Petgaten, legakkers en riet Zomer 2000 Hoe diep is het meer? De klomp van de brugwachter brengt leven in de brouwerij JONDERDAG 27 JULI 2000 loe diep is het Valkenburgse Meer? Zestig meter", zegt de ene visser met et hoedje resoluut. „Welnee, joh, op ommige plaatsen wel tachtig meter", reet zijn maat onder de enorme para- lu het beter. „Waarom denk je dat de noekbaars het zo goed doet hier? jist, omdat het hier zo ongelooflijk iep is." Iet moge duidelijk zijn: als het gaat m het Valkenburgse Meer, en dan iet name over de diepte ervan, kent et visserslatijn zijn beperkingen weer ens niet. Over de zandwinningspias oen de wildste geruchten de ronde, loog tijd om de kenners eens te ho- n en de waarheid boven water te rijgen. Dertig meter. Daar gaan we voor", egt Kees Meijer van het Hoogheem- aadschap van Rijnland. Het klinkt bij onder stellig uit zijn mond, maar de roordvoerder moet eerlijk bekennen at hij het niet helemaal zeker weet. Iet is een gewogen schatting, maakt ij duidelijk. „Dat kun je doen op rond van de oppervlafoe van het ïeer en de vergunning voor de hoe- eelheid zand die mag worden afge- raven." liemand bij het Hoogheemraadschap eeft ooit de moeite genomen de xacte diepte te meten, terwijl mede werkers wél om de zoveel tijd mon- ters nemen van het water. Een keer en dieptemeter meenemen is eigen- jk helemaal geen gek idee, vindt leijer. Hij zal eens een balletje op werpen, zegt hij nog. „Maar als je het cht zeker wilt weten, moet je bij de rovincie zijn. Die geeft de vergunning oor zandwinning af." laar ook de provincie moet raden aar de juiste diepte, zegt Sieb de öng. Hij was negen jaar hoofd van het ureau bodembescherming, voor hij en andere functie op het provincie- uis aanvaardde. Dat bureau geeft de andwinvergunningen af. „De vraag eantwoorden lijkt makkelijker dan et is. Het zou me zeer verbazen als et dieper is dan veertig meter. Een ormale zandwinplas heeft een diepte an twintig tot veertig meter, 't Joppe i Warmond is zo'n dertig meter diep. )at zal hier zo'n beetje hetzelfde zijn. laar eigenlijk willen we dat niet. ^ant wat heb je aan die diepe meren? ife zijn juist bezig met plassen minder iep maken. Dat is veel waardevoller oor de ecologie. Als de bodem zo iep ligt, is er geen licht en is het leven arm. Flauwe oevers en ondiepe me en is goed voor de natuur." Mensen wonen, werken of vie water. In de rubriek Pass. personen die een bijzondere bant Naam: Joel Kaltenecker Woonplaats: Alphen aan den Rijn Beroep: badmeester Gezien: op het Zegerstrand in Alphen U Lijkt al eeuwenlang badmeester, weet u nooit van ophouden? Overal waar ik kom, word ik aangesproken en zeg gen ouders tegen hun kinderen: 'die meneer heeft mama leren zwemmen'. Wat wil je, na veertig jaar zwemonderwijs. Officieel ben ik uitgewerkt, maar het is nog steeds mijn hobby. Werktijden zeggen mij niets. Elke morgen, ook als het regent en onweert, vind je mij hierom kwart over zeven. Mensen ver klaren me voor gek, maar ik vind het heerlijk; die stilte en het uitzicht over de plas. Stilte? Uitzicht? Met een teleskibaan voor de deur? „Ja dat is wel jammer, want het restaurant van Wet 'n Wild deelt mijn strand precies in tweeën. Mijn zicht op het achterste deel is dus flink afgenomen, maar gelukkig heb ik goed getrainde ogen. Het wa terskiën is trouwens als recreatiemogelijkheid een aanwinst mor de Zegerplas. Wel eens iemand uit het water moeten redden? „Nee, even afkloppen. Dat komt denk ik door de er varing. Als ik zit te praten, kijk ik voortdurend over het water. Ook nu, terwijl er geen kip op het strand is. Dat is een automatisme, waardoor ik gevaar al zie aankomen. Bijvoorbeeld wanneer moeder ver diept is in de Libelle en zoonlief tot zijn knietjes in het water staat. Die hele kleintjes kunnen zelf niet overeind komen als ze vallen. Dus ik sta er al bij, voordat er iets gebeurt. Neemt u zelf nog vaak een duik? „Nee, een bakker eet nooit zijn eigen brood, zeg ik altijd maar. Trouwens, ik zou de hele dag maar nat en koud blijven." Noordwijk Misschien komt hij nog een keer Die zomer van 2000 Maar met 17 "C Is het niet echt Noordwijkweer Het grote verlangen verzuipt in een bui Kans op regen: 67% We raken er intussen aan gewend Maar stiekem dragen wij niets Onder onze dikke zomertrui Het is een uitstervend fe nomeen in deze tijd, waarin bruggen het liefst met z'n tienen tegelijk vanuit centrales worden bediend: de klomp. Slechts op enkele plaat sen in de regio doet dit oer-Hollandse attribuut nog dienst. Niet als schoeisel, wel te verstaan, maar bungelend aan een hengel vanuit een brug wachtershuisje - als vriendelijke uitnodiging aan de passerende schip pers om wat bij te dragen aan het levensonderhoud van de man of vrouw die de brug bedient. De Doesbrug bij Hoog- made is een van die zeld zame plaatsen waar de klomp in deze vorm nog in ere wordt gehouden. Al wil brugwachter Dick van der Krogt er aanvankelijk ook weer niet al te veel over kwijt. „De gemeente weet er uiteraard van. Maar niet iedereen is er even happig op, zal ik maar zeggen. Bij een van de bruggen in Leiderdorp bijvoorbeeld mag het niet meer. Dat was ook een beetje zijn eigen fout. Als mensen niet betaalden, ging hij schelden. Dat moet je nooit doen. Je mag wel van alles denken, maar schelden... nee." Maar eenmaal uitwei dend over zijn vak, keert Ban der Krogt met toch iets meer enthousiasme terug op 'de klomp'. „Ach, het is een mooie traditie. Waar het van daan komt? Geen idee, maar het is er al van oudsher." En inmiddels zijn er steeds minder plaatsen waar het ge beurt. „Bij de Drecht is het er nog. En in Rijnsa- terwoude. Maar verder niet zo veel meer." Rijk verwacht Van der Krogt niet te worden van zijn gehengel. „Ach, wat komt hier nou dagelijks langs? Dat valt wel mee. Als het mooi weer is, dan gaat het wel. Maar is het slecht, dan zie je hier niet veel volk. En in de winter is het helemaal een uitge storven boel. Dan zitten we hier ook niet vaak, hoor. Een paar uur per dag. Wat eigenlijk nog best veel is, want er ko men in die tijd misschien twee boten per week langs." Wat dat betreft brengt de klomp nog wat leven in de brouwerij. „Zeg nou zelf, zonder zoiets is het hier toch een dooie boel? Nu is er nog wat bij de brug te beleven. Vooral kinderen vinden het trou wens leuk om er wat in te doen." De inkomsten per klant verschillen nogal. Een paar gulden soms, als het meezit. „Of wat snoep of koek, een rolletje drop of pepermunt. Maar er zijn ook van die grappenma kers die er een paar bier- doppen indoen." Drank maakt trouwens ook hier meer kapot dan iedereen lief is - als Van der Krogt niet oppast tenminste. „Een tijdje geleden kwa men een paar gasten met een flink borreltje op in een hoog tempo voorbij varen. Die zagen die hele klomp dus niet. Ik kon de hengel nog net op tijd wegtrekken. Anders had ik een van die jongens ge heid knock-out gesla gen." WIM WEGMAN Kanoën op de Nieuwkoopse Plassen Een kleine plas met naar alle kanten een grillige kustlijn. On duidelijk waar er straks ergens een doorgang zal zijn. Mis schien wel de helft van het wa ter wordt bedekt door eilanden van bloeiende witte waterlelies. Alleen de beschoeiing van ge vlochten wilgentenen verraadt de aanwezigheid van mensen. Okee, én de ronkende motor boot even verderop en de laag overvliegende vliegtuigen die zojuist van Schiphol zijn opge stegen. De Nieuwkoopse Plassen. Voor wie van kanoën houdt, is er in Nederland bijna niks mooiers te vinden dan het krekengebied dat ingeklemd ligt tussen de ei genlijke plassen en het langge rekte dorp De Meije even ver derop naar het zuiden. Zo moet de Hollandse rivierendelta er oorspronkelijk hebben uitge zien, met moerasbossen en ein deloze rietvelden, doorsneden door kronkelende sloten. In werkelijkheid zijn de Nieuw koopse plassen natuurlijk alles behalve een geschenk van moe der natuur. Het gebied kon uit sluitend ontstaan door intensief menselijk ingrijpen. In voorbije eeuwen baggerden mensen bre de geulen - de zogeheten petga ten - uit voor de winning van turf. De bagger werd op lange stroken land - de legakkers - te drogen gelegd om uiteindelijk in de winter in de Nederlandse ka chel te verdwijnen. De uitgestrekte rietvelden zijn al nqt zo onnatuurlijk. Alleen doordat die ieder jaar opnieuw worden gemaaid, blijft het ge bied in zijn huidige vorm be staan. Het Nieuwkoopse riet wordt ook nu nog jaarlijks ge oogst voor dakbedekking. Over de plas en door de rietvel den zijn verschillende beweg- wijzerde kanoroutes uitgezet. Ik volg vandaag de rode route, een 8,5 kilometer lange tocht met start en finsh bij de katholieke kerk in Noorden. De kanover huurder verkoopte routekaartjes en die blijken al gauw geen overbodige luxe te zijn. Al na twee bordjes ben ik het spoor bijster: 1001 mogelijkheden om naar toe te varen en in de verste verte geen bordje te zien. Geluk kig biedt het kaartje uitkomst. Het is op deze eerste mooie zondag sinds het begin van de zomervakantie vrij druk. Dat wil zeggen: op de doorgaande vaar ten ben je bijna nooit alleen, en zelfs in de smalle slootjes die al leen voor kano's zijn openge steld kom je ieder half uur wel een of meer andere kanoërs te gen. Op een afgelegen aanleg plaats ligt een handvol motor jachten afgemeerd. De inzitten den zitten stuk voor stuk te vis sen. Een grote groep sportieve- lingen die kris-kras door het ge bied vaart, komt tot drie maal toe vriendelijk groetend voorbij. Het grote voordeel van een ka notocht door de Nieuwkoopse plassen is dat je op plekken komt waar motorboten niet zijn toegestaan en waar sowieso met een ander vervoermiddel niet te komen is. Sommige sloten zijn zo smal dat zelfs mijn kano af en toe te groot lijkt te worden. Een sloot die volgens de kaart toch echt doorloopt, wordt smaller en smaller totdat de vrije door vaart uiteindelijk niet meer dan een meter bedraagt. Ze belaze ren de boel! Deze sloot loopt dood. In de smalle sloot tussen het riet is het absoluut windstil. Op het vlakke water rennen schrijver tjes heen en weer, terwijl enor me libellen de weg naar de uit gang wijzen. Een waterratje snelt voorbij en duikt weg. Ja, ook voor deze beestjes is dit na tuurlijk een paradijsje. Een volledig afgesloten deel van het krekengebied is volgens de routebeschrijving het broedge bied van Neerlandse grootste populatie purperreigers. Met een beetje geluk moet het mo gelijk zijn om de vogel in ieder geval over te zien vliegen. Maar de purperreiger doet zijn repu tatie van zeldzame, schuwe vo gel eer aan en houdt zich angst vallig verscholen. Meer geluk heb ik met een an dere 'attractie'. De wilde orchi dee kan zich moeilijk schuil houden en toont precies op de plek waar zij volgens de be schrijving het meest moet voor komen haar schoonheid. Prach tig getekende, kleine lila bloem pjes groeien zomaar tussen de varens en het riet, de lisdoddes en de wilde wingerd. Wanneer plots de smalle sloot jes overgaan in de grote plas, blijkt dat de wind vandaag toch een stuk sterker is dan het zich in de beschutting van het riet liet aanvoelen. Met een forse te genwind op het golvende water lijkt de kerktoren van Noorden ineens wel erg vel weg. Zo dreigt 'een middagje kanoën voor de baas' toch nog op werken te gaan lijken. RUUD SEP De Nieuwkoopse Plassen. Voor wie van kanoën houdt, is er in Nederland bijna niks mooiers te vinden dan het krekengebied dat ingeklemd ligt tus sen de eigenlijke plassen en het langgerekte dorp De Meije. foto dick hogev/oning Die bruine kop met dat witte haar, zo kent ieder een Joel Kaltenecker. Is die kleur nog wel eens weg? „Ik ben nu eigenlijk vrij blank, hoor. Maar nee dus. Ik pik in maart de eerste zonnestralen in mijn va kantieoord Mallorca en vervolgens zit ik hier de hele zomer. Dan gaat het hard, hè?" Hoe lang nog? „Ik weet nog niet wanneer ik stop. Per jaar bekijk ik of ik verder ga. Maar het is zo klaar als een klontje: als ik vertrek, is het hier af gelopen met het mooie strand. Want wie is er nog zo gek om hier dag en nacht te gaan werken? Zon der toezicht vervuilt het hier, slingeren de fietsen op het gras, lopen de honden en paarden los over het strand. Nu hebben we die overlast niet, want jong en oud gedragen zich voorbeeldig. Dat heeft te ma ken met hoe je mensen aanspreekt als ze bijvoor beeld hun afval laten liggen. En ik heb natuurlijk overwicht. Bijna alle Alpheuse volwassenen hebben van mij zwemles gehad.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 13