u
'Yep, nog steeds overeind'
0>
C3
Van antiek turfschip
tot drijvende sleurhut
phh-miw
Zomer 2000
ZATERDAG 22 JULI 2000
U
Kroegentocht
per kano door
't Groene Hart
Een kroegentocht per kano?
Dat kan.
En nog wel door het mooie Groe
ne Hart van Holland. Wie het
nuttige met het aangename wil
combineren, kan terecht in
Hoogmade. Vanuit het kanocen
trum bij de jachthaven aldaar is
een tocht uitgezet van 12 kilome
ter die voert langs vijf roemruchte
cafés. De schaatsliefhebber die
's winters meedoet aan de Mo
lentochten in de omgeving zal de
namen van de uitspanningen be
kend in de oren klinken. Het zijn
achtereenvolgens De Kromme
Does, 't Lage Land, De Meerhoe-
ve, De Vergulde Vos en De Paer-
denburgh.
De kroegentocht maakt deel uit
van een serie van vier kanotoch
ten, waarvan de drie andere ove
rigens een serieuzer karakter ken-
Zo is er een Molentocht van 15
kilometer die voert langs wipmo
lens en grondzeilers, in totaal ne
gen stuks. Dan is er een Meren-
tocht van 25 kilometer over het
Vennemeer en De Kagerplassen,
met desgewenst een overnach
ting in Kaagdorp. Een tenslotte is
er een Avonturentocht do.or het
plassengebied van Zuid-Holland
met een scala aan meerdaagse
mogelijkheden.
Ongeoefende vaarders kunnen
overigens bij het kanocentrum
terecht voor les en voor een
rondje Wijde Aa van vijf kilome
ter.
Bij het kanocentrum in Hoogma
de zijn één- en tweepersoonska
no's te huur.
Wie een kanotochtje door het Groe
ne Hart wil maken, kan terecht bij
het kanocentrum bij de jachthaven
in Hoogmade.
wietze landman
Het is z'n drijvende sleurhut, zegt
schipper Beer Krol uit Leiden. Maar
dan wel een antieke: zijn 'Vrouw
Theodora' is in 1887 gebouwd. Het
is een plaatje, de Groninger tjalk die
bij de Kaagsociëteit aan de steiger
ligt. De oude turfschuit is in de loop
van de jaren verbouwd tot een uit
stekend bewoonbaar familie
scheepje, waar platbodemliefheb
bers bij lekkerbekken.
De Leidse eigenaar van een foto
shop op het Vijf Meiplein heeft de
boot sinds acht jaar in bezit. Hij en
zijn vrouw waren 'op slag verliefd'
op de tjalk die ze in Haarlem koch
ten.
Welke geschiedenis aan het oude
boot kleeft, weet Krol niet precies.
„Waarschijnlijk is-ie gebruikt om
turf te vervoeren door de kleine ka
naaltjes in Groningen. Het is maar
een smal ding: 3.65 meter breed en
17 meter lang. De rest fantaseren
we er graag een beetje bij. Bijvoor
beeld dat hij tot 1930 als zeilend
vrachtschip heeft gediend, waarna
er een motortje in is gezet. In 1957
is er een plezierbootje van ge
maakt."
De sporen uit het verleden zijn nog
goed te zien. Krol loopt naar de
punt van Vrouw Theodora. Keurig
weggewerkt onder een gelakt eiken
kistje gaapt het gat waar ooit de
mast stond. „Het turfschip had zo
veel mogelijk laadruimte nodig, dus
achter was slechts een klein roefje,
een hok voor de schipper, en de
mast stond ver naar voren. Zeilen
deed 't ding dus niet, want met de
mast op die plek was die boot on
bestuurbaar en zwabberde hij alle
kanten uit. Maar voor in de kanaal
tjes maakte dat niet uit. Daar hoef
de hij voor de wind alleen maar
rechtuit te varen."
„Je kunt zien dat het een strijkmast
was", legt de schipper uit, wijzend
op het litteken dat over het voordek
loopt. Vroeger zat hier een sleuf om
de mast in te laten zakken. „Daar
hebben ze gewoon een stuk ijzer
overheen geplakt. Net als op veel
doorgerotte plekken van de kajuit.
Inmiddels weegt die boot wel veer
tig ton. Met dat kleine mastje van
twaalf meter hoog is-ie niet vooruit
te branden. Bij de rond- en platbo
demwedstrijden op de Kaag liggen
we altijd een ronde achter op de
rest."
Het strijken van de mast gaat tegen
woordig modern. Verstopt achter
een roestige lier staat een elektro
nisch exemplaar. Krol: .Anders
hangen de longen uit je lijf."
Het onderhoud aan de tjalk kost
hem behoorlijk wat werk. Hij bouw
de zelf een nieuw roer - het oude
was verrot - en het hout- en ijzer
werk moeten regelmatig worden
bijgewerkt. „Je moet handig zijn en
er tijd voor hebben. Anders kost het
je handenvol geld."
Uiteraard loont de moeite. Het ge
zin Krol houdt zomervakantie op
het IJsselmeer of gaat voor anker bij
eiland De Laak op de Kaag. „Het is
een echt familiebootje. Dit is het
moederschip en de kinderen varen
er in hun optimistjes en rubberbo
ten achteraan." Gejoel komt uit de
punt, waar de vier jonge passagiers
zich vermaken. Op het kombuis
pruttelt het schippersmaal voor
Krol. ,,'t Is net kamperen op het wa
ter, met zo'n drijvende c
SASKIA BUITELAAR
Van 1887: de tjalk 'Vrouw Theodora'.
Waterskiles aan een super-amateur
Blijven staan is moeilijker dan het kionk. De kleine rukjes maken het lastig om het even
wicht te bewaren bij dertig kilometer per uur. foto mark lamers
Ik ben niet zo'n held. Snelheid, skiën, wa
ter, 't is allemaal niet voor me weggelegd.
De teleskibaan op de Alphense Zegerplas
was dan ook vooral geschikt om vanaf het
terras toe te kijken hoe anderen achter een
elektrische kabelbaan op het water scheu
ren en neerstorten. Tot vandaag. Want hoe
kun je een verhaal maken over waterskiën
als je niet weet wat het is? Tijd dus om zelf
op de latten te gaan bij Wet 'n Wild. Nat en
wild. Dat voorspelt weinig goeds...
Elles van der Burg is mijn trainster voor
vandaag. Pas sinds dit seizoen werkzaam
bij de teleskibaan, maar zeer ervaren. „Ik
ben ski- en snowboardlerares. De techniek
op het water is in feite hetzelfde." Da's
mooi. Voor wie kan skiën. Zelf heb ik
slechts twee langlaufpogingen op mijn
naam staan.
Mijn trainster laat er geen gras over groei
en. „Trekje ski's maar aan", zegt ze op de
steiger, terwijl mijn zwemvest nog niet
dichtzit. „Om te starten moet je heel diep
door je hurken zakken. Houd je armen
steeds gestrekt naar voren en kom op het
water vanuit je benen omhoog. Zie je die
gele boeien in de bochten? Daar moet je
echt omheen, anders valt je lijn slap. Door
meer kracht te zetten met je linkerbeen,
kun je sturen. Nou, kom maar zitten."
Elles drukt de klos waar de lijn aan vast zit
in mijn handen. Ik kan nog drie keer
ademhalen en dan springt het licht op
groen. De kabelbaan grijpt mijn lijn en met
een ruk schiet ik de plas op. Door de enor
me golf water die ik over mezelf heen
schep, ben ik even alle oriëntatie kwijt.
Maar het klosje heb ik nog. Totaal ver
baasd constateer ik dat ik de start heb
overleefd. Yep, that's me, nog steeds over
eind.
Blijven staan is moeilijker dan het klonk.
De kleine rukjes maken het lastig om het
evenwicht te bewaren bij dertig kilometer
per uur. De bocht komt in zicht. Om de
boei heen, denk ik nog. Maar dat gaat niet
eenvoudig. Met veel moeite weet ik de gele
bal precies tussen mijn twee latten door te
krijgen.
Maar in de tweede bocht gaat het mis. Met
een klap in het water eindigt de eerste ron
de halverwege de baan.
„Je hing te ver naar voren, dan ben je snel
uit balans", zal Elles later uitleggen. Bij ho
ge uitzondering pikt ze me met een motor
bootje op.
Rechtop staan dus, knoop ik mijn oren als
mijn tweede rit begint. Die gaat al beter. Ik
kom voorbij de eerste twee bochten en op
het lange stuk terug neem ik zelfs de tijd
om even rond te kijken en te merken dat er
een flinke tegenwind staat. Te laat heb ik
de derde bocht in de gaten. Bijsturen om
de boei te nemen, lukt niet meer. De lijn
verslapt en langzaam zak ik achterover in
het water.
Ook de derde en vierde keer krijg ik die
zelfde ellendige boei niet aan mijn linker
kant. Mijn stuurtechniek laat te wensen
over en consequent zwem ik het laatste
stukje terug.
In de kleedkamer vertelt het 13-jarige ta
lent dat, voor of achter mij, wel haar rond
jes afmaakte, wat ik fout deed. „Je kunt wel
binnen de boei blijven, maar dan moet je
heel diep door je knieën gaan en je schou
ders aanspannen. Het touw trekt je dan
weer omhoog."
Mooi gesproken, maar ik houd het voor
gezien. Klappertandend stap ik onder de
warme douche waar ik de schade opneem:
rode plekken van de knellende ski's en
mijn laatste smak op de plas (had dat klos
je dan ook losgelaten!), voortekens van
ernstige spierpijn in schouders, armen, rug
en bovenbenen en een hoofd vol water, zo
lijkt het.
Vermoeid, maar niet ontevreden lever ik
mijn wetsuit in. Dat doen ze me niet alle
maal na, denk ik voldaan. En hoeveel grote
blunders heeft deze super-amateur nou
helemaal gemaakt?
Nou ja, op die ene goeie na, nog voordat
mijn grote teen ook maar een druppel wa
ter had gevoeld.
„Je hebt je wetsuit verkeerd aan."
O ja?
„De rits moet aan de achterkant..."
Mensen wo
water.
»rsonen die e
Naam: Elles Bader (17)
Woonplaats: Kudelstaart
Beroep: VWO-scholiere
Gezien: Zeeverkennerscentrum Kagerplas
Je bent hier met drie vrienden. Wie zijn jullie?
We komen van de Scouting Tiflo. Dat staat voor
Titus Brandsma en Florence Nightingale, twee
scoutinggroepen uit Aalsmeer die zijn samenge-
Wat doen jullie op dit eiland?
„We zijn op zomerkamp. We doen niet zoveel. We
zijn zaterdag aangekomen en gaan donderdag
weer weg. We hebben een keer boodschappen ge
daan. Dat was het hoogtepunt van de week.
Scoutinggroepen zijn juist toch zo onderne
mend?
„Wij komen hier voornamenlijk voor onze rust. En
voor de gezelligheid. De rest van de groep is wel
actief hoor. Normaal in het jaar komen we vrij
dagavond bij elkaar. We doen die avonden wel
een programma. Op zondagen gaan we geregeld
zeilen.
Hoe komen jullie de nachten door?
„De buren komen bij ons kampvuur zitten. We
praten en drinken tot de zon opkomt. Dan gaan
we slapen.
Is dit je enige vakantie?
„Nee, komende zondag ga ik weer weg, vooreen
maand naar Guernsey. Daar ga ik 's ochtends wer
ken in een rozenkwekerij en 's middags vakantie
vieren. Met het geld dat ik in de kwekerij verdien,
betaal ik mijn vakantie.
Was het water niet erg koud?
„Hmm, ja. Maar ik heb er wel een fris gevoel aan
overgehouden.
TEKST ROBBERT MINKHORST
i lezers. Aanvragen - uitsluitend per briefkc
uitverkorenen krijgen 'Ingelijst' binnen drie
Nieuwkoopse Plassen
Hoog in de lucht wappert het water
Terug naar de aanvang van het pad
Terwijl daaronder, warm en nat
De zon zakt zoals eeuwen later
Wolkén op weg naar buien
Kleuren zacht de avond rood
Hoog boven het jonge loot
Wachtend tot de wind gaat kruien
Na een mensenleven stromen
Ver van waterkoude gletsjers
Waar de lange reis begon
Tussen de Nieuwkoopse bomen
Kabbelen de Alpenregens
Naar de ondergaande zon
foto: WIM DIJKMAN tekst: ANTON DIEDRICH