Sport Laat de mensen maar lachen Michelin gaat zich weer bemoeien met Formule 1 Het voetbalveld als wegwerpartikel ATERDAG 29 JULI 2000 RBC-doebnan Sieb Dijkstra vol vertrouwen Sieb Dijkstra, de doelman van promovendus RBC, is een man met een goede inborst. Niet kwaad te krijgen. Hij moet zelf smakelijk lachen om de opmerking, dat hij dit seizoen misschien wel de meest gepasseerde keeper ooit in de eredivisie wordt. Tegen Sieb Dijkstra kun je alles zeggen. Maar vervelende opmerkingen vergeet hij nooit. Daar put hij juist inspiratie uit. „Ik laat de mensen maar kletsen. Straks in de competitie slaan we wel terug met RBC. Ik geloof echt niet dat wij het lachertje van de eredivisie worden. Over mijn lijk, denk ik dan." door GERT VAN DIJK Sieb Dijkstra, doelman van RBC. „Ik ben niet vies van een beetje werk in het veld.' Nog dagelijks slaat de verwondering toe in de geest van de 33-jarige sluitpost van de Roosen- daalse Boys Combinatie. Hij kan het op sommi ge momenten nog steeds niet goed bevatten, dat de Brabanders via de nacompetitie plotse ling de sprong naar de eredivisie maakten. „Het is eigenlijk te gek voor woorden wat er gebeurd is. Dat onwerkelijke gevoel is nog steeds niet helemaal verdwenen. We hebben echt iets unieks met RBC gepresteerd. Dat kleine clubje uit Brabant is na 83 jaar opeens naar de eredivi sie gepromoveerd. Onvoorstelbaar, als je er goed over nadenkt." Niet alleen RBC is een debutant op het hoogste niveau. Hetzelfde geldt voor doelman Sieb Dijk stra. Nog nooit stond hij bij een club in de ere divisie onder de lat. Fysiek ook bijna onmoge lijk, omdat hij in de zomer van 1991 naar Schot land verkaste. Dijkstra stond drie jaar onder contract bij Motherwell, keepte twee jaar in En geland bij Queens Park Rangers en maakte ver volgens in Schotland nog eens bijna drie sei zoenen vol bij Dundee United. In mei '99 besloot hij samen met zijn vrouw te rug te keren naar Nederland, hoewel hij nog probleemloos een nieuw lucratief contract bij Dundee United had kunnen tekenen. „We wil den terug naar Limburg, terug naar de familie. Klaar, we hadden lang genoeg in het buitenland gezeten." Een mooi huis in het Limburgse Beek was snel gevonden. Maar een nieuwe werkgever voor de sluitpost liet veel langer op zich wachten. Tot zijn eigen verbazing kreeg Sieb Dijkstra geen enkel telefoontje van een club uit het betaald voetbal. „Ik had in Engeland een goede reputa tie als keeper opgebouwd, maar dat telde in Ne derland opeens niet meer. Iedereen was me vergeten en dat vind ik nog steeds onbegrijpe lijk. Ik moest een uitkering bij het GAK aanvra gen. Leuk is anders, kan ik iedereen verzeke ren." Sieb Dijkstra hield zijn conditie op peil bij twee plaatselijke amateurclubs. Maar in januari werd hij eindelijk van zijn werkloze status verlost door RBC. De Roosendalers waren naarstig op zoek naar een geschikte vervanger voor de Belg Belpaire, de onfortuinlijke sluitpost die vlak voor de winterstop beide benen brak. „Heel lul lig voor die jongen. Hij schijnt nu ook nog met RBC de nodige problemen over zijn contract te hebben. Maar daar sta ik uiteraard helemaal buiten. RBC had hoe dan ook een nieuwe kee per nodig. Ik was dolblij, dat de club bij mij te rechtkwam." De 1.97 lange doelman stapte in de eerste divi sie in een nieuwe wereld. In Schotland en Enge land kreeg hij als keeper in een wedstrijd geen seconde rust. Bij RBC gebeurde het wel eens, dat hij in een wedstrijd maar drie keer in actie hoefde te komen. „Dat was ik echt niet gewend. In het begin verveelde ik me gewoon in het doel. Maar dat is juist weer heel gevaarlijk. Dat gaat ten koste van de concentratie en dan kun je ook zomaar voor schut staan bij die ene ver dwaalde bal die op je afkomt. Ik heb liever veel te doen in het veld. Dan hoefje niet bang te zijn voor concentratieverlies. De omschakeling was nu wel erg groot." Maar Sieb Dijkstra beleefde uiteindelijk een prachtig half jaar bij het nietige RBC. Met als ul tieme bekroning via de nacompetitie de sprong naar de eredivisie. „Wat een feest, schitterend. We hebben echt het onmogelijke gepresteerd. Die huldiging in Roosendaal was ook indruk wekkend. We werden toegezongen door 8000 mensen. Dat is ontzettend veel, voor een kleine plaats als Roosendaal. Het waren een paar on vergetelijke dagen voor de club." Terug in de rauwe realiteit van het betaald voet bal kan Sieb Dijkstra niets anders concluderen dan dat RBC een loodzwaar seizoen tegemoet gaat in de eredivisie. Maar helemaal hopeloos is de situatie volgens de sluitpost niet. „Laat de mensen maar lachen om RBC. Ik weet zeker dat wij niks onder doen voor clubs als NEC, De Graafschap, Fortuna Sittard en NAC. We be schikken wel over een elftal dat toevallig heel aardig kan voetballen. Dat hebben veel mensen niet in de gaten en misschien kunnen we daar door nog voor een paar aardige verrassingen gaan zorgen. Maar ik zal het wel een stuk druk ker in het doel gaan krijgen, dat is een ding wat zeker is. Dat komt mooi uit. Ik ben niet vies van een beetje werk in het veld." Hoewel het huidige Formule 1- seizoen net halverwege is en de strijd om de titel nog geenszins is beslist, wordt binnen de ko ningsklasse van de autoracerij al likkebaardend vooruitgeke ken naar 2001. Dan mengt na melijk 's werelds grootste ban denfabrikant Michelin zich in de strijd om de hoogste eer. Mi chelin gaat de concurrentie aan met de huidige monopolist Bridgestone. Het lijkt voor Michelin een peu lenschil om weer banden te gaan leveren aan Formule 1- teams, tenminste, als we Pierre Dupasquier mogen geloven. „Slechts vijf van de 150 mensen binnen de sportafdeling van Michelin houden zich op dit moment bezig met de ontwik keling van banden voor deze raceklasse", laat de chef van de sportdivisie van het Franse bandenmerk weten. „De For mule 1 is maar een heel klein deel van onze organisatie." Het is echter geen onbelangrijk deel, omdat de aandacht voor geen enkele autosport zo groot is als voor de Formule 1. Ban denfabrikanten pikken daar hun aandeel free publicity van mee. Immers, op vrijwel elke foto van een raceauto staan prominent de zwarte rubbers met daarop in grote witte let ters de merknaam. Een voorwaarde is natuurlijk wel dat de auto's met de betref fende banden goede prestaties leveren. Bridgestone kan daar over meepraten. De japanners, die bijna een even groot markt aandeel hebben als Michelin, deden in 1997 hun intrede in de Formule 1, maar wisten geen enkele race te winnen. Dat jaar gingen alle zeges nog naar au to's die op Goodyears stonden. Omdat Bridgestone het een jaar later aanmerkelijk beter deed (mede omdat McLaren en Be- netton overstapten op het Ja- panse merk) en zelfs de wereld kampioen (Mika Hakkinen) le verde, besloot Goodyear in 1999 niet meer terug te keren in de Formule 1 en kreeg Bridge stone de alleenheerschappij. Die heeft dus maar twee jaar geduurd. Michelin, van 1978 tot en met 1984 ook al in de For mule 1 actief, keert terug. Het Franse bedrijf was toen goed voor 59 overwinningen (tegen over 48 voor Goodyear). „Tech nisch weten we wat we kun nen", aldus Dupasquier, die het gerucht ontkent dat zijn fabriek gekleurde banden gaat leveren. „Het enige nadeel is dat we nog niet volop kunnen testen. We doen dat nu provisorisch, met een soort Formule 1-auto en een testrijder die nog nooit in een echte Formule 1-auto gere den heeft. Pas als dit seizoen voorbij is en we officieel aan de slag kunnen, zullen de echte re sultaten komen." Bridgestone is wat dat betreft flink in het voordeel omdat het nu al zaken voor volgend jaar kan uitprobe ren tijdens officiële tests tussen de Grand Prix' in. Michelin heeft zich in ieder ge val al verzekerd van drie teams waar het aan gaat leveren: BMW Williams, Jaguar en nieuwkomer Toyota die een jaar later zijn intrede doet in de Formule 1De kans dat Benet ton daar bij komt is groot. „Dat is genoeg", aldus Dupasquier, „maar als het nodig is kunnen we meer teams beleveren." De kans dat dat gebeuren moet, is zelfs groot, want Bridgestone heeft al aangekondigd volgend jaar liever niet meer dan zes teams van banden te willen voorzien. Vier daarvan zijn al vastgelegd: Arrows flos Verstap pen), McLaren, Ferrari en Jor dan. Nu nog levert Bridgestone aan alle elf teams. Per Grote Prijs heeft het bedrijf 2400 banden bij zich, die per stuk rond de 1500 gulden kosten. Elke auto krijgt acht sets droogweerban- den en 7 sets regenbanden. Ze worden op BBS velgen gemon teerd en opgeblazen tot 3,5 bar (bij een personenauto is dat ge middeld 2 bar). Het is belang rijk dat tijdens de race die span ning gelijk blijft omdat anders de wegligging sterk vermindert. Het best functioneren de rub bers bij een bedrijfstempera- tuur van 90 graden Celsius. In totaal gebruiken de 11 teams tijdens een Formule 1-weekein de 1320 banden. Tijdens de vrije trainingen voor een Grand Prix moet een team beslissen welke rubbersamenstelling het in de training en de race wil ge bruiken. Bridgestone levert daarvoor twee soorten: de zachte en de extra zachte band. Is de keuze eenmaal bepaald, dan krijgen de teams nog zeven sets van dat type. Hoe zachter de band is, hoe be ter de grip op het asfalt en hoe sneller de slijtage. Daarom is het niet vanzelfsprekend dat ie dere coureur steeds op de zachtste band wegrijdt. Want dat betekent dat hij vaker terug moet keren naar de pits om zijn banden te laten vervangen. Dit weekeinde tijdens de Grote Prijs van Duitsland op Hocken- heim bijvoorbeeld is het aanne melijk dat de teams kiezen voor de minst zachte banden omdat het circuit weinig bochten heeft. De tijd die een extra pits stop zou kosten is dan veel gro ter dan de winst door betere grip in de bochten. Toch is de laatste jaren de trend dat de hardste band steeds zachter wordt. Het oppervlak van de banden wordt overigens gemaakt van rubber, koolstof, olie en zwavel. Per jaar sponsort Bridgestone zo n 50.000 banden aan de For mule 1waarvoor 5 miljoen kilo rubber gebruikt wordt. De ban denfabrikant gebruikt de erva ringen die het opdoet in de For mule 1 (net als veel andere le veranciers van de Formule 1 trouwens) om de consumen tenproducten beter te maken. „De kennis die we opgedaan hebben toen we in de Formule 1 stapten, begint nu, vier jaar later, terug te komen in de ban den voor personenauto's", zegt Gert Meylemans van Bridgesto ne Europa in Brussel. „Daarbij gaat het natuurlijk om de sa menstelling van het rubber, maar bijvoorbeeld ook over de constructie van de band en de manier waarop de binnenkant van de band is opgebouwd." Vandaar dat geld voor dit pro ject - naar schatting is Bridge stone 100 miljoen gulden per jaar kwijt - grotendeels ten laste komt van 't potje onderzoek en Ontwikkeling. MAARTEN DE KEVER 'Zo'n grasmat als in de Kuip ligt er nergens' er JAAP KIERS 13 Zeg niet dat ze het niet konden weten. ^Wetenschappers, TNO, en ook directeur ia Freek Rienks van de firma Queens Grass Win Drouwen. Allemaal hebben ze Ajax ge waarschuwd voor de problemen met het gras in de Arena. In het modernste stadi on van Nederland groeit geen gras, sim pelweg omdat gras licht en lucht nodig heeft. En dat is er in de Arena te weinig. „We werden niet serieus genomen. Ze zei- :c den dat er in de Verenigde Staten verge- !i' lijkbare stadions staan, waar ze geen pro- N blemen hebben. Maar Californië kim je "e natuurlijk niet vergelijken met Amster- dam", zegt directeur Freek Rienks van Queens Grass. Kan een mens arroganter zijn? Nauwelijks, zou je denken. Je kunt nu eenmaal niet straffeloos tribunes tot in de hemel bou wen en ze ook nog afdekken met een be weegbaar dak en ondertussen verwachten dat de natuur zich wel aanpast. Hoewel... Op een proefveld van TNO bij Papendal groeit inmiddels een nieuw soort gras onder een soort tent. Gras dat mis- schien in staat zal blijken zich aan te pas sen aan de bizarre omstandigheden in de Arena, waar de grasmat pogingen doet te overleven met minder dan twintig procent van het licht waarin het onder normale omstandigheden goed gedijt. Volgens Rienks zal het nog jaren duren voor die lichtarme grassoort op de markt komt, als dat al zal gebeuren. Voorlopig zullen de voetbalclubs verder moeten met het bestaande gras, een mengsel van twee i drie rassen, dat een sterke en betrouwbare ondergrond voor voetbalwedstrijden ga- I randeert. Gras dat licht, lucht, water en meststoffen nodig heeft om te groeien. Gras dat lééft, tot afgrijzen van veel clubs. Met kunstgras wordt weliswaar geëxperi menteerd, maar een tapijt van kunstvezels waarop voetbal in al zijn facetten (slidings, valpartijen, overtredingen) veilig kan wor den gespeeld is nog niet uitgevonden. En ook daarvan verwacht Rienks dat dat nog jaren zal duren. Eveneens, als het er al komt. Natuurlijk heeft men wel wat geleerd van het debacle in de Arena. De beweegbare grasmat van Vitesse in de Gelredome was in principe een goed idee. Het gras ligt heerlijk uit te rusten buiten het stadion en wordt maar eens per twee weken naar bin nen gerold voor een competitiewedstrijd. „Maar het naar binnen en buiten schuiven van het veld kost vreselijk veel geld", zegt Rienks. „Je moet je voorstellen: zo'n gras mat weegt tonnen, er is vreselijk veel ener gie voor nodig om het te verplaatsen. Dat drukt heel zwaar op de exploitatie van het Gelredome." Architect Wiel Arets had om het probleem op te lossen een ander idee. Voor de te bouwen Euroborg van FC Groningen stelde hij zich een grasmat voor die na de wed strijden omhoog gebracht wordt en als dak gaat fungeren. Rienks denkt dat het een ab solute noodzaak is voor de Euroborg om het gras in goede conditie te houden. „Maar uiteindelijk zal het bij FC Groningen ook gewoon een kwestie van exploitatie zijn. Zo'n dak kost alleen al in de construc tie miljoenen en het omhoog en omlaag brengen zal ook geld kosten. Je kunt er dan óók voor kiezen de grasmat eens in de zo veel tijd te vervangen." Want hoewel er nog steeds lacherig wordt gereageerd als Ajax weer eens een nieuwe mat nodig heeft, in de hoofdstad zelf is nie mand meer in paniek. Na zo'n twintig wis selingen van speelveld is het een routine klus geworden voor Queens Grass. „We hebben het proces volledig onder controle. Het is in twee dagen gelegd, en er kan di rect op gespeeld worden", zegt Rienks. Sleutel tot het succes was het snijden van tweemaal zo dikke zoden als voor tuinlief- hebbers worden geleverd. Zoden van vier centimeter dik, die zo'n honderd kilo per vierkante meter wegen. Zo'n nieuwe mat kost twee ton. Ajax heeft er een stuk of vier, vijf per jaar nodig. Een miljoen gulden dus voor gras, het wordt simpelweg in de ex ploitatie van het stadion meegenomen. Bij Manchester United doen ze er ook al niet moeilijk over. De rijkste club op aarde heeft net als Ajax regelmatig een nieuwe mat nodig, alleen is dat in Nederland veel minder bekend. Ook Manchester United behoort tot de vaste klantenkring van Queens Grass. Heel Europa lijkt inmiddels de weg naar Drouwen gevonden te hebben. Rienks rekent erop het veld te mogen leg gen in het nieuwe stadion van Schalke '04. „Ze willen in principe het veld inzaaien tenzij de bouw uitloopt. En een bouw loopt altijd uit." Bovendien is Rienks net terug van een za kenreis naar Griekenland waar mogelijk wel tien clubs een grasmat uit Drente am biëren. Het vervoer van de loodzware zo den per snelle koelwagen naar Griekertland zal kapitalen kosten. De Griekse clubs le ken er niet van te schrikken. En zo is een voetbalveld anno 2000 een wegwerpartikel geworden. Aan het bouwen van een stadion waar gras gewoon in groeit, lijkt niemand meer te denken. Rienks spint er garen bij, maar erkent: „Zo'n grasmat als in de Kuip ligt er ner gens. Dat blijft toch het beste." Twintig keer is de grasmat van de Arena inmiddels vervangen. „We hebben het proces volledig onder controle", zegt directeur Freek Rienks van Queens Grass. foto anp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 21