkerboor in
Oud-Ade dit waterspek
takel aan en in de Kager-
plassen. De 150 deelne
mers die zich al hebben
ingeschreven krijgen za
terdag onder meer eeij
tokkelbaan, een survri
baan, een modderkusl
sengevecht en een wal
kanonloop voor de kie
zen. Het evenement b[
gint om 10.00 op het t
rein van de camping a
de Boekhorsterweg 21
Oud-Ade.
Kijk ze daar liggen, die geiten
veel luxer dan wij op ons achterbalkon
lui op hun buik in de Hollandse zon
met overal gras om fijn in te bijten
Het is niet meer net zoals het begon
met voorjaarsgedartel
en vrolijk gespartel
in die lente waarin alles kon
Maar ze liggen daar goed
op de bank, op de grond
met overal eten in 't rond
Ja ze liggen daar best
dus verbaast het te meer
dat ze mekkeren over het weer
foto: WIM DIJKMAN
tekst AAD RIETVELD