Buitenbeentje wordt voortrekker ZATERDAG 1 JULI 2 Fotograaf Martin Parr luidt nieuwe koers van Magnum in De Britse fotograaf Martin Parr fotografeert met zijn relativerende visie de wereld om hem heen. Zes jaar geleden lukte het hem binnen te dringen in het bolwerk van de persfotografie - het gerenommeerde fotoagentschap Magnum. Hij werd als buitenbeentje lid van een club waarde hard-nieuws traditie hoog gehouden werd. Nu wordt hij door velen gezien als de man die juist door zijn subjectieve kijk de toon zet voor een andere manier van werken bij het wereldberoemde gezelschap. Maar Parr blijft relativeren: „Ik ben slechts deel van de manier waarop Magnum zal veranderen. T e cynisch en te weinig inlevend. De oude garde van het fotoagent- schap Magnum had het zo'n jaar of tien geleden knap moeilijk met het werk van de Britse fotograaf Martin Parr. Uiteinde lijk lukte het hem de weerstand te breken. Hij werd 'associate' en trad later - in 1994 - als volwaardig lid toe tot het wereldwijd beken de gezelschap persfotografen. Parr, geboren in 1952, paste..op het eerste gezicht niet in de traditie van Magnum. Het agentschap (zie kader) had in de jaren vijftig naam gemaakt met vooral zwart-wit reporta ges over de menselijke nood in oorlogs- en armoedegebieden. De gevestigde Magnum leden zagen geen enkele reden af te wijken van deze objectieve nieuwsfotografie. Parr was en is eeh heel ander soort fotograaf. Met een duidelijk subjectieve, ironische onder toon - fotografeert hij wat hij om zich heen ziet: leegte, truttigheid en verveling. De Brit wil weliswaar ook de wereld laten zien zoals hij is - een belangrijk uitgangspunt van Magnum - maar hij richt zich niet op het harde nieuws. „Mijn onderwerp is vooral steeds het leven in de rijke, westerse wereld. Ik wil onszelf, met onze welvaart, een spiegel voorhouden." Voor Martin Parr is hiermee alles gezegd over zijn relatie tot Magnum en zijn drijfveren. Hij laat zich niet verleiden tot diepere uitspraken over zijn werk. „Ik ben niet zo goed met woorden. Ik ben fotograaf, mijn taal is primair visueel. Als jij conclusies trekt bij het ?ien van mijn foto's, is dat prima. En als anderen weer andere betekenissen ge ven, is dat ook goed. Hoe meer, hoe beter." Het ligt voor de hand te concluderen dat we hier te maken hebben met een eigenzin nige Brit, die wars van alle trends zijn koers uitzet. Wat was bij hem dan toch de drijfveer lid te willen worden van een wereldwijd sa menwerkingsverband van zo'n vijftig persfo tografen? Parr: „Ik geloof in het principe van het coöperatief. Bovendien ben ik een popu list in hart en nieren. Ik wil een zo groot mo gelijke distributie, daar ben je bij Magnum van verzekerd. En een groot deel van de aan trekkingskracht ligt natuurlijk in de exclusivi teit. Want ik ben ook een 'natural snob'. Voor mij kan dat heel goed samengaan." Portretten Parr wil graag gezien worden. En hij wordt gezien. Wie zijn onlangs verschenen boek Autoportrait open slaat kan niet om hem heen. Het staat barstensvol Parr. De fotograaf liet zich jarenlang in elke stad die hij bezocht door plaatselijke collega's portretteren. Van Praag tot Abu Dhabi en van Amsterdam tot Havana. Bij toeristische attracties, in een lo kale studio, een foto-automaat of door een Jungfrau Havana Blackpool Tokyo Braga Beijing Athens Rome Funchal Munich Martin Parr liet zich jarenlang in elke stad die hij bezocht door plaatselijke collega's portretteren. De Britse fotograaf Martin Parr. straatfotograaf. Zo verkreeg hij een enorme reeks verschillende portretten van zichzelf, waar vaak de kitsch vanaf druipt. In Scar borough poseerde hij als gentleman uit de Victoriaanse tijd. In Lyon was hij ruimtevaar der. Een fotograaf in Dhaka retoucheerde de helft van zijn leeftijd weg. In New York werd zijn hoofd op het lijf van een bodybuilder ge monteerd. Hoewel sommige foto's buitenge woon grappig zijn en andere ronduit saai, is de serie als geheel op zijn minst een opmer kelijke verzameling portretten. Parr gaat in dit boek flink aan de haal met het idee dat een goed portret op objectieve wijze de essentie, 'de persoonlijkheid', van de geportretteerde laat zien. Hij laat zichzelf zien in wisselende decors met steeds zo goed als dezelfde gezichtsuitdrukking; een strak gelaat met afwezig starende ogen. Parr: „Ik hou van het idee dat je er tegen wisselende achtergronden steeds anders uit kunt zien. Het laat zien dat fotografie iets heel subjec tiefs is." Volgens de flaptekst en het voorwoord van het boek vraagt Parr zich in deze serie af wat 'identiteit' is. Zijn reactie op deze interpreta tie typeert hem: ,Ach, ik zou alles waarmee uitgevers hun boeken aanprijzen altijd met een flinke korrel zout nemen. Hoewel er wel een kem van waarheid inzit natuurlijk. Maar misschien is het het beste al mijn boeken te laten verschijnen zonder enige tekst, gewoon foto's van kaft tot kaft, zoals in mijn vorige boek. Dan kan de kijker er van maken wat hij zelf wil. Autoportrait is voor mij vooral een ode aan de fotografie en de enorme hoeveel heid verschillende manieren waarop je kunt fotograferen." Consumentengedrag Autoportrait sluit - vooral door de mild-ironi- sche ondertoon - aan bij zijn eerdere boeken. Voor The Cost of Living (1989) bijvoorbeeld fotografeerde Parr in niet mis te verstane beelden de leegte, truttigheid en verveeld heid van de Engelse middenklasse. In Com mon Sense (1999) legde hij, in vaak extreme close-ups, uit en te na Brits consumentenge drag vast. Hamburger-etende monden, voe ten met Mickey Mouse-sokken en handen met de meest'wanstaltige sieraden. Een foto van een door de zon hij na gebraden man nenborst - met gouden ketting! - is geplaatst naast die van vleeslappen in de etalage van een slager. Small World (1995) gaat over het heden daagse massatoerisme. Parr laat zien hoe de wereld steeds meer één groot dorp is gewor den, een 'global village' waarin het eigene gland. Het wordt een boek over zijn persoon lijke relatie met zijn geboorteland. „Ik heb een echte haat-liefde verhouding met Enge land. Het project heeft dan ook deels een therapeutische werking voor me, want er zijn veel aspecten aan het land waar ik een hekel aan heb. Zoals de onderhuidse vooroordelen die er heersen. De foto's zijn allemaal ge maakt op mooie, zonnige dagen. Toch voel je dat er iets niet klopt, maar ik kan niet precies verwoorden wat." Voorbeeld Het is duidelijk: met hard nieuws heeft zijn werk inderdaad niet veel te maken. Toch wordt de man die nog maar luttele jaren ge leden met argusogen werd bekeken door zijn vakbroeders, nu meer en meer serieus geno men door de andere Magnum-fotografen. Volgens steeds meer collega's is Parr de man die de huidige tijd - en vooral de banaliteit ervan - het meest memorabel vastlegt. Ster ker nog, voor sommigen vervult hij juist een voorbeeldfunctie, en zet hij de toon voor een andere, nieuwe manier van werken. Die koerswijziging staat niet helemaal los van andere ontwikkelingen. Mede door de snelheid waarmee televisie en internet tegen woordig met behulp van digitale technieken kunnen werken, is de hard nieuws-traditie binnen de persfotografie - en dus ook bij Magnum - aan erosie onderhevig. Parr: „Magnum zal zich onvermijdelijk ver breden in zijn fotografie. Het type foto-essay zal veranderen, zal steeds persoonlijker wor den. Voor hard nieuws zijn snelle technieken nodig, waarvoor we de infrastructuur niet hebben." Zijn eigen rol in dit veranderings proces relativeert hij maar al te graag: „Ik ben slechts deel van de manier waarop Magnum zal veranderen." JEROEN HENDRIKS Magnum werd in 1947 in New York opgericht door vier fotografen, van wie Henri Cartier-Bresson en Ro bert Capa de meest legendarische zijn geworden. Car- tier-Bresson is onder meer beroemd geworden met zijn foto's van Spaanse prostitueés en zijn adagium dat een foto altijd het hele negatief moet laten zien, niet slechts een uitsnede. De avonturier en playboy Capa - die nog met de Nederlandse cineast Joris Ivens werkte - verwierf faam met zijn foto's van de Spaanse burgeroorlog in de jaren dertig van de vorige eeuw en de inval van de geallieerden in Normandië tijdens de Tweede Wereldoorlog. De oprichting van het agentschap - vernoemd naar de reuzenfles champagne waar levensgenieter Capa zo dol op was - markeert het punt in de geschiedenis van de fotografie, waarop fotografen voor het eerst het heft in eigen hand nemen. Geïrriteerd door hun opdrachtgevers - fotoredacties van kranten en tijd schriften die hen op afstand trachtten te vertellen wat en hoe ze moeten fotograferen - bepalen ze voortaan zelf wel wat ze maken. Als tijdschriften hun foto's wil len plaatsen, dan kan dat tegen betaling van gebruiks recht. Met behulp van deze constructie blijven de co pyrights voor het eerst in de historie hij de fotografen zelf. Zo zijn ze in staat dezelfde foto in plaats van één keer, zo vaak mogelijk te verkopen. Hiermee verwer ven zij een grote mate van zelfstandigheid, die tot op de dag van vandaag behouden is. Ook het tweede uitgangspunt van Magnum, dat van het het coöperatief, is nog immer geldig. Dat gewerkt wordt in een coöperatie wil zeggen, dat het de foto grafen zelf zijn, die het agentschap leiden. De staf is als het ware in dienst van de fotografen. Op het mo ment heeft het agentschap zo'n vijftig leden en kanto ren in New York, Parijs, Londen en Tokyo. Daarnaast zijn er wereldwijd nog nog tachtig andere bureaus die de Magnum-foto's distribueren, zoals het Nederland se ABC-press. Magnum heeft van het begin af aan een elitaire, ex clusieve status gehad. Voor velen geldt het lidmaat schap dan ook nog steeds als het hoogst bereikbare in de fotojournalistiek. Wanneer een fotograaf zich wilde aansluiten, kon dat alleen op voordracht van iemand die al lid was èn na uitvoerige ballotage. De regels zijn inmiddels wat veranderd, maar de ballotage is geble ven. Met vijftig procent van de stemmen kan een aspi rant-lid kandidaat worden. Wanneer de fotograaf na verloop van tijd zesenzestig procent van de stemmen weet te winnen, hoort hij er echt bij en wordt 'associa te'. Dan nog duurt het zo'n zes jaar voor hij volwaar dig lid wordt en stemrecht plus aandelen krijgt. van verschillende culturen verloren gaat en waarin mensen met hun consumentenge drag steeds meer op elkaar zijn gaan lijken. „We zijn allemaal deel van het probleem, ik zelf ook. Ook ik ben consument, ook ik ga met vakantie en ook ik eet junkfood. De ge volgen, vooral de vervuiling die onze levens stijl met zich meebrengt, zijn bijna niet te overzien. We hebben ze over onszelf afge roepen. Hoe serieuzer je daar over nadenkt, hoe depressiever je wordt. De enige manier om ermee om te gaan, is met humor en iro nie." Parr pakt ook de verveling aan. Bored Couples (1993) is een serie foto's van paren, die elkaar niets meer te vertellen lijken te hebben. Voor Boring Postcards (1999) verza melde hij een grote hoeveelheid saaie en nietszeggende ansichtkaarten van allerlei toeristenoorden. Wil Parr hiermee zeggen dat verveling de keerzijde is van het onge breideld consumentisme? „Zo zou ik het niet willen stellen. Maar ik ben er wel door gefas cineerd, het is een erg interessant thema om te onderzoeken. En uiteindelijk hangt het wel allemaal met elkaar samen, toch? Verve ling lijkt onvermijdelijk. Want hoeveel aflei ding er ook is, het is steeds moeilijker nog er gens door geboeid te raken." Parr werkt nu aan het project Think of En- Hei hoofd van Martin Parr op het lijf van een bodybuilder gemonteerd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 49