Redden wat er te redden valt TT ZATERDAG 8 Jl Archeologen spannen zich in voor Turkse schatten In het zuidoosten van Turkije liggen schatten uit de begintijd van onze cultuur. Maar de moderne tijd eist haar tol: stuwdammen moeten voor grote meren zorgen om elektriciteitscentrales te kunnen laten draaien. Archeologen proberen te redden wat er te redden valt, voordat het water alles overspoelt. ijskranen tillen enorme katrol- len, vrachtwagens voeren bui- JL zen aan, sproeiwagens be vochtigen het beton, mannen turen door meetapparatuur en overal klinkt gebrul van motoren en geklop van hamers bovenop de stuwdam in Birecik, in het zuidoosten van Turkije. Aan de zuidkant van de dam, stroomafwaarts, verrijst een electriciteitscen- trale met grote turbines en pilonen die hoog spanningskabels dragen. Turkijes snel groei ende economie heeft behoefte aan energie. Maar ten noorden van de dam heerst stilte. De stilte van de oudheid. Er is echter wel degelijk bedrijvigheid: op een steenworp van de enorme aarden wal die de stroom van de Eufraat stopt, lopen mannen met kruiwagens af en aan om zand in de rivier te storten. Het zijn de laatste da gen voor het wassende water de Romeinse garnizoensstad Zeugma zal bedekken. Ar cheologen werken dag en nacht om te red den wat er te redden valt. De buit is aanzien lijk geweest: een aantal beelden en 16 punt gave vloermozaïeken zijn veiliggesteld in het museum van Gaziantep. „We graven hier al vijf jaar, zolang als we weten dat de dam ge bouwd zou worden", vertelt Catherine Aba- die-Reynal, een Franse archeologe. „We heb ben inmiddels materiaal genoeg om nog ja renlang onderzoek te doen. Want voor iedere maand dat je graaft, duurt de studie een jaar." Zeugma was de meest oostelijke stad van het Romeinse Rijk en zodoende van essenti eel belang in de verdediging. Een uniek bronzen beeld van de oorlogsgod Mars wijst daarop. Aan de rivier gelegen, was het ook een belangrijke handelsstad: specerijen, par fums, zijde en andere kostbare zaken uit het oosten, kwamen hier het Rijk binnen. Tege lijk moet de vruchtbare aarde gezorgd heb ben voor een levendige voedselmarkt. „Daarom is het jammer dat we niet meer tijd hebben", zegt de archeologe. „We hebben een paar villa's opgegraven en verder naar het noorden een groot aantal werkplaatsen. Daar moet de brug geweest zijn naar de stad Apameia aan de overkant. Maar we hebben nog geen straat gevonden." Straten zijn van belang om te weten hoe een stad georganiseerd was. Liep bijvoor beeld de hoofdstraat parallel aan het water tussen de luxe villa's en de werkplaatsen door. of juist de nog onaangeraakte heuvel op, waar deze zomer opgravingen zullen be ginnen? Dat zegt wat over de economische structuur van de stad. Uit het stratenplan valt bovendien op te maken hoe oud de stad was. Het al overstroomde Apameia was een typische Hellenistische nederzetting, gezien het geruite plan. Maar vermoed wordt dat Zeugma al minstens duizend jaar daarvóór bewoond was. Een kronkelende straat zou dat kunnen bevestigen. Het ontbreken van straten zou juist weer op een dorpse struc tuur wijzen, zoals die van Belkis, het vlakbij gelegen dorp waar een maand geleden de laatste bewoners wegtrokken. Dorpen opgeslokt Ahmet Ozdemir en zijn vrouw Hatice kijken nog een keer spijtig naar hun huis dat nog net boven het water uitsteekt. Alles wat bruikbaar was, hebben ze eruit gesloopt. „Ik had het zelf gebouwd van natuursteen", zegt Ahmet. „Nu woon ik in een betonnen huis. Daar waar de dam nu staat, was mijn pis- Opgravingen in Gaziantep. Archeologische vondsten in Birecik, in het zuidoosten van Turkije. FOTO'S GPD HALUK BAYLANT tachio-boomgaard. Weet je dat die bomen pas na 30 jaar vrucht dragen?" Het stuwmeer zal tientallen dorpen op slokken. Overal in de vallei oogsten mensen de laatste kersen, de laatste abrikozen, prui men of peren, waarna ze hun fruitbomen kappen om toch op z'n minst in de winter nog wat warmte te hebben van het hout. De overheid heeft hun een schamele schadever goeding gegeven en nieuwe huizen op de ka le bergtoppen. Daar groeit niets, in tegen stelling tot de rivieroever. Op het vruchtbare land aan het water vestigt de mens zich al sinds de oertijd. De Birecik-dam en de vlak bij gelegen, bijna voltooide Karkamisj-dam zullen dan ook behalve de dorpen talloze pre-historische nederzettingen overstromen. „In dit gebied ligt de oorsprong van onze huidige beschaving", zegt Kemal Sertok, een aan het museum van Gaziantep verbonden archeoloog die toezicht houdt op de opgra vingen in Zeugma. „In Nevali Cori bijvoor beeld zijn beelden gevonden en beschilder de reliëfs van 11.000 jaar oud. Dat is lang voordat de mens potten ging bakken." Nevali Cori, ten noordoosten van de stad Urfa, is nu verdwenen onder het water van de Ataturk-dam. De spectaculaire vondsten, waaronder levensgrote mensenfiguren en een vrouwenhoofd gevat in de klauwen van een vogel, liggen nog in de bergruimten van het archeologisch museum van Urfa. Verder stroomafwaarts - voorbij de dam, dus veilig - ligt Gobekli Tepe. „Dat is het hoogtepunt van wat we ooit gevonden heb ben. Het was waarschijnlijk een tempelcom plex en bestaat uit enorme gebouwen van uitgehakte steen, die beschilderd zijn en vol beelden staan", zegt Sertok. Volgens het Duitse archeologenteam dat er ieder najaar opgravingen verricht, zijn Ne vali Cori en Gobekli Tepe net zo'n belangrij ke vondst als de 14.000 jaar oude grotschil deringen in Frankrijk. Ze bewijzen namelijk dat rituele kunst niet op één dag is uitgevon den, maar vanaf het begin onderdeel was van de menselijke psyche. De bouwers van deze plaatsen waren jagers en verzamelaars aan het einde van de Ijstijd. Ze wisten leiste nen pilaren van 7 meter hoog en 50 ton zwaar overeind te zetten 6.000 jaar voordat de eerste piramide gebouwd zou worden. Voor zover de archeologen weten, had de mens echter het wiel noch lastdieren tot zijn beschikking. Kennis „Er wordt veel ophef gemaakt over de schat ten die door de stuwmeren overspoeld wor den", zegt Sertok. „Maar we hebben zo'n uitgebreide kennis over de vroege bescha ving juist dankzij de dammen. Ik ben in de jaren '60 als student begonnen bij de red dingsopgravingen voor de Keban-dam. Daarna volgden de Ataturk-dam en andere. Er is een internationale school ontstaan dankzij de dammen." Inderdaad werken al decennia lang arche ologen vanuit de hele wereld in het Turkse deel van het stroomgebied van de rivieren Tigris en Eufraat, aangespoord door een coulante overheid en het stijgende water. Dat dwingt hen bovendien om samen te werken met verschillende disciplines en om de modernste, want snelste, technieken te gebruiken. „Zonder de dammen was er nooit op zo'n grote schaal gegraven en waren er nooit zo veel verbanden gelegd", betoogt Sertok. „En we krijgen de tijd om de belang rijke zaken te redden." De zoete geur van olijfbomen en pijnbo men hangt in de droge, warme lucht. De rijk dom van de aarde is hier bijna wellustig. Als een voluptueuze vrouw ligt ze erbij, goud geel graan op haar rondingen, felgroene wijnranken op haar flanken, glinsterende beekjes in haar schoot. Dit gebied, Mesopot- amië, is een van de eerste plaatsen waar de ijskap zich terugtrok, waardoor de uitge strekte moerassen in de vlakten langs de ri vieren opdroogden en zich tot vruchtbaar land omvormden. De mens ontdekte hier tien millennia geleden dat hij dat land kon bewerken en dat hij dieren kon temmen om hem te helpen. Geschiedenis Met ritmische bewegingen hakt een vrouw - op haar knieën, getoomde rug - de halmen van het rijpe graan om met haar sikkel. „Daar zijn de buitenlanders", wijst ze naar een heuvel die vreemd uitsteekt boven het veld. Dit soort plompverloren bobbels dui den op een oude nederzetting. Hier in Fistik- li Bahce, dat volgend Jaar onder het water verdwijnt, graaft een Amerikaanse ploeg van het Bryn Mawr College naar overblijfselen van de Halaf. Zij waren de eerste pottenbak kers ën leefden ongeveer 7.500 jaar geleden, twee millennia voor de mens gereedschap pen van brons ging maken. Vanaf nu zullen potscherven in een grondlaag het kenmerk bij uitstek zijn, waaraan archeologen een cultuur in een bepaalde tijd herkennen. „De Halaf was ook een van de eerste vol keren die zegels gebruikten", vertelt Sarah Niehbuhr, een klein zwart vierkant steentje ophoudend met een geometrisch patroon erop. Aan de achterkant heeft het een oog waar een touwtje doorheen kan, net als bij een knoop. „Ze werden waarschijnlijk ge bruikt bij een vroege manier van boekhou den, bijvoorbeeld om een pot te verzegelen met kleiballetjes erin die symbool stonden voor in bewaring gegeven goederen." Nooit worden een zegel en zijn afdruk bijeen ge vonden. Dat duidt er op dat de waren ver stuurd werden. „Het internet zou uitstekend zijn voor ons, archeologen, om gegevens uit te wisselen. Dan konden we zien waar de af drukken opdoken, hoe groot het gebied is dat de Halafs van hieruit bereisden", zegt de archeologe. Niehbuhr is archeo-osteologe. Aan botten en tanden kan ze aflezen wat voor diëet mensen hadden, bijvoorbeeld dat dat rijker werd toen de ijskap smolt en dat mensen daarom langer leefden; hoe het klimaat aan sluitend veranderde; welke ziekten er heers ten en zelfs waar mensen vandaan kwamen. Een archeo-metallurg als Sertok weet te ver tellen dat de Sumeriërs 5.500 jaar geleden al handel dreven met Afghanistan. In hun brons mengden ze namelijk tin en dat kwam dichterbij niet voor. De beschaving vóór hen, de Uruks die het wiel en het eerste lineaire schrift uitvonden, gebruikte 1.000 jaar lang het zwaar giftige arsenicum in plaats van tin. De Uruks waren de eersten die een 'rijk' stichtten, zij het zonder leger. Van Zuid-Irak tot in Turkije stichtten ze kolonies. Voor het eerst kregen de bewoners verschillende ta ken toebedeeld. Zo ontstonden de eerste ste den, met boeren, handelaars, priesters en wetten die voorschreven hoe de verhoudin gen lagen. Aanvankelijk hadden de priesters de touwtjes in handen, zoals blijkt uit de tal loze zegels die bij hun tempels gevonden zijn. Maar tegelijk met de ontdekking van brons ontstond ook een paleiscultuur, een politieke macht die met de geestelijken con curreerde om de controle over de economie. Kortom: de eerste investituurstrijd die zich eindeloos zou herhalen in de loop van de ge schiedenis. Vanaf de zuidflank van de berg Kurt, iets meer dan 100 kilometer ten westen van Ga ziantep staren honderden vaag omlijnde ge zichten een groene vallei in. Uit grote blok ken basalt zijn ze zo'n 3.500 jaar geleden ge houwen door de beeldhouwers van de Hur, een lokaal volk dat onderworpen werd door de Hittieten. Die kwamen uit de Kaukasus of uit de Balkan. De nomadische Hittieten brachten het bestaande rijk ten val, zoals dat talloze malen met anderen gebeurd was en nog zou gebeuren, henzelf incluis. Maar zo als de meeste 'barbaren' namen ze de cul tuur over die ze vonden, en voegden er hun eigen elementen aan toe. Ze stichtten Yese- mek op de basaltrijke berg Kurt, een beel denfabriek. „We hebben veel leeuwen gevonden, Die waren om aan weerszijde van een hek te zet ten, voor paleizen of tempels", vertelt Ali Ci- cek. Hij staat prof. Ilhan Temizsoy uit Ankara sinds jaar en dag bij tijdens de opgravingen. Wanneer die niet plaatsvinden, speelt hij voor gids in het beeldenpark. „Zittende leeu wen, liggende en zelfs twee gevleugelden. Ze wegen elk tussen de 4 en de 10 ton. Hier maakten ze de ruwe versie en 40 kilometer verderop werden ze afgewerkt. Er zijn ook berggoden en een hoop sfinxen. Maar vreemd genoeg hebben we nog steeds geen gereedschap gevonden." Sfinxenmode Vijf eeuwen lang voorzag Yesemek het hele Nabije Oosten van beelden die de wacht hielden voor monumentale gebouwen. De sfinxenmode was overgewaaid uit Egypte, al leen werden ze in Yesemek vrouwelijk ge maakt, met krullende lokken die hun borsten bedekten. In de achtste eeuw voor Christus werd de steengroeve ineens verlaten. Waar om is nog een raadsel. Prof. Temizsoy graaft al weer twee jaar niet meer. Want archeologie is behalve geduld vooral ook een kwestie van geld. Het gewroet in prehistorische grond is niet zo aantrekke lijk voor mogelijke geldschieters, behalve bij de zeldzame spectaculaire vondst als de mo zaïeken van het Romeinse Zeugma. Maar cultuur staat goed op het visitekaart je. Alle commotie rond Zeugma heeft bij voorbeeld een Amerikaans internet-advies- bureautje in de buidel doen tasten. Oprich ter en eigenaar van 4-Coruers Micah Garen is met zijn assistente Marie-Helene Carleton op het vliegtuig gestapt. Wekenlang hebben ze op en neer gependeld tussen Ankara en Gaziantep. „We willen de wereld wakker schudden, een dialoog op gang brengen tus sen technocraten en archeologen. Daarom gaan we een documentaire maken", vertelt Carleton met jeugdig enthousiasme. „We be steden 10 procent van de winst op onze e- commerce aan goede doelen. We proberen ook andere internetbedijven over de brug te krijgen. Zij zijn rijk genoeg. Het Turkse mi nisterie van Cultuur krijgt maar 0,3 procent van het staatsbudget, terwijl er zo veel te doen is." Geheel onbaatzuchtig is de belangstelling overigens niet: Ankara heeft toegestemd in een feasibility-study naar zonne-energie, waar weer een goede klant van het bedrijfje in doet. „Maar stel dat we kunnen voorkó men dat er meer dammen worden ge bouwd...." De bemoeienissen van 4-Corners hebben volgens Carleton tevens bewerkstel ligd dat de Packard-foundation (een stich ting voor goede doelen van het gelijknamige computerbedrijf) in principe 5 miljoen dollar toezegde om een openluchtmuseum voor Zeugma te bouwen. „Wat een geld", verzucht Sarah Niehbuhr in Fistikli Bahce bij het stadje Birecik. „Dat krijgen we nooit voor de pre-historie...." JESSICA LUTZ

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 40