ET laat niets van zich horen
Sonar verstoort gezang walvissen
Stekelhuidigen
Resten oude cultuur
in Honduras ontdekt
In Natura
Satellieten in formatie
over aardse polen
^m/ÊÊrn
m
WOENSDAG 19 JULI 2000
160
De meeste dieren bestaan uit twee helften. De mens ook. Snijd
je een mens of een dier over de lengte doormidden dan krijg je
twee stukken die weliswaar elkanders spiegelbeeld zijn, maar
verder vrijwel identiek. Dit verschijnsel wordt tweezijdige sym
metrie genoemd. Straalsgewijze of radiale symmetrie is iets heel
anders. Hierbij zijn verscheidene denkbeeldige vlakken moge
lijk die het lichaam in gelijke helften verdelen. Is een dier rond,
dan is het aantal vlakken zelfs oneindig. Een van de diersoorten
die radiaal symmetrisch zijn is de zeester. Een zeester heeft een
centrale schijf als 'kop', van waaruit zich vijf spits toelopende
armen straalsgewijs uitstrekken. Hierdoor lijkt hij meer op een
bloem dan op een dier, ofschoon hij natuurlijk nog het aller
meest op een kerstster lijkt.
Een zeester ziet er nogal slap uit, maar blijkt veel stijver en ru
wer dan je denkt. Dat komt door zijn onderhuidse skelet, dat uit
talloze kalkplaatjes bestaat. Deze zitten niet aan elkaar vast, op
dat het dier zich kan buigen. Veel van deze stugge kalkplaatjes
bezitten stekels, die door de huid naar buiten steken. Hierdoor
voelt een zeester aan als een rasp. Bij zijn familieleden zee-egels
zijn die stekels veel langer en scherper. De gehele familie teza
men wordt tot de stekelhuidigen gerekend. Dat is een aparte
diergroep. Zeesterren zijn dus geen vissen, maar stekelhuidigen.
In plaats van te zwemmen, kruipen zeesterren over de zeebo
dem. Dit doen ze met behulp van honderden rubberachtige en
van zuignapjes voorziene buisvoetjes aan de onderkant van de
armen. Een hydraulisch werkend watervaatstelsel zorgt ervoor
dat de voetjes aan een oppervlak blijven zitten als ze worden
leeggepompt en weer loslaten als ze met water vollopen. De
zuigkracht van de voetjes is niet alleen van belang bij het be
klimmen van gladde stenen, maar vooral bij het bemachtigen
van voedsel. De zeester is een vleeseter, of beter gezegd: een
schaaldierenliefhebber. Mosselen en oesters vormen zijn favo
riete kost.
De zeester 'ziet' met de lichtgevoelige toppen van zijn armen,
die hij dan ook meestal iets omhoog houdt. Krijgt hij een
schelpdier in het vizier dan gaat hij erop af om er bovenop te
klimmen. Vervolgens grijpt hij de twee schelphelften vast met
zijn sterke zuigvoetjes en begint met alle macht te trekken. Hij
blijft trekken tot het belaagde schelpdier het opgeeft. Zo gauw
er een kiertje is ontstaan tussen de beide schelphelften stulpt de
zeester zijn maag naar buiten en duwt die in de opening om
zijn slachtoffer levend op te eten. Via de maag komt het voedsel
in een korte darm die in iedere arm twee doodlopende vertak
kingen heeft. Onverteerbare resten worden uitgescheiden via de
anus die zich aan de bovenkant van de zeester bevindt.
Tot wanhoop van mosselkwekers gaan complete mosselbanken
deze weg. Geen grotere vijand van de zeester dus dan de mos
selkweker. Veel kan de kweker echter niet uitrichten. Zeesterren
komen zeer algemeen voor op zowel een steenachtige als een
zandige bodem. Ze planten zich in hoog tempo voort. In één
uur tijd kan een wij^e twee miljoen eitjes produceren. Dit ge
beurt, terwijl elders een mannetje zaad afgeeft aan het water. Li
chamelijk contact is er dus voor zeesterren niet bij. Uit de eitjes
komen larven, die overigens wel degelijk tweezijdig symme
trisch zijn. Deze leven ongeveer drie weken in het plankton.
Nog een oorzaak van hun alomtegenwoordigheid is het enorme
regeneratievermogen waarover de zeester beschikt. Gaat, om
welke reden dan ook, een arm verloren, dan groeit er zo weer
een nieuwe voor in de plaats. Helemaal netjes gebeurt dit soms
niet, zodat er zeesterren zijn met vier armen, waarvan één met
twee uiteinden, of met zes armen. Zelfs van een in tweeën ge
sneden zeester groeien beide delen weer snel aan. Het meest
opmerkelijke is dat als aan een afgebroken arm voldoende li
chaamsweefsel zit, daaruit weer een geheel nieuwe zeester ont
staat.
Dit verbluffend staaltje van regeneratievermogen wordt slechts
overtroffen door een andere stekelhuidige met de wonderlijke
naam zeekomkommer. Wanneer deze in het nauw wordt ge
bracht poept hij al zijn ingewanden uit. Heel het binnenwerk,
inclusief darmen en ademhalingsorganen., wordt in het water
geloosd. Daar staat de aanvaller natuurlijk wel even van te kij
ken, terwijl de lege komkommer er stilletjes tussenuit knijpt om
zich elders weer van nieuwe vulling te voorzien.
THEO SCHILDKAMP
Amerikaanse en Hondurese
wetenschappers hebben in het
noordwesten van Honduras de
resten van een duizenden jaar
oude cultuur ontdekt. In de
buurt van de stad La Lima
brachten zij delen van huizen
en keukengerei aan het licht die
mogelijk meer dan 3000 jaar
oud zijn.
REDACTIE MARCOT KLOMPMAKER *023-5 K
Het ontstaan van het leven op aarde was geen toeval,
menen de meeste wetenschappers. Op ontelbare plane
ten buiten ons zonnestelsel moet dus leven ontstaan
zijn; ook complete beschavingen zoals die van ons. Maar
veertig jaar luisteren naar tekenen daarvan heeft tot dus
verre niets opgeleverd. De meeste natuurkundigen be
ginnen zich nu toch zorgen te maken: zijn wij mensen
dan toch werkelijk alleen in dat immense heelal?
Er zijn maar weinig vragen zo
brandend als die Ene Grote: is
onze beschaving uniek in het
heelal of zijn er legio bescha
vingen, verspreid over legio pla
neten? En zo ja, waar kunnen
we ze dan vinden?
De natuurkundigen Philip Mor
rison en Giuseppe Cocconi be
schreven in het weekblad Natu
re in 1959 de mogelijkheid om
met behulp van radiotelesco
pen te gaan luisteren naar ra
dioberichten, uitgezonden door
vreemde beschavingen. Want
als wij radio hebben uitgevon
den, waarom zouden zij dat
dan niet kunnen?
Een jaar later, in 1960, richtten
de Amerikaan Frank Drake en
zijn medewerkers van het Na
tional Radio Astronomy Obser
vatory (NRAO) in Green Bank,
West-Virginia, een grote radio
telescoop op twee dichtbij gele
gen sterren. Voor het eerst, nu
precies 40 jaar geleden, werd
geluisterd naar tekenen van an
dere beschavingen dan de on
ze. Project Ozma was geboren.
Maar méér dan luisteren naar
radioruis leverde het project
niet op.
Tien jaar eerder, in 1950, sprak
niemand minder dan kernge
leerde en Nobelprijswinnaar
(1938) Enrico Fermi zich al eens
uit over buitenaardse bescha
vingen: Als er zoveel van die
beschavingen zijn, waarom
merken we daar dan helemaal
niets van?". Zijn uitspraak werd
al spoedig bekend als de Fermi-
paradox.
Fermi's paradox is in de loop
der jaren steeds actueler gewor
den. Want ook nu, veertig jaar
na Drake's eerste luistersessies,
is en blijft het stil vanuit de gro
te verten, waar het toch werke
lijk moet wemelen van plane
ten. Ook planeten zoals onze
aarde. En er wordt de laatste ja
ren waarachtig wel met de al
lermodernste ontvangers ge
luisterd. Miljoenen golflengten
kunnen tegelijk worden ont
vangen en geregistreerd. Super
computers analyseren de ein
deloze radiobrij op 'verdachte'
signalen, maar tot dusverre is
het stilte wat de radioklok slaat.
De astrofysici George Swenson,
Ian Crawford en Andrew Page
beschrijven de ontwikkelingen
rond het zoeken naar tekenen
van 'E T' (Extra Terrestrial: bui
tenaards) in drie overzichtelijke
artikelen in het julinummer van
Scientific American. De rode
draad door hun verhalen is een
serie van (mogelijke) verklarin
gen waarom wij nog steeds
niets van buitenaardse bescha
vingen hebben vernomen.
En verklaringen zijn er legio.
Neem alleen maar de tijd. Het
heelal bestaat naar schatting
vijftien miljard jaar, terwijl de
mens pas de laatste pakweg 75
jaar daarvan op het kosmische
radiotoneel verscheen. De met
de lichtsnelheid reizende radio
signalen vanaf de aarde hebben
zich dus inmiddels tot zo'n 75
lichtjaar rondom de aarde uit
gebreid. Maar de zwakke signa
len van de eerste 50 jaar zijn op
die afstand zo goed als teloor
gegaan. De signaalsterkte
neemt immers af met het kwa
draat van de afstand.
Pas de laatste 25 jaar is sprake
van echt krachtige signalen,
maar of die door een bescha
ving binnen 25 lichtjaar hier
vandaan worden opgevangen,
hangt af van de gevoeligheid
van 'hun' ontvangstapparatuur.
„Waarmee we zijn aanbeland
bij een hele serie andere verkla
ringen waarom we van E T nog
niets hoorden," zegt Andrew
LePage, verbonden aan de fir
ma Visidyne in Burlington,
Massachusetts, waar satelliet-
gegevens worden verwerkt.
„Beschavingen kunnen al zijn
opgekomen en uitgestorven,
lang voordat op aai de leven
ontstond. Of ze zijn bezig nu te
ontstaan. Ze kunnen ook nu al
op hun hoogtepunt zijn, maar
dan op planeten duizenden,
Met radiotelescopen als deze wordt geprobeerd radiosignalen uit de ruimte op te vangen.
miljoenen of zelfs miljarden
lichtjaren hier vandaan."
„Zelfs als ze superkrachtige ra
diozenders gebruiken, dan zou
den wij hun signalen toch pas
na duizenden, miljoenen, mil
jarden jaren kunnen opvangen.
Een gevolg van de afstand. Te
gen de tijd dat hun signalen
hier aankomen, kan de mens
alldng van de aarde verdwenen
zijn; misschien wel door zelf
vernietiging. Net als wij nu zou
den zij zich dan afvragen waar
om ze niets horen. Maar toch
waren wij er ooit."
De overpeinzingen van LePage
brengen ons bij de vraag wat
een beschaving eigenlijk is.
Móet die per definitie gebruik
maken van radiosignalen? Mis
schien zijn er tal van hoog
staande beschavingen bij wie
niet eens de vraag opkomt of ze
wel uniek zijn in het heelal.
Misschien worstelen wij alleen
met die vraag. Met andere
woorden: wij zoeken naar 'hen'
die niet in het minst in 'ons' ge
ïnteresseerd zijn. Trouwens, is
een beschaving als de onze niet
per definitie behept met een
grenzeloze drang naar zelfver
nietiging vroeg of laat?
LePage's collega Ian Crawford,
verbonden aan het University
College London, rekent in zijn
artikel voor hoe lang het (theo
retisch) duurt voordat een 'su
perbeschaving' (met een ei
pansiedrang en technologe
veel groter dan die van ons
ontstaan op een planeet roi
een ster in ons eigen mellcw
stelsel, dit melkwegstelsel j
koloniseerd' heeft. Datwifi
gen: bezit heeft genomen v
strategisch gekozen, levens
bare planeten in het lOO.Oft
lichtjaren grote melkwegsti
Crawford heeft uitgerekend
een galactische superbesch
ving daar 50 miljoen jaarvo
nodig heeft.
„Alweer een mogelijke verH
ring waarom we nog niets
ze gehoord hebben," zegt li
Page desgevraagd. „Als sup
beschavingen inderdaad bt
staan, hebben ze geen beho
aan interstellaire reizen. Or
zonnestelsel bestaat al vijfc
jard jaar en in die tijd hebb
we, net als de miljarden an
sterren en zonnestelsels on
heen, zo'n twintig rondjesi
het melkwegstelsel beschre.
ven."
„Met name de aarde, als le,
vriendelijkste planeet in ons
zonnestelsel, zou in die im
mens lange tijd zonder met
door reislustige superbesch
vingen zijn verkend. Missd
is dat ooit ook wel gebeurd!
maar zijn de aan wij zingent
van verdwenen, juist doord
het zo vreselijk lang geleda
beurde. Een intrigerend ge
ven natuurlijk."
Onzekerheid troef. Buiten o
aarde is nog nooit ook maa
minste stukje bewijs gevon
van het bestaan van levens
men, hoe primitief ook, op
dere hemellichamen. LePaj
„Zelfs wanneer we op Mars
elders in ons zonnestelsel o
fossielen van oeroude leven
vormen zouden vinden, da
nog biedt dat geen enkele g
rantie dat zich daar heel ra
ter een complete beschavii
kon ontwikkelen zoals hier
beurde."
BEN APELDOORN
Bronnen: 'Where are they?'
Ian Crawford; 'Where they
could hide' - Andrew LePagt
'Intragalactically Speaking'
George Swenson in Scieni
American, juli 2000.
Onderzoek naar oorzaak massale strandingen
De Amerikaanse antropologe
Joyce ziet overeenkomsten met
de beschaving van de Olmeken.
Die bloeide tussen 1500 en 500
jaar voor onze jaartelling aan de
kust van de Golf van Mexico. Zij
geldt als de moedercultuur van
Midden-Amerika.
Geluiden van sonar en andere
door mensen op zeeën en ocea
nen gebruikte apparatuur heb
ben invloed op de signalen
waarmee walvissen communi
ceren en navigeren. Mogelijk
schuilt daarin de verklaring
voor het soms massaal stran
den van deze grote dieren op
kusten. Dit blijkt uit een onder
zoek door biologen en zoölogen
van het Oceanografisch Insti
tuut in Woods Hole, Massachu
setts en van het Zoölogisch Ge
nootschap in Brookfield, Illi
nois.
De onderzoekers trokken er dit
voorjaar aan boord van het
Amerikaanse marinefregat Cory
Chouest op uit. Zodra er een
school walvissen in zicht kwam,
koersten de biologen er met
een kleiner vaartuig met mari
tieme meetapparatuur op af.
„Het eerste dat we deden was
de walvissen identificeren",
zegt bioloog Patrick Miller.„Dat
is vrijwel altijd mogelijk aan de
hand van specifieke kenmer
ken, zoals vorm van en littekens
aan hun staart- en rugvinnen.
We hadden richtinggevoelige
microfoons en ontvangers bij
ons waarmee we in staat waren
het gezang van een enkel dier
op te vangen."
„Hiermee konden we het zang
gedrag van elk groepsindividu
afzonderlijk volgen zowel voor,
tijdens als na de laagfrequente
sonargeluiden die op ons ver
zoek door het fregat werden
uitgezonden. Walvisgezang
wordt al heel lang geregistreerd
en geanalyseerd, maar dat dit
nu voor een enkel dier apart ge
lukt is en dat we voor elk dier
ook de invloed van sonar op het
De geluidssignalen, die dolfijnen e
quente geluidsgolven als sonar.
zangpatroon hebben vast kun
nen leggen, is nieuw."
Het bleek overduidelijk dat het
gezang van de walvissen werd
beïnvloed door de sonarsigna-
len die het fregat om de zes mi
nuten gedurende 42 seconden
uitzond. Miller: „Van zes van de
zestien walvissen in de school
hebben we het volledige zang
patroon kunnen vastleggen.
Duur en periodiciteit van hun
gezang werden bijna dertig pro
cent langer gedurende de so-
narcyclus. Zodra de sonar stop
te, keerde ook het zingen terug
tot normale proporties."
Wat Miller en zijn teamleden
echter niet precies hebben kun
nen achterhalen is of de veran
deringen bedoeld waren om
het effect van de sonar te niet te
doen, of dat de dieren ze toe
pasten als waarschuwing voor
hun soortgenoten dat er iets
ongewoons aan de hand was.
„We denken het eerste", aldus
Miller, „omdat de sterkte van
hun signalen nauwelijks veran
derde en omdat het gezang
weliswaar langer werd, maar
het patroon ervan niet wezen
lijk verschilde met dat onder
normale omstandigheden. Wij
denken dus dat ze in staat wa
ren de storende signalen, die
door de fregatsonar werden
veroorzaakt, voor zichzelf on
schadelijk te maken."
Het laat onverlet dat juist nu de
invloed van sonar zo duidelijk
is gebleken op het communica
tieve gedrag van deze dieren, de
zorg voor de gevolgen ervan op
hun gedrag is gebleven en zelfs
versterkt. Miller wijst er op dat
de sterkte van de gebruikte so-
narsignalen minder dan de
helft was van wat in de wereld
zeeën gebruikelijk is bij sonar-
peilingen. De onderzoekers wil
den de benaderde dieren niet te
veel in de war te brengen.
„Walvisachtigen gebruiken hun
geluidssignalen om te navige
ren en te communiceren, soms
over enorme afstanden, en ook
om prooi te localiseren", zegt
Patrick Miller. „Nog steeds is de
oorzaak van de geregelde mas
sale strandingen van deze die
ren op kusten onduidelijk. We
weten dat ze een gestrande
soortgenoot in nood, die ken
nelijk zijn navigatievermogen
verloor, koste wat kost te hulp
komen en dan hetzelfde lot on
dergaan. De eerst gestrande
walvis kan bijvoorbeeld ziek
zijn geweest, maar vaak wees
onderzoek achteraf uit dat het
om een gezond dier ging: een
maritiem reuzenzoogdier met
een subliem navigatievermo
gen. Dus luidt de vraag: waar
om strandde dat dier?"
Vervolgonderzoek op de wijze
van Millers team kan daar mo
gelijk uitsluitsel over verschaf
fen.
BEN APELDOORN*
De Europese ruimtevaart ver
enigd in ESA lanceert in juli en
augustus in totaal vier satellie
ten die in de vorm van een \ier-
vlak, oftewel driezijdige pirami
de, over de polen van de aarde
gaan vliegen. Zij meten op hun
vlucht de inwerking van de
zonnewind op de magnetosfeer
van aarde, die zich over meer
dan 60.000 kilometer uitstrekt
in de richting van de zon. Ze
doen dat door te vliegen in een
elliptische baan met uiterste
punten van 19.000 en. 119.000
kilometer van aarde. De eerste
lanceerdatum was 15 juli en
voor 9 augustus staat de tweede
gepland. De lancering ge
schiedt met twee Frans-Russi
sche Sojoez-Fregatraketten
vanaf de basis Bajkonoer in Ka-
zachstan.
Het project Cluster-II vervangt
dat van de vier Cluster-satellie
ten die op 4 juni 1996 verloren
gingen door het exploderen van
een proefexemplaar van de
nieLiwe Europese Ariane 5-ra-
ket. Het doet onderzoek in het
gebied waar de zonnewind van
deeltjes uit de zon de bijna-
aardse omgeving ontmoet.
Voor het eerst zullen door het
vliegen in formatie driedimen
sionaal de effecten kunnen
worden gemeten van magneti
sche stormen en stromen van
deeltjes die om de aarde vloei
en.
Die deeltjes veroorzaken het
poollicht. Maar zij kunnen ook
storend werken op de telecom
municatie, de stroomvoorzie
ning en het functioneren van
satellieten en mogelijk zelfs lei
den tot veranderingen in het
klimaat. Cluster-II onderzoekt
Lancering van de eerste Sojw B
Fregatraket.
tevens het gedrag van geïoi
seerde gassen, wat van beli u
kan zijn voor het zoeken ns k
methoden voor kernfusie. II si
zou kernsplitsing zoals nui
kerncentrales overbodig ro
ten maken.
De vier satellieten vliegenir
formatie gedurende zekert*
jaar. Hun onderlinge afstan
kan varieren van 200 tot 20.1
kilometer. De volkomen idt 11
tieke cilindervormige juvvei Jj
van wetenschappelijk vemi
meten 2,9 meter bij 1,3 meli
en wegen 1,2 ton. De helft**
dat gewicht komt voor rekel 31
van de brandstof.
Hun elf instrumenten voor
meten van elektromagnetis
velden, radiogolven, elektra j*
en geïnoniseerde atomeni
uiterst precies. Zij meten ze
verschillen van een miljoen 31
van het magnetisch veld dat
een kompas op aarde bev/t
Pas drie maanden na lancet
is Cluster zo uitgetest dathe
systeem kan werken.
HET WEER
Cryptogram
Horizontaal: 1. Wapens van honden die niet bijten (8);
5. Gemaskerde spruiten tellen (8); 6. Enkelspel (4); 8. Geslepen in
het oog (4); 10. Stof van de wet (5); 12. Tijd waarin men
bedenkingen uit (5).
Verticaal: 1 Tot aan de rand gevuld met augurken? (6); 2. Leger
voor 'n vreemdeling (6); 3. De geldmiddelen van een uitgever (5);
4. Werkelijk een hert aan de maat (5); 7. Verdwijn met een familiel
in het Grieks! (5); 9. Niet bepaald intelligent om je mond te houdei
(4), 11. Sluimerend merkteken (3).
Einde aan zomermalaise
Oplossing van dinsdag:
raat-tsaar-Matras
riek-knier-Inkeer
pech-schep-Scherp
dier-ieder-Derrie
tien-timen-lntiem
stip-piste-Esprit
teen-enten-nepent
raad-draai-aardig
gans-glans-Alsnog
gier-gerei-Reiger
Gevraagd woord: MISDIENAAR
In het jaar 1975, een kwart
eeuw geleden dus, werden we
in ons land geconfronteerd met
de langste hittegolf ooit. Gedu
rende 18 dagen achtereen, zijn
de het tijdvak 29 juli tot en met
15 augustus, steeg de tempera
tuur in De Bilt tot meer dan 30
graden. Je kunt je haast niet
voorstellen dat dergelijke
weersomstandigheden zich
momenteel ook voordoen in de
Russische taiga. Op de 65ste
breedtegraad is het al zes dagen
op rij tropisch warm en zelfs op
de toendra is, naar Nederlandse
maatstaven gerekend, thans
sprake van een hittegolf.
De Russische hittegolf met tem
peraturen tot plaatselijk ruim
33 graden houdt voorlopig nog
aan. Bij ons komt er een einde
aan de zomermalaise. Gaande
weg Iaat de zon zich dezer da
gen steeds vaker zien en stijgt
de temperatuur naar het nor
male niveau voor deze tijd van
het jaar. Voor het weekeinde
ziet het er zelfs veelbelovend uit
met flink wat zon en tempera
turen die zondag uitkomen op
waarden omstreeks 25 graden.
Deze gunstige ontwikkeling
komt tot stand dankzij het zich
naar het noorden verplaatsende
hogedrukgebied boven de Brit
se eilanden. Tegelijkertijd komt
over Spanje een onweerachtig
lagedrukgebied naar het noor
den. Daardoor gaat de wind uit
het noorden tot noordoosten
(zaterdag), later uit het noord
oosten tot oosten waaien.
De invloed van de Spaanse on
weerstoring neemt vooral begin
volgende week toe hetgeen tot
uiting komt in enkele regen en
onweersbuien. De temperatuur
weet zich evenwel boven d 8
graden te handhaven. Typ* 4
Hondsdagenweer dus.
Gisterochtend waren er vei
lovende opklaringen maar
middag en avond raakt hel
weer bewolkt en later vielr 31
ook wat motregen; op Vail K
burg tot vanochtend vroeg 31
mm. De temperaturen war 01
erg laag. Valkenburg en Sd 31
hol kwamen niet verder dar 01
15,7, Bloemendaal 16,4
In Limburg werd dankzij de
ruim 21 graden geregistreer