Warmtebobbels op de oceaan Aarbol is net een bromtol De koning van het hooiland In Natura Saaie bruine dwerg wordt 'brullende muis' WOENSDAG 26 JULI 2000 Iedereen heeft het over de korenwolf. Als je niet beter wist zou je denken dat een korenwolf een afschuwelijk monster is, dat boerinnen het graan in sleurt. We kennen de korenwolf echter als een leuk, lief dier, dat eigenlijk hamster heet. Waarom het beestje zo'n angstaanjagende naam heeft gekregen mag Joost weten. Er zal wel een oude geschiedenis achter zitten. Maar waarom die oude naam weer uit het stof is gehaald is duide lijk. Het is namelijk een indrukwekkende naam die beter past bij een wapen in de strijd dan 'hamster'. Want dat is ons Lim burgse beestje geworden: een wapen in de strijd om natuurbe houd. In Limburg is hij de inzet in het gevecht tegen de verste delijking, hetgeen inmiddels zoveel publiciteit heeft gekregen dat de hamster een nationaal symbool is geworden. Wat de panda voor de wereld is, is de korenwolf voor Nederland. Succes roept het verlangen op naar meer succes. Elders in het land wordt een nieuw wapen in de strijd geworpen: de kwar telkoning. Wie dit dier kent, weet veel van de natuur af. Met andere woorden: bijna niemand kent de kwartelkoning. Maar dat zal snel veranderen, want hij duikt ineens overal op. 'Het gaat goed met de kwartelkoning', hoor je van alle kanten. Dus moeten we vanaf nu extra voorzichtig zijn met gras- en hooi landen: er kan wel eens een kwartelkoning in zitten! Met kwartels heeft de kwartelkoning niets van doen. Zijn naam is dus volledig uit de lucht gegrepen. De vogel wordt tot de rallen gerekend en is verwant met bijvoorbeeld het water hoentje. Geen wonder dat hij van vochtige plekken houdt, zo als drassige weilanden, hooilanden en akkers waarop voeder gewassen worden verbouwd. Daar leidt hij een verborgen be staan. Hij verstaat de kunst van het ene moment op het ande re spoorloos te verdwijnen in de begroeiing. Er moet heel wat gebeuren, wil hij op de vleugels gaan. Misschien schaamt hij zich wel voor zijn vliegkunst, want veel brengt hij daar niet van terecht. De vlucht is fladderend en krachteloos, waarbij de po ten er maar een beetje lummelig bijhangen. Bovendien vliegt de kwartelkoning overal tegenaan. Hij blijft liever op de bo dem en zelfs lopend drukt hij er zijn lichaam zo dicht mogelijk tegenaan. Zien doe je hem dus bijna niet, maar horen wel. Zowel 's nachts als overdag roept hij aan één stuk door: 'rerp-rerp'. De wetenschappelijke naam Crex crex is een nabootsing van deze opvallende, ver dragende dubbele kreet. Alleen in de broedtijd laat hij zich niet zo gelden. Hij broedt op de grond en het is natuurlijk niet verstandig om iedereen te laten weten waar het nest is. Dat nest is overigens niet meer dan een matrasje van droog gras. Het kwartelkoninginnetje legt er een stuk of tien eieren in, die na twee drie weken uitkomen. Het is duidelijk dat het broedsel alleen slaagt als er niet wordt gemaaid. In het moderne maaien ligt dan ook de reden van de zeldzaamheid van de kwartelkoning. Hij is hoofdzakelijk ver dwenen ten gevolge van het mechanische maaien, naast de in tensivering van de landbouw en de ontwatering van het bui tengebied. Alleen in het Gelderse rivierengebied komt nog een noemenswaardig aantal kwartelkoningen voor. Vroeger was zijn roep echter overal op het platteland een bekend geluid. Toen werden de hooilanden nog met de zeis gemaaid en bo vendien later in het jaar dan nu. Hierdoor kon de kwartelko ning rustig zijn jongen grootbrengen in het hoge gras. Iets van een omslag begint zich echter af te tekenen. De na tuurorganisaties hebben zo lang en zo hard op de trom gesla gen, dat zelfs de allerdoofste onder ons signalen is gaan op vangen. Veel hooilanden worden later gemaaid, terwijl de nes ten van de weidevogels worden gemarkeerd. Dat dergelijke ac ties succes hebben, wordt bewezen door de terugkomst van de kwartelkoning. Op verschillende plaatsen, onder meer in Drente, is hij waargenomen. Die plekken worden ogenblikke lijk in bescherming genomen. Hetzelfde gebeurt met hooilan den waar de kwartelkoning zou kunnen voorkomen. Als het aan de natuurorganisaties ligt, zijn dat alle hooilanden in Ne derland. Zo is de kwartelkoning een wapen in de strijd gewor den. Het is een voortreffelijk gevechtsplan. Welk dier komt nu in aanmerking om te worden ingezet? Theo Schildkamp REDACTIE RIEN POLDERMAN 023-5 Aantal Angulhasringen wijst op verandering van het klimaat Het onderzoeksschip Pelagia van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee deed een 'rondje Afrika'. Het schip van het op Texel gevestigde onderzoeksinstituut vaart meestal op de Noordzee rond en voor de rest van de tijd ook elders in de wereld. Andere in stituten kunnen er dan ook gebruik van maken. Zo stap ten er voor verscheidene tra jecten van het 'rondje Afrika', waaraan de Pelagia zo'n half jaar geleden begon, 160 we tenschappers uit dertien lan den aan boord, allemaal om hun eigen kleine en grotere projecten uit te voeren (van het effect van giftige scheeps verf op de bodemdieren tot het herstelvermogen van diep zeekoralen). Het voornaamste doel van de reis was echter on derzoek naar de zeestromin gen, in het kader van een gro ter internationaal onderzoek naar veranderingen in het kli maat. Nauwelijks terug van het 'rond je Afrika', dat vijf maanden duurde, stuitten de weten schappers van het Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee op wat dr. Herman Ridde- rinkhof eenvoudig een nieuwtje noemt: Water van niet meer dan vier a vijf graden, bijna ze ker afkomstig uit het verre noorden van de Atlantische Oceaan, bleek zich op tweeën halve kilometer diepte helemaal voor de oostkust van Afrika te bevinden. Eén en ander bleek uit nadere analyse v.an de me tingen die daar, tussen Mozam bique en het eiland Madagas car, waren verricht. Hoe het koude Noord-Atlanti sche water zich verder onderin de Straat van Mozambique ver spreidt, zal vervolgonderzoek moeten uitwijzen. De vraag is interessant, omdat de metingen meer inzicht moeten geven in de rol die de oceaanstromingen spelen in het ontstaan van het wereldklimaat. Veel is daarover al bekend, maar dat de koud- waterstroom juist in de zee tus sen het Afrikaanse vasteland en Een stroommeter, met anker, in rustig water. Madagascar werd gevonden, is opmerkelijk: de Straat van Mo zambique is op de zeekaarten nog steeds een witte vlek, en als zodanig ook ongeveer de laat ste. De stromingen ter plaatse waren nog nooit op een moder ne manier gemeten. In de 'lopende band' conveyor belt', zeggen de oceanografen), die aan de oppervlakte van de oceanen warm water afvoert naar de gematigde streken, spe len wervelstromingen rond Zuid-Afrika een belangrijke rol. Deze zogenoemde Angulhas ringen zijn rondtollende stro mingen met een doorsnede van drie- tot vierhonderd kilometer. De ringen ontstaan ter hoogte van Kaap de Goede Hoop, wan neer de Agulhasstroom uit de Indische Oceaan in een lus om Antarctica heen terugkeert in de Indische Oceaan. Die lus wil van tijd tot tijd door andere be wegingen van de oceaan wel eens worden afgesneden. Dat gebeurt vijf tot zes keer per jaar. Het achtergebleven stuk van de stroom maakt een rondgaande beweging, en dan heb je een stukje snel draaiende Indische FOTO CPD Oceaan in Atlantisch water dat zelf bijna stilstaat. Doordat het water uit de Indische Oceaan in zulke wervelstromingen war mer is dan het Atlantische wa ter eromheen, zijn ze lichtelijk uitgezet en steken ze daar als bobbels van wel zestig tot ze ventig centimeter hoog boven uit. Dat laatste kon met behulp van satellietmetingen worden vastgesteld. Aangedreven door de wind door dichtheidsverschillen (warm water is lichter dan 1 water, zout water zwaarder zoet water), stroomt dit wal aan de oppervlakte naar he noorden van de Atlantisch! Oceaan om daar naar de di te zinken en over de boden rug naar het zuiden te stroi Dat er zo'n sterke en gecon treerde stroming van Atlan water op grote diepte tegen oostkust van Afrika werd a< getroffen, was nieuw voor oceanografie. Op zijn weg naar Groenlan IJsland neemt de 'lopende band' in het Caribisch gebi grote hoeveelheden warmt Om vervolgens als Golfstroi1 in Noordwest-Europa voor zacht klimaat te zorgen. Ge deld duurt een heel rondje aanstromingen tussen de v honderd tot duizend jaar. De stromingsmetingen van Pelagia, die op gezette tijde herhaald zullen worden, rn ten uitmaken of waar is wa nu toe met computermode is uitgerekend. Die wijzen i dat er een verband is tusse aantal Agulhas-ringen en h klimaat in onze omgeving, zouden minder ringen resi ren in een zwakkere Golfst en dus kouder weer in Noo west-Europa. Om deze veronderstelling t kunnen testen moet er ook het verleden worden gekek Dat kan door op de zeebot 6 de ouderdom te meten v lagen gestorven plankton c met Agulhas-ringen werd a gevoerd uit de Indische Oc aan. Zo zouden er in de ijst toen de Golfstroom heel ai liep, wel eens minder of ze helemaal géén Agulhas-rin geweest kunnen zijn. Een andering in het aantal ring zou dan een aanwijzing ku zijn dat het klimaat aan he anderen is. Raadsel van Chandlers Wiebel na 109 jaar opgelost Een geofysicus van NASA's Iet Propulsion Laboratory (JPL) in Pasadena, Californië, heeft langs wiskundige weg een al 109 jaar bestaand raadsel weten op te lossen. Eindelijk is achter haald wat de oorzaak is van die vreemde 'wiebelingen' die onze aardbol vertoont. Die oorzaak ligt diep in onze wereldzeeën verborgen. De JPL-wetenschapper in kwes tie, Richard Gross, maakt de oplossing van wat al 109 jaar bekend staat als het 'Raadsel van Chandler' of 'Chandler's Wiebel', bekend in het weten schappelijke tijdschrift Geophy sical Research Letters dat op 1 augustus verschijnt. ,,In 1891," legt Gross uit,ont dekte de Amerikaanse astro noom Seth Carlo Chandler dat de aardas, behalve de al beken de periodieke wiebelbewegin- gen, zoals de precessie en de nutatie, nog een bepaalde wie bel beschrijft. Hij leidde dat af uit heel precieze sterrenkundi ge observaties. Chandler kon toen nog niet precies vaststel len hoe groot de afwijking was van wat al spoedig bekend werd als Chandler's Wobble (=Wie- bel). Sinds een aantal jaren we ten we dat het gaat om een pe riodieke afwijking, die bij onze polen ruim zeven meter be draagt." Elke Chandler's Wiebel voltrekt zich in 433 dagen, oftewel 1,19 jaar. Ruim een eeuw lang kon men niet verklaren wat daarvan de oorzaak was. „Men had des tijds gewoon onvoldoende cij fers en beeldmateriaal. Maar ik kon dankbaar gebruik maken van de vele meetgegevens die gedurende de periode 1985- 1995 door tal van onderzoekers van Chandler's Wiebel werden verkregen," zegt Gross. ,,En daarnaast beschikte ik over de nog veel grotere hoeveelheid gegevens die de laatste tiental len jaren van zeeën en oceanen werd verkregen." „Met al deze meetgegevens was ik in staat aan te tonen dat er een steeds wisselende druk op zee- en oceaanbodems wordt uitgeoefend en, vooral, dat daarmee Chandler's Wiebel verklaard kon worden," zegt Gross. „De drukverschillen worden voornamelijk veroor zaakt door temperatuurwisse lingen tussen immens grote, diep gelegen waterlagen onder ling en fluctuaties in het zout gehalte. Een bescheiden rol daarbij blijkt te worden ge speeld door dé atmosferische druk boven het zee- en oceaan water. Dat is voornamelijk be palend voor oppervlaktestro mingen, maar die zijn nauwe lijks van invloed op de wissel werking tussen diep water en de bodem." In zekere zin is het fenomeen rond Chandler's Wiebel te ver gelijken met de trillende bewe ging ('wiebeling') van een rote rende (brom)tol. De wiebelin gen worden veroorzaakt door niet gelijkmatige materiaalver deling in het lichaam van de tol. Bij onze aarde is dat nèt zo. Wij hebben hier èn water èn De oceanograaf Richard Gross van het Jet Propulsion Laboratory van de NASA, heeft met behulp van o meer satellietbeelden van de oceaanbodem de oorzaak kunnen achterhalen van een tot nog toe onverkl^ FOTOu 'wiebel' in de aardas. land; bergen en dalen, hoog- en laaggelegen land en alle varian ten daar tussenin. Maar de in vloed van dat alles is nu, na 109 jaar van meten en gissen, voor het eerst echt aangetoond: im mense oorzaken, minieme ge volgen. BEN APELDOORN Grote röntgenuitbarsting van 'mislukte' ster Stomme verbazing bij astronomen die me dio december vorig jaar de registraties on derzochten van het in een wijde baan om de aarde draaiende Chandra-observatori- um. Dat ruimtevaartuig had een plotselinge röntgenuitbarsting geregistreerd van nota- bene een bruine dwerg'een 'mislukte' ster. De opzienbarende ontdekking wordt nu bekend gemaakt in de Astrophysical Journal Letters van deze week. De Chandra observeert röntgenstraling die bij allerlei (heftige) processen in het heelal wordt opgewekt. Medio december keek het observatorium met zijn röntgenogen een aantal uren naar een zogeheten bruine dwerg. Als er iets rust en kalmte uitstraalt in de ruimte dan zijn dat wel de zogenoem de bruine dwergen. Dacht men. Maar je kunt nooit weten, en daarom hield het Chandra-observatorium de bruine dwerg LP 944-20 in het zuidelijke sterrenbeeld Fornax op de kosmisch korte afstand van zestien lichtjaren) twaalf uur lang in de ga ten. „En ineens, na negen uur was het bingo," zegt desgevraagd professor Gibor Basri van de universiteit van Berkeley in Californië, leider van het Chandra-team. „Er vond een plotselinge röntgenuitbarsting plaats, een flare genaamd, meer dan een miljard maal intenser dan de röntgenstraling die we van de grootste gasplaneet in ons zonnestelsel, Jupiter, gewoon zijn." Röntgenstraling van dergelijke hemellicha men is niet ongewoon, maar vrijwel altijd gaat het dan om zwakke röntgenstraling. Jupiter's röntgenverloop vertoont regelma tig pieken en piekjes die men toeschrijft aan enorme bliksemontladingen in diens uitgestrekte, turbulente atmosfeer, waar windsnelheden en luchtwervelingen heer sen waarmee vergeleken de meest verwoes tende orkanen op aarde geheel niets voor stellen. De röntgenpiek van LP 944-20 was dus minstens een miljard maal sterker dan Ju piter's pieken. Professor Basri vindt de sug gestie van een bliksemontladingen als bron voor de plotselinge röntgenuitbarsting niet eens zo gek. „Onze verklaring is, dat sterk gemagnetiseerde stromingen van heet ma teriaal in het hemellichaam elkaar dermate verstoren dat er een enorme energie-bel naar boven komt," zegt Basri. „Daardoor treedt een plotselinge verhitting van opper- vlaktelagen en van de daarboven gelegen atmosfeer op. Die vormen op hun beurt de basis voor de röntgenflare. Inderdaad een beetje vergelijkbaar met een bliksemflits." Bruine dwergen genieten grote belangstel ling van sterrenkundigen. Het zijn tussen vormen van grote gasplaneten zoals de reus Jupiter in ons eigen zonnestelsel en sterren als onze zon. Ze zijn eigenlijk hele maal niet bruin maar dieprood door hun betrekkelijk lage oppervlaktetemperatuur van rond de 2000 graden. Voor sterren is zo'n temperatuur ongewoon laag. Aange zien rode dwergen (dat zijn wèl echte ster ren, al zijn het dan dwergen) al tientallen jaren bekend zijn, resteerde voor de heel dieprode kleintjes alleen de term 'bruine dwerg'. Sterren als onze zon ontlenen hun energie aan kernfusie (het samensmelten van atoomkernen) in hun binnenste bij een temperatuur van vele miljoenen graden. Hun gasvormige oppervlak is vele duizen den graden heet (bij onze zon 6000 graden) Bruine dwergen hebben te weinig massa om dat kernfusieproces aan de gang t 0 gen en in stand te houden. Het weinig 5 licht dat ze uitstralen ontlenen ze aan zwaartekrachtenergie. Ze krimpen nai geleidelijk en de daarbij vrijkomende 0 gie wordt deels als een pietsje licht uit zonden. Daarom vallen bruine dwergt dieprood als ze zijn, nauwelijks op. Maar houdt ze in de gaten! BEN APELDOORN HET WEER Cryptogram Horizontaal: 1Het is niet goed te zien dat het niet spits is (8); 5. Vliegen ze door de lucht voor de ontvangst? (8); 6. Plezier in begeerte (4), 8. Brandbaar muziekinstrument (4); 10. De gebruikers gaan ermee schuiven (5); 12. Hoorbaar merken van deze bomen (5). Verticaal: 1. Perceel boven het dierenverblijf (6); 2. Spijtig dat Duitsers het lijden (6); 3. Dat verblijf is dik aan de maat (5); 4. Onderricht om in de file te staan? (5); 7. Zeldzaam hoe die kei nu terugkomt (5); 9. De kleur van eindeloze bloemen (4); 11Laag streepje (3). Oplossing van dinsdag: eens-sneer-Nereus teer-rente-Intree ster-stier-Esprit teug-terug-Urgent knal-laken-Wankel rest-etser-Sedert albe-balie-Balein elan-liane-Lawine baas-blaas-Aalbes geit-griet-Dertig Gevraagd woord: NIEUWSBLAD Weinig verandering In het zuidoosten van Europa is de hitte terug. Overal worden weer temperaturen boven de 35, lokaal boven de 40 graden gemeten. In het Bulgaarse Lo- vetch werd het gistermiddag 41 graden. In het noorden van Rusland is de extreme toendra- hitte echter voorbij. In sommi ge plaatsen waren de maxi mumtemperaturen gisteren bij na 20 graden lager dan maan dag. Zo werd maandag op de 67ste breedtegraad in Naryan- Mar bijna 26 graden gemeten, gisteren was het slechts 10 gra den. De vrije val van het kwik heeft te maken met arctische lucht- massa's die om een hogedruk- blokkade tussen IJsland en Noorwegen tot het noordoos ten van Europa zijn doorge drongen. De hogedrukblokkade heeft de hoogtestroming trou wens in tweeën gesplitst. De zuidelijke tak met hoogtewin den loopt ten zuiden van Ne derland naar het oosten. Aan de rand van de zuidelijke tak zijn de luchtbewegingen bij ons gering. De veranderingen van dag tot dag zijn de komen de tijd dan ook klein. Jammer genoeg is de lucht wel vochtig waardoor zich over het alge meen nogal wat bewolking, het visitekaartje van deze voor veel mensen zo teleurstellende zo mermaand, weet te handhaven. Ook morgen overheerst de bewolking. De kans op een bui is evenwel klein. Wel vallen er buien in het zuidoosten van Nederland. Daar kunnen een aantal plaatsen de maandsom van 200 millimeter gaan over schrijden. De temperatuur loopt morgen op tot 21 graden (in de middag bij nu en dan zon), aan zee is het met 17-18 Op vrijdag en tijdens he 0 weekeinde verandert er wi 0 Gisteren in het grootste dc 7 van de regio een weliswaa 0 ge maar bewolkte dag en sterke noordwestenwind. Hoofddorp werd het maxi 0 16,8 graad. In Alphen a/d 0 werd nog 18,1 graad geme^ In het midden van het lan 0 waarde zon scheen, notee De Bilt nog bijna 22

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 10