Pragmatisme troef in paarse politiek
7
'Ieder kamerlid was ideoloog'
'De idealen zijn verdwenen'
He
O
ZATERDAG 8 JULI 2000
door BERT HESSELINK en GIJS KOREVAAR
es jaar zat Marjet van Zuijlen, 33 pas, voor de
a PvdA in de Tweede Kamer. Enkele weken ge-
leden kondigde ze haar vertrek aan. Ze vond
het mooi geweest. Ze is weliswaar nog steeds verliefd op
het Binnenhof, zei ze, maar ze had de aanbieding die ze
vanuit het bedrijfsleven had gekregen niet kunnen weer
staan. Zie je wel, dachten politieke romantici, het zijn de
Kamerleden van vroeger niet meer. Geen blijvertjes. Snel
bekend worden via het Binnenhof en dan op naar het
grote geld.
De nieuwe generatie politici, die sinds 1994 beetje bij
beetje de blauwe Kamerzetels verovert op de gevestigde
orde, neemt bezit van het Nederlandse parlement. En
daarmee verandert het ambacht van Kamerlid. Tot ver
driet van de oudgedienden. Want waar zijn de bevlogen
redevoeringen en het scherpe debat met keiharde poli
tieke tegenstellingen?
Oude en nieuwe politici zien de Kamer veranderen. En
niet allemaal ten goede, vindt bijvoorbeeld PvdA-senator
Thijs Wöltgens. Hij ziet het gezag van de Kamer afnemen
door de vele wisselingen die de fracties doorvoeren. Dat
tast in zijn ogen het geheugen van de Kamer aan en
daarmee het gezag. Wöltgens mist bevlogenheid en ideo
logie bij zijn opvolgers en krijgt bijval van CDA'er Ad
Lansink, die lang in de Kamer zat. Gerrit Schutte (GPV) is
van de drie oudgedienden de enige die nog in de Kamer
zit. Hij nuanceert de veranderingen, maar signaleert ze
wel.
Nieuwelingen als Marleen Barth, Agnes Kant en Joop
Wijn pareren de kritiek. Er is zeker nog wel betrokken
heid en ze zijn ook nog op zoek naar het verwezenlijken
van idealen. Ze proberen die idealen alleen op een ande
re manier te bereiken. Pragmatisme viert de boventoon.
Met de komst van Paars verdwenen politieke vanzelf
sprekendheden. PvdA en WD konden het plots prima
met elkaar vinden. Tot grote verbazing van de politieke
veteranen, want in hun tijd was dat onvoorstelbaar.
Paars heeft de ideologie verdrongen en realisme en zake
lijkheid geïntroduceerd in de politieke arena. Voor even,
denkt de nieuwe generatie; blijvend, vreest de oude. De
nieuwelingen zijn ervan overtuigd dat, na Paars, politie
ke ideologie weer een prominentere plaats krijgt.
Het ambacht van Kamerlid is niet veranderd, maar de
nieuwe generatie geeft er een andere invulling aan. Tot
ongenoegen van de romantici, maar of het vroeger nu al
lemaal zoveel beter was? Wie het weet mag het zeggen.
Oud en nieuw doen een poging. Over bevlogenheid in de
Tweede Kamer.
Let is natuurlijk niet zwart-wit. Een
geleidelijk proces, zeker. De samenleving
verandert en de 'politiek is daar een af
spiegeling van'. Maar al die nuancerin
gen verbloemen voor de oudgedienden
niet dat het Kamerlidmaatschap is veran
derd. „Het is de vraag of ik nu nog zou
kunnen functioneren in de Kamer", zegt
CDA'er Ad Lansink, die bij de jongste
verkiezingen tegen zijn zin niet op de
kandidatenlijst stond. „Ik zou spannin
gen oproepen met m'n standpunten."
De drie, Thijs Wöltgefis, Lansink en
Gerrit Schutte, zijn het er over eens dat
de ideologie een mindere rol speelt dan
in het verleden. En dat daarmee het poli
tieke debat vervlakt. PvdA'er Wöltgens:
„Het ideologische gehalte was vroeger
veel hoger dan nu. Je ziet het in de PvdA
aan de discussie rond het beginselpro
gramma. Er zijn meer dan genoeg men
sen, zoals Marjet van Zuijlen en Wouter
Bos, die zich afVragen of zo'n programma
wel nodig is. Toen ik in '77 in de Kamer
kwam, zou iemand dat niet zo snel heb
ben gezegd. Wij waren kinderen van de
jaren zestig, de tijd van de opbloei van de
ideologieën. Nu wordt gezégd dat die
hun tijd hebben gehad. Dat ze leiden tot
oogkleppen. De hartstocht is vervangen
door pragmatisch denken."
Lansink: „Idealen zijn andersoortig ge
worden. We leven in zo'n materialisti
sche samenleving, dat dat onvermijdelijk
is. De leuze 'Niet bij brood alleen', waar
ik in 1977 op ben verkozen, heeft van
daag weinig werfkracht meer. Alles was
doortrokken van de partijlijn; daar kon je
mensen op binden. Dat is allemaal an
ders geworden. De saamhorigheid van de
samenleving gaat naar de knoppen."
Schutte (GPV): „In de jaren van de po
larisatie leek iedere politicus een ideo
loog. Dat is niet meer zo. De Kamerleden
zijn nu allemaal oplossingsgericht, be
sluitvaardig, op zoek naar een compro
mis. Het is een teken van deze tijd. Het
realisme viert hoogtij, de ideologie is
naar de achtergrond geschoven. Er is
meer begrip. Het GPV stond vroeger bij
de discussie over zaken als het levensein
de en normen en waarden ver buiten
spel. Nu vinden de anderen het de moei
te waard ons bij de discussie te betrek
ken."
De teloorgang van het grote ideologi
sche debat is een gevolg van de tijdgeest,
menen de drie. De maatschappij heeft
geen behoefte meer aan allesomvattende
ideeën en de politiek volgt die ontwikke
ling. Het materialisme, de individualise
ring en de technologische ontwikkelin
gen leiden tot minder hang naar ideolo
gie en meer pragmatisch handelen. Wölt
gens: „In deze tijd van individualisering
wil iedereen op elk terrein eigen keuzes
maken." Schutte: „De veranderingen in
de politiek staan niet op zichzelf. Het
past bij de tijd. Overal lukt het minder
mensen blijvend te binden."
Schutte wijst op de risico's die politie
ke partijen lopen door deze ontwikkelin
gen. „Een ideologie onderstreept het ei
gene van een partij. Als dat minder her
kenbaar wordt, worden personen belang
rijker. Dat is een risico. Met een samen
bindend geheel kan een partij tegen een
stootje. Als dat er niet is, is een partij bij
zonder kwetsbaar bij het opvangen van
Gerrit Schutte (61)
Het geheugen van de Kamer.
Stapt al sinds 1981, in dienst van
het GPV, op het Binnenhof rond.
Is nog een van de weinige echte
politieke veteranen. Geniet om
die reden ook veel aanzien bij
voor- en tegenstanders. Vertrekt
over twee jaar. foto anp
Ad Lansink (66)
Politiek en voetbaldier. Werd
twee jaar geleden door zijn partij
CDA op straat gezet. Na 21 jaar
Kamerlidmaatschap moest hij te
gen zijn zin plaats maken voor
jongere politici. Het CDA predikte
vernieuwing en Lansink werd
daarvan, samen met onder ande
ren Mateman en Van der Linden,
het slachtoffer. foto anp
Thijs Wöltgens (56)
PvdA-coryfee. Zat zeventien jaar
in de Tweede Kamer en komt
sinds 1995 zeker één keer per
week naar de Eerste Kamer. Ver
wezenlijkte zijn jongensdroom
door burgemeester van zijn ge
boortestad Kerkrade te worden.
Hij verlaat die post na zes jaar
voor een baan bij de Open Uni
versiteit. Houdt niet van Paars.
een tegenvaller. D66 is wat dat betreft het
toppunt." De veranderingen in de poli
tiek beperken zich niet tot het gedachte
goed. Ook de politici zijn anders. Wölt
gens: „Voor mij is politiek een onmisbaar
onderdeel van mijn leven geworden. Dat
zie ik bij de jonge generatie niet meer te
rug. Veel Kamerleden beschouwen het
Kamerlidmaatschap als een kantoor
baan; als een gewone baan die gemakke
lijk kan worden gevolgd door een andere
baan. Het Kamerlidmaatschap is dan een
aardig facet op het cv."
Lansink: „In deze tijd past het blijk
baar dat Kamerleden zeggen dat ze ook
aan zichzelf moeten denken. Dat vind ik
heel merkwaardig: je laat je kiezen op de
gezamenlijkheid van een kandidatenlijst
en vervolgens zeg je dat je aan jezelf
moet denken."
Schutte relativeert de verschillen het
sterkst, maar hij zit dan ook nog zelf in
de Kamer. Hij blijft tot aan de volgende
verkiezingen en gaat dan met pensioen.
„Dan moet een ander het maar eens
gaan doen. Een roeping is het Kamerlid
maatschap niet. Dat zou te veel een ver
eenzelviging met de eigen positie mee
brengen. Alsof een ander het niet zou
kunnen. Het is ongezond om niet het ei
gen functioneren te relativeren. Maar het
Kamerlidmaatschap als opstap in een
carrière is een verkeerde benadering.
Dan krijg je discussies over carrièreper
spectief en bezoldiging. Dat zijn onzuive
re elementen in het politieke debat."
Kamerleden worden nu ook anders ge
rekruteerd, menen de oudgedienden.
Schutte: „Kamerlid voor het GPV kunnen
alleen leden worden die binnen de partij
al hebben aangetoond dat ze het gedach
tegoed kennen en kunnen overbrengen.
Dat is toch heel wat anders dan een ad
vertentie plaatsen, zoals de PvdA heeft
gedaan. Blijkbaar is het gedachtegoed bij
die partij niet meer een eerste vereiste."
Lansink en Wöltgens zijn aanmerkelijk
harder in hun oordeel. Zij moeten van de
huidige generatie jongeren in het parle
ment maar weinig hebben. Wöltgens:
„Vroeger stond het lidmaatschap van
een politieke partij voor een ideaal. Nu
worden mensen lid omdat ze iets willen
bereiken: raadslid worden of Kamerlid.
Politici worden niet meer uit de partij ge
haald. Dat kan ook niet meer omdat nog
maar 0,3 procent van de bevolking lid is
van een politieke partij. Je krijgt op die
manier geen ideologisch bevlogen politi
ci, maar mensen met een zeer pragmati
sche instelling."
Lansink: „Vroeger werd je 'ontdekt' in
de achterban. Je begon aan de basis van
de partij. Voor ministersposten werd nog
wel eens buiten de partij gezocht. Zo
van: we hebben nog iemand nodig uit de
boerenhoek. Maar er werden hoogst zel
den mensen gevraagd die geen lid van de
partij waren."
Wöltgens en Lansink verlangen soms
terug naar de tijden dat politici in
Nieuwspoort de zon zagen opkomen.
Kletsen en discussiëren aan de bar. „Het
huidige gezinsleven laat dat niet meer
toe", zegt Wöltgens. „Ik zou willen dat er
iets terugkomt van de bevlogenheid en
de politieke tegenstellingen die ergens
over gaan en met mensen die zich ver
slingerd hebben aan de politiek."
p het Binnenhof moet je de politie
ke ideologieën tegenwoordig met een
lampje zoeken, vindt SP-Kamerlid Agnes
Kant. „In de politiek zijn de idealen ver
dwenen, maar in de samenleving niet.
Mensen zijn aanspreekbaar op maat
schappelijke problemen en ook bereid er
iets aan te doen." Politici laten dat vol
gens Kant tegenwoordig nog al eens na.
„Ze lopen weg voor hun verantwoorde
lijkheid en zijn niet bereid grote maat
schappelijke problemen op te lossen."
Zelf voelt ze zich niet zo aangesproken
op het verlies van idealen. Wat.dat betreft
zou ze misschien vroeger beter in de Ka
mer passen. „Ik geloof wel dat Kamerle
den vroeger meer opereerden vanuit ide
alisme. Er wordt in de politiek te weinig
nagedacht over maatschappijvisie. Poli
tieke tegenstellingen hebben plaatsge
maakt voor pragmatisme. Ik heb daar
niets tegen. Het is tot op zekere hoogte
toelaatbaar, maar het mag niet worden
losgekoppeld van idealen."
Ook PvdA-Kamerlid Marleen Barth
constateert dat de ideologieën op de ach
tergrond zijn geraakt, maar is daar niet
echt rouwig om. „De ideologie in de zin
van een idee waar mensen achteraan lo
pen, is niet meer. Het is allemaal zakelij
ker, realistischer geworden. Dat is heel
goed. Niet vooraf vastgestelde paden be
wandelen, maar open en creatief zoeken
naar oplossingen. De socialistische
droom is er nog wel, maar de weg erheen
mag best een andere zijn dan gedacht."
Ook CDA-Kamerlid Joop Wijn ziet dat
het ideologische gehalte van de politiek
afneemt, maar hij bestrijdt dat de nieuwe
generatie Kamerleden niet meer handelt
uit idealisme. „Die generatie streeft nog
wel idealen na, maar dat gebeurt tegen
woordig misschien meer vanuit realisme
dan vroeger. Het gaat er om met dat rea
lisme die idealen concreet een stapje
dichterbij te brengen."
Met de duw waarmee het CDA in 1994
uit het regeringspluche de oppositieban-
ken in werd gekieperd, verdwenen ook
de politieke tegenstellingen van het Bin
nenhof. De komst van Paars maakte iets
mogelijk wat in Den Haag lange tijd voor
onmogelijk werd gehouden: PvdA en
WD samen in de regering. De ideologi
sche debatten verdwenen naar de achter
grond. „Die ideologische debatten gin
gen niet over het doel, maar over de me
thodes om dat te bereiken", zegt Barth.
„Het na te streven maatschappijbeeld
loopt nog steeds uiteen. De weg naar dat
doel wordt nu echter pragmatischer ge
volgd. Dat moet je accepteren. Het hoort
nu eenmaal bij het politieke systeem. Je
moet compromissen sluiten als niemand
een meerderheid heeft. Maar je moet in
het dagelijks handelen wel het eindbeeld
voor ogen houden: ik doe het voor de
meest kwetsbare groepen in de samenle
ving."
Kant gelooft niet in de ontideologise
ring. „In de politiek is dat wel het geval,
maar in de samenleving absoluut niet.
Daar is nog wel maatschappelijke betrok
kenheid." Wijn ziet die betrokkenheid
nog wel, maar is vooral bezorgd over de
toegenomen individualisering. „Vereni
gingen hebben grote moeite met het vin
den van vrijwilligers. De politiek kan er
voor zorgen dat die anonimisering in de
Agnes Kant (33)
Al sinds haar jeugd politiek actief
voor de SP. Kwam twee jaar gele
den in de Kamer doordat haar
partij drie zetels won. Nieuw was
het Binnenhof niet, want ze werk
te al als beleidsmedewerker voor
de SP. foto ron pichel
Marleen Barth (36)
Werd ruim drie jaar geleden ver
rast door PvdA'er Job Cohen,
toen die vertelde dat hij haar had
voorgedragen als kandidaat-Ka
merlid. Ze werd prompt lid van de
partij en verruilde de journalistiek
voor de politiek, foto ron pichel
Joop Wijn (31)
CDA-talent. Verkoos een politie
ke carrière boven een veelbelo
vende loopbaan bij de bank. Ka
merlid sinds 1998. Klom in korte
tijd snel omhoog op de fractielad
der van de christen-democraten.
Vindt het zo leuk dat hij in elk ge
val nog een periode wil blijven.
foto anp
maatschappij vermindert." Hij vindt bij
voorbeeld dat de enorme vlucht die de
24-uurseconomie maakt, wel iets kan
worden afgeremd. De zondag als collec
tief rustpunt voor de hele samenleving
zou volgens hem een goede zaak zijn.
„Dan is er in elk geval een moment in de
week waarop iedereen vrij is en er ook sa
men dingen kunnen worden gedaan."
Ook Kant denkt dat de politiek voor een
groot deel verantwoordelijk is voor de in
dividualisering. „De solidariteit in de sa
menleving wordt afgebroken en mensen
worden ertoe aangezet voor zichzelf op te
komen. Is het dan zo gek dat een groepje
rijken een zorghotel bouwt voor z'n ou
ders? Je kunt ze dat niet kwalijk nemen.
Het is een gevolg van het slechte beleid in
de gezondheidszorg."
Wijn denkt dat de komst van Paars de
ideologieën naar de achtergrond heeft ge
drongen. „De financiële kant van de poli
tiek overheerst nu het debat en heeft een
discussie over de idealen naar de achter
grond gedrongen. Dat kan ook, omdat het
nu goed gaat met het land." Ook Barth
ziet Paars als introducé van de nieuwe za
kelijkheid. „PvdA en WD zijn het nu een
maal over de einddoelen niet eens en zul
len dat ook niet worden. Het is heel goed
dat de doorbraak er in 1994 is gekomen,
maar het heeft wel tot gevolg'dat de de
batten veel pragmatischer zijn geworden.
Dat kan heel anders worden na deze kabi
netsperiode."
Volgens Kant vervagen de idealen door
het verdwijnen van de scherpe politieke
tegenstellingen, maar ook door de politi
ci. „Vroeger kwamen er meer mensen in
de Tweede Kamer die een rechtstreekse
maatschappelijke betrokkenheid hadden.
Dat is minder geworden. Mensen worden
nu kandidaat op basis van hun betrok
kenheid of deskundigheid op een bepaald
terrein."
Wijn gelooft er niets van dat de betrok
kenheid van de nieuwe generatie Kamer
leden minder is dan vroeger. „Voor mij is
het Kamerlidmaatschap een roeping. Als
het me was gegaan om mijn carrière, was
ik wel bij de ABNAmro-bank blijven wer
ken. Daar zat ik in een management-de-
velopment-functie. Ik ben Kamerlid ge
worden om mijn talenten ten dienste te
stellen van het algemeen belang." Kant
noemt zichzelf ook 'zeer betrokken', maar
denkt toch dat 'het Kamerlidmaatschap
vroeger meer werd gezien als een roe
ping'. „Tegenwoordig zien mensen het
meer als een aardige functie. Maar of die
roeping van vroeger voortkwam uit maat
schappelijke betrokkenheid of uit eigen
belang, dat weet ik niet."
Barth verbaast zich nog steeds wel
eens. „Dan denk ik: goh, ik ben Kamerlid.
Dat is toch iets heel bijzonders. Het is de
hoogste eer om volksvertegenwoordiger
voor je land te zijn."
Deze jonge Kamerleden denken nog
niet aan opstappen. Barth is blij dat ze
Kamerlid is, Wijn begint het zo leuk te
vinden dat hij over twee jaar graag weer
een plaatsje krijgt op de kandidatenlijst
van het CDA en Kant denkt ook nog wel
even op het Binnenhof rond te stappen.
Kant: „Of ik hier nog twaalf jaar zit? Waar
om niet? Politiek is een deel van mijn le
ven en zal dat altijd blijven. Of dat bij an
deren ook zo is, weet ik niet."
Sinds de komst van Paars is de politiek verzakelijkt en worden er in de Tweede Kamer nauwelijks nog ideologische debatten gevoerd.
foto anp