ZATERDAGS BIJVOEGSEL Van gehucht tot brandhaard ®RANJbL® ZATERDAG 1 JULI 2000 idsch Dagblad De bevolking van het dorpje Hoenderloo (gemeente Apeldoorn) heeft wekenlang de van ature wat afstandelijke volksaard verdrongen en de buitenwereld begroet meteen brede glimlach. Een vriendelijke, slechts 1.700 zielen tellende gemeenschap als hoofdstad van ranjeland waar het Nederlands elftal logeerde 'Résidence Victoria'. Hoenderloo van gehucht tot brandhaard. Bestormd door dagjesmensen en hordes persvertegenwoordigers onder wie zelfs een cameraploeg van CNN. In één zware klap over. Donderdagavond werd het Nederlands elftal gesloopt en daarmee de Oranje-vesting op de Veluwe. Vroegtijdig. Onbegrijpelijk. Alleen de zes jaar geleden leed, leefde in volledige afzondering." Het huisje van het echtpaar Spoelstra en hun twee dochters blijkt op het terrein van Landal Greenparks De Milligenberg te staan. De uiterst jonge receptioniste bezit zoveel historisch besef dat de vraag naar het huisje van Den Doolaard niet leidt tot een zoekpoging in de gastencompu- ter. Het huisje blijkt twee weken geleden van eige naar te zijn gewisseld. Een jong koppeltje staat de wanden te sauzen en reageert verrast op het be zoek. Hier is geen oranje vlaggetje te vinden. „Wel veel achterstallig onderhoud", meldt de jonge man. De vraag naar het hutje leidt tot een teleur stellend antwoord. „Dat is afgebroken. Je kunt nog zien waar het gestaan heeft. Ik geloof dat het naar het Schrijversmuseum is overgebracht." overleden Hoenderloose schrijver Aad den Op de Paalbergweg gloeide de afgelopen weken het oranje op tot een climax bij de woning van Chris Gorseling. Voor zijn huis, een van de eerste stenen gebouwen die in plaats van de plaggen hutten verrezen, stond een doel met een megabal erin. En de hele buitenkant van het boerderijtje vol geschilderd. De import-Hoenderlooër is dan ook een van de grootste voetbalfanatici in het dorp. Altijd al geweest. In het eerste elftal van zijn geboorteplaats Beekbergen, een paar bossen van Hoenderloo, blonk de bonkige rechtsbuiten uit in de vierde klasse van de Gelderse Voetbalbond. Tien jaar geleden verhuisde hij naar Hoenderloo. Met het klimmen der jaren zakte Gorseling terug tot het middenveld en de zesde klasse GVB waar in de plaatselijke club Beatrix speelt. Elke week loopt hij in vijf minuten door het uitgesleten kar renspoor naar het veld. „Ik speel nu in het derde. Ach met m'n 47 blijf ik een beetje in beweging." Sinds Euro 2000 is Gorseling wereldberoemd. „Maandag een Franse cameraploeg langsgehad, dinsdag een Engelse en woensdag een Zweedse. Daarna moest ik nog voor wat lui de bal in het doel schoppen, juichen en commentaar op de wedstrijd tegen Joegoslavië geven." Z'n Engels is niks, dus ging het maar op z'n plat Veluws. De volgende ochtend zeiden collega's op het werk: 'Verrek Chris, ik heb je gisteravond live op CNN gezien'. Jammer, vindt hij, dat de spelers van het Ne derlands elftal zich nauwelijks in het dorp lieten zien. „Al zouden ze er met de bus maar even doorheen gereden zijn. Ze hadden niet eens hoe ven te stoppen." De teleurstelling van een ijsboer Gerrit Dros was in de aanloop naar de halve finale nog steeds de gelukkigste ondernemer van Hoen derloo. Als eigenaar van 'Ijs van Co' keek hij likke baardend naar de lange rijen toeristen bij zijn zaak aan de Krimweg. Zijn vader Co gaf na de tweede wereldoorlog naam aan het loket vanwaar de ene na de andere beker vanille-ijs wordt aan gereikt. Destijds deed het pand dienst als melkfa briek. Van de overtollige melk werd weieens een ijsje getapt. Voorbijgangers drongen er steeds meer op aan de koude klets ter verfrissing aan te bieden. Het recept is nog steeds hetzelfde. De toch al grote reputatie heeft de afgelopen weken aan kracht gewonnen want voetballers als John van den Brom, Pierre van Hooydonk en Patrick Kluivert hebben aan het loket gestaan. „En mis schien wel een of twee spelers meer", zegt Gerrit. 'Hoenderloo is bekender om Ijs van Co dan om koning Voetbal', wordt in het dorp gezegd. Dros is trots maar bagatelliseert zijn succes. De aanwezigheid van het Nederlands elftal in het dorp heeft hem geen windeieren gelegd. Maar er rust toch een kleine smet op. Vorige week maan dag bestelde "Résidence Victoria' veertig ijsjes. Twee kleine jongetjes mochten die komen bren gen was de toezegging. „Dus ik haal mijn zoon uit het zwembad. 'Je mag naar het Nederlands elftal!' Maar bij de poort zei manager Jorritsma toch nee. Het Nederlands elftal moet rust hebben, zei hij te gen die beteuterde jongetjes aan het hek. Ze wil den echt niemand bij het elftal hebben." Een dominee die niet troost Tijdens de dienst in de Heldringkerk zal deze zon dag geen woord van hoop of troost voor de Oran jefans vallen. Dominee mevrouw Volgenant-Bei- ma zegt in de deuropening van haar kerkvilla dat ze een ander thema heeft verkozen. Een dienst voor kinderen die afscheid nemen van twee jeugdleidsters. Als een soort boetedoening heeft zij een Oran je-bijdrage geleverd aan het kerkblad De wegwij- zer dat voor maar liefst drie geloofsrichtingen wordt geschreven: Nederlands Hervormd, Gere formeerd en Rooms Katholiek. Alle drie maken ze geregeld gebruik van dezelfde Heldringkerk. Do minee schreef: „Zal het verblijf in de Hoenderloo se bossen Oranje naar de overwinning brengen? En... als ze winnen dan hebben wij immers ge wonnen. Het geloof is geen keiharde afvalra ce, waarbij uiteindelijk maar één de overwinning behaalt. Want wij mogen allemaal winnen. Chris ten zijn is winnen. Niet op een triomfantelijke manier, alsof het vanzelf zou gaan! Nee, een over winning zonder strijd is niet denkbaar. Maar de overwinning is zeker! Die krijg je....van God." Op de begraafplaats van Hoenderloo wiedt een 64-jarige vutter een paar uur voor de halve finale het onkruid van de graven. Zijn naam houdt-ie voor zich want dat geeft alleen maar heisa in het dorp. Een kritische man. „Al die gekte wordt maar opgeklopt door de commercie. Het leuke is er vanaf. De dorpen die onder Apeldoorn vallen hebben elk 2.500 gulden van de gemeente gekre gen voor promotie. De middenstand hier heeft er alleen maar vlaggetjes van gekocht en die huis- aan-huis verspreid. Het wordt allemaal zo verza kelijkt. Voor mij hoeft Hoenderloo niet op de we reldkaart hoor. Ze mogen meteen alle versierin gen weghalen. Het leven gaat gewoon door. Vol gende week komt hier alweer de Apeldoomse Wandelvierdaagse langs." Bij de uitgang van het kerkhof staat een toepasse lijke zwerfkei. Het is het graf van Aad den Doo laard. Het opschrift luidt: We hebben tussen won deren geleefd, maar we hebben het niet begrepen. JACOB VAN DER MEULEN DIMITRI WALBEEK Doolaard zag het allemaal aankomen. In Hoenderloo weten ze hoe je een penalty moet nemen. Na twee gemiste strafschop pen in de wedstrijd tegen Italië herinnert spits Marcel van de plaatselijke voetbalclub Bea trix zijn gehoor eraan dat hij nota bene al sinds de jeugd geen bal van elf meter meer heeft ge mist. In de kantine op sportpark S.V. Beatrix knik ken zijn voetbalvrienden naar de aanvaller met rugnummer dertien. Zo'n honderd voetbalkenners zitten bijeen in het clubhonk om op tv de halve finalewedstrijd van hun veredeld dorpselftal te bekijken. De afge lopen drie weken zijn de mannen van Oranje toch hun buren geworden. En op het gras van voetbal club Beatrix hebben grote teams gespeeld: Vites se, Celtic en volgende week draaft de selectie van Qatar op. Kortom, S.V. Beatrix mag er zijn in de voetbalwereld. Het eerste elftal is een krachtige ploeg in de zesde klasse C onderafdeling Gelderse Voetbalbond dat op een soevereine tweede plaats in de competitie eindigde. Kampioen werd het Italiaans aandoende 'Activia'. 'Jop hem der in', schreeuwen de Hoenderloo- ers dan ook met verstand van zaken tegen de profvoetballers van Hoenderloo 1 op tv. Want zij weten van scoren. En penalty's nemen. Maar hun tijdelijke dorpsgenoten op het scherm verstaan dit dialect kennelijk nog niet. In de vierendertig ste minuut juicht 'Beatrix' alsof er een doelpunt is gevallen omdat de Italiaan Zambrotta een rode kaart krijgt. Het voelt even alsof rivaal 'Activia' een hak is gezet. Niets kan er mis gaan, Hoender loo blijft tot zondag Orahjelöó. Hoe wreed is de ontknoping. Waarom Nederland van Italië wint Op de parkeerplaats van restaurant Rust een wei nig, van oudsher een pleisterplaats in de steden driehoek van Ede, Apeldoorn en Arnhem, parke ren aan het einde van de ochtend voor Oranje's halve finalewedstrijd vijf campers-uit Italië. De fa milies uit Genua en Milaan slenteren door het Oranjedorp. Hun aanwezigheid moet niet gezien worden als een soort provocatie in het hol van de leeuw. Of de Italianen in Hoenderloo zitten om juist hier gebroederlijk^ met de vijand te komen kijken? Nee, de Zuid-Europeanen zullen mis schien nog even de gelato van Co gaan testen en rondkijken, maar tijdens de volksliederen zitten de vakantiegangers alweer in de camper, veilig op doorreis naar Duitsland. Naar de wedstrijd wordt al rijdende gekeken, legt de kleine Luca uit. De vijf zijn al elf dagen in Nederland en hebben een rondrit langs Rotterdam en Amsterdam achter de rug. Luca's vader geeft aan Davids en Kluivert te waarderen. Maar zijn hart loopt nog steeds over van Roet Koelit, die bij 'zijn' Sampdoria speelde. En natuurlijk met Van Basten en Rijkaard als het grote trio van AC Milaan. „Italië hoeft de titel niet per se te winnen", zegt Luca, „de beste spelers van Europa spelen toch het hele jaar door in onze competitie." „Viva Olanda, Viva Italia!" Hoe een schoolmusical in de war wordt geschopt en revolverschoten vallen De stemming is een beetje bedompt onder de kinderen van groep vijf en zes op de openbare ba sisschool De Kakelhof op de ochtend van de halve finale. Ze hadden zo ontzettend graag bezoek ge had van de voetbalsterren die als gasten van Rési dence Victoria tijdelijk hun dorpsgenoten werden. Bovendien geven ze tijdens het laatste ochtend uurtje in de les van juf Marijke flink af op school directeur Herman Hage. Die had in zijn oneindi ge wijsheid een paar dagen ervoor besloten dat groep zeven en acht naar Ijs van Co mochten ren nen - tijdens schooltijd nota bene - omdat daar televisiecamera's waren gesignaleerd. Mogelijk waren ze daar zelfs spelers van Oranje aan het fil men! Maar de directeur liet groep vijf en zes bar sten. Daarom moesten zij het doen met enkele schimmen die ze van de vedetten konden opvan gen. Zoals Annet die bij opa en oma op bezoek was toen opeens Edgar Davids voor haar neus stond. Dat was even slikken, zegt ze. „Liefde op het eerste gezicht", treitert een bijdehante jon gen. Annet steekt haar tong uit. „Hij was de weg kwijt en kwam die bij ons vragen. Toen kreeg ik van hem nog een handtekening op mijn boven arm." Daar hebben de klasgenoten niet van terug. Een ander had Michael Reiziger bij 'Ijs van Co' gezien. Zijn buurman ontdekte er Ronald de Boer. De kinderen raakten met de dag meer doorge draaid van Oranje en alle aandacht van de media. „Als we gingen gymmen stond er al een camera van het Jeugdjournaal te snorren", zucht juf Ma rijke. „We werden er een beetje gek van." Het lerarenteam sliep de laatste tijd slecht om dat op 6 juli het schooljaar moet worden afgeslo ten met de musical De verkiezing. Daar hadden de jonkies tot nu toe echter weinig interesse voor. Groep vijf en zes kenden donderdag het lied nog niet uit het hoofd. „We kregen af en toe de buik vol van Oranjeloo en alle aandacht voor onze school", klaagt directeur Herman Hage. Hij blijkt zijn voetbalklassieken te kennen want elk voor deel heeft zijn nadeel legt hij Cruijffiaans uit. „Het dorp is op de wereldkaart gezet dankzij Oranje. Iemand die voortaan Apeldoorn zoekt, hoef je al- Een laatste foto van voetbalfanaat Chris Gorseling voor zijn huis van oranje. Toen vrijdag de spelers van het Nederlands elftal Hoenderloo verlie ten, begon voor hem het grote afbreken. foto»hans van oort Hoenderloo in oranje gloed leen nog maar de weg naar Hoenderloo te wij zen." De directeur vreest wel dat het hooliganism, dat onlosmakelijk met voetbal verbonden lijkt, de harde criminaliteit naar Hoenderloo heeft ge bracht. De overval op de Rabobank op de dertien de juni liet diepe sporen achter in het schoolge bouw verderop. „Er werd.zelfs geschoten!" Een bewaker van Vigilat staat de hele dag op de uitkijk voor het bankfiliaal. Waarom? „Ik heb geen flauw idee. Vanmorgen ben ik door het hoofdkan toor hierheen gestuurd." Een blik over zijn schouder verraadt twee veelzeggende kogelgaten in de glazen pui. Maar had Leida Brink, echtgeno te van de dorpsarts al niet gezegd: „Hoenderloo zit totaal niet op slecht nieuws te wachten. Giste ren wisten twee knapen van het Jongenshuis bij het spelershotel over het hek te klimmen, maar daar is geen enkele ruchtbaarheid aan gegeven." De geestelijke en lichamelijke gezondheid van de bevolking heeft nog niet onder de Oranje-gek te geleden, concludeert ze namens haar man die visites rijdt. „De mensen hier zijn gewend aan de afwisseling van grote drukte in het seizoen en de winterslaap die er op volgt." Over boerenstrijd en schrijversvlijt Edwin Essenstam, Essie voor de Hoenderlooërs, van de gelijknamige fietsenzaak neemt als plaats vervangend persvoorlichter even de taken waar. Dat de media voortdurend het wat boerse karak ter van de bevolking benadrukten in hun dorps- schetsen deert hem van geen kant. „Er zijn hele maal geen boeren meer in Hoenderloo. En ik kan het weten want mijn opa die nu 92 is, was de laat ste. Er is maar één bedrijfstak in het dorp en dat is het toerisme." Onder de boeren in ruste, een Hoenderlooër die ooit landelijke bekendheid genoot: Evert Harmsen, die het tot lid van de Tweede Kamer schopte. Met boer Koekoek richtte hij de Boeren partij op. Hun met dialect doorspekte betogen zorgden vooral voor veel hilariteit in het parle ment. Een ideologische strijd tussen de twee agrariërs leidde echter tot een scheuring in de fractie, waarna Harmsen verder ging met Binding Rechts. Boer Harmsen blijkt het oranjegeweld in zijn dorp te zijn ontvlucht. „Hij zit in zijn huisje in Spanje", vertelt zijn zoon. En dan is er nog die andere bekende plaatsge noot. Bob Spoelstra. Als schrijver bekend onder de naam Aad den Doolaard. Van 1954 tot zijn overlijden in 1994 woonde hij in een klein rietge- dekt stolpje aan de rand van het dorp. Plaatsge noten kenden hem als een wat nukkige kluize naar die niet veel met de andere dorpelingen op had. Als hij niet op een van zijn vele reizen was, zat hij in zijn schrijvershutje van 2 bij 2,5 meter zijn verhalen en boeken te schrijven. „Af en toe kwam hij wel in de slijterij", zegt eigenaar Tjoonk van restaurant Rust een Weinig. „Ouwe Bokma en wat boerse cognac waren zijn lievelingsdranken." Die deelde hij voornamelijk met Rik de Stroper, de schrik van de rijksjachtopzieners. Tjoonk: „Hij zou zich volledig buiten de oranjegekte hebben gehouden. Ook zijn vrouw, die vorig jaar over- Oranje-leegfe in Hoenderloo. Het sprookje is uit. foto»jan mandemaker

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 45