DINGEN ['"VOORBIJGAAN De ooievaar, Harley Davidsons en geurige, gele tabak Leiden Regio STADSGEZICHT ie ffERDAG 24 JUNI 2000 ïeo de Wilde, op 27 juni 1924 geboren de Atjehstraat in Leiden, is een echt istuursmens. Aan het begin van de jrlog kreeg hij een baan bij het surantiekantoor van de Land- en [inbouw. Na korte tijd werd hij te werk steld in Duitsland, maar na de oorlog in hij weer bij dezelfde bond aande slag. f jen werd hij ook secretaris van de vakbond voor Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden (HKW) en gemeenteraadslid voor de KVP. Maar het bekendst is hij in Leiden voor het oprichten van het Holtlant College, waarvoor hij zelfs werd geridderd. In deze aflevering van 'De dingen die voorbij gaan' vertelt Theo de Wilde over zijn jeugd, de oorlog en zijn bestuurswerk. Een jonge Theo de Wilde op de kleuterschool, de Heilige Hartschool aan haar, die op haar beurt naast Zuster Theodorina staat. sen elkaar zoiets konden aan doen. Af en toe riep een gevan gene naar me: 'Sigaret!' Of: 'Honger! Dan gaf ik hem iets te eten of een sigaret, totdat ik werd weggesnauwd door de SS'er: ,,Als je niet uitkijkt, loop je dadelijk tussen hen!" Ja, ang stige nachten waren dat. Na een paar maanden heb ik de benen genomen. Ik wist perfect hoe laat de treinen naar Am sterdam reden. Dus ik ben ge woon opgestapt. Terug in Lei den, meldde ik me bij het ar beidsbureau van de Duitsers. Zij zeiden: „U bent weggelo pen. Dat is al gemeld." Waarop ik zei: ,,Ich bin ganz erkrankt." Dus stuurden ze me door naar de arts. Tegen hem zei ik het zelfde. Ik denk dat het geen na zi was, want ik kreeg van hem een document met officiële stempels, zodat ik niet meer naar Duitsland hoefde. Het arbeidsbureau wilde niet dat ik weer bij de LTB ging wer ken. Ze vonden het distributie kantoor van de voedselbonnen belangrijker. Dus werd ik daar eindcontroleur. Het gebouw stond aan de Steenschuur waar nu het gebouw van Sociale Za ken zit. Alle voedselbonnen hadden een nummer, waarvan elke week in de krant stond waarvoor ze dienden. Dan stond er bijvoorbeeld: de bon nen met nummer 220 zijn voor een brood, 222 voor een pond suiker, en ga zo maar door. Er werd regelmatig een nummer overgeslagen. Maar de winke liers die de bonnen bij ons inle verden in ruil voor coupons voor de inkoop van meel, lever den deze ongebruikte bonnen toch bij ons in. Ik rommelde dan in de boekhouding om hen te helpen. Op een dag zouden de bonnen worden gecontroleerd. Mijn collega's zeiden toen tegen mij: 'Joh, Theo, wegwezen. Als ze erachter komen dat je hebt ge rommeld, ben je er geweest.' En dus ben ik weer weggelopen. Tot het eind van de oorlog heb ik bij een boer in Zoeterwoude ondergedoken gezeten. Op een avond zaten we naar de radio te luisteren en hoorden we dat de Duitsers hadden gecapituleerd. Ik heb toen de fiets gepakt en ben meteen naar huis gereden. En toen was het feest. Zeker een maand lang elke avond dansen op straat. De mensen zetten Glenn Miller op de pick up en plaatsten de luidsprekers bij het raam en dan was het dansen geblazen. Overal waren de Canadezen bij. Voor ons jongens was dat niet altijd even makkelijk, want de meisjes wa ren gek op Canadezen. D^t wa ren mooie, gezonde jongens. Ze reden op Harley Davidsons van het leger en hadden soms wel vijf dure horloges van hun om gekomen makkers om. Ze had den chocola bij zich, sigaretten, nylonkousen en ondergoed voor de meisjes. Dus de meisjes keken ons niet meer aan, hoor. Ik heb gezien hoe de Canade zen de Duitsers uit de Zeevaart school hebben gegooid, waar ze gelegerd waren. Op hun moto ren scheurden ze het terrein van de Zeevaartschool op, waarop de Duitsers naar buiten kwamen lopen. De Canadezen wezen met hun duim en zei den: „Raus". Zo mak als een uit de Leidsch Dagblad/1 RCIII 12 VEN ANNO 1900 Zaterdag 23 Juni BUITENLAND - De Onlusten in China Het nieuws uit China in de Engelsche ochtend bladen is nog steeds weinig betrouwbaar en te genstrijdig. Voor een groot deel is het afkom stig van Shanghai en over het algemeen wordt het zonder eenige commentaar door de corres pondenten in deze plaats overgeseind. De 'Dai ly Express' echter ontving van haar correspon dent een telegram, waarin hij meldt, dat be sliste berichten zijn ontvangen over den aanval op Tientsin van 15 Juni door de Boxers. De aanval werd ondernomen van twee zijden. Eerst staken de rebellen de Chineezenstad in brand en daarop rukten zij op tegen de Euro- peesche wijk. Het spoorwegstation was door 2000 Russen met 10 kanonnen bezet en toen de opstande lingen daar aankwamen, werden vijftig salvo's afgegeven. Het vuur richtte onder den hoop der vijanden een groote slachting aan, een drie honderdtal Boxers werden gedood en nog twee honderd gewond. De Engelsche dames vertrokken den volgen de dag uit Tientsin en kwamen ongedeerd te Taku aan, 'dank zij der hulp der Chineesche troepen'. De Boxers deden herhaaldelijk aan vallen op den trein, doch werden gedurig afge slagen. ANNO 1975 iiinlaan. FOTO HIELCO KUIPERS LEIDEN - Het clubhuis van speeltuinvereni ging Wester kwartier in de Ten Katestraat, één van de (klei nere) clubhuizen, die geen reserves hebben en mis schien moeten sluiten, ten ge volge van de be zuinigingsmaat regelen van het ministerie van CRM. Dinsdag 24 juni LEIDEN - Ten stadhuize wordt nog altijd de mogelijkheid nagegaan om het vermogen van acht miljoen, dat als reserve in de NV Leidse Duinwatermaatschappij zit, te gebruiken voor de realisering van een gemeentelijk project. Het is niet waarschijnlijk dat dit project een zwembad zal zijn. In deze krant is uitvoerig uit de doeken ge daan, hoe een stichting, de 'Welzijnsbron', heeft gepoogd om de gelden aan te wenden voor de bouw van een zwembad op een terrein aan de Vondellaan. Een idee, dat voor het eerst in 1971 door het toenmalige raadslid In 't Veld werd geopperd in een vergadering van de com- missarisssen van de LDM (een NV waarvan de aandelen voor 99 procent in handen zijn van de gemeente Leiden, het honderdste procent is in bezit van het Hoogheemraadschap van Rijn land. ZOETERWOUDE - De uit 1661 daterende Bar- remolen die door Heineken is gerestaureerd en tijdens de opening van de nieuwe brouwerij lustig draaide, heeft op de nominatie gestaan om te verhuizen naar Amerika. Dankzij de plaatsing op de Monumentenlijst is dit echter niet doorgegaan. Dit heeft de Stichting Oud- Zoeterwoude onthuld naar aanleiding van een publikatie in het Financiële Dagblad van 2 juni j.l. Als dank voor de bewezen diensten werd de molen door Heineken geschonken aan Mr. Van Munching die plannen ontwikkelde om de mo len af te breken en in de Verenigde Staten weer op te bouwen. KOUDEKERK - Mevrouw M. Ie Large-van Breukelen is gekozen als wethouder, de eerste vrouwelijke in Koudekerk. Mevrouw Le Large maakt al vijf jaar deel uit van de KVP-fractie in de gemeenteraad. Wethouder C. van der Pols, haar voorganger, vond het jammer dat er niet opnieuw een VVD-wethouder gekozen kon wor den. Zijn fractiegenoot C. Kammeraad, die ook kandidaat stond voor de opengevallen wethou derszetel, kon de meerderheid van de stem men niet halen. de Herensingel. Theo staat rechts naast het meisje met de strik in het -FOTO ARCHIEF DE WILDE lammetje liepen de Duitsers het terrein af. Ze vestigden zich in de Witte Poortskazerne tot ze naar Duitsland terugkeerden. Daarna hingen de Canadezen altijd rond op de stoep buiten de Zeevaartschool. Stonden ze te kletsen en te roken. De sigaretten die ze rookten waren van het merk Players en zaten in een klein blikje, een tinnetje. Ze waren gedraaid van gele tabak, die heel lekker rook. Dikwijls gingen we een praatje met ze maken. Ik kan me een keer herinneren dat we daar stonden te praten, terwijl even verderop een groepje meisjes stond te kijken. Op een gegeven moment zegt een van de Cana dezen over ons: 'Nice people'. Zegt een van die meisjes: 'Bah, wat een viezerik. Hij praat over zijn piepel.' Na de oorlog ben ik weer aan het werk gegaan bij de Land- en 'Tuinbouw. Ook ben ik lid ge worden van de vakbond voor Handels-, Kantoor- en Winkel bedienden, onderdeel van de Katholieke Arbeiders Bond (KAB). In 1961 ben ik bij de Land- en Tuinbouw weggegaan en ben ik administrateur ge worden bij de Bescherming en Bevolking, de Leidse rampen bestrijding. Daarnaast heb ik van 1966 tot 1970 in mijn vrije tijd in de Leidse gemeenteraad gezeten voor de Katholieke Volkspartij (KVP) met woning bouw in mijn portefeuille. In die tijd bedacht het college van B en W dat er een brede verkeersader moest komen op de plaats van de Sint Jorissteeg, de zogenaamde Noord-Zuidtak. Op dat moment was de Sint Jo rissteeg nog een echte steeg. Ik heb me sterk tegen het plan verzet, want er zouden allemaal mooie, oude huisjes voor moe ten worden gesloopt. Maar ja, zoals nu te zien is, is mijn ver zet mislukt. De Sint Jorissteeg is nu een van breedste wegen in de Leidse binnenstad. In 1977 kreeg ik het verzoek om voorzitter te worden van MBO De Noorderwiek. Dit deed ik ook naast mijn vaste baan. Om dat ik het niet efficiënt vond dat alle MBO's in Leiden hun eigen salarisadministratie, hun eigen directie en hun eigen techni sche dienst hadden, heb ik mij bezig gehouden met het fuse ren van alle Leidse MBO-scho- len tot het Holtlant College. Van de gemeente Leiden heb ik een gouden speld gekregen voor wat ik heb bereikt. Ik heb veel plezier beleefd aan het Holtlant College. In Leider dorp hebben we een keuken en een restaurant voor de horeca- opleiding gebouwd waar de leerlingen konden oefenen. Een keer per jaar werd daar een di ner georganiseerd voor directie en medewerkers. Verder ben ik meerdere keren meegeweest op reis met de leerlingen van dc toeristische opleiding. We zijn in Caïro geweest, in Moskou en Sint Petersburg. Prachtig was dat. In 1985 droeg de Bescherming Bevolking de rampenbestrij ding over aan de Leidse brand weer. Ik ben toen met pensioen gegaan. Maar ik ben pas in 1994 uit het bestuur van het Holtlant College gestapt. Dat deed ik toen omdat mijn vrouw ziek werd en kort daarna mrerleed. Sindsdien doe ik weer ander vrijwilligerswerk. Ik ben lid van de redactie van Petrus-Info, het orgaan van dc Pctruskcrk aan de Lammenschansweg, en ik ben voorzitter van de Advies raad Ouderenbeleid Leiden. Verder heb ik het druk met mijn drie kinderen en zes kleinkin deren. Ik vind dat leuk, want al leen maar thuiszitten is niks." ESTHER BARFOOT Leidenaars blikken terug op hun verleden Dus ze loog niet, maar wat ze er mee bedoelde, drong niet tot ons door. Mijn moeder kwam uit Lim burg en mijn vader uit Amers foort. Hij was politieagent en in die tijd mocht je als agent niet in je eigen stad werken. Voor het geval dat je een oude be kende moest arresteren. En dus werkte mijn vader als agent in Leiden. Het politiebureau was toen nog gevestigd onder het bordes aan de voorkant van het stadhuis. Op een keer tijdens zijn nachtdienst maakte mijn moeder ons midden in de nacht wakker. Ze zei: „Opstaan, jongens. Het is oorlog." De Duitsers waren Nederland binnengevallen. Ze vlogen met hun zware Junckers laag over Leiden naar vliegbasis Valken burg. Wij hebben ons toen aan gekleed en zijn op de fiets naar de Haagweg, hoek Haagsche Schouw, gefietst. Daar op de brug waren de Duitsers en de Nederlanders aan het vechten. Een soldaat kwam op ons aflo pen en riep: 'Sodemieter op! Of willen jullie soms doodgescho ten worden!' We schrokken ons rot en zijn hard naar huis ge fietst. Toen de oorlog uitbrak, zat ik nog op de mulo, maar op 1 no vember 1941 begon ik aan mijn eerste baan bij het assurantie kantoor van de Land- en Tuin bouw. Ik had het erg naar mijn zin in deze baan, maar op 20 juni 1943 werd ik naar Duits land gebracht voor dwangar beid. Ik werd aan het werk ge zet als tolk op het station van Frankfurt am Main. Mooie tolk was ik. Het Duitse woord voor tolk, Dolmetsch, kende ik nog niet eens. De Duitsers hadden tolken nodig op het station, omdat daar allerlei nationalitei ten aankwamen voor de Arbeit- zeinsatz. Wij vêrwezen ze naar het juiste perron voor hun doorreis. 's Nachts arriveerden ook veel gevangenen op het station. Met kettingen aan hun voeten lie pen ze in rijen. Franciscaner monniken zaten erbij, nonne tjes en verzetsmensen. SS-sol- daten bewaakten ze met grote honden. Ik wist niet dat men- Mijn moeder lag natuurlijk in bed. Ik zei tegen haar: „Wat is er met jou?" Zij zei: „Ik ben door de ooievaar in mijn been gepikt." En dat geloofde ik. Kan je nagaan hoe onschuldig! Ik was al veertien jaar! Als ik dat nu aan mijn kleinzoon vertel, zegt hij: „Opa, dat is toch niet waar!" Maar zo was het in die tijd. Je vroeg niets, je wist niets en er werd je niets verteld. Na tuurlijk hadden wij onze moe der wel dikker zien worden. We hadden ook al meerdere keren gezegd: „Mam, je wordt dik." Zij zei dan: „Ik eet voor twee." - de Wilde. „Voor ons jongens was het niet altijd even makkelijk, -kla de mejsjes waren gek op de Canadezen. Dat waren mooie, ge- jongens." FOTO HIELCO KUIPERS E\i an de Atjehstraat waren we met z'n zevenen thuis, n ouders, mijn drie broers, n tweelingzus en ik. Toen in 1938 naar de Da Costa- aat verhuisden, kwam er nog zusje bij. En dat terwijl wij :t eens wisten dat onze moe- zwanger was. Op een avond amen we uit de kerk en zei jn vader: „Gaan jullie maar ker \Toeg naar bed, want j zij ieder is niet goed." De vol- ide ochtend toen we wakker irden, zei hij: „Kom eens kij- n." Toen lag er in de voorka- ;r een klein meisje.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 2000 | | pagina 15