Expositie voor behoud Haagweg 4
'Ik schat dat er zeven hits op mijn cd staan'
Zilveren Veer: publieks- en juryprijs
Cultuur Kunst
Kruidig koor uit Canada
COULISSEN
Het was geen toverzand
ZATERDAG 29 JULI 2000
MUZIEK «RECENSIE
be Kooijmans, orgel. Gehoord 28/7,
Grote of St. Jeroenskerk,
Noordwijk-Binnen.
Op zijn sterfdag wordt Bach
door het British Columbia
Boys Choir slechts met een
enkel lied herdacht. Maar
Bach zou daarom niet treuren,
want wat dit koor te bieden
heeft is ontwapenend mooi.
Hij zou ze meteen in z'n jon
genskoor opnemen. En Gerald
van Wijk mag aanblijven. Met
zo'n inspirerende dirigent kan
Bach wel een dagje thuis blij
ven om eens extra aandacht te
geven aan z'n omvangrijke
muzikale kinderschaar.
De samenklank van vier
soorten jongensstemmen, so
pranen en alten (ca 10-13
jaar), tenoren en bassen (13
jaar en ouder) is roerend. De
licht nevelige klank van de so
pranen, opgenomen in de drie
andere stemmen, geeft het co-
loriet iets kruidigs. De jongens
zijn voor alles in. Vol overgave
zingen ze Monteverdis 'Chris-
te, adoramus te', de handen
losjes langs 't lijf, de kaak ont
spannen, de mondholte wijd
geopend. Maar even zo vrolijk
zingen ze een Native Spirit
Song met trom en wood
blocks, wellicht in Indianen
taal. Puur romantisch en he
mels zwoel worden ze in
Franz Biebi's Ave Maria. De
sopranen zweven de andere
stemmen tegemoet. De lage
(re) jongensstemmen mengen
zich prachtig. De vier kleuren
zweven losjes in de ruimte in
etherische harmonieën. Nog
bovenaardser weerklinkt Gou
nod. Zijn Sanctus is een plat
gewalste meezinger gewor
den, maar dit koor geeft het
nieuwe glans.
Onbetaalbaar is de Mi'kmaq
Honour Song van Lydia
Adams. De luisteraars worden
op kousevoetjes ingesloten en
gedompeld in regelrechte oer
woudgeluiden. Het zoemt, rit
selt, hipt en kraakt geheimzin
nig. Op de raarste plekken
hoor je vogelgeluiden, gesis
van slangen, de roep van een
gekko. Echt Fantastisch, inclu
sief de lol die de jongens zelf
hebben in dit natuurgebeu-
Ook in spannende, nostalgi
sche volksliedjes zijn ze op
perbest. Er wordt veel solo ge
zongen, allemaal goede, ge
schoolde stemmen met een
heel eigen timbre. Maar de
bas Peter Ramos spant de
kroon. Zonder ophef of stoer-
doenerij zet hij z'n keel open
en daar komt een dijk van een
geluid uit. Heel direct, zonder
vibratie, soepel zingt hij z'n
solo in Northwest Passage, ge
volgd door drie andere solis
ten. Van Wijk heeft zich hier
tussen de zangers geplaatst en
zingt om het hardst mee.
De Spiritual wordt ook niet
vergeten. 'You be a witness of
my Lord' gaat engelachtig
over de tong. De bassen zijn
als rotsen, de samenzang
swingt. Wat een koor!
Hier heerst geen geitenwoUen-sokkencultuur'
'Haagweg bekent kleur'.
De Leidse kunstenaars aan
de Haagweg gooien hun
eigen werk in de strijd om
behoud van Kunstcentrum
Haagweg 4. Deze tentoon
stelling geeft een overzicht
van het werk van 18 kun
stenaars die hun atelier
hebben in het voormalige
schoolgebouw uit 1892. Zij
willen met de expositie la
ten zien dat het Leidse
kunstcentrum bestaans
recht heeft.
De grond wordt heet onder de
voeten van de kunstenaars, nu
de gemeente heeft laten weten
de sloop van delen van het ge
bouw serieus in overweging te
nemen. Ook als het oude
schoolgebouw in zijn geheel
overeind blijft, is het onzeker of
de kunstenaars er kunnen blij
ven werken.
In Kunstcentrum Haagweg 4
werken veel kunstenaars die in
Leiden wonen en te boek staan
als erkend kunstenaar. De twee
voorwaarden om een atelier
ruimte van de gemeente te mo
gen huren. „Mijn vader heeft
hier nog op school gezeten,"
vertelt Marjolein van Haasteren
in de gang naar haar atelier.
Marjolein van Haasteren (links) en Maayke Schuitema: „Hier wordt keihard gewerkt." foto henkbouwman
Het oude houtbewerkingslokaal
in het voormalig schoolgebouw
aan de Haagweg 4 is het hart
van "Voor boven de bank', het
bedrijfje dat ze runt met collega
Maayke Schuitema.
Het tweetal maakt kunst in
opdracht van bedrijven en par
ticulieren. Hun werk siert on
dermeer de muren van restau
rant Scarlatti, Stadscafé Van der
Werff in Leiden en het plafond
van het theehuis in De Leidse
Hout.
Met de kunst op bestelling fi-
hun vrije werk dat
te koop is op de expositie
'Haagweg bekent kleur'. Van
Haasteren en Schuitema zijn
inititiatiefrieemsters van deze
nieuwe tentoonstelling waar
mee ze aandacht willen vragen
voor het belang van Haagweg 4.
Op de tentoonstelling zijn
van elke kunstenaar
twee werken te zien. Iedere ge
bruiker van Haagweg 4 kon
werk inleveren, mits dat op tijd
gebeurde en het er verzorgd
uitzag. Van Haasteren: „Het is
toch een produkt. Of je nou een
brood bakt of een kunstwerk
maakt, je moet het goed pre
senteren."
„We willlen met deze exposi
tie laten zien wat er zoal in dit
gebouw wordt gemaakt. Dat het
hier geen vage bedoeling is.
Hier heerst echt geen geiten
woUen-sokkencultuur." „Er
wordt hier gewoon keihard ge
werkt", vult Schuitema aan.
Als Van Haasteren en Schui
tema niet op locatie werken,
zijn ze bijna dagelijks in hun
atelier te vinden. Ze zijn zoge
heten 'delers', mensen die een
atelier huren met een andere
kunstenaar. In totaal zijn er in
het gebouw 33 ruimtes als ate
lier in gebruik. In het oude
schoolgebouw werken onge
veer honderd kunstenaars. In
het pand worden workshops
gegeven, er is een klein theater
en in het theehuis kan wat wor
den gedronken.
Het kunstenaarsduo roemt
de goede sfeer en de gezellig
heid van het pand aan de Haag
weg. Schuitema: „In het atelier
onder ons zit bijvoorbeeld ie
mand altijd te zagen of te tim
meren. Laatst was de beeldhou
wer van beneden in de tuin aan
het werk, terwijl wij daar kei
miek aan het beschilderen
ren. Dat is echt gezellig
ken."
Ook over hun werkruii
zijn ze zeer tevreden. In
prachtige ruimte valt door
grote ramen veel daglicl
Schuitema: „Wij maken
ook groot werk en dan moet
wel afstand kunnen neme^
Dat kan hier goed. En dan
nota bene nog een klein at
lier."
Maar de onzekerheid over
idylle is volgens de kunstena;
wel een groot nadeel. „Ik ben
niet de hele dag mei
maar zeker de laatste tijd is h
hier in de wandelgangen w
merkbaar. Er wordt veel over
toekomst van Haagweg 4 t
sproken", vertelt Van Haast
ren, die vurig hoopt op ei
goede afloop. „Als we weg mof
ten, staan er opeens veel ku
stenaars op straat. Die vindt
nooit allemaal een plek
ker niet met zoveel bij elka;
Dan ben ik bang dat veel ku
stenaars wegtrekken
vind ik echt een verarming vo
de stad. Dat kan toch niet. Li
den is nota bene de stad
onze eigen Rembrandt."
De expositie 'Haagweg b
kent Kleur' is te zien
met 14 augustus. De galei,
aan Haagweg 4 is op vrijdt
zaterdag en zondag gratis
opend van 13.00 tot 17.00
AMSTERDAM THEO HAKKERT
Ze bedenkt de grap zelf. „Het
zingt en draagt een bril. Dat
ben ik." Anastacia heeft twaalf
brillen. „Maar dat worden er
snel meer. Ik heb enorme zin
om te winkelen." Ze draagt een
bril vanaf de vierde klas van de
basisschool, een kleine twintig
jaar nu. „En waarom zou ik nu
ik zangeres ben er geen meer
dragen? Per slot van rekening
zijn er maar weinig zangeressen
met een bril." Interview met
een zangeres die het 'gaat ma-,
ken'.
Je zou denken dat Anastacia
haar bril als gimmick gebruikt
om op te vallen. Niets is minder
waar. Het is haar er juist alles
aan gelegen zo naturel mogelijk
over te komen. „En wel als zan
geres." Haar stem is ontegen
zeggelijk haar sterkste punt.
Eindelijk weer eens een Ameri
kaanse popster die echt zingt
en met een stem bovendien
waar ze tal van stijlen mee aan
kan. Op haar debuutalbum
'Not That Kind' is het een ko
men en gaan van genres. Van
dance tot country, van r&b tot
disco. En dat allemaal met een
van de zwartste stemmen die
ooit uit een blanke vrouwenkeel
is opgeklonken.
„In Turkije vroegen alle jour
nalisten welk familielid van mij
zwart is. Maar kijk hier: blonde
lokken, sproeten. Ik heb zwarte
vrienden, maar die zitten niet
in mijn genen."
Anastacia is haar echte naam.
Anastacia Newkirk. Ze wint snel
aan bekendheid nu haar single
'I'm outta love' de hitparades
beklimt en haar album beschei
den de Album-lijst is binnenge
slopen. Ze zingt al langer dan
ze zich kan herinneren. „Toen
mijn moeder nog naar de kerk
ging, nam ze me-mee. In het
zitje achterin zong ik dan alles
na wat zij onderweg zong. Voor
mij was zingen net zo normaal
als lopen." Ze was nog geen
tien toen ze al optrad met haar
vader, die nachtclubzanger
Toch duurde het nog behoor
lijk lang voor ze de juiste men
sen gevonden had. „Ik kreeg al
lerlei aanbiedingen, maar ik
moest mensen hebben die me
wilden hebben zoals ik was."
Ze vond ze na een optreden in
The Cut, een talentenprogram
ma op MTV America. „Ik zit nu
op hetzelfde label als Macy
Gray." Ook zo'n zangeres, wier
muziek niet in de bekende
Amerikaanse vakjes past maar
toch succesvol is. „Muziek
hoeft niet in categorieën te
worden ingedeeld. Ik denk niet
in genres. De liedjes in mijn
hoofd zijn de categorieën voor
bij. Pas als ze op band staan,
hoor ik welk genre het is gewor
den."
Sting
Ze spiegelt zich aan Sting. „Op
zijn nieuwste album vind je ook
allerlei stijlen. Het is zijn stem
die het bij elkaar houdt. Het is
zijn stem die maakt dat je zijn
cd koopt en luistert. Ik bid en
hoop dat dit met mijn cd ook
het geval is. Ik ben erg trots op
wat wij als collectief van label,
producers en ook mijn familie
voor elkaar hebben gekregen.
En met allemaal liedjes van en
naar mijn hart. Ik schat dat er
zeven hits op mijn cd staan."
Voor 'Not That Kind' trok ze
een hele batterij producers
open. „Voor elke stijl een ande
re. Mijn album volgt geen for
mule. Ook wilde ik geen beken
de namen. Huur je Babyface in,
dan krijg je een r&b-plaat van
Babyface. Het enige wat je dan
nog van anderen onderscheidt
is de stem. Nu wilde ik mijn
stem etaleren, maar dan wel in
gebed in een divers geluid en
niet in eenheidsworst." De be
kendste producers zijn Ric Wa
ke, die voor Mariah Carey en
Celine Dion werkte, en Carl
Sturken en Evan Rogers, de
mensen achter N'Sync.
Ze wilde dat in elke track op
het album haar stem naturel
zou klinken. Geen filters, geen
galm, niks. „Dat was mijn
grootste gevecht: hoe overtuig
ik iedereen ervan dat ik in de
eerste en laatste plaats zangeres
ben?" Hoeveel haar daar aan
gelegen is, blijkt ook uit twee
anekdotes die ze en passant
vertelt.
Op promotietournee in Tur
kije werd ze geacht playback te
De theaters zijn op slot,
spelers en publiek met
vakantie. Na afloop van
een theaterseizoen
resteren alleen nog
beelden. Kleding, decor,
licht, rekwisieten...
Merkwaardig genoeg zijn
het niet zo zeer de
teksten of de inhoud of
de acteerprestaties die
beklijven. Slechts
beelden, al dan niet vaag
of juist helder, blijven op
ons netvlies achter.
Daarom de komende
weken in deze
zomerrubriek 'De
Coulissen' aandacht voor
theatrale vormgeving.
Vandaag deel 1:
Toverzand.
Na afloop van een voorstelling
staan we bij de garderobe te
dringen om onze jas weer af te
halen. Iedere theaterbezoeker
zou eens moeten meemaken
wat er op dat moment achter
de schermen gebeurt. Na het
slotapplaus gaan op toneel de
kille werklichten aan. Felle tl-
lampen beschijnen de
speelvloer: de decors worden
afgebroken en afgevoerd naar
de vrachtwagen van het
gezelschap dat die avond heeft
opgetreden. De betovering is-
definitief doorbroken. Het
stemt een beetje triest. Maar
tegelijkertijd is het ook
intrigerend om te beseffen hoe
broos en stevig tegelijk de
theaterillusie in feite is.
Bij professioneel uitgebrachte
blijspelen bijvoorbeeld krijgen
we vaak een realistisch
vormgegeven appartement
voorgeschoteld. Het ziet er
optimaal herkenbaar uit. Als
zich tijdens de voorstelling
bezoek aankondigt, zien we
één van de personages de gang
inlopen om de voordeur te
openen. Die voordeur bestaat
alleen in onze verbeelding, en
de gang is trouwens ook
grotendeels nep. Dat weten we
allemaal.
En toch heeft het iets raars,
wanneer je achter de
schermen met je eigen ogen
kunt vaststellen dat die
zogenaamde gang plotseling in
het niets eindigt. Sterker nog,
het hele appartement blijkt uit
provisorische schotten te
bestaan. Het is een theaterwet
waaraan we met zijn allen al
eeuwenlang gehoorzamen. Het
speelt bij producties met een
heel abstracte vormgeving
evenzeer als bij toneelstukken
in een realistisch decor.
Voor de duur van de
voorstelling geloven we
eenvoudig in de illusie van
inhoud en vorm. Ook al heeft
bijvoorbeeld theatervormgever
en auteur Bertolt Brecht
getracht deze illusie in theorie
en praktijk te verstoren. En ook
al hebben heel wat
theatermakers in de afgelopen
jaren deze illusie bewust willen
doorbreken.
Als theaterbezoekers nemen
we maar al te graag aan dat die
voordeur er echt is - zelfs tegen
beter weten in. Zulke wetten
leren we al op heel jonge
leeftijd. Zo was ik jaren
geleden bij een
kindervoorstelling, waarin het
onder meer ging over
toverzand. Vóór mij zat een
klein kereltje dat tijdens de
pauze eens poolshoogte op het
podium ging nemen.
Ongevraagd meldde hij mij dat
het geen toverzand was.
Toen ik niet snel te overtuigen
leek, rende hij wederom de
speelvloer op om voor mij wat
zand te halen. „Kijk maar",
riep hij triomfantelijk, „het is
maar gewoon zand." Ik kon
zijn gelijk slechts beamen. Na
de pauze ging het stuk verder.
archieffoto
En ondanks onze
ontnuchterende constatering
over de status van het huis-
tuin-en-keukenzand,
geloofden we beiden toch weei
vast en zeker in de kracht van
het toverzand.
zingen in een televisieshow. „Ik
stond erop dat ik daarnaast ook
een stuk live a capella mocht
zingen. De kijkers moesten niet
de indruk krijgen dat ik de zo
veelste, inwisselbare discozan
geres was."
Hetzelfde laken een pak bij
haar recente bezoek aan Am
sterdam. 's Avonds na het diner
werd er gezongen. „De andere
eters dachten dat één van de
meisjes uit mijn koor zong.
Toen hebben we maar een kort
optreden gedaan."
feestbeest
Anastacia wordt nu in hoog
tempo van continent naar con
tinent gesleept. „Het gaat we
reldwijd zo hard dat we de Ver
enigde Staten noodgedwongen
even op een lager pitje hebben
moeten zetten." Het is een le
ven dat haar bevalt. „Ik leef so
ber. Ik ben sowieso geen feest
beest. Daardoor ben ik een
beetje eenzaam, maar dat hoort
erbij. Ik zing te veel en te 'groot'
om me feestjes te kunnen per
mitteren. De hele avond te hard
praten, is funest."
Een bril als accessoire en ver
der niets dan haar stem, dat is
Anastacia. „Ik hoor Britney
Spears klagen over het sexy
imago dat haar managers haar
opdringen. Maar daar ben je
toch zelf bij? Bovendien geloof
ik geen barst van wat ze zegt.
Als je Britney ziet rondhuppe
len in die video's van haar, lijkt
het er bepaald niet op dat ze
zich ongemakkelijk voelt in die
kledij."
LEIDEN/REGIO
Wie doen er mee in de
race om de Zilveren
Veer, de jaarlijkse cul
tuurprijs voor Leiden
en wijde omgeving?
Kent u mensen of orga
nisaties die zich op cul
tureel gebied hebben
onderscheiden, dan
heeft u tot 15 augustus
de tijd om hen aan te
melden met onder
staande bon. Op basis
van de inzendingen
neemt de jury van de
Zilveren Veer in sep
tember een besluit over
de definitieve lijst van
genomineerden.
een initiatief van Nuon,
VSB Fonds, MVKK
Kommunikatie BV en
het Leidsch Dagblad,
krijgen zowel het pu
bliek als de jury stem
recht. Door middel van
een genummerd stern-
formulier kunt u uw
voorkeur uitspreken
Zoveel
/oor de
genomineerden bin
nenkomen van regioge
noten, zoveel stemmen
krijgt ook de de jury. De
stemmen van de juryle
den worden opgeteld
bij de stemmen van de
inzenders. Zo is de Zil
veren Veer tegelijkertijd
een publieks- én jury-
prijs.
Tijdens een groot ga
lafeest dat in novemb
wordt gehouden
duidelijk worden
uiteindelijk de Zilver
Veer krijgt opgespe
En het prijzengeld v
6500 gulden h
vangst neemt, boven
de duizend gulden
oorkonde die alle gen
mineerden sowie
krijgen.
AANMELDING
GEGEVENS VAN UW
KANDIDAAT VOOR DE
ZILVEREN VEER 2000
Naam persoon of gezelschap:
Omschrijf zo volledig mogelijk met welke
activiteit uw kandidaat zich onderscheidt op
cultureel gebied en welke speciale betekenis
uw kandidaat heeft voor de regio.
Uw gegevens
Naam:
Woonplaats:
Telefoonnummer:
Stuur deze bon naar:
Leidsch Dagblad,
Zilveren Veer,
Antwoordnummer 10050,
2300 VB Leiden.
(Een postzegel is niet nodig.)