Ik wil het de mensen naar de zin maken' TJ ZATERDAG 24 JUNI 2000 Joop van den Ende: 'Ik haat ijdelheid' Niemand had sinds de jaren zeventig zoveel Invloed op het medium televisie als Joop van j len Ende (58). De toekomstige filantroop was programmaproducent, troubleshooter, npresario, regisseur, adviseur, coach, vriend, riticus en werkgever van vijf- tot zesduizend nensen. In een openhartig gesprek vertelt hij ter de beginjaren bij de publieke omroep, zijn valiteiten, zijn missie en de weerstanden, zijn fouten en zwakke plekken. En ook over de 'denen dat hij vorig jaar persoonlijk vastliep. cht stoppen doet hij niet. Vanuit zijn werkkamer in Amsterdam re- geit Joop van den Ende zijn natio nale en internationale theateractiviteiten. Hij is bezig met het opzetten van een filantropi sche instelling, die wereldwijd projecten gaat opzetten op cultureel en sociaal gebied. Hij wil de beoogde VandenEnde Foundation voeden met 'enkele honderden miljoenen guldens' uit eigen vermogen. Dat is nu nog toekomst, maar hoe kijkt de gewezen televisie-ondernemer terug op zijn rol in de mediawereld? „Wat ik geprobeerd heb, is het openbreken van het gesloten cir cuit van de publieke omroep. Ik wilde niet het bestel veranderen, maar de mensen die daar werkten, de gezichten, de presentatoren en de uitstraling, en vooral ook de productie afdelingen. Je kwam er als buitenstaander niet binnen, het waren families en als je er zat, werkte je er voor dertig jaar. De inner circle was klein." Samen met Ted de Braak deed hij schnab bels in het land. Hij huurde sporthallen af voor optredens. „Eindeloze uren was ik be zig om dingen en mensen bij elkaar te bren gen. Ik wilde erbij horen, bij de tv, maar het lukte niet, heb overal gesolliciteerd maar het ging gewoon niet." Uiteindelijk kreeg hij de mogelijkheid bij de KRO. „Mijn eerste eigen tv-productie was Citroentje met suiker. Dat was een tijd dat ie dereen met iedereen ruzie had. Ook bij Het schaep met de vijf poten en dat probleem heb ik uit de wereld geholpen, waardoor het programma was gered. Warry van Kampen, hoofd televisie van de KRO, gaf me de kans. Ik ging voor hem werken, hij zocht iemand met passie. Van Kampen was streng voor me, hij controleerde me. Toen ik die teen tussen de deur had, heb ik geprobeerd om vanuit het theater waar ik werkte, bij de tele visie binnen te komen." Van den Ende kende vele acteurs, onder wie Adèle Bloemendaal, Leen Jongewaard, Piet Römqr en Willeke Alberti. Wat nooit eer der was vertoond op tv: deze acteurs teken den contracten met Joop van den Ende voor het maken van tv-programma's. Bij de 'fan tastische regie-assistentes van de KRO' leer de hij de kneepjes van het vak, hij kwam in contact met Willy van Hemert, Jeroen Krab bé en Ko van Dijk. „En zo ging het balletje rollen. Voor het begeleiden van talenten hadden ze bij de tv simpelweg geen tijd.-" Netwerk „Ik had geen vooropgezet plan, maar op die manier heb ik rond die tv een netwerk aan gelegd. Er waren namelijk ook geen impresa rio's, de tv- en radiofenomenen verdienden hun geld in het land met schnabbeltjes. Ze deden acht programma's per jaar. Verder moesten ze erbuiten geld verdienen. De om roepen waren verenigingen zonder commer cieel belang en benul, en de bevlogenheid van de beginjaren ebde weg. Ik heb een gat gezien, eigenlijk alleen maar omdat ik niet werd toegelaten. Ik wilde later met commerciële televisie beginnen, niet omdat ik zo nodig de leider van een station moest worden, maar omdat ik mijn ideeën over productie niet kon verta len naar de publieke omroep. Ze hadden niet de concurrentie achter zich om beter te wil len presteren. Overal bestond al ochtend- en middagtelevisie, maar hier niet. Er was geen drang. Waarom zou je het doen, je krijgt er toch geen geld voor. Had ik een hit met de Honeymoonquiz voor de TROS, en stelde ik voor twaalf afleveringen te maken, zeiden ze: maak maar zes en zoek er een loterij bij om het programma te financieren. Zo werd ik weggestuurd. Er was geen enkel contact met de markt, merkte ik. Daarbinnen opereerde een man", zegt Joop van den Ende plechtig over zichzelf, „die dacht: ik wil een eigen stu dio en daarin programma's maken. Mooie dingen doen. Meer heb ik nooit gewild: kos tuums, de mensen, alles was er... Alles in het gebouw en met elkaar, hè. Ja, daar kan ik heel erg van genieten." Het tij was gunstig voor Van den Ende. Om de kosten te besparen ontstond bij de om roepen de neiging de eigen productie-afde lingen uit te kleden en programma's van bui ten te bestellen. „Ik hoefde niet eens zoveel moeite te doen om de programma's te ver kopen. Ik maakte dingen die in hun eigen bedrijf niet meer gemaakt konden worden. En ze geloofden in me. Ik vocht ervoor. Wil je het lekkerder hebben: iemand die zich dag en nacht de klere werkt om het goed te doen, en correct werk aflevert." Eigen zender De studio in Aalsmeer werd een begrip. Maar omdat Hilversum niet groeide, groeide Van den Ende evenmin. Hij maakte eind ja ren tachtig zo'n zestig programma's per jaar. Hij zou een eigen zender stichten (het ster rennet TV10), om van daaruit te kunnen doorgroeien. „Ik* dacht: als ik verder wil, moet ik wat anders doen. Met de politiek praten - helaas - en naar financiers zoeken, het netwerk uitbreiden. Ik kwam in handen van slimme financiers, voelde me net Hans- je-in-bosbessenland. Ik dacht niet: ik zal die publieke omroepen eens een poepie laten ruiken. Nee, nee. Ik kom eruit voort, ik ben een publieke omroepman eigenlijk, alleen de weg werd me afgesneden. Ik mocht er eerst niet bij, toen was ik erbij, maar wilden ze niet mee in de vooruitgang en later mocht ik niet meer terug." Er was een kaper op de kust. In Luxem burg ontstond met hulp van het toen nog publieke Veronica een commerciële concur rent: Véronique. Het verbod op zijn Neder landse zender en de toestemming voor het 'buitenlands' station, griefde hem. En het doet nog steeds pijn. „Veronica was nota be ne bezig met publiek omroepgeld. Daar is nooit boete voor gekomen of een proces over gevoerd. Nou, ze moesten een paar da gen op zwart, dat is een straf zeg, guttegut, net zoiets als drie dagen geen auto mogen rijden. Die dingen stuiten me oprecht tegen de borst." Drie tot vier maanden spande hij zich in om zo'n driehonderd medewerkers van TV10 enthousiast te houden, er was immers nog geen werk. „Ik maar onderhandelen en gelo ven wat ze me beloofden in Den Haag." Het ging mis, hij werd wakker geschud uit de droom, een ervaring die hem louterde. Véronique, het latere RTL 4, kwam niet van de grond, totdat de sterren van Joop van den Ende werden ingeroepen. Hij herinnert zich de dag dat hij in Luxemburg kwam om het contract te tekenen. „Toen ik het CLT- gebouw inliep, kwamen de voorzitter van Veronica, de heer Bordewijk, en de financi eel directeur, de heer De Jager naar buiten. De voorzitter zei: 'Joop, wij hebben onze zakken gevuld. Nu jij, hè?' Om even aan te geven in welke tijd we leven. Nee, laten we vooral niet onderzoeken wat er toen allemaal gebeurd is", zegt hij cynisch. Jungle Een contract op zak, en Van den Ende ging voort op de weg naar een vrije mediamarkt. Hij richtte de belangenvereniging voor vrije producenten (OTP) op, maakte zich sterk voor de branche, bepleitte onder meer pen sioenregelingen en tarieven. „Programma's werden steeds vaker door vrije producenten gemaakt, maar er waren geen faciliteiten. In Engeland bestaan voor drama en comedy tarieven. Een omroep moet zich daaraan houden. Maar hier? De gene die het programma voor een dubbeltje levert, wordt niet gevraagd of hij zijn mensen wel goed behandelt of een cameraman zwart betaalt. Onze bond en de overheid moeten daar harder aan werken, vind ik. Je kan niet zeggen: laat maar gaan en het is een jungle. De branche hoort gestructureerd te worden. Toen ik samenging met John de Mol, heb ben we dingen proberen gelijk te trekken. Bij ons werken heel veel vrouwen. Die willen ook kinderen. Ze hebben het al dubbel moeilijk. We hebben gezorgd voor kinderop vang. Niet zozeer om te kunnen roepen: wij zijn zo goed. Nee, de praktijk is dat die vrou wen essentieel zijn voor het slagen van onze onderneming. Creëer dus een situatie dat ze het ook kunnen." Detaillistisch Een tv-loopbaan die begon met het oplossen van een ruzie, ontwikkelde zich tot de pro ductie van drieduizend programma's we reldwijd en een omzet van 1 miljard gulden per jaar. Zijn er ook zwakke punten bij deze ondernemer? „O ja, die heb ik. Hoeveel wil je er weten? (lacht) Ik weet het, ik zou niet goed kunnen delegeren, maar dat is een verhaal uit de oude doos. Dat speelde tien jaar gele den, nu niet meer. Ik was producer, had de leiding over een programma, hoorde alles te weten. Als ik een formule bedenk, ben ik heel detaillistisch bezig, natuurlijk, anders kun je geen formule bedenken. Of een busi nessplan voor een overname van 10 of 100 miljoen gulden, daar moet je je in verdiepen. Veel lezen, weten waar je over praat. Daarom is die zaak zo compact gebleven en zo snel gegroeid. Nee, drieduizend programma's in een jaar maken, en dan niet kunnen delege ren? Onzin. Ik had inderdaad de neiging me overal mee te bemoeien. Ik probeerde voor uit te denken: wat zou het publiek leuk vin den? Waar moeten we met de presentatoren heen? Die manier van werken kan nu niet meer binnen een bedrijf als Endemol. We staan op het punt een nog veel grotere stap te maken, naar een omzet van drie of vier miljard. Een verandering van de indu strie met behulp van de elektronische snel weg, breedbandtelevisie en nieuwe verschij ningsvormen voor programma's. Maar ik heb niet meer de energie - daarom ben ik ziek geworden, denk ik - om de hele omslag nog een keer te maken. Ik heb al veel veran deringen meegemaakt. En dan weer tegen die trein te moeten duwen, die heel zware trein die in beweging moet komen. Ik heb het geluk gehad dat John de Mol, die veer tien jaar jonger is dan ik, dat ziet en daar ge voel voorheeft." En verder? „Ik ben te breedsprakig, heb te veel woorden nodig om uit te leggen wat ik wil. Dat is nodig voor acteurs om verdieping in het programma te brengen. Jawel, verdie ping, ook voor de Honeymoonquiz. Als je een goed programma wil maken, moet je de geheimen van het vak kennen. Dat is net zo ingewikkeld of leuk als Shakespeare regisse ren. Het zijn andere werelden, maar er komt eenzelfde soort vakmanschap, gedrevenheid en passie bij kijken. Hoe eenvoudig een grapje van André van Duin ook is, er moet een visie achter zitten. Dat betekent lang praten over het script. Maar als ik in het Journaal in dertig seconden moet uitleggen waar het bedrijf heen moet, dan moet je je boodschap kort en bondig vertellen, en daar ben ik niet goed in. Een andere fout van mij in het verleden was, dat ik, als mensen bij me weg wilden, dacht dat dat door een fout van mij kwam. Ik wilde mensen aan me binden. Van John heb ik geleerd dat je mensen die een paar keer aandringen, moet laten gaan, maar je moet wel de lijnen openhouden. Je moet iemand niet kwalijk nemen dat hij of zij wil groeien. Ja, ik heb mensen dat kwalijk genomen. Nu niet meer. En sommigen komen weer terug. Wat ik probeer uit te leggen aan de men sen in Aalsmeer is dat leiding geven betekent dat je heel veel van jezelf in je mensen moet investeren. Je bent niet wat op je kaartje staat. Je bent wat je doet en hoe je met men sen omgaat. Daarin was ook ik trouwens niet foutloos." Wat inspireert hem? „Ik denk toch de ontzet tende hang naar succes, het willen slagen. Het milieu waar ik vandaan kom, was min der glamorous, minder makkelijk... Ieder mens krijgt kansen, je moet ze pakken." Heeft hij een missie? Wil hij iets delen? „Ik wil het de mensen naar de zin maken. Mijn vrouw Janine heeft hetzelfde. We vinden het heerlijk als wé thuis een feestje geven en dan alles tot in de kleinste details te verzorgen. Mensen die jarig zijn, die iets goed doen, succes hebben, of het moeilijk of zwaar heb ben, om daar... Daar ben ik ook op vastgelo pen, denk ik hoor. Als je vijf- of zesduizend mensen voor je hebt werken, kun je niet meer iedereen per soonlijk van dienst zijn. Het gaat mij niet al leen om die namen, die sterren, maar juist ook om de vele onbekende werkers: een be drijf draait pas goed als de onderkant goed is. Het hield ergens op, en dat heb ik als heel vervelend, naar, bijna deprimerend ervaren. Dat je niet meer schouder aan schouder de lol van het succes kunt delen. Lekker in de kleedkamer nakletsen, lachen om wat er alle maal fout ging, kwaad worden. Dat raak je kwijt. Ja, het zoveelste bedrijf overgenomen, en om daar dan dezelfde sfeer mee te heb ben... Dat is voor mij moeilijk." De consequentie van het groeien? „Ja, maar daar is niet aan te ontkomen. Als je een bedrijf opbouwt, moet het groeien." De programma's veranderden ingrijpend. Zijn we er beter op geworden? „We leven in een klein land met - tegenwoordig - kleine budgetten. Vroeger maakten mensen acht programma's per jaar. Mies Bouwman ging zelf de cadeautjes kopen. Mensen werden onwel als ze een televisie wonnen. Nu zijn er prijzen van honderdduizend gulden of een miljoen, en dan komt er misschien een traantje, dat er soms nog uitgeknepen moet worden. Was het vroeger beter? Nee. Dit is nu. Er is meer afwisseling, mensen kunnen kiezen. Waar ik aan twijfel, is de variatie." Hoe verbreed je het aanbod? Van den En de is voorstander van een reclamevrije pu blieke omroep, waarvan de commerciële zenders moeten profiteren, onder de voor waarde dat ze mèer kwaliteit leveren. De pu blieke omroepen moeten de kans krijgen vrijer te opereren en te groeien, door geld te verdienen aan andere uitgeefactiviteiten zo als boeken en nieuwe media. „Zorg dat pu blieke omroepen een toekomst hebben. Het huidige bestel is een sterfhuisconstructie, dat is schandelijk." Geboren coach Tientallen, zo niet honderden presentatoren, kunnen erover meepraten. Joop is een gebo ren coach. Voor, tijdens en na de opnamen stond hij met ze in contact. „Niemand kan beseffen hoe alleen je bent als je voor de ca mera staat en het lampje branden gaat, hoe moeilijk dat is. Ik stond naast de camera en hield oogcontact met de presentatoren. Ik dacht twee stappen vooruit en hielp ze te an ticiperen op de dingen. Vroeg ria afloop waarom ze een bepaald stopwoord uitspra ken. Laat toch een stilte vallen! Elke situatie is anders, iedere presentator reageert ver schillend. Degenen die roepen dat ik alle maal eenheidsworsten in de stal heb, moe ten toch beter kijken." Televisiemaken leidt niet zelden tot be kend- of beroemdheid. Wat doet roem met mensen? Gedecideerd: „Da's gevaarlijk. IJ delheid is het ergste wat mensen kan overko men. Dat is het enige gevaar van televisie. Ik was op bezoek bij Adèle Bloemendaal. Bij het horen van het nieuws over de dood van Elvis Presley, zei Adèle: 'De stumperd dacht dat het echt was'. En dat is het... Het bete kent helemaal niets. IJdelheid, ik haat het." IJdelheid knaagde ook aan het succesvolle Goede Tijden, Slechte Tijden. Om dat bloot te leggen, was een stevige botsing nodig. Een botsing met Big Brother. Een 'blessing in dis guise' voor Endemol. „Het goede van Big Brother is dat je als dramaproducent niet ver weg van je publiek komt te staan. GTST was na al die jaren aan het zoeken. Big Brother raakte GTST in de flank. Ik heb geroepen: 'Eindelijk is er iets gebeurd waardoor ieder een wakker wordt. Nu zie je wat er fout zit'. Zorg dat spontaniteit en de heftigheid terug keren. Dat was het in het begin. Maar, de ij delheid van het succes... Weet je wanneer het met GTST fout is gegaan? Toen Linda, Roos en Jessica - ik neem het ze niet kwalijk - plaatjes gingen maken en daarmee succes kregen. Ineens was GTST niet meer het be langrijkste, maar de schnabbels in het land. Dan moet je als programmamaker zeggen: haal ze eruit en zet er nieuwe mensen in." Beklemmend U bent vereerd door veel mensen. Hoe heeft u die verering ervaren? „Als heel beklem mend... Mijn verantwoordelijkheidsgevoel is erdoor in de knel gekomen, denk ik. Ik voel me nu beter, maar ik kan niet 100 procent werken, maar het is zo'n grote verantwoor delijkheid als mensen jou zien als adviseur, raadgever in hun carrière. Dat maakte mijn beslissing om te stoppen het meest moeilijk. Ik laat nu voor en achter de camera een bak mensen achter. Bij het afscheid laatst had ik sinds anderhalf of twee jaar het gevoel terug dat ik weer kon omschakelen naar hun pro blemen en zorgen. Dat was voor mij een ont dekking. Snap je dat?" Hij refereert aan de periode dat de accu leeg begon te raken: „Ik kon het niet meer aan, ik kon er niet meer mee omgaan. Daar heb je ze weer, dacht ik... al dat geklets, ter wijl het natuurlijk geen geklets was. In het theater, in de kleedkamers. Ze hebben alle maal de behoefte iets te horen, een compli ment, of wat dan ook. De wandeling van een half uur door die gang viel me zwaar. En dan zat ik in de auto en was ik gewoon op, versle ten. En toch moet het, mensen hebben er recht op, het is je vak." Er lijkt dringend behoefte aan een nieuwe creatieve motor, mensen vallen in een gat. „Nou, ik denk dat ik in Aalsmeer goede, cre atieve mensen achterlaat. Die moeten gemo tiveerd en geleid worden. Die rol wordt door het management en voor een groot deel door John vervuld. Als iemand denkt mij een plezier te doen door te zeggen dat het vroe ger leuker was in Aalsmeer, dan wil ik dat niet horen. Ze moeten hun eigen weg gaan. In Naarden heb ik tegen velen gezegd, tegen de regisseurs en de jongen die achter de tele foon zit: het bedrijf is nu in jullie handen. Zeg potverdomme nooit dat je dit werk niet meer leuk vindt, nu ik weg ben. Onzin. En als iemand mij probeert na te doen, wordt het niet oorspronkelijk. Het moet veranderen." JAAP TIMMERS Joop van den Ende temidden van zijn sterren bij de presentatie van TV10 in 1989. Van links naar rechts Koos Postema, Jos Brink, André van Duin, Joop van den Ende, Ron Brandsteder, Henny Huisman en Sandra Reemer. foto archief ai den Ende op de set met André van Duin: „Hoe eenvoudig een van André van Duin ook is, er moet een visie achter zitten." fo to archief anp Joop van den Ende in Showbizcity: „Je bent niet wat op je kaartje staat. Je bent wat je doet en hoe je met mensen omgaat. foto archief anp

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 51