Rabobank wint
net overmacht
Plaspauze kost Jalabert de gele trui
Tour de France
ZACHTE
BERM
Knaven: Zo'n kans
krijg ik niet snel weer
We verdienen deze overwinning'
Lag 7 n.ij ;oooAs
8e etappe
8 juli - 203,5 km 1H
Limoges
O La Bachellene 82km
jLe Moustier 109km
Le Bugue 128km
Beaumont
Villeneuve-sur-Lot
203.5km
TOUR IN CIJFERS
Hersenschudding
voor commentator
Herbert Dijkstra
Herbert Dijkstra heeft bij een
ongeluk tijdens de Ronde van
Frankrijk een hersenschuddipg
opgelopen. De verslaggever van
de NOS raakte woensdagavond
met zijn auto van de weg. Hij
heeft de nacht ter observatie in
een ziekenhuis doorgebracht.
Gisteren is hij teruggekeerd
naar Nederland.
Oud-renner Erik Breukink,
die samen met Mart Smeets het
commentaar bij de televisie
beelden verzorgt, verving Dijk
stra donderdag bij het maken
van de interviews. De NOS
stuurt een vervanger voor Dijk
stra naar Frankrijk. In de eerste
etappes had Dijkstra op de
commentaarpositie de plaats
van Smeets ingenomen.
Denen zijn de betere drin-
:ers onder de collega's. Ze
men 's middags in de pers-
b meestal zo rond een uur of
met een blikje bier en als er
niddernacht in de stad van
komst nog ergens mensen
en terras zitten, dan zijn het
stal diezelfde Denen. Zo ook
'ren. Bij aankomst in ons
'l, rond 01.00 uur, zat er nog
groepje uit Denemarken op
terras.
varen minder uitbundig dan
oonlijk rond middernacht
lat had een reden. Ze treur-
mee met Klaus Möe, een
'■ga die al vier dagen op zijn
iputer wacht. Het ding was
cgeraakt op de luchthaven
waar hij de vrijdag voor de
rstart was aangekomen. La-
:reeg hij een telefoontje dat
ding terecht was en dat ze de
iputer per koerier naar de
zaal in de stad van de finish
den brengen.
dag stapte hij hoopvol het
lotje van Dynapost binnen,
u tot gisteren hadden ze
nog niets ontvangen. Al die
maakt hij zijn artikelen
idgeschreven en moet zijn
't door de telefoon voorlezen.
\ipeloos ouderwets", ver-
htte hij. Maar, zo had perso-
l op het vliegveld hem verze-
l, morgen zou de computer
ijn. En nu ging hij naar bed
loopte niet te dromen van
'errekte computer,
volgende ochtend was het al
vroeg druk op het terras. Klaus
zat er en had zijn complete gar
derobe over de tafels en stoelen
gedrapeerd. 'Ga je naar huis,
Klaus?'
Hij vertelde zijn verhaal. Vóór
hij ging slapen had hij de recep
tioniste gemeld dat de wc op
zijn kamer na het doortrekken
met grote snelheid doorliep. Hij
vroeg zich af of de pot die stort
vloed wel kon doorstaan. Zij
had haar man er nog naar laten
kijken, maar die zag ook geen
gevaar.
Toen Klaus zich rond 04.00 om
draaide en de lakens nog eens
over zich heentrok, bleken die
doorweekt. Hij stapte uit bed en
stond tot zijn enkels in het wa
ter. Ook zijn collega's op dezelf
de verdieping waren getroffen
door de overstroming, maar
nergens was de schade zo groot
als bij Klaus. Alle kleren en zijn
archief drijfnat.
Het is duidelijk niet de Tour van
Klaus. „Toch wel", zei hij. „Ik
heb namelijk geluk gehad.
Geluk?
„Ja, dat ik mijn computer niet
bij me had.
TOURS RENÉ BANIERINK
Hij wist dat het niet gemakkelijk zou zijn tegen drie 'Rabo's'. „Het
leek verdorie het NK wel", grapte Servais Knaven. Maar dit was
niet Gulpen, dit was Tours. En niet het NK maar de Tour de Fran
ce.
Dus overheerste na zijn vierde plaats gisteren al gauw dat rare,
zeurende gevoel dat hij toch wel heel dicht bij een ritzege in de
wedstrijd der wedstrijden had gezeten. „Zo'n kans krijg je niet
vaak. En het kon wel eens heel lang duren voordat ik er weer zo
dicht bij zit."
De Farm Frites-coureur wist naarmate de wedstrijd vorderde dat
het wel eens een mooie dag voor hem kon worden. ,,Ik verbaasde
me erover dat het peloton het gat zo groot liet worden." Maar toen
de twaalf vluchters eenmaal een voorsprong van ruim tien minu
ten hadden en die voorsprong lang vasthielden, voelde Knaven
steeds meer kracht in zijn benen stromen. „Dat was ook nodig.
Want die waren in het begin helemaal niet zo best." En realiseerde
hij zich dat ook zijn kansen stegen.
Hij hoefde ook niet veel te doen, de druk lag vooral bij Elli, die
voor het klassement ging, en de drie Rabo-renners die de over
macht moesten uitbuiten. „Ik heb niet als een gek gereden." Toen
de wedstrijd dan ook in de beslissende fase kwam, stond Knaven
op scherp. Normaal gesproken is hij, als tijdrijder, wel een« manne
tje voor een ferme jump in de laatste kilometers. Die plaatste hij
ook, maar het feit dat hij vooral ook achterom bleef kijken, gaf al
aan dat hij niet voluit ging. „Ik had gewoon hele goede benen, dat
voelde ik toen wel. Ik wilde gewoon zien wie er nog een beetje fris
zat."
Hij gokte dus op de sprint. Dat leek een beetje zelfmoord, met
erkend rappe mannen als Van Bon, Zberg, Magnien en Commesso
in het gezelschap. Knaven vond van niet. „Ik heb veel meer ver
trouwen in mijn sprint gekregen, ik weet nu dat ik ook behoorlijk
rap kan aankomen. Ik wist dat ik in het wiel van Zberg of Van Bon
moest zitten. Ik zat bij Van Bon toen Zberg zich er tussen wrong.
De kopgroep met Servais Knaven (in zesde positie) en Leon van Bon (in
Toen ben ik daar achter gaan zitten en heb op het laatst de aanval
ingezet. Net op dat moment deed Zberg- dat ook en ik kreeg een
zwieper, we raakten elkaar met de ellebogen. Daardoor moest ik
inhouden en hij ook. Misschien heeft het Zberg en mij wel de zege
gekost, je weet maar nooit hoever ik had kunnen komen, want ik
lag heel goed op snelheid."
De vlucht van gisteren, de geur van het succes, ze verdrongen
een beetje de trammelant waarmee de Tour weer eens begonnen
zevende positie) op weg naar aankomstplaats Tours. foto ap
was door de uitsluiting van Sergej Ivanov. Kwesties waar Knaven
zich niet langer mee bezig wilde houden maar waar hij toch niet
omheen kon. Het feit dat de Rus te horen heeft gekregen dat hij
weg moet bij Farm Frites en wel heel snel (de zaak wordt vanmid -
dag afgehandeld), vindt Knaven 'voorbarig'. „Kijk naar wat Rabo
bank vorig jaar heeft gedaan met Dekker. Die hebben hem wel in
bescherming genomen. Ik had Ivanov graag in de ploeg gehou
den."
m van Bon troefkaart in Tours
i van Bon ging er, het getrek en geduw zat, uiteinde
naar bij zitten. Op de Avenue de Grammont in Tours
t'ialde weer eens een Nederlander een ritzege in de
de France en daarvan wilden vooral de vele oud-
giers niets missen. Onder hen Adrie van der Poel en
nie Kuiper, persoonlijk uitgenodigd door ploegma-
r Jan Raas.
zo blij met de zege van Van
Bon. „Die gast verdient het."
De Rabobank was met drie
renners (Markus Zberg, Mare
Wauters en Leon van Bon) aan
wezig in de kopgroep, die ver
der uit eenlingen bestond: Al
berto Elli, Emmanuel Magnien,
Servais Knaven, Arvis Piziks, Fa-
brice Gougot, Salvatore Com
messo, Jacky Durand, Jose Luis
Arrieta en Pascal Chanteur.
Die oververtegenwoordiging
van de Nederlandse ploeg
maakte de ploeg kansrijk, maar
tegelijk ook kwetsbaar. Wie zo
veel coureurs met hetzelfde
shirt in een kopgroep heeft,
moet eventuele vluchters terug
pakken. In Elli had de Rabo
bank een bondgenoot, want de
Italiaan van Telekom 'rook' het
geel. Mare Wauters was na Elli
en Gougot de best geklasseerde
renner. Hij staat nu derde op
1.17 minuut.
„Iederéén wilde meewer
ken", zei Van Bon. „Niemand
heeft verzaakt. Toen we hoor
den dat het peloton terug
kwam, hebben we met z'n allen
een tandje bijgeschakeld. Ik
had met Mare en Markus afge
sproken om de beurt te demar
reren, maar er stond zoveel
wind dat dat onbegonnen werk
was."
Van Bon kan, zoals dat in jar
gon heet, 'goed aankomen'.
Maar hij voelde zich niet zeker
in de laatste kilometers. „Com
messo, Magnien, Piziks en Elli
zijn ook rappe jongens."
Mare Wauters bood Van Bon
was de avond daarvoor
het hotel van de ploeg ge
en trof daar een verzame-
enners aan die het pijnlij-
rlies van Erik Dekker in Vi-
an het verwerken was. Raas
gezegd dat ze goed bezig
n, dat ze door moesten
met aanvallen en dat die
:gie dan vanzelf resultaat
ppleveren.
volgende dag vertrok hij
Hennie Kuiper en Adrie
der Poel naai' de start van
tappe in Vitré. Vooral de
twee stammen uit een
Nederlands succes in de
eerder regel dan uitzonde-
ms. Hadden ze destijds el-
jverwinning gevierd met
ripagne, dan waren ze de
Tour dronken geweest,
vendien, van Peter Post,
[leider van de Raleigh-
j, moest de volgende dag
weer worden gewonnen en
nadien wéér. Meestal
urde dat ook. Winnen
bijna een sleur.
nn der Poel, die nog heel
en zeer succesvol bleef cy-
ossen, heeft daarna in het
van de negentiger jaren
van het Neder
se wielrennen nog mee ge-
Jct. Hij reed in zijn nadagen
Boogerd, Dekker en Van
renners die steeds maar
werden vergeleken met
eurs uit de gouden tijd en
vergelijking niet konden
staan. Juist daarom was hij
aan het inleidende werk te
doen. Wauters won vorig najaar
Parijs-Tours. De eindstreep
voor deze klassiekers is op de
zelfde plaats getrokken als gis
teren voor de zesde etappe. Van
Bon: „Mare zei dat ik me rustig
moest houden en dat hij de
laatste kilometers op kop zou
rijden. Daarna heb ik Markus
gevraagd de sprint aan te trek
ken."
Van Bon kwam ongeveer
driehonderd meter voor de
meet alleen op kop. „Ik moest
vol door de wind, maar voelde
toch dat het goed ging, dat mijn
snelheid toenam."
Van Bon (28) heeft inmiddels
een aardige erelijst opgebouwd.
Voor de renner uit Apeldoorn,
die tegenwoordig in het Belgi
sche Hasselt woont, was het
zijn tweede ritzege in de Tour.
Eerder won hij de etappe naar
Pau in 1998. Hij zegevierde dat
jaar ook de HEW Classic in
Hamburg, een wereldbeker
wedstrijd.
Van Bon kreeg daarna pro
blemen met zijn knie. Dat gooi
de de voorbereiding op dit sei
zoen in de war. Na de kniebles
sure volgde een infectie aan zijn
luchtwegen. Dat bleek pas na
dat hij half april zijn bloed had
laten onderzoeken. Hij verzocht
de ploegleiding niet te hoeven
starten in de Vierdaagse van
Duinkerken. Hij stapte daar af
en nam rust. Daarna ging het
weer beter. Hij was sterk in de
Ronde van Luxemburg en de
Route du Sud. Op het NK be
vestigde hij zijn goede vorm
door de nationale titel te grij
pen en bijna twee weken later
won hij zijn tweede Touretap
pe.
„Ik ben een tijdje uit vorm
geweest, maar de jongens in de
ploeg hebben nooit aan mij ge
twijfeld. Prachtig dat ik dit nu
voor ze terug kan doen."
ü'abo-ploeg opgetogen
hOURS RENÉ BANIERINK
p ie zege van Leon van Bon zorgde voor eu
forische reacties in het Rabobank-kamp,
en reactie op de dramatisch verlopen Tour
an vorig jaar.
ai danager Jan Raas (voor een dag in de Tour
n direct na afloop weer in het vliegtuig naar
tuüis): „Dit is een fantastische opsteker, zeker
ia vorig jaar. Dit keer was er veel meer rust
li oor de Tour, op het akkefietje met Michael
ia. Ze hebben deze week gereden zoals het
noest, elke dag meegezeten. Wauters heeft
'andaag fantastisch werk gedaan."
ïerste ploegleider Theo de Rooy: „We wonnen
n 1998 een rit vlak voor de Pyreneeën, vorig
aar wonnen we op de slotdag. Maar nu in de
:erste week. Dit geeft ontzettend veel rust en
'ertrouwen voor de rest van de Tour."
Tweede ploegleider Adrie van Houwelingen
reed achter de kopgroep): „Op 14 kilometer
an de meet vroeg Leon van Bon hoe we het
gingen doen. Ik heb hem gezegd dat ze dat
net elkaar maar moesten bespreken. Ik had
ïog het meeste schrik van Magnien en Com-
i nesso maai- ze hadden zelfvertrouwen ge-
hioeg om het op te knappen."
Medevluchter Mare Wauters (vorig jaar op
a lezelfde plek solo winnaar van Parijs-Tours):
,0p tien kilometer mocht ik zelf gaan maar
ik kwam niet weg. Ik was te gevaarlijk voor de
gele trui van Elli, dus ze lieten me niet gaan.
Daarna ben ik op kop gaan rijden voor Leon
en Markus. Toen ik daar reed, kreeg ik weer
dat gevoel van vorig jaar. Ja, terwijl ik wist dat
ik niet ging winnen. Leon trok de sprint aan
voor Markus maai' hij kwam er niet over
heen. De ploeg wint, dus ik ook. En ik sta
derde. Gele truien heb ik wel gedragen, maar
nog niet in de Tour."
Medevluchter Markus Zberg: „Ik voelde me
goed, ook al was het zwaar en lang. Ik kwam
naast Leon maar raakte toen Knaven. Wie
weet had ik anders gewonnen. Maar dit is
fantastisch voor de ploeg."
Ploeggenoot Erik Dekker (een dag eerder na
een soortgelijke vlucht op de arrivée terugge
pakt): „Dan maar een dag later champagne.
Mijn aanval-heeft de anderen het idee gege
ven datje de sprinters wel kunt kloppen. Vo
rig jaar was inderdaad een debacle maar
daar hoef je niet altijd slechter van te wor
den."
Ploeggenoot Michael Boogerd: „We verdienen
dit, want we zijn de hele week al in de aanval.
Dat het nu lukt, is een enorme opluchting,
de druk is eraf. In 1997, toen Jeroen Blijle-
vens won, was ik ook heel opgelucht en een
stuk relaxter daarna. Terwijl het niet eens
een ploeggenoot was. Gek, hè?"
Leon van Bon heft de armen in de lucht terwijl hij als eerste de finish in Limoges passeert. foto george nusmeijer gpd
Het is een ongeschreven wet in de wielren
nerij. Als de gele-truidrager gaat plassen,
dan wacht het peloton tot de leider in het
klassement weer op de fiets zit. Dus werd
het groepje dat aanviel toen Jalabert in de
berm ging staan, door hun collega's uitge
kafferd. Maar ze waren nog niet terugge
haald - de Fransman zat nog maar net of de
fiets - of de groep van twaalf profiteerde
van de verwarring en was opnieuw vertrok
ken.
Het was vreemd, het was bijna onbegrij
pelijk dat ONCE geen enkele renner mee
had in de kopgroep. De ploeg had er acht
bij de eerste tien van het algemeen klasse
ment. Eén renner in de kopgroep was ge
noeg geweest om de trui in eigen gelederen
te houden.
Het was al net zo onlogisch dat de ON-
CE-renners gedurende meerdere kilome
ters op jacht gingen naar de vroege aanval
lers, desnoods met behulp van één van de
andere ploegen die de slag hadden gemist.
Mercatone Uno (Pantani) werkte wel mee
en er kwamen ook renners van andere
ploegen op kop, maar het was niet genoeg
om Alberto Elli (36) uit de gele trui te hou
den.
Manoio Saiz verklaarde dat zijn ploeg
zich de longen uit het lijf had gereden,
maar dat de aanvallers nu eenmaal harder
gingen. Bovendien zou een breuk in het
peloton ten gevolge van een valpaitij een
georganiseerde jacht hebben voorkomen.
Ook de brede vertegenwoordiging van
ploegen in de kopgroep zou niet in het
voordeel van de achtervolgers zijn geweest.
Over het ontbreken van een ONCE-renner
in de kopgroep wilde hij niets zeggen. Ver
moedelijk gebeurde dat gisteravond achter
gesloten deuren wèl.
Rudy Pevenage, assistent-ploegleider van
Telekom, kon het evenmin vatten dat ON
CE niemand mee had. „Ik vind het heel
vreemd van Manoio Saiz. Maar ik ben Ma
noio Saiz niet ik, ik ben Rudy Pevenage."
De vraag is hoe lang Telekom bereid is
het leiderstricot te verdedigen. Aangeno
men mag worden dat de ploeg zich niet te
zeer gaat inspannen. De Ronde van Frank
rijk moet feitelijk nog beginnen en Telekom
heeft Jan Ullrich achter de hand. Hij moet
straks in de Pyreneeën en de Alpen voor de
eindzege gaan strijden. Normaal gesproken
is Elli dan weer de helper van Ullrich.
De gele-truidragers wisselen zich in snel
tempo af in de eerste week van de Tour. Na
David Millar en Laurent Jalabert rijdt nu
een Italiaan van 36 in de gele trui. Albert El
li is in 1999 door Telekom aangetrokken
om Jan Ullrich in het hooggebergte bij te
staan. Elli komt uit Giussano in de buurt
van Milaan. Hij is opgeleid in de school van
Giancarlo Ferretti, die aan de leiding stond
van ploegen als Ariostea en MG. Voordat
hij naar Telekom ging, reed hij nog twee
jaar in Franse dienst (Casino).
Elli is een doorgewinterde prof aan wie
de wetten van het cyclisme niet hoeven te
worden uitgelegd. Hij sprak na afloop
schande van de coureurs die demarreerden
toen Jalabert ging wateren. Maar 'JaJa' was
nog niet klaar, of Elli ging er vandoor.
Jalabert zelf was niet kwaad op zijn
ploeg, wel op zichzelf. „Het was stom daar
te stoppen. Misschien moet ik voortaan
toch maar in het hotel plassen."